Een vlugge blik naar buiten leert dat het hem vandaag niet gaat worden. Het stortregent. En zo te zien zal het dat nog wel even blijven doen. “Geen Český Krumlov dus”, constateer ik beteuterd. “Nee hoor, dat gaat hem niet worden vandaag”, bevestigt ook een sippe Ech Nie.

De eerste stappen in Český Krumlov beloven wat…

Uitzonderlijk weer gooit daguitje in het water

In tegenstelling tot manlief had mevrouw het alleen niet over een bezoek aan Český Krumlov, maar doelde ze meer op een zonnige dag aan het water. Net als mijn plannen worden echter ook die van haar door het weer gedwarsboomd. Ik knik en stel droogjes vast dat het daarvoor inderdaad wat té vochtig is. “Tsjongejonge”, voegt Ech Nie er verwijtend aan toe, “lekker zo’n landklimaat. Ik dacht dat we hier alleen maar lange, warme zomerdagen zouden hebben?”

“Tsja, normaal gesproken wel”, antwoord ik, “maar Tsjechië is blijkbaar de uitzondering op de regel.”

“Tsjongejongejonge”, zegt Ech Nie weer. “Wel goed dat we dit Landal Greenpark dan speciaal hebben uitgezocht omdat er een strand aanwezig is…”

Wat is Český Krumlov een kleurrijk stadje!

Vakantie aan het Tsjechische Lipnomeer

Dat laatste was inderdaad het geval. Gewoontegetrouw brengen we onze zomervakantie door aan de mediterrane kust, maar in 2014 kozen we voor het Tsjechische Lipnomeer. “Tsjechië?”, vroeg Ech Nie in eerste instantie, toen ik met het voorstel kwam. “Moeten we dan niet heel erg diep het voormalige Oostblok in?”

“Dat valt best mee schat. Het park ligt ingeklemd tussen Duitsland en Oostenrijk, dus zo ver is het niet.”

“Ok, maar achter het IJzeren Gordijn is het toch allemaal één grauwe, grijze griebuszooi?”

Niet alles in Český Krumlov is grijs en grauw

De onbedorven natuur van Boheems oerbos Šumava

“Dat is allang niet meer zo meissie. Tegenwoordig is het er vooral heel erg groen. Komt omdat de communisten na de Tweede Wereldoorlog niet wilden dat de mensen naar het verderfelijke Westen trokken. Zij verklaarden de grens tot verboden gebied en zorgden er zo onbedoeld voor dat de natuur enkele decennia ongestoord zijn gang kon gaan. Die beslissing maakte het Boheemse woud Šumava tot een van de grootste en meest ongerepte bossen van Centraal-Europa.”

“Oh ok, maar belangrijker natuurlijk, hebben ze er ook een lekker strand?”

“Zelfs dat hebben ze. Het mag dan wel midden in Europa zijn, maar er ligt een groot meer met strand. Én, er is nog een gezellige boulevard bij ook.” Meer hoefde Ech Nie niet te weten; “Tsjechië, we kómen!!”

Kleurrijke huisjes aan de Moldau in Český Krumlov
Kleurrijke bebouwing aan het water van de Moldau

Wellness-Nietes

“Wat gaan we nu doen?” vraagt Ech Nie. Ze is een beetje van haar stuk gebracht nu de regen haar plannen in het water heeft doen vallen. “We kunnen naar Frymburk”, zeg ik monter, “daar is een wellnesscentrum waar we prima kunnen relaxen in sauna en bubbelbad. Het ligt hier vlakbij.”

Tsjechië staat bekend om zijn badcultuur en aangezien Ech Nie zich daar graag in laat verwennen, lijkt het een mooi alternatief. Helaas ontdekken we bij aankomst dat de zout-, stoom- en bubbelbaden gesloten zijn. “Tsjongejongejonge”, vindt Ech Nie. Maar worden gaat het hem niet.

Burcht van Český Krumlov

Gelukkig is er ook goed nieuws. Het is gestopt met regenen.

“Zullen we dan toch maar naar dat Sexy Krumlov gaan?”, oppert Ech Nie. “Čéský schat, Český Krumlov. Český is het Tsjechische woord voor Boheems.”

