Overal waar jij gaat, gaan we met jou mee!

Een leven lang op pad, voor Feyenoord 1!

Na een Europese campagne vol legendarische wedstrijden was het voor ons Feyenoorders duidelijk; de volgende ronde tegen Inter zouden we er weer bij zijn. Met de loting achter de rug begon de grote jacht op kaarten. Sponsors werden benaderd, oud-spelers om een gunst gevraagd, accounts aangemaakt en silvercards geregeld. Achteraf bleek het allemaal een hoop moeite voor niks, en hielden we zelfs een kaart over, maar beter dat, dan helemaal niets. “En als kers op de taart”, zo voegde ik er enthousiast aan toe, “zal ik jullie de andere dag meenemen naar een van ’s werelds meest geroemde kunstwerken; Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci.”

“Top Ech Wel, verzorg jij het culturele deel maar.”

Het laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci geldt als de meest complete getuigenis van Leonardo’s veelzijdige genie

Tickets voor Het Laatste Avondmaal

Dat laatste was makkelijker gezegd dan gedaan. De tand des tijds had flink wat van het meesterwerk afgeknabbeld en in hun streven verder verval te voorkomen waren zijn beheerders er toe over gegaan het aantal toegestane geïnteresseerden in de beschilderde ruimte door middel van een ticket met tijdslot te reguleren. Telde ik daar de mate van populariteit en de nabijheid van de wedstrijd bij op (drie weken) dan wist ik eigenlijk al van tevoren dat een daadwerkelijke bezichtiging zo mogelijk nog moeilijker zou worden dan het bereiken van de volgende ronde in de Champions League.

Onder het motto Niet geschoten, altijd mis, waagde ik niettemin een poging, maar helaas, zoals verwacht bleek alles tot ver na onze verblijfsdata stijf uitverkocht. Inter uit; altijd lastig. Om niet geheel gedesillusioneerd te vertrekken besloot ik mijn falen nog even niet te delen met mijn kameraden.

Als Feyenoorder naar Inter Milan met een blauw-zwarte tas? Dan ben je ech nie in orde…

Blauw-zwarte tas

Meer ongeluk kondigde zich aan toen lid X uit ons reisgenootschap via de groepsapp liet weten een nieuwe reistas aangeschaft te hebben; een exemplaar in de clubkleuren van de tegenstander nog wel! “Wat flik je GVD nou?!”, werd hem vriendelijk om opheldering gevraagd, maar zijn verklaring luidde dat hij niets anders had kunnen vinden dat aan de strikte bagageregels van Ryan Air voldeed. “En dan kommie met zoiets aanzetten?”

“Eh ja?”

“Tsjongejonge, wat een imbeciel ben jij joh!”

Natuurlijk werd voorafgaand aan de vlucht nergens op de grootte van de bagage gecontroleerd en bleek het blauw-zwarte onding toch ook niet zo handig als vooraf gedacht. Waar iedereen een rugzak droeg, liep onze verrader de hele tijd met een sporttas te zeulen. “Ik koop in Milaan wel wat anders” zei hij enigszins schuldbewust, maar eenmaal op de plaats van bestemming dienden we eerst de wedstrijdkaarten te vervalsen op de juiste naam te zetten.

Het kasteel van de Sforza’s, links op de muur het familiewapen met de blauw-zwarte slang

Ludovico Sforza promoot de kunsten

Terwijl we in een eettentje druk bezig waren een en ander voor elkaar te krijgen, gaf ik mijn eerste lezing over het te bezichtigen werelderfgoed. “Eind 15e eeuw, op het moment dat Leonardo da Vinci de kunstgeschiedenis voorgoed veranderde, was de Renaissance in volle gang. Vermogende lieden hadden de duistere middeleeuwen achter zich gelaten en op de hoven van de rijke Noord-Italiaanse stadsstaatjes werd weer volop van het leven genoten. Zo ook op het kasteel Sforzesco, waar de Sforza-familie zetelde. Aan het hoofd stond Luduvico de Moor, zo genoemd vanwege zijn donkere huidskleur, en in navolging van zijn gefortuneerde collega’s in steden als Florence en Mantua, waarmee hij goede contacten onderhield, wierp ook deze machthebber zich op als een beschermheer van de kunsten.”

