Zeker, het is druk. Maar gelukkig zien we nergens de wachtrij waarvoor de kassadame ons waarschuwde; het Portugese sprookjespaleis is nog gewoon te betreden. Helaas is onze vreugde van korte duur. Na het bezichtigen van twee kamers stuiten we in het trappenhuis op de zo gevreesde massa. “Nee toch hè?” We hopen op een klein oponthoud maar al snel wordt duidelijk dat we in een vreselijke fuik terecht gekomen zijn.
“Shit!”

Geduld is een schone zaak
Het smalle pad wat de bezoekers door de kitscherige kamers van het kasteel moet leiden, staat zo boordevol mensen dat noch passeren noch keren een optie is.
“Krijg de pest!”
Gevangen in een meurende meute beseffen we dat we nergens meer heen kunnen en dat we deze beproeving voetje voor voetje zullen moeten doorstaan. De neuriënde man achter ons maakt het er met zijn irritante deuntje bepaald niet beter op en helemaal ergerlijk wordt het als een gruwelijk zwetende Chinees ons tijdens het fotograferen telkens weer opnieuw weet aan te stoten. “Uitkijken 我们起来一样!”
Nadat twee jengelende kinderen ook het laatste beetje bloed onder onze nagels vandaan hebben getrokken, zijn we er definitief klaar mee. “Ik kan hier niet tegen hoor”, briest Ech Nie. “Ik word gek!” Verbeten ga ik op zoek naar een discrete uitweg maar faal daarin (zoals gewoonlijk) jammerlijk. Dan maar met de botte bijl, denk ik wanhopig, en schreeuw uit alle macht dat iedereen nou toch echt op moet lazerstralen. “Héél gauw! Nú!” Vervolgens trek ik Ech Nie achter me aan en elleboog iedereen opzij die niet snel genoeg aan de kant gaat.
Massatoerisme blijkt niet ons ding.

Even op adem komen…
Het was op onze queeste niet eerder voorgekomen dat het massatoerisme ons zo parten speelde, maar in het Portugese Sintra worden we hard met de neus (!) op de feiten gedrukt. Wat een drama zeg. Gelukkig weten we nog redelijk snel aan het gedrang te ontkomen en kijken we, nippende aan een glaasje port en gezeten op een luw terras, hoofdschuddend naar de menigte die aan ons voorbij trekt. “Dit is toch niet normaal meer”, merkt Ech Nie verbijsterd op, “het lijkt hier verdomme Venetië wel.”

Sfeervol Venetië gaat ten onder
Jaren voor ons samenkomen had Ech Nie de oude havenstad al eens bezocht en met het oog op de drommen dagjesmensen die ze nu weer ziet, somt ze voor mijn plezier nog eens de verschrikkingen van die dag op.
”Het was net een mierenhoop toen, zo vol was het daar in die smalle, smerige steegjes. Grote groepen toeristen vulden de straten en overal waar je keek zag je het opgestoken vlaggetje van een verveelde reisleider. Nergens kon je er door, en als de meute zich weer eens ergens en masse stond te vergapen, en je vroeg of ze alsjeblieft even opzij wilden gaan, dan konden ze je vanwege die klotedopjes in hun oren niet horen. Echt wat was het daar een ramp.”

Extreme prijzen en drukte beïnvloeden beleving op negatieve wijze
“Maar als het dan zo erg was, waarom ging je dan niet gewoon lekker op een terrasje zitten?”
“Pfff, een terrasje. Daar was natuurlijk geen plek hè, Ech Wel. Overal was het bomvol. En trouwens, het was er zo duur dat je er niet eens wílde zitten. Voor een kopje koffie of een watertje vroegen ze gewoon tien euro!”
“Zoveel?”
“Ja joh, gestoord zijn ze daar. En toen we om opheldering vroegen, antwoordden ze doodleuk dat buiten zitten nou eenmaal duurder was. Daar kon je namelijk genieten van de fantastische ambiance…”
“Oh ja, die afgrijselijke drukte noemden zij een fantastische ambiance?”
“Ja, echt belachelijk. Iedereen ergerde zich aan al die heisa maar zij lieten zich er voor betalen! Want, zo vertelden ze, we hadden natuurlijk wel mooi zicht op de klokkentoren en de straatmuzikanten…”
“Net of die bloedzuigers daar aan meebetalen. Dat kost ze helemaal niks!”
“Precies! Daarom dachten wij maar gewoon ergens langs de weg te gaan zitten, maar ook dat lukte niet. Venetië trekt namelijk zo’n 30 miljoen bezoekers per jaar en dan hou je dus maar weinig vrije plekjes over. Mensen zaten echt overal. Op de trappen, in de etalages, aan de straat. Man, man, man. En dan heb ik het nog geeneens over de zooi die men achterliet. Abnormaal. Half afgekloven pizzapunten, lege ijsbekertjes, plastic tasjes … ga zo maar door. Het was echt te ranzig voor woorden…”