In een half uurtje rijden we naar de stad en parkeren we de auto bij de mantelbrug. De brug bestaat uit enkele lagen en verbindt de enorme burcht bovenaan de rots met de kasteeltuinen aan de andere zijde. Het werd gebouwd in de 13e eeuw om de handel over de Moldaurivier (de Tsjechen noemen hem Vltava) te beschermen. De locatie bovenop de heuvel was respectievelijk de residentie van de families Rosenberg, Eggenberg en Schwarzenberg. Terwijl ik Ech Nie van al deze bergen op de hoogte breng, vallen de eerste druppels alweer naar beneden. “Tsjongejonge”, zegt Ech Nie geïrriteerd, en spurt terug naar de auto voor een paraplu.

Český Krumlov kasteel aan de Moldau op de berg

Sgraffito kleurt de muren van Český Krumlov

Gewapend met plu en regenjas lopen we even later het bontgekleurde stadje binnen. “Nou, zo te zien is er inderdaad maar weinig grijs en griebus te bekennen”, merkt Ech Nie tevreden op. “Dat zei ik toch al?”, reageer ik, “en moet je ook eens op al die gevelschilderingen letten. Dat is sgraffito, de oude variant van het moderne graffity.

Sgraffito is overal in de stad te vinden maar met name het kasteel blinkt er in uit. De familie Rosenberg wilde er in de 16e eeuw hun rijkdom mee aantonen en liet de oude middeleeuwse burcht ombouwen tot een paleis in renaissance stijl. Sinds die tijd sieren allerlei architectonische en mythologische motieven de façades van hun bescheiden huisje.”

Kasteel in Český Krumlov met sgraffito op de gevel
Sgraffito op kasteelmuren

Middeleeuwse skyline

Toen de burcht zich tot een stevige vesting had ontwikkeld, bouwde men ook een kerk. Burgers, veelal in dienst van de familie, hadden zich inmiddels rondom het kasteel gevestigd en men achtte het noodzakelijk deze onderdanen wat beschaving bij te brengen.

In 1309 stichtten de Rosenbergers de gotische St. Vituskerk en niet veel later volgde met de St. Jostkerk nog een tweede godshuis. Samen met de kasteeltoren vormen ze nog altijd het middeleeuwse silhouet van Český Krumlov.

Kasteeltoren en de kerktoren van St. Jost

Pestzuil gedenkt slachtoffers Zwarte Dood

We lopen nog even door maar omdat het (“tsjongejongejonge”) blijft regenen, besluiten we te gaan schuilen op een overdekt terras. Met een heerlijke Tsjechische pilsner in de hand valt het alziende oog van Ech Nie al gauw op de enorme fallus die het centrale marktplein siert. “Dat is een pestzuil, schat. Opgericht om de slachtoffers van de pest te gedenken. Een beetje respect dus graag.”

Marktplein met pestzuil

Een christelijk monument ter ere van de Heilige drie-eenheid

“Nou, ik vind het net een stijve lul”, zegt ze eigenwijs. En plots bedenkt ze: “een piemel in Sexy Krumlov, haha wat een giller!” Ech Nie krijgt zo’n lachstuip van haar eigen grap dat ik gelijk betwijfel of het nou wel zo verstandig was om met een halve liter gerstennat te beginnen? “Oh, oh, om te gieren gewoon”, bescheurt ze het, en uit pure jolijt bestelt ze nog twee bier.

Nou ja, denk ik, een beetje spraakwater kan ook geen kwaad; ik heb tenslotte nog wel meer te vertellen. “Die penis van jou”, zo begin ik, “is een typisch staaltje barok. Het is een verwijzing naar de heilige drie-eenheid in het christendom en moest de bewoners er aan herinneren dat het katholieke geloof toch echt de enige ware religie was.”

Pestzuil op marktplein Český Krumlov
Pestzuil op marktplein

Moeder Maria mijdt de pest

“Ach Jezus”, verzucht Ech Nie. Ze was al niet blij met het weer maar nu ze een uitgebreid betoog vermoedt over het religieuze leven van de Krumlovers is de pret van zo-even gelijk alweer verdwenen. Ik ga echter onverstoorbaar verder en bevestig dat het inderdaad om Jezus ging. “Of nou ja, eigenlijk nog meer over zijn moeder Maria. Als je zo’n paal ergens tegenkomt is zij het meestal die er triomfantelijk bovenop zit.” Ech Nie moet even grinniken om de dubbelzinnige praat.

“Die andere mannen die je rond de zuil ziet, zijn pestheiligen. Zij werden aangeroepen als men de pest wilde mijden. Deze, die je hier ziet, was een cadeautje van de familie Eggenberg en bestemd ter meerdere eer en glorie van de kerk en zijn financiers.” Omdat het nog steeds een beetje regent bestelt Ech Nie ondertussen twee volgende kletsers. “Ik denk niet dat het hem nog gaat worden hoor”, zegt ze met een sombere blik naar boven.