“Sforza Milaan!”, reageerde onze Judas quasi grappig, en stootte met het uitroepen van de dwaze heilgroet gelijk het op tafel staande zoutvaatje om. “Heee, kèn je niet uitkijken!”, werd hij door makker Y op de vingers getikt. Waarop vriend Z inhaakte. “Ja, wij zijn Feyenoord!, weet je nog?”  

Wij zijn Feyenoord!

Leonardo da Vinci solliciteert als militair ingenieur

Onderling gedoe speelde niet alleen ons maar ook de Italiaanse stadsstaatjes geregeld parten. Opvolgingsqueesties, politiek gekonkel, gekrenkte trots, altijd vond de heersende elite wel een reden om elkaar in steeds weer wisselende allianties het vuur aan de schenen te leggen. Om die continue dreiging het hoofd te kunnen bieden waren de verschillende stadhouders immer op zoek naar middelen die hun strijdkrachten een voordeel op het slagveld konden bieden. Leonardo da Vinci begreep dat. Aangetrokken door het mecenaat van Ludovico, en zich bewust van het feit dat oorlog misschien wel de belangrijkste vorm van kunst was, presenteerde hij zich bij de heer van Milaan als een militair genie…

“Sterker door strijd”, knikten mijn toehoorders instemmend, en zelfs onze overloper was het daar helemaal mee eens.

Ik kan gemakkelijk draagbare, onverwoestbare bruggen fabriceren waarmee men kan aanvallen of vluchten; ik heb middelen om ondergrondse gangen aan te leggen, onhoorbaar, en op elk terrein; ik kan overdekte voertuigen maken die overal doorheen kunnen breken zodat de infanterie ongemoeid kan oprukken en ik weet hoe ik zeer stijlvolle kanonnen of katapulten moet vervaardigen die ongelooflijk doeltreffend zijn.

“Dat had een goede voor de harde kern geweest”, merkte een van mijn maten op.

“Zeker”, beaamde ik, “en mocht alles vredig blijven, zo stipte Leonardo aan het slot van zijn sollicitatie aan, dan kon hij ook voldoening geven op het gebied van architectuur, beeldhouwen of schilderen…”

Mooi, maar overdekt winkelcentrum La Galeria komt toch niet in de buurt van onze luxe Lijnbaan…

Dom gedoe rond Galeria

“Zo de E-tickets zijn gefixt hoor”, meldde Y. “Mooi”, riepen wij allen in koor, en maanden vervolgens onze neppert, die zich even daarvoor als penningmeester van de groep had opgeworpen, af te rekenen.

Met de broodjes betaald trokken we daarna richting Domplein. Twintig jaar eerder hadden we Milaan in de halve finale van de UEFA-cup ook bezocht en ongeveer het enige wat van die memorabele dag was blijven hangen, was de aanwezigheid van een groot aantal terrassen rond de plaatselijke kathedraal. “En als ik me niet vergis zit er ook nog een overdekt winkelcentrum in de buurt”, tipte Z onze trouweloze, “kèn je eindelijk je tassie omruilen.”

La Galeria bleek rijkelijk voorzien van vele exclusieve boutiques met designermerken als Gucci, Prada, en Louis Vuitton, maar voor onze NSB-er was dat natuurlijk weer niet goed genoeg; hoe hij ook zocht, meneer kon niks van zijn gading vinden. “Jezus mina, gaat tie nog een beetje kritisch lopen wezen ook!” Omdat we tevens tot de schokkende ontdekking kwamen dat de vermeende kroegen niet langer aan het Domplein gelegen waren (of althans, geen café’s waarvan wij dachten dat we er lekker in door konden halen) besloten we eerst maar even onze spullen in de hotelkamer af te gooien. “Zijn we tenminste gelijk van dat blauw-zwarte kreng af.”