Bewoners trekken weg uit toeristensteden
“Kon je niet ergens een restaurantje pakken dan?”
“Nee natuurlijk niet! Dat kostte helemaal een fortuin. Voor een beetje maaltijd betaalde je zo een meier en dan moest je nog eens uren wachten ook! Iets halen bij een supermarkt ging evenmin, want die bleken inmiddels allemaal te zijn opgedoekt. Te hoge huurprijzen en teveel concurrentie van buitenlandse ketens. Al wat nog restte waren een paar kiosken die gortdroge broodjes en lauwe blikken bier verkochten. Moest je natuurlijk wel bereid zijn om een woekerprijs te betalen…”
“Nou, fijne stad dat Venetië. Ik geloof niet dat ik daar graag zou willen wonen…”
“Dat wil ook bijna niemand meer. Van de 174.000 bewoners in 1951 zijn er nou nog maar zo’n 53.000 over. Minder als een derde dus. Niet zo gek want voor de massatoerist zijn de weinige Venetianen die er nog leven een attractie op zich. Wij zagen op een gegeven moment een vrouw haar was buiten hangen en prompt door massa’s mensen worden gefotografeerd. Moet je je voorstellen als je net onder de douche vandaan komt… Denk maar niet dat mensen zich dan schamen om jou even op de gevoelige plaat te leggen…”
“Jeetje.”

Carnavaleske toestanden maken stad onleefbaar
“Ja echt hoor. De stad is compleet naar z’n gallemiezen. Onleefbaar gewoon. Het ontbreekt er nog maar net aan dat ze ’s avonds de boel op slot gooien en bij de uitgang om een fooi vragen.”
“Goh, en dan te bedenken dat Venetië ooit een van de machtigste steden van Europa was. Het stond bekend om zijn glaswerk en zijn curieuze carnaval…”
“Nou van dat laatste is ook niks meer over hoor. Ja de maskers kan je nog in elk souvenirwinkeltje kopen, dat wel, maar je moet niet denken dat daar nog een origineel werkje tussen zit. Het komt tegenwoordig allemaal uit China en je hebt mazzel als het na een half uur niet al uit elkaar valt. In plaats van vakmanschap spat de ellende er vanaf…”

Knus Dubrovnik overlopen door horde selfiesticks
Goed Venetië kunnen we dus afschrijven. De stad heeft zijn ziel verkocht aan de duivel en lijkt alleen nog maar in dienst te staan van het grote geld. Maar hoewel Venetië een verhaal apart is, is het zeker niet het enige werelderfgoed dat door massatoerisme wordt bedreigd. Dubrovnik bijvoorbeeld, lijkt eenzelfde kant op te gaan. Nou was het Kroatische vestingstadje altijd al wel een populaire reisbestemming, maar sinds de hitserie “Games of Thrones” er werd opgenomen is het helemaal bal. De stad wordt compleet overspoeld met door selfiesticks uitgeruste hordes.
Tegenwoordig bevolken nog maar een kleine 1000 Dubrovnikanen het oude centrum, de rest is vanwege het massatoerisme óf verhuisd óf verhuurd zijn appartement voor veel geld aan organisaties als Airbnb of Homeaway. En geef ze eens ongelijk. Voor een veelvoud van je eigen kosten zet je je woning online, en met een beetje geluk hoef je zelfs helemaal niet meer te werken. De verdiensten zijn tijdens het hoogseizoen zo lucratief dat je er de rest van het jaar met gemak van kan leven. Dat de stad er daardoor niet gezelliger op wordt, moet dan maar voor lief worden genomen. Hij was toch al niet leefbaar meer.

Ongerieflijke taferelen in Bar Celona
Een ander voorbeeld is Barcelona. Behalve de culturele toerist heeft de stad in steeds grotere mate te kampen met de feestvierende Noord-Europese jongere. Door zijn ligging aan zee, en zijn nog relatief goedkope uitgaansleven, heeft het een enorme aantrekkingskracht op diegenen die vakantie vooral zien als een periode waarin je je te buiten gaat aan alle mogelijke vormen van seks, drugs en geweld. En dat blijft helaas niet zonder gevolgen.
De Ramblas, overdag het domein van de “gewone” massatoerist, verandert ’s avonds in een ongure straat waar prostitutie en drugshandel welig tieren. Echt erg wordt het wanneer de kroegen en discotheken hun deuren sluiten. Compleet losgeslagen, doorgesnoven en halfnaakt zoeken de uitgaanders al knokkend, lallend en piesend hun weg richting hotel. Dat er in de omgeving ook nog mensen zijn die de volgende dag moeten werken is natuurlijk niet iets waar de gemiddelde stapper bij stil staat.

“Speciale aanbieding” voor elke naïeve bezoeker
Overigens is het niet alleen de toerist die voor overlast zorgt, de bezoeker zelf wordt net zo goed lastig gevallen. “Hasjiesj kopen? Menukaart zien? Koetsje rijden?” Loop langs elke willekeurige toeristische trekpleister, werelderfgoed of niet, en je wordt wel aangeklampt, beetgenomen, ondervraagd of uitgebuit. Kom kijken, kom zuipen, kom gokken, kom neuken; noem het allemaal maar op. “Special price for you” is het mantra van iedere verkoper en met een simpel “nee” nemen ze nooit genoegen.
Dat elke authenciteit verder ontbreekt doet helemaal niet ter zake. De kassa moet rinkelen en de omzet omhoog. In de wereld van het massatoerisme heersen namaak en plastic omdat kwaliteit nou eenmaal omgekeerd evenredig aan het aantal is. Hoe meer volk, hoe minder allooi. En ach, wat maakt het ook uit? Hoogstwaarschijnlijk betreft het een eenmalig bezoek en waarom zou je de argeloze toerist dan niet een poot uitdraaien? Terugkomen doet die toch niet.

