“Dit, Ech Nie, is dus het Hofplein van Madrid, de plaats waar de supporters van Real hun overwinningen vieren.”

“Zo die gasten hebben een mooie fontein!”

“Ja, dit is wel een echte klassieker inderdaad. Hij werd hier geplaatst in opdracht van koning Karel III, de verlichte despoot die van 1759 tot en met 1788 over Spanje regeerde.”

“Een despoot?”

“Ja, een monarch dus die meende boven de wet te staan. Volgens hem was zijn gezag door God geschonken en was hij daarom aan niemand anders dan aan Hem verantwoording schuldig.”

“Oh, je hebt het over een dictator?”

“Nou dat is misschien iets te zwaar aangezet, want hij was ook behoorlijk verlicht.”

Tussen al het razende verkeer kart ook Cybele rond met haar strijdwagen…

Koning Karel III, een verlicht despoot die om zijn volk gaf

De fronsende wenkbrauwen die mijn deel zijn beantwoord ik met een quote van de beste man; “Ik verzeker jullie dat alle tegenslagen van de wereld die me kunnen gebeuren minder pijnlijk voor mijn hart zullen zijn dan het ongeluk van mijn vazallen, die God me heeft toevertrouwd, van wie ik hou zoals van mijn eigen kinderen, en niets doet me meer smachtend verlangen dan hun welzijn, opluchting en troost…

“Oh nee, dat klinkt inderdaad niet erg tiranniek…”

“Nee dat waren dus de woorden van een verlicht persoon, een die enerzijds niet aan zijn macht liet tornen maar aan de andere kant bijzonder begaan was met het lot van zijn onderdanen; en dat gold in het bijzonder voor zijn stadsgenoten.”

“En daarom schonk hij ze een fontein?”

“Ja, al moet je die geste ook in de context van zijn tijd zien.”

Achter Cybele staat het stadhuis van Madrid. Het gebouw werd oorspronkelijk ontworpen als hoofdpostkantoor en was een toonbeeld van vooruitgang en moderniteit

Karel ontdekt de schoonheid van de Antieken

Karel was een groot bewonderaar van de klassieke kunst, een liefde die hij opdeed gedurende zijn verblijf in Italië. Hij was er koning van Napels en liet er de nabijgelegen, oud-Romeinse steden Herculaneum en Pompeï opgraven (die als gevolg van een vulkaanuitbarsting eeuwenlang onder de grond hadden gelegen). Zachtzinnig gingen zijn archeologen niet te werk (dynamiet was hun favoriete ontginningsmiddel) maar desondanks deed hij de wereld versteld staan van alle gevonden schatten die het gespit in de grond opleverde. De belangstelling voor zijn onderneming werd nog groter toen onder zijn bewind ook nog de resten van de oud-Griekse kolonie Paestum werden blootgelegd.

Veel van naar de bovengehaalde kunstwerken hield Karel exclusief voor zichzelf, maar toen hij plots tot de nieuwe koning van Spanje werd uitgeroepen, moest hij tot zijn groot verdriet zijn privémuseum achterlaten. Om dat verlies weer een beetje te compenseren besloot hij, eenmaal neergestreken in de Spaanse hoofdstad, niet alleen zijn eigen paleis met beelden te verfraaien maar ook de directe omgeving kennis te laten maken met de Grieks-Romeinse mythologie.

De leeuwen die Cybeles kar trekken zijn de door haar gemetamorfoseerde Griekse geliefden Atalanta en Hippomenes. (die het ooit eens hadden gewaagd in haar heiligdom de liefde te bedrijven en voor straf in deze dieren, waarvan de oude Grieken geloofden dat ze nooit met elkaar paarden, werden veranderd)

Cybele, de moeder van alle fonteinen in Madrid

“Oh die vrouw in de fontein is een legendarisch figuur?”

“Ja, dat is Cybele, de Magna Mater (grote moeder) van al het leven op aarde. Zij werd vroeger als vruchtbaarheidsgodin vereerd.”