Hier en daar loopt het wat schuin in de stad…

Jan Hus bekritiseert de Kerk

“Jawel joh”, houd ik de moed er in. “Het wordt al minder. Nog een klein stukje verhaal en dan blaken we in de zonneschijn.”

“Tsjongejonge”, bromt Ech Nie, maar omdat ze ook geen zin heeft om door de regen te lopen, luistert ze met tegenzin naar de rest. “Dat kerkelijke gezag dus”, pak ik de draad weer op, “dat had in de jaren voor de erectie van de pilaar een behoorlijke knauw gekregen. Begin 15e eeuw begon Jan Hus in de Boheemse godshuizen namelijk te prediken over corruptie binnen de katholieke kerk en hekelde hij het gezag van priesters en paus. Verfrissende ideeën die al snel op bijval konden rekenen van de plaatselijke bevolking.

De Kerk daarentegen was wat minder enthousiast. Het zag zijn macht tanende en dat kon, zo schatten ze in, vast Gods bedoeling niet zijn. Ze bestempelden arme Jan daarom als een afvallige ketter en veroordeelden hem tot de dood op de brandstapel. Het was voor Hus’ aanhangers reden genoeg om in opstand te komen en daarmee waren de Hussietenoorlogen een feit. ”

Zicht op hoog boven stad uitstekende kerk vanaf een brug
St. Vituskerk

Tijdens Hussietenoorlog blijft Český Krumlov katholiek bolwerk

“Het lijkt droog meneer de dominee”, merkt Ech Nie op. Ze had tijdens mijn vertelling meer aandacht gehad voor de huidige situatie buiten dan voor al het aloude gedoe binnen de kerk. “Laten we maar snel afrekenen. Wordt het misschien nog wat voor het weer gaat regenen.”

Terwijl we onze weg vervolgen, vertel ik verder over hoe Český Krumlov in die onrustige tijd een bolwerk van het katholieke geloof bleef. “De toenmalige machthebbers, de familie Rosenberg, boden bescherming aan geloofsbroeders die elders voor hun leven moesten vrezen. Daarnaast nodigden ze ook de Jezuïeten uit voor een verblijf in de stad.”

“Wie-ze-ieten?”

Wit-rood geblokte complex Complex der Jezuïeten in nauwe straat Český KrumlovČeský Krumlov
Rechts het complex van de Jezuïeten

Jezuïeten hekelen aanhangers Hus

“De Jezuïeten. De orde van Jezus. Zij waren er om tegenwicht te bieden aan de verwerpelijke ideeën van Hus en de latere kerkhervormer Luther. Met hun gelofte van absolute trouw en gehoorzaamheid aan de paus waren zij een soort katholiek keurkorps dat werd uitgezonden om verloren zielen te helpen en ze op het rechte pad terug te brengen.

De zending staat bij deze orde centraal en waarschijnlijk dat ze daarom de protestanten, die tot hun komst altijd in de St. Jost kerk bijeen kwamen, naar een andere plaats zonden. Ze moesten vertrekken omdat de kerk nodig was voor het missionariswerk van de nieuwe katholieke broeders.”

Even een terrasje pakken

Biercultuur in Tsjechië

“Hallelujah”, zegt Ech Nie. Niet uit vreugde over de actie van de Jezuïeten, maar omdat dan toch eindelijk de zon doorbreekt. En hóe! Liepen we net nog met een vest en regenjas onder een paraplu, moeten we nu vanwege de warmte ineens al die spullen in onze handen dragen. Dat is geen doen, vinden we, en dus nestelen we onszelf op een zonovergoten terras aan het water.

“Veel verstandiger ook om een paar pilzen te gaan drinken dan dat we ons een breuk sjouwen aan een paar jassen en vesten”, deel ik mede. “Bovendien zijn de Tsjechen goed in bierbrouwen dus dan zou het wel heel onbehoorlijk van ons zijn als we niet van ’s lands geneugten gebruik zouden maken. Dat kan je niet maken!”

Vanaf de burcht heeft de draak een weids uitzicht

Kasteel en tuinen in barokstijl

Behalve de brouwerij die Český Krumlov rijk is hebben de Eggenbergers ook de barok de stad ingebracht. Zij namen het kasteel over van de familie Rosenberg en verbouwden het, geheel conform de mode van de tijd, tot een barok pareltje. Vooral de door hen aangelegde tuinen en het prachtige theater (samen met die in Drottningholm uniek in de wereld) zijn hiervan de blinkende voorbeelden. Lang konden ze er echter niet van genieten want omdat er geen mannelijke erfgenaam was, kregen de Schwarzenbergers de beurt om het toneel te betreden.

