Ons eerste bezoek aan een Unesco-site was meteen raak. Plitvice overrompelde ons en ontstak het vuur van verlangen. We wilden meer werelderfgoed en raadpleegden Unesco’s lijst op zoek naar nieuwe Wauw-bestemmingen. In 2013 ontdekten we echter dat niet elke site garant staat voor eenzelfde extatische ervaring als wij in het prachtige Plitvice hadden. Ondanks de naam bleef zo’n heftige belevenis op Schokland bijvoorbeeld helemaal uit. Sorry Schokkers.

De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we van tevoren al wat koudwatervrees hadden. Een eiland omringd door polder leek ons niet direct grote ontroeringen te gaan brengen maar, getrouw aan onze levenstaak, werd toch naar de site afgereisd. We waren tenslotte werelderfgoedreizigers en dan kan natuurlijk geen Unesco-monument onaangeroerd blijven liggen. Helaas kreeg ons voorgevoel gelijk…

Sloot met rietkragen en in de verte een kerkje
Een slootje is al wat rest van de voormalige Zuiderzee

Schokland was Neerlands eerste werelderfgoed

Schokland was in 1995 het eerste Nederlandse monument dat werd bijgeschreven op de Unesco-lijst. Van zo’n eersteling zou je verwachten dat het vol van spetterende kwaliteiten zou zitten maar helaas konden wij die, ook na heel hard zoeken, niet vinden. Unesco zelf omschrijft de plaats als een symbool van de heldhaftige, eeuwenoude strijd van Nederland tegen het opdringende water. Samen met zijn omgeving werd het beoordeeld als een uitstekend voorbeeld van prehistorische en historische bewoning in een typisch waterrijk gebied. Klinkt goed, was niks.

Schokland stelde nooit wat voor in de vaderlandse geschiedenis. Veel meer dan een drassig veengebied wat regelmatig overspoelde is het eigenlijk nooit geweest. Toch wordt het vanwege de gevechten die men daar vroeger met de Zuiderzee leverde internationaal als een uniek stukje Nederland beschouwd. Tijdens de middeleeuwen was men er namelijk, als gevolg van de wegzakkende grond, in conflict met het water geraakt. De zee rukte steeds verder op en de golven sloegen alsmaar meer land weg. Met de bouw van dijkjes en terpen probeerde men het tij te keren maar helaas kon niet worden voorkomen dat het schiereiland op een gegeven moment geheel door water omsingeld was.

waterkering en kerk van Schokland op een hoger gelegen gedeelte tussen het gras
Een zee van groen rondom de haven van Schokland

Schokkers moesten poepen of verzuipen

Om te voorkomen dat het eiland volledig overspoeld zou raken zochten de Schokkers hun heil in koeienpoep. “Hè, getverderrie Ech Wel! Wat zeg je nou toch weer?”

“Ja inderdaad, koeienpoep. Dat klinkt misschien gek, maar die arme sloebers hadden nou eenmaal geen nagel om aan de kont te krabben. Gelukkig waren koeienvijgen gratis en lagen ze overal voor het oprapen. Vol fris gemoed gingen de eilanders met hun vlaaien in de tegenaanval, stapelden plakken mest (in de volksmond schokken genoemd) tot een grote hoop en bouwden hier vervolgens hun houten huisjes op. Konden ze bij een volgende overstroming tenminste droge voeten houden.”

Schokland ontruimd

Jammer genoeg hielpen de versterkingen maar weinig. Met name in de wintermaanden, als er niet kon worden gevist, (vroeger vroor het nog) was het een heel gevecht om het hoofd boven water te houden. Omdat er ook steeds meer landbouwgrond aan de gedreven vijand verloren ging, kregen de dappere strijders in 1859 het bevel om zich terug te trekken en het eiland te ontruimen.

Groene en grijze, houten huisjes met rode dakpannen
Houten huisjes op werelderfgoed Schokland

De slag om de Zuiderzee

Ondanks het manmoedige verzet van een achterblijvende enkeling (de vuurtorenwachter bleef stug doorknokken) leek het watergevecht voorgoed verloren. Schokland ging stukje bij beetje ten onder. Maar na tachtig jaar twist werd het pleit, tegen de verwachting in, alsnog in het voordeel van de landrotten beslecht. De Zuiderzeewerken van 1930 zorgden voor een kentering in de strijd die het zilte vocht nooit meer te boven kwam. Na de aanleg van een dijk werd het laatste beetje water uit de polder gemalen en was de overwinning een feit. Schokland werd een eiland op het droge.

Museum Schokland

Het drooggevallen land bleek een ware schatkamer uit het verleden te bevatten. Althans, zo heette het in het nominatiedossier van Unesco. De (pre-) historische bodemschatten bestonden onder andere uit potscherven, scheepswrakken, paalgaten en een oude, half vergane visfuik. Allemaal bijzonder sensationeel natuurlijk, maar omdat bijna al deze rijkdom nog steeds ondergronds verborgen ligt, leek ons een bezoek aan het museum in Middelbuurt overbodig. In plaats daarvan liepen we alleen een rondje om de gereconstrueerde Zuiderzee-huisjes en de vroegere hervormde kerk.