“Okee, en waarom koos Karel juist voor haar?”

“Geen idee. Misschien was het een knipoog naar zijn eigen moeder die hier op de hoek woonde, in het zogenaamde Buenavista-paleis.”

Neptunus, god van de zee en de paarden, in een “landschap van licht

Kunst viert hoogtij op Paseo del Prado

“Terwijl we onze weg vervolgen doe ik uit de doeken hoe Karel opteerde voor een hele rits aan monumentale fonteinen. “Dat snap ik, Real is tenslotte niet de enige voetbalclub van Madrid…”

“Nee slimmerik, voetbal moest toen nog worden uitgevonden. Al heb je ook wel weer een beetje gelijk, want als Reals rivaal Atletico een prijs binnensleept dan wordt dat doorgaans rond de Neptunusfontein gevierd. Zoals jullie zien plenst ook de god van de zee in een strijdwagen door het water. Apollo daarentegen, die we net passeerden, voelde daar niks voor. Verheven op een sokkel torent hij boven de bron uit. Als de god van de kunsten en het licht vertoont hij trouwens opvallend veel gelijkenis met het gezicht van Karel…”

“Want Karel identificeerde zich met Apollo?”

“Uiteraard, zo kort na de barok was een beetje pronkzucht hem niet vreemd. Daar schaamde hij zich ook helemaal niet voor. Kijk maar naar de stadspoort Puerta de Alcala die hij door een kennis uit Napels liet aanleggen. Behalve dat hij oogt als een Romeinse triomfboog, verbeeldt de decoratie ook zijn absolute macht en de klassieke deugden waarmee hij behept zou zijn (in de vorm van de allegorische figuren Wijsheid, Rechtvaardigheid, Gematigdheid en Dapperheid).”

Apollo, de god van het licht en de waarheid, en door velen geroemd om zijn redelijkheid en rationaal denken

Prado de Salon, de pronkkamer van Madrid

Naast kunst maakte Karel ook ruim baan voor de wetenschap. Het verwerven van kennis en het boeken van technologische vooruitgang waren een kenmerkend streven tijdens de Verlichting en het was Karels hoop dat deze twee aspecten hem ook konden dienen in de progressie van het publieke geluk en het herstellen van ’s lands in het slob geraakte economie.

Nog ambitieuzer werd hij toen hem ter oren kwam dat wetenschappers, filosofen, onderzoekers, schrijvers en andere geïnteresseerden regelmatig bijeenkomsten in zogenaamde literaire salons organiseerden en daar de nieuwste ontwikkelingen op tal van intellectuele terreinen bespraken. Zou het niet fantastisch zijn, zo redeneerde hij, als hij in het oostelijke gedeelte van de stad, daar waar de zon opkwam en zijn paleiscomplex grensde aan de boulevard Paseo del Prado, een verlicht landschap van kunst, wetenschap, industrie, gezondheidszorg en onderzoek kon scheppen?

“Als verlicht despoot wilde hij natuurlijk de grootste salon van allemaal.”

“Ja precies, en in zijn ogen moest die zowel het welzijn van zijn burgers als de competentie van hun majesteit weerspiegelen. Daarom doopte hij zijn project; Prado de Salon. Bovendien was hij van mening dat de architectuur ook zijn steentje moest bijdragen aan de verheffing van de Spanjaarden en daarom schonk hij zijn architect Villanueva de schone taak om een en ander in een neoclassicistisch jasje te gieten.”

Romeinse basilica aan het forum van Pompeï

Opgravingen luiden neoclassicisme in

“Karels” ontdekking van Herculaneum, Pompeï en Paestum had Europa opnieuw in de ban van de klassieke oudheid gebracht. Architecten raakten geïnspireerd door de edele eenvoud en waardige grootsheid van de Romeinse en Griekse bouwwerken en ruilden de theatrale uitingen van de barok in voor de koele ratio van de Antieken; de invloedrijke Academie voor Schone Kunsten sloot zich daar bij aan en bepaalde dat rede en soberheid voortaan weer het uiterlijk van een gebouw moesten domineren.”