Il Duomo, de kathedraal van de geboorte van de Heilige Maagd Maria

De slang van de Sforza’s

Vier man sterk waren we afgereisd naar Milaan, maar natuurlijk bevonden zich tussen de overige 5000 Feyenoordsupporters nog vele andere bekenden. Toen we bij hen informeerden naar de plek waar we wezen moesten, kregen we te horen dat het in uitgaanswijk I Navligi allemaal gebeurde. Nadat we een half uur later bij de rest aanschoven, werd ons meteen gevraagd waar we al die tijd gezeten hadden? “Ja joh, hou op, schei uit. We hadden een slang in ons midden, een serpent die zich hulde in de kleuren van Inter.”

“Een slang? Oh, zo’n blauw-zwarte bedoel je. Ja die zie je hier overal.”

“Nee joh, dat beest in de stad is een verwijzing naar de stamvader van de Sforza’s. Hij zou Milaan ooit hebben bevrijd van een slangachtig wezen dat de boel hier terroriseerde. Maar ik heb het over die gladjanus daar, die had van thuis een blauw-zwarte tas meegenomen…”

“Wat zeggie nou? Wie gaat er nou in de kleuren van de vijand lopen? Heeft dat onderkruipsel geen principes of zo?!”

“Bizar hè? Dan roep je het ongeluk toch gewoon over je af? Mochten we het vanavond dan ook niet redden dan gaat-ie eraan!”

In de kroegen langs het water van I Navligi bereidde de Feyenoordaanhang zich voor op de wedstrijd

Leonardo da Vinci ontleedt zijn onderwerp

Ondanks de nipte 2-1 nederlaag hadden we onze collaborateur na de wedstrijd toch maar laten gaan. Hij had een vrouw en kind thuis vertelde die, en die zouden hem zo gaan missen. Dat hij evenwel moest kappen met zijn blauw-zwarte gedweep maakten we hem duidelijk bij het door de Sforza’s gestichte grote hospitaal van de stad. “Leonardo was een perfectionist die de personen in zijn schilderingen zo realistisch mogelijk wilde verbeelden. Omdat hij echter geen idee had hoe spieren en botten waren opgebouwd, en niemand hem dat kon vertellen (de ontleedkunde moest nog worden uitgevonden) begon hij de mens zelf maar tot op het bot te onderzoeken.”

“Misschien moeten we onze gluiperd ook eens op een snijtafel leggen”, opperde Y. “Ja om te kijken of hij wel net zo’n rood-wit hart heeft als ons”, vulde Z aan. “Jongens, jongens, reageerde de nagemaakte onnozel, “het was toch maar een tassie?” Net toen wij hem vanwege die opmerking definitief wilden uitschakelen, verontschuldigde hij zich haastig en bood ons een rondje in de kroeg aan.

Het voormalige hospitaal van Milaan doet tegenwoordig dienst als universiteitsgebouw

Leonardo da Vinci in dienst van Ludovico Sforza

Wat volgde was een lange tocht langs tal van etablissementen die stuk voor stuk door onze krenterige schatbewaarder werden afgeschoten; te druk, te chique, te stil. Gek werden we ervan. Toen onze neppert op de Via Dante ook nog eens zoek raakte had ik het helemaal met hem gehad. Als hij dan zo nodig de pleiterik wilde uithangen dan bracht ik mijn verhaal wel over aan de twee overgebleven kerels. Dat zou hem leren…

“De kennis die Leonardo over de inwendige structuur van mens en dier had opgedaan verwerkte hij in twee projecten die hem door Ludovico waren aangereikt; de dame met de hermelijn en het paard van Francesco Sforza. De eerste was een portret van de minnares van zijn patroon, een meesterwerk dat naar volle tevredenheid werd uitgevoerd; de ander had een bronzen ros ter ere van Ludovico’s vader moeten worden. Maar hoewel da Vinci er jarenlang mee bezig was, en het zelfs tot een veel geprezen, zeven meter hoog kleimodel was gekomen, werd het helaas nooit voltooid. Het benodigde edelmetaal offerde Ludovico aan de wapenindustrie nadat binnenvallende Fransen zijn macht bedreigden.”

“Waar zit die dwerg nou?”, mopperde Y ondertussen. “Ja,” viel Z hem bij, “ik probeer hem ook al de hele tijd in het oog te krijgen, maar ja, je kijkt ook zo over hem heen natuurlijk, zo laag bij de grond is die wel.”