Twee piepkleine kikkers in een hand
Schokland Kikkerland, de plaatselijke bewoners gingen graag even met ons op de foto

Twijfel over werelderfgoedstatus Schokland

Om het unieke aspect van het werelderfgoed echt goed tot ons door te laten dringen, stapten we daarna ook nog wat rond op de voormalige zeebodem in het omliggende veld. Al met al hadden we het in een stief halfuurtje wel gezien. We gingen nog even op de foto met de plaatselijke bewoners en besloten toen verder te rijden naar het ir. Woudagemaal, wat een stukje verderop ligt.

Het voormalige strijdtoneel verlatend bekroop ons al snel een gevoel van onbehagen. Het was ons nog niet eerder overkomen dat we een site zo teleurgesteld achter ons lieten. Tuurlijk, het staat ingeschreven op de lijst, en een bezoek is voor elke Unesco-fundamentalist uiteraard van het grootste belang, maar elk “normaal” mens zal waarschijnlijk weinig onder de indruk zijn van het gebodene. En dat was toch zonde, vonden wij.

Strijd tegen het water

We boomden nog even verder over het onderwerp en waren het er al snel over eens dat Nederland met het thema “strijd tegen het water” goud in handen had. Het weren van de zee is iets waar de “lage landen” wereldwijd om worden geroemd en moest volgens ons ook makkelijk met aansprekende voorbeelden aanschouwelijk kunnen worden gemaakt. Waarom men dan toch met zoiets povers als Schokland op de proppen was gekomen, ging ons verstand te boven.

“Blijkbaar dacht de verantwoordelijke commissie dat een paar nagemaakte woningen bovenop een mesthoop die strijd het beste konden illustreren?”, opperde Ech Nie. Ik kon het me niet voorstellen. “Ze zullen toch niet werkelijk geloofd hebben dat in ons rijke verleden dit nepeiland vol “scheithuisjes” Neerlands belangrijkste wapenfeit was?”

“Schokland zal waarschijnlijk symbool staan voor het bedwingen van de Zuiderzee, Ech Wel…”

“Dat snap ik, maar waarom maakt Urk dan geen deel uit van het werelderfgoed?”

De ondergang van Schokland symboliseert Neerlands strijd tegen het water.

Verdient Urk het stempel patrimonium der mensheid?

Navraag leerde ons dat de lieden die de nominatie van het werelderfgoed bij Unesco hadden ingediend nog wel aan Urk (en Marken) hadden gedacht maar omdat op deze voormalige eilanden weinig van de cultuurhistorische en landschappelijke elementen was overgebleven, besloten hadden deze plaatsen niet aan de commissie voor te dragen. Een merkwaardige motivatie, vonden wij. De archeologische vondsten die nu namelijk wél onderdeel van het werelderfgoed uitmaken, werden immers ook niet op Schokland opgegraven; dat gebeurde in de omgeving. Dus waarom Schokland dan wel, maar Urk niet?

“Wellicht streden de Urkers minder heroïsch dan de Schokkers?”, bracht Ech Nie te berde.

“Nee hoor. Tijdens de middeleeuwse zeegevechten kampten de bewoners van Urk al net zo volhardend met de alom aanwezige vijand. En net als de Schokkers wisten ook zij de krachtmeting in hun voordeel te beslechten. Toen de overwinning eenmaal behaald was annexeerden ze een deel van het omliggende gebied en verdreven ze al het nog aanwezige water.”

“Dus jij wil zeggen dat er in Urk wel degelijk landschappelijke elementen te bewonderen zijn?”

“Niet alleen dat. Met zijn originele (!) historische stadskern, haven en oude tradities heeft het mijn inziens meer cultuurhistorische waarde dan dat hele Schokland bij elkaar.”

“Nou ja zeg. Misschien moeten ze in het vervolg jou dan maar om advies vragen schat. Jij weet alles beter.”

“Dat lijkt me inderdaad het verstandigste meissie. Ech Wel!”


Ook wel eens in Schokland geweest? Op een mestbelt gewoond of alles beter geweten? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Groene weiden rondom kerk Schokland
Van zeebodem tot koeienweide

Praktische informatie

Het ‘eiland op het droge’ is 4 kilometer lang en 300 tot 350 meter breed. Het totale werelderfgoed is ruim 1300 hectare. Bomen markeren de grens tussen het patrimonium en het omringende polderlandschap.

Adres museum: Middelbuurt 3, 8319 AB Schokland
Jaar van inschrijving: 1995
Officiële website: Schokland.nl

De strijd tegen het water is een terugkerend thema binnen het Nederlandse werelderfgoed. Behalve in onderstaande verhalen speelt de zee ook een rol in het patrimonium van de Nederlandse waterlinies en de Amsterdamse grachten.

Lees ook:

Op stoom bij het Woudagemaal
De Beemster, Hollands glorie in de polder
Tijdens molentocht Kinderdijk is het weer bar en boos