“Zij schreven voor hoe een gebouw eruit moest zien?”

“Nou het was meer dat de Academie ontwerpers aanspoorde om bij de Klassieken te rade te gaan. Volgens de geleerden hadden zij immers de volmaakte schoonheid bereikt en waren ze het dus waard om bestudeerd te worden.”

“Maar kunst moet toch juist vrij zijn?”

“Zeker, maar toen geloofde men nog dat er universele waarden golden, dat er bouwkundige wetten waren die garant stonden voor een perfecte esthetiek. Het punt was alleen dat die nog wel gevonden moesten worden…”

barbaren
Half vergane tempels en andere resten aan het forum van Rome. Op de achtergrond het Colosseum

Architect Villanueava maakt Paseo del Prado tot klassieke schoonheid

In de stellige overtuiging dat studie de sleutel tot succes was, werd Juan de Villanueva, een van de meest veelbelovende studenten van de Academie, naar Rome gestuurd om daar tussen de antieke ruïnes naar het ideale model voor de architectuur te zoeken. Zes jaar lang nam hij de Romeinse resten onder de loep en daarna achtte Karel hem bekwaam genoeg om de salon van Madrid te komen verrijken met een Botanische Tuin (1781), een Astronomisch Observatorium (1790) en een Natuurhistorisch Kabinet (1771).

“En Ech Nie, met zijn krachtige compositie, precieze proporties en zuivere lijnen wordt vooral laatstgenoemde beschouwd als een schoolvoorbeeld van het neoclassicisme.”

“Oh ja, dat zie ik.”

“En natuurlijk valt ook het uitstekende portiek van het centrale gedeelte direct op, met zijn iconische zuilen.”

“Zeker.”

“Maar wat je dus niet ziet, maar wel geldt als de beste verwijzing naar de oudheid, is het rechthoekige gedeelte met de halfronde uitbouw achter de voormalige hoofdingang.”

“Want?”

“Want die ruimte heeft dus alle kenmerken van een Romeinse basilica in zich.

“Aha

“En dat was weer zeer toepasselijk want de basilica was het belangrijkste openbare gebouw op de antieke marktpleinen (fora). Daar kwam alles en iedereen samen. Villanueva had dan ook het verlichte idee om hier academici en professoren met elkaar van gedachten te laten wisselen.”

De neoclassicistische voorgevel van het Pradomuseum. Op de stenen sokkel zit de Spaanse schilder Velazquez die door sommigen ook wel wordt gezien als de koning van het museum

Prado ontwikkelt zich tot een van de meest vooraanstaande musea ter wereld

“Behalve de vormentaal van het gebouw vertolkten ook de sculpturen onder de halfronde raampartijen op de begane grond de principes van de Verlichting. Zij belichamen onder meer de personificaties van Faam, Kracht, Symmetrie, Vrede, Architectuur en benadrukken nog eens de kernbegrippen van de beweging.”

“En dat reliëf boven de entree, wat heeft dat te betekenen?”

“Onder het goedkeurend oog van de Olympische goden eert daarop Minerva, de godin van de wijsheid en de kunst, Karels kleinzoon Fernando.”

“Fernando?”

“Ja door toedoen van Napoleon (die zijn verlichte ideeën over vrijheid, gelijkheid en broederschap net iets te ver doorvoerde) kon het pand pas worden opgeleverd toen Karel allang was overleden. Fernando beklom de Spaanse troon nadat het Iberische schiereiland zich weer had vrijgevochten en het is aan hem te danken dat de het kunstkabinet geen onderdak ging verlenen aan alle verzamelde curiositeiten die Moeder Aarde had voortgebracht (op zijn aanwijzen kregen mineralen, gesteenten, opgezette dieren en wat al niet meer een functie elders) maar in plaats daarvan ging bieden aan de koninklijke schilderijenverzameling.”

“En daar roemden de goden hem voor?”