“Joh het zou me zo langzamerhand niks verbazen als die stiekemerd zich ergens met ons geld zit te bezatten”, deed ook ik een duit in het zakje.

Via Dante, aan het eind van de straat zijn de torens van het Sforzesca-kasteel te zien

Leonardo da Vinci verkwanselt zijn talent

Terwijl donkere wolken zich boven X samenpakten, repte ik verder. “Leonardo da Vinci wilde naar eigen zeggen wonderen verrichten, maar in zijn onvermoeibare nieuwsgierigheid duurde het nooit lang of hij liet dat waar hij mee bezig was liggen en stortte zich vol overgave op een nieuw onderwerp. De vieringtoren van de Milanese kathedraal, de decoratie van het Sforza-kasteel (Sala delle Asse), de uitbreiding van het vaarnetwerk in de wijk I Navligi; het bleef allemaal onafgerond. Toen de uitmuntende anatoom, technicus, schrijver, wiskundige, geograaf, astroloog, musicus, ingenieur en kunstenaar dan ook de leeftijd van veertig jaar had bereikt, stond hij in het renaissance-wereldje vooral bekend als iemand die zijn door goddelijke uitverkorenheid geschonken talent op een ongelooflijke manier verkwanseld had.”

“Kijk nou, daar hebbie hem volgens mij. En zie wat die halfzachte in zijn linkerhand heb, dan begrijp-ie het ech nie hoor”, riep Y tussendoor. “O God, niet kijken, Ech Wel”, waarschuwde Z.

“Wat? Nee hè! Een blauw-zwart tassie?!! Wat een staatsmongool joh!”, schreeuwde ik ongelovig uit.

Het familiewapen met de slang van de Sforza’s op de gevel van Santa Maria delle Grazie

Je krijgt het niet cadeau

Ik ging gelijk helemaal los op die farizeeër; “Wat begrijp jij nou niet joh? Hoe moeilijk kèn het wezen? Anderhalve dag bijten we je al toe niet van dat blauw-zwart gediend te zijn en dan kommie nog weer doodleuk met zo’n tassie aankakken. @#$%^&*!!!”

“Ja ik weet dat het niet helemaal je smaak is, Ech Wel, en ik heb ze nog verzocht om wat anders mee te geven, maar ze hadden alleen maar een tas in deze kleuren.”

“Maar waar ben je geweest dan? En wat zit er eigenlijk in?”

“Nou, ehm, in de Inter fanshop…”

“In de Inter fanshop??!! Ben je nou GVD helemaal???!!!!!” Buiten zinnen griste ik het tassie uit zijn handen en haalde er een Inter-pet uit. “Dit ga je toch niet menen hè?”

“Ja, heb ik gekocht voor m’n zoon, dat had ik hem beloofd…”

De oorspronkelijke Maria-kapel van het kloostercomplex bejubelt de Koningin van de Hemel

Santa Maria delle Grazie

Ziedend van woede stampvoette ik weg, Y en Z aan mijn zijde, persona non grata er schielijk achteraan. “Laat je niet gek maken, Ech Wel, hij trakteert ons toch zo op een biertje…”

“Ja, geloof-ie het zelf? Dat belooft die huichelaar al een paar uur, maar ondertussen hebben we nog geen een bar bezocht.”

“Vertel anders nog wat over het werelderfgoed”, probeerden Y en Z mijn drift te kanaliseren, “daar was je toch nog niet mee klaar?”

“Nee“, kwam ik tot bedaren, “sterker nog; daar was ik net aanbeland: In 1460 ontving de orde der Dominicanen een stuk land waarop in eerste instantie twee bescheiden gebouwtjes verrezen, een om de troepen van Ludovico Sforza te huisvesten, de ander om Onze-Lieve-Vrouw-van-Genade te eren. IJverig als de monniken waren bouwden ze de pandjes in de loop der jaren uit tot een groot kloostercomplex met drie binnenhoven en een kerk. In 1482, het jaar dat da Vinci in Milaan arriveerde, was het werk aan de Santa Maria delle Grazie gereed.”

“Eh Ech Wel”, interrumpeerde die ellendeling, “ik denk dat…’’

“Hou je bek laaielichter, ik wil jou voorlopig niet horen!”