Vijver met Neptunesbeeld in kasteeltuin
Neptunesfontein in kasteeltuin

Vreedzame ontwikkeling van Český Krumlov stemt tevreden

Nadat we ons tegoed hebben gedaan aan de drank besluiten we tot een laatste inspanning; een wandeling naar het slot. Het kasteel is letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van de stad en is tot grote hilariteit van Ech Nie te bereiken via de Hornístraat. “Het moet nou toch niet gekker worden”, schreeuwt ze het uit, “onderweg naar een climax, over de horny straat, in Sexy Krumlov!” De alcohol heeft zijn werk weer gedaan, stel ik glimlachend vast.

Omdat het nog lekker nazomert zien we af van een bezichtiging van het kasteel. We hebben geen zin in een rondgang door het paleis en geven de voorkeur aan de bloemrijke kasteeltuinen. Loom van drank en zon zitten we even later op een bankje in het lustoord stilletjes na te genieten van een toch wel hele fijne dag. “Lieflijk, vredig stadje dit”, concludeert Ech Nie. Ze heeft haar ogen gericht op de cascadefontein in het midden van de tuin en bewondert de schittering van de zon op de gespierde torso’s van de watergoden. “Dat vond Unesco ook al”, zeg ik, “zij motiveerden de inschrijving vanwege het architectonisch erfgoed wat intact is gebleven dankzij een vreedzame ontwikkeling gedurende meer dan vijf eeuwen.”

Gazon met bomen en fontein
Strak gazonnetje in tuin van Český Krumlov kasteel

Ongewenste Duitsers het land uitgezet

“Nou dat heb ik dan goed gezien”, zegt Ech Nie.

“Zeker. Maar dat vreedzame kwam vooral nadat ze alle Duitsers het land hadden uitgegooid hoor.”

“Oh, hier ook al?”

“Ja, net als Holašovice behoorde ook Český Krumlov tot het voormalige Sudetenland. En net als daar zorgde de Duitsers ook hier regelmatig voor trammelant. Dat was al zo in de tijd van vriend Hus en later, in de Tweede Wereldoorlog, begon dat geouwehoer opnieuw. Na afloop van het conflict waren de Tsjechen het zo zat dat ze alle Duitsers als ongewenste landverraders de grens overzetten.”

Een leuk stadje wat zelfs de Duitsers niet hebben weten te verzieken…

Český Krumlov is de moeite waard

“Gelijk hadden ze”, oordeelt Ech Nie, “en bovendien, wat kan de stad er nou aan doen dat die mensen zijn verjaagd?”

“Tsja, dat is natuurlijk ook weer zo, daar kan het inderdaad niks aan doen.”

We zijn het eigenlijk wel eens, Český Krumlov is de moeite meer dan waard. Een vrolijk plaatsje wat zelfs de Duitsers niet hebben weten te verzieken. “Ik ben blij dat het hem toch nog is geworden”, zegt Ech Nie verheugd, “want vanochtend zag het er allemaal toch heel anders uit.” Ze heeft het nog niet gezegd of het begint weer te stortregenen. “Tsjongejongejonge.”

“Ech Wel!”


Ook wel eens Český Krumlov bezocht? De pest er in gehad of Duitsers verjaagd? Laat het ons weten in de reacties hier onder, we horen het graag!

Praktische informatie

Wij genoten liever van een drankje in de zon maar uiteraard is het kasteel van Český Krumlov ook van binnen te bezichtigen. Meer over de plaatselijke geschiedenis is te vinden in het regionale museum.

Op het wapenschild van de familie Rosenberg prijkte, naast een vijfbladige roos, een beer. En als eerbetoon aan die roemrijke familie (en ter bescherming van de stad en het kasteel) lopen er in de slotgracht van de burcht al eeuwenlang een paar bruine beren rond. De Rosenbergers claimden van de Romeinse familie Orsini af te stammen, en omdat orso in het Italiaans beer betekent, ontwikkelden ze een bijzondere liefde voor het bruine knuffeldier.

Jaar van inschrijving: 1992


Lees ook:

Wees humaan, bezoek Telč en maak wat van je leven!
Roerige geschiedenis Straatsburg krijgt nieuw hoofdstuk