“Exact. En terecht, mag ik wel zeggen, want vanaf het moment dat het Prado in 1819 zijn deuren voor publiek opende, groeide het museum uit tot een van de belangrijkste kunstgalerieën ter wereld.”

Plantenweelde in stationshal Atocha

Atocha station

Even vreest Ech Nie dat ze nu ook naar binnen moet, maar ik weet haar gerust te stellen door te vermelden dat het immateriële erfgoed geen deel uitmaakt van het patrimonium. “Dat zijn alleen de onroerende zaken.”

De zucht van verlichting die ze slaakt smoor ik door nog even door te pakken richting het Atocha station. “De vooruitgang stopte niet met het heengaan van Karel III, want halverwege de 19e eeuw werd aan het einde van de Paseo del Prado, ter hoogte van het keizer Karel V plein, het centraal station van Madrid gerealiseerd. Een waar 19e eeuws pareltje dat gelukkig behouden bleef toen de passage in 1992 verder werd gemoderniseerd. Tegenwoordig doet het dienst als broeikas voor een tropische palmentuin.”

“Heel leuk Ech Wel, maar kunnen we niet ergens buiten genieten van de natuur? Het is prachtig weer.”

“Natuurlijk de tuinen van El Retiro liggen hier op een steenworp afstand.”

Karel luisterde el Retiro op met de boulevard van de (koninklijke) standbeelden. Na een boze droom van zijn moeder werden veel sculpturen weer verwijderd…

Het licht der rede

De intellectuele beweging die de Verlichting was, ontstond eigenlijk in het kielzog van een wetenschappelijke revolutie. Nadat Copernicus onweerlegbaar had aangetoond dat de aarde om de zon heen draaide, (en niet, zoals de Bijbel beweerde, andersom) en Newton erin slaagde natuurlijke processen op wiskundige wijze te verklaren, begonnen verlichten te denken; als de eeuwenoude dogma’s van traditie en Kerk niet klopten, misschien konden zij dan wel door middel van eigen waarneming en het gebruik van gezond verstand “de Waarheid” achterhalen?

De grote pijler onder de nieuwe stroming vormde de Rede. Men beoogde tot een betere samenleving te komen door vooroordelen, onwetendheid, angst en bijgeloof door middel van wetenschappelijke denkwijzen te bestrijden. Men begreep echter ook dat dit op veel weerstand zou stuiten. Machtige lieden hadden zo hun eigen belangen en waren niet te beroerd die met hand en tand te verdedigen. Hun motto luidde dan ook niet voor niets; Durf te weten!

Gedurende de Verlichting was educatie de norm. Staande op een heuvel verkende het astrologisch observatorium de grote duisternis die het universum heet

Op de heuvel der wetenschappen stond de sterrenwacht op eenzame hoogte

Het astrologisch observatorium, dat wij onderweg naar het park voorbijgaan, was een typisch exponent van de nieuwe geest die door Madrid waaide. Het instituut werd gesticht op initiatief van Karel, kreeg van Villanueva het aanzien van een klassieke tempel en poogde als wetenschappelijke instelling zoveel mogelijk kennis omtrent zaken als hemelmechanica, astronomie en weerkunde te vergaren.

“En de achterliggende gedachte was dus om met behulp van die bijeengebrachte kennis de mens te vervolmaken en zijn levensomstandigheden te verbeteren?”

“Ja, nobel hè? En om die utopische drang naar voren te symboliseren plaatste Villanueva het observatorium op een platform; Opdat hij die de opgang betrad, de aarde verliet, (zich aldus verhief) en zijn geest verruimde in de hogere wereld.”