“Maar ik wilde alleen even zeggen dat ik een man met een groot vat dat tentje binnen zag gaan, wellicht hebben ze daar een zaal waar we een hapje en een drankje kunnen doen.”

Zicht op het koor van de basiliek, de plaats waar Ludovico zijn vroeggestorven vrouw begroef

Laatste Avondmaal luidt nieuw kunsttijdperk in

Vanachter een ferme pils en een met pizzapunten gedekte tafel pakte ik even later de draad weer op: “De kloosterkerk groeide al snel uit tot een populair bedehuis waar de rijken om vergeving vroegen en hun doden in belendende kapellen begroeven. Ludovico was een van hen. Hij kwam graag in de renaissancistische tempel en zou naar verluid ook regelmatig met de fraters de dis hebben gedeeld. Omstreeks 1494 gaf hij Leonardo opdracht om de noordelijke muur van de eetzaal van Het Laatste Avondmaal te voorzien.”

Terwijl ik praatte, schransden de anderen. Ik pauzeerde daarom even en reikte met mijn hand naar de schotel om ook een stukje te pakken, maar net voordat mijn vingers beslag op het platte deeg konden leggen, jatte die graaierd het voor m’n neus weg. “Tuurlijk joh”, reageerde ik moegestreden, “neemt, eet hiervan, en denk aan mij”, waarna ik mijn uiteenzetting hervatte.

“Da Vinci, op de hoogte van de kritische geluiden die hem omringden, greep zijn kans. In drie jaar tijd schiep hij het wonder dat hij al zijn hele leven had willen verrichten. Zijn versie van het legendarische Bijbelverhaal wordt door deskundigen als de hoeksteen onder de Europese kunst beschouwd. Met name de perspectiefwerking, die de schildering een verlengstuk van de refter maakte, en waardoor het net leek alsof Christus met de broeders mee-at, en zijn sublieme oog voor detail, werden door hen bewierookt.”

Grootse meesters versierden de kapellen van de basiliek, rechts een fresco van Jezus’ kruisiging die toebehoorde aan het broederschap van de Heilige Doorn

Het verraad van Judas

Voorwaar ik zeg u, een van u zal mij overleveren. Een die met mij zijn hand in de schotel steekt. Met deze woorden maakte Jezus volgens de evangelisten bekend dat zich onder hen een verrader bevond. De opmerking zorgde voor nogal wat opschudding onder de apostelen en werd door Leonardo verkozen tot het onheilspellende moment dat hem eeuwige roem moest opleveren. Na goed nagedacht te hebben over de compositie verdeelde hij de Twaalf in vier groepjes van drie. Vier als symbool voor het aardse, drie voor het goddelijke. In het midden zit de grote Meester zelf, berustend, Zijn lijf in combinatie met Zijn gespreide armen vormen een gelijkbenige driehoek, refererend aan de Heilige Drie-Eenheid, en met zijn ogen neergeslagen lijkt hij te denken; het is niet anders.

Eenzelfde blik wierp ik ook ónze schijnheilige toe, toen hij de helft van zijn glas rode wijn op de grond morste. Zelf drink ik niet meer van de vrucht van de wijnstok had ik al aangegeven, maar niettemin gaven Y en Z hem te kennen dat ze het zonde van het vergoten bloed vonden.

Aan weerszijden van het schip bevinden zich zeven kapellen

Het Laatste Avondmaal representeert hofleven Sforza’s

Op da Vinci’s schildering is de consternatie van het dozijn gezichten af te lezen. Angst, verbazing, nijd, verdriet, liefde, verraad; alle mogelijke gelaatsuitdrukkingen komen wel voorbij. Typisch renaissance zijn ook de onderlinge verhoudingen van de weergegeven figuren en de harmonie tussen hun gedrag en gemoed.

Volgens de overlevering verdiepte Leonardo zich van tevoren grondig in de personages die hij zou gaan penselen: wat voor persoonlijkheid hadden ze, hoe gedroegen ze zich? Zijn belangrijkste jachtterrein om die bewegingen van de ziel op te sporen vormde het kasteel van de Sforza’s en omdat hij daar veel karakteristieke koppen vond, moet het eindresultaat Ludovico hebben aangesproken. Veel van zijn hofgezellen kon hij terugvinden in het voorkomen van Christus’ leerlingen. Leonardo vergat ook zichzelf niet, naar verluidt kreeg de discipel Bartolomeüs wat van zijn eigen trekjes mee.