In de Koninklijke Botanische tuin groeien ruim dertigduizend verschillende soorten planten

Botanische tuin, het museum van de planten

De botanische tuin completeerde de heuvel der wetenschappen. Oorspronkelijk lag de tuin ergens aan een rivier verderop maar op uitdrukkelijk verzoek van Karel werd hij verplaatst naar zijn pronkkamer Salon de Prado. Officieel diende de tuin de plantkunde, er werden door de Kroon zelfs verschillende expedities uitgezet om maar zoveel mogelijk exotische zaden, vruchten en planten voor de tuin te verzamelen, maar iedereen wist dat zijn aanwezigheid ook de status van Karel als mecenas van de kunsten en de wetenschap moest bevestigen.

Wij laten de tuin echter links liggen en bekommeren ons meer om het Bos der Herdenking dat werd opgericht om de slachtoffers van de islamitische terreuraanslagen van maart 2004 te herdenken. (Op die bewuste zwarte dag ontplofte nabij station Atocha tien spijkerbommen in vier overvolle forensentreinen en vielen bijna 2000 slachtoffers (waarvan 191 doden))  

Het kristallen paleis werd ontworpen voor de tentoonstelling van Filipijnse planten maar functioneert tegenwoordig als een dependance van het museum (voor moderne kunst) Reina Sofia

Oase van rust bij glazen paleis in stadspark El Retiro

Na even bij die verschrikkelijke gebeurtenis te hebben stilgestaan leggen we ons daarna te ruste op een grasperk dat uitkijkt over een kristallen paleis met vijver. “Net als Atocha is ook dit bouwwerk een bijzonder staaltje 19e eeuwse glas- en ijzerarchitectuur.”

“Ik zie het.”

“Maar dat was dan ook kenmerkend voor de Industriële Revolutie die toen aan de gang was.”

“Oh ja?”

“Ja. Maar hoewel het bouwmateriaal zeer vooruitstrevend was, werd de glazen kathedraal na zijn voltooiing in 1887 met name om zijn klassieke proporties geprezen.”

“Zal ik even bier halen?”

“Lijkt me een goed idee!”

Weids landschap rondom klooster schonk Prado zijn naam

Als Ech Nie terug is meld ik haar dat el Retiro een overblijfsel is van de koninklijke tuinen die bij de zomerresidentie Buen Retiro behoorden.

“Buen Retiro?”

“Dat is Spaans voor aangenaam toevluchtsoord. In de 17e eeuw had de toenmalige koning het klooster van Sint Hiëronymus (de kerkvader die de Bijbel in het Latijns vertaalde) laten bouwen opdat hij dan op dagen dat hij in Madrid verbleef rustig in zijn eigen royale kamer kon mediteren. Wanneer hij daar mee klaar was deed hij dikwijls nog een ommetje in de omliggende weides (Wat de Spanjaarden als Prado uitspreken) en dat gaf hem zoveel voldoening dat hij er in 1630 toe over ging de kamer tot een paleis voor verlichting en recreatie uit te bouwen.”

“Nog een biertje?”

“Zeker, op een been kan men niet lopen tenslotte.”

De kerk is het enige wat rest van het voormalige Hiëronymietenklooster. Wanneer koning Filips II in Madrid verbleef, resideerde hij hier. Net als in zijn Escoriaal kon hij vanuit zijn kamer de mis bijwonen

Madrid straalde gedurende Verlichting

Met de volgende kletser in de hand deel ik Ech Nie mee dat het lusthof bovengenoemd geschil met de Fransen niet overleefde, maar dat de tuinen gelukkig wel gespaard bleven. Openbaar toegankelijk waren ze echter reeds 4 decennia eerder gemaakt, door onze vriend Karel in 1767. Spoedig daarop verrezen aan de randen van het park de koninklijke botanische tuin, het koninklijke kabinet der natuurwetenschappen, het koninklijke observatorium, de koninklijke dierentuin, het koninklijke ziekenhuis en de koninklijke porseleinfabriek.

“Eh, sorry Ech Wel. Heb ik nou niet op zitten letten? Dierentuin, ziekenhuis, porseleinfabriek?”

“Ja bezige Karel had er veel voor over om Madrid tot een wereldstad te maken. Hij stopte zijn geld trouwens niet alleen in gebouwen, hij stichtte ook een bank, organiseerde een vuilophaaldienst, liet straatverlichting aanbrengen, zette een rioolstelsel op touw en bestraatte de straten. Het is omwille van deze inspanningen dat de koning dan ook alom bekend kwam te staan als de beste burgemeester van Madrid.”

Net als Karel was ook Alfons er op gebrand Spanje op te stuwen in de vaart der volkeren

Meer water voor monument Alfons XII

Met de ergste dorst gelest is het tijd voor een rondje park. Natuurlijk stevenen we als eerste af op het grote, rechthoekige meer dat de 120 hectare groen domineert. De bootjes die er bovenop dobberen vormen het domein van verliefde stelletjes maar gelukkig ziet Ech Nie dat kleffe gedoe niet zitten. “Veel te wiebelig.”

“Gaan we toch lekker zonnebaden onder Alfons XII, de jonge monarch die Karel III tot voorbeeld had?”

“Dat is zeker die vent daar hoog op dat paard?”

“Die boven die zuilencolonnade uitsteekt ja, als lichtend voorbeeld voor het vaderland kreeg hij postuum het neoclassicistische monument wat die verdiende.”

“Nou laat maar zitten dan, ik ben wel even klaar met de Verlichting…”

“Oh, nou in dat geval heb ik nog wel iets heel speciaals voor je. Loopt u maar even mee.”

Aan de voet van de fontein kronkelen slangen en draken

Toen de duisternis viel…

Ik ben niet de man van het kaarslicht, of de attente presentjes dus wanneer mijn geliefde ziet dat ik haar meeneem naar de rozentuin, is ze blij verrast. Bijdehand als ik ben laat ik haar de geur van de honderden verschillende ruikers opsnuiven alvorens ik haar naast de fontein zet waar het eigenlijk om gaat. “Is deze ook nog in trek bij een of andere Madrileense club”, vraagt ze niet begrijpend. “Nou ik betwijfel of er een elftal in de wereld is die graag met deze fontein in zee zou willen gaan.”

“Niet? Oh, welke mythe wordt hier uitgebeeld dan?”

“Dit is het moment dat Satan uit het paradijs gegooid wordt…”

“Een standbeeld voor de duivel?”

“Jazeker. En om het helemaal compleet te maken hebben ze de gevallen engel op 666 meter boven de zeespiegel geplaatst.”

“Nee joh.”

“Ja dus je ben niet de enige die de duisternis boven de Verlichting prefereert. Ech Nie!”

Lucifer valt uit het paradijs

Ook wel eens door het Madrileense landschap van licht gebanjerd? Een voorvechter van kunst en wetenschappen of redelijk enthousiast over de prestaties van de mens gedurende de Verlichting? Laat het ons weten in de reacties, we horen het graag!

Praktische informatie

Tot het werelderfgoed behoort boulevard Pasoe del Prado (van Plaza de Cibeles (waar de fontein van Cybele staat) tot het Atocha Station) het stadspark Buen Retiro en de tussenliggende wijk Hiëronymus (Barrio Jerónimos).

Behalve het Museo del Prado kent de Salon nog twee andere, vooraanstaande musea. In het voormalige ziekenhuis is het Reina Sofia gevestigd (waar Picasso’s Guernica te zien is) en de gouden driehoek wordt gecompleteerd door het Thyssenmuseum (dat een groot deel van werken aan de industrieel Thyssen te danken heeft).

Ongeveer een derde van het totale aantal kunstwerken in het Prado (circa 3000 stukken) is afkomstig uit de koninklijke collectie. Karel doneerde de enige Rembrandt die het Prado rijk is.

Hoe verlicht Karel en zijn regering echt waren wordt breed uitgemeten in PDF-bestand De Verlichting in Spanje.

Jaar van inschrijving: 2021

Lees ook:

Zoo maar een bezoek aan paleis Schönbrunn, het keizerlijke zomerverblijf in Wenen
Achter de schone schijn van Potsdam school het Grote Pruisische Kwaad