“Okee, laten we gaan”, zei Y. “Ja”, viel Z hem bij, “we hebben nu al zoveel over Het Laatste Avondmaal gehoord, dat we de tekening nu ook weleens met eigen ogen willen zien.”

De simpele voorgevel van Santa Maria delle Grazie verraadt niks van de pracht van het interieur

De waarheid komt aan het licht

Dat laatste bracht mij natuurlijk in een lastig parket. Ik begreep hun drang jegens het patrimonium maar voelde me tegelijkertijd bedroefd en angstig worden omdat ik hen nog niet over mijn mislukking had verteld. Stilletjes vroeg ik de Heer of hij deze beker aan mij voorbij kon laten gaan maar toen ik eenmaal in de binnentuin van de kikkers door onze grootste zondaar gekust werd, wist ik dat ik het allemaal moest ondergaan.

“Hij heeft helemaal geen kaarten joh”, siste onze sluwe vlerk. “Hij heeft jullie al die tijd doen geloven dat hij jullie naar de Vader zou brengen, naar Leonardo da Vinci, maar daar kunnen jullie helemaal niet komen. De eetzaal was allang voordat wij uit Rotterdam vertrokken volgeboekt!” De anderen staarden me ongelovig aan. “Nee toch hè, Ech Wel, die ploert spreekt toch niet de waarheid?” Maar met betraande ogen moest ik bekennen: “Toch wel…”

Ontluikende lente op de binnenplaats van de kikkers

Mijn allergrootste liefde is…

Ongemakkelijk stond ik daar in de kloostergang, vrezend door de meute aan het kruis genageld te worden, maar plots ging daar de telefoon. “Papa!”

“Hi lieverd, hoe is het?”

“Goed. Heeft Feyenoord de beker met de grote oren gewonnen?”

“Bijna.”

“Aaaah. Jammer.”

“Volgend jaar misschien meissie.”

“Papa?”

“Ja schat?”

“Wij gaan nu naar zwemles, mama en ik.”

“Oh, nou veel succes dan, wel blijven drijven hè?”

“Ja, maar papa, ik wil eigenlijk een rood-witte bikini hebben, met een gouden F.”

“Dan ga ik die voor jou kopen schat.”

Een engel brengt redding

Zij die in Hem geloven worden gespaard

Het intermezzo ontroerde de opgehitste binken om me heen. Zij zagen in dat hun herder ook maar een mens van vlees en bloed was, en dat zijn vrouw en kind hem waarschijnlijk eveneens zouden gaan missen als die niet meer thuis zou komen. Bovendien had zíjn engel niet gesproken over een Inter-pet, maar gevraagd om een Feyenoord-bikini met een gouden F. Dat emotioneerde zelfs de geharde gasten van de Noordzijde. Ech Wel was een van hen, een ware held uit een echt Feyenoordnest. Zo’n geweldige vent konden ze natuurlijk geen kwaad doen, dat zou welhaast aan zelfkastijding grenzen. Tot mijn grote opluchting ontving ik daarom vergiffenis.

Judas verraadt zichzelf met onbehoorlijk gedrag

Om duidelijk te maken wie de grote schurk van het verhaal was, kreeg Judas van Leonardo alle kenmerken van het kwaad mee. Op de schildering is hij degene die het zoutvaatje omstoot, (als teken van ongeluk en verwerping van het verbond met de toekomstige Redder van de Wereld) die een goed gevulde beurs met dertig zilverstukken in zijn hand houdt, (zijn beloning voor het verraad dat aanstaande was en een verwijzing naar zijn rol als penningmeester van alle discipelen) die de kleinste is ten opzichte van de rest, (met de bedoeling zijn laaghartige inborst te benadrukken) die zich in de schaduw van anderen bevindt, (als voorbode van de duisternis, die spoedig de macht zal grijpen), die achterover deinst, (een indicatie dat hij met zijn daad buiten de groep valt) en die met zijn linkerhand (die vroeger aan boosaardig gedrag gelinkt werd) naar hetzelfde brood als de Mensenzoon grijpt.

Wee je gebeente!

Wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt, voor hem had het beter geweest als hij nooit was geboren. X slinkse opzetje was teniet gedaan. Even probeerde hij nog het tij te keren, door te jammeren dat de duivel hem ertoe had aangezet, maar dat was voor ons jongens van Zuid alleen maar meer reden hem kennis te laten maken met de wraak van de Gerechtvaardigde. “Waar hebben jullie die valse nicht vandaan joh?”, informeerde ik bij Y en Z? “Uit welk een addergebroed kan een dergelijk verdorven wezen voortkomen?”

“Dat kan toch maar een plaats zijn gozer”, luidde het voor de hand liggende antwoord, “dat is die poel des verderf nabij het IJ.”

“Toch niet 020?”

“Ech Wel!”


Ook wel eens Het Laatste Avondmaal bezocht? Feyenoord achterna gereisd of een verrader in je midden gehad? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Praktische informatie

De twee ter zake doende Bijbelteksten:

Toen het avond geworden was, lag Hij aan met de twaalf. En toen zij aten, zei Hij: Voorwaar, Ik zeg u dat een van u Mij zal verraden. En zij werden zeer bedroefd en ieder van hen begon tegen Hem te zeggen: Ik ben het toch niet, Heere? Hij antwoordde en zei: Wie de hand met Mij in de schotel indoopt, die zal Mij verraden.

Matteüs 21

En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. Hij nam ook de drinkbeker en zei: Drink allen daaruit, want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader.

Matteüs 26

Na Het Laatste Avondmaal verging het, behalve met onze hoofdstedelijke profiteur, ook andere hoofdrolspelers minder goed. Ludovico hertog van Milaan minder goed. Eerst was zijn vrouw Beatrice in 1497 overleden en twee jaar later werd hij door de Fransen definitief uit zijn hertogdom verdreven. Hij probeerde zijn machtsgebied een jaar later nog wel te herwinnen, maar kwam door verraad in Franse handen en sleet de rest van zijn leven in gevangenschap.

De zegevierende Franse koning Lodewijk was zo onder de indruk van alle Milanese pracht en praal dat hij zoveel mogelijk buit naar Frankrijk liet verslepen. Als het aan hem had gelegen behoorde daartoe ook Leonardo’s schilderij, maar zijn onderdanen zagen geen kans het Laatste Avondmaal ongeschonden mee naar huis te nemen. De schoonheid van het Milanese hof betekende echter wel de introductie van de Renaissance in Frankrijk. Het zou niet lang duren voordat de oevers van de Loire volstonden met pretpaleizen die vergelijkbaar waren met de palazzo’s in Noord-Italië.

Niet alleen de kunststroming verhuisde naar het land van Lodewijk, zijn opvolger Frans 1 haalde ook de renaissancistische alleskunner naar Frankrijk. Te midden van de vele pretpaleizen aan de Loire verkreeg ook Leonardo zijn eigen kasteeltje.

Het Laatste Avondmaal degenereerde al vrij kort na zijn totstandkoming. Het werk werd uitgevoerd in secco (droog) in plaats van het gebruikelijk fresco (nat). Concreet hield dat in dat de verf niet werd geabsorbeerd door het pleisterwerk (zoals te doen gebruikelijk) meer in verschillende lagen op de droge kalk werd aangebracht. Dat maakte de ongeëvenaarde kwetsbaar voor invloeden van buitenaf, en maakte dat er tegenwoordig nog maar 20% van het origineel te zien is (de overige 80% is (lang niet altijd even kundig) gerestaureerd.

Boekentip: velen hebben Het Laatste Avondmaal reeds beschreven, maar niemand zo uitvoerig als Ross King, een aanrader.

Adres: Via Giuseppe Antonio Sassi, 3, 20123 Milano, Italië
Jaar van inschrijving: 1980
Officiële website: cenacolovinciano.org

Lees ook:

Katholiek of orthodox, in de baai van Kotor draaide het uiteindelijk maar om een religie
De terugkeer van de barbaren, Feyenoordsupporters in Rome