Het verdiende geld komt niet ten bate van lokale bevolking
Lokale overheden produceren eenzelfde geluid. Okee, toegegeven, het is inderdaad jammer als het unieke karakter van een werelderfgoedsite verloren gaat, maar ja, kijk ook eens naar de economie. Die draait toch als een tierelier? Toerisme brengt geld in het laatje. Dan moeten we niet moeilijk doen over zoiets marginaals als het vernietigen van datgene waarvoor de toerist überhaupt een bezoek gepland heeft, dat is van later zorg. Voor nu zijn banen belangrijk. Werkgelegenheid is trouwens ook hartstikke goed voor de consumptie dus laten we alsjeblieft even geen problemen maken. De kip met de gouden eieren moet wel gewoon blijven leven natuurlijk.
Toch lijkt er hier en daar sprake van een kentering. Niet zozeer bij het bedrijfsleven of de overheid, (die blijven ziende blind) maar wel bij de stadsbewoners zelf. Zij zijn het zat om als figuranten door hun stad te moeten lopen, om zich een weg door het vuil te banen en om de hoge prijzen voor hun levensonderhoud op te hoesten. En ja, zij weten ook wel dat er goed wordt verdiend aan het toerisme, maar het is hen ook bekend dat het grote geld niet in de zakken van de ijsverkoper of serveerster belandt, maar dat het bovenal de dikke bankrekening van een malafide vastgoedeigenaar of buitenlandse investeerder spekt.

Als de wal het schip keert…
En als ze al dat kapitaal nou eens zouden gebruiken voor het herstel en onderhoud van het werelderfgoed, of desnoods voor de leefbaarheid van de stad, dan zou er misschien nog mee te leven zijn. Maar nee, daarvoor moeten de bewoners vooral zelf zorgen. Wat dat betreft is het gebeuren rond de kathedraal van Parijs wel exemplarisch. Terwijl de stad miljarden aan het toerisme verdiend, had ze zogenaamd “geen geld” om haar beroemde Notre Dame te onderhouden. Tsja, dan moet je ook niet raar opkijken als er eens een brandje ontstaat…
Van hetzelfde laken een pak is de schade die grote cruiseschepen aan de kades en gevels van Venetië veroorzaken. Door de golfslag in de smalle lagune knalt het water zo hard tegen de oevers aan, dat ze langzaam maar zeker verbrokkelen. Een feit waar de maatschappijen uiteraard niks mee van doen willen hebben. Zij zijn er voor het maken van winst en vinden per definitie dat eventuele, negatieve gevolgen voor rekening van derden moeten komen. Hun arrogante handelswijze zette zoveel kwaad bloed dat zelfs de Venetianen bereid bleken hiertegen in het geweer te komen. Met rookbommen en schermutselingen heette haatte men de schepen welkom en dwong men de zilvervloot voortaan ergens anders aan te meren.

Wordt het nog een keer rustiger op straat?
In hun strijd tegen het massatoerisme boekten ook de Barcelonezen hun eerste overwinning. Zij kozen een burgemeester die niet langer het belang van de toerist prevaleerde, maar die ook rekening hield met de eigen gemeenschap. Het betekende voor toeristenaccommodaties een algehele bouwstop, voor investeerders niet zelden een strop en voor Airbnb een paar torenhoge boetes. Bovendien worden de enorme winsten uit de toeristenindustrie niet langer gebruikt voor de promotie van de stad (met nog meer bezoekers tot gevolg) maar komen ze (deels) ten bate van hen die er het meeste hinder van ondervinden.
“Nou dan moeten we binnenkort maar eens naar Barcelona!”, besluit Ech Nie onze discussie aan tafel. Als een van de weinige mensen heeft zij de stad nog nooit bezocht en blijkbaar ruikt ze nou haar kans. “Dat ene succesje wil nog niet zeggen dat het massatoerisme er nou verdwenen is hè. Er is nog een hoop werk te verzetten.”
“Ja, maar jij moest er toch ook nog een werelderfgoed bekijken?”
“Dat klopt, het Palau de la Musica en het Sant Pau ziekenhuis. Maar goed, Venetië ben ik helemaal nog niet geweest. Die komt dus eerder in aanmerking.”
“Nou ja zeg, denk maar niet dat het daar inmiddels rustig op straat is hoor….”
“Op straat misschien niet, maar op het water wel…”
“Wat? Je wou toch niet met de boot zeker?”
“Nee, met de gondel natuurlijk. Ech Wel!”
Wat zijn jouw ervaringen met massatoerisme? Wel eens overlopen, afgezet of het plezier ontnomen? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Ik kan slecht tegen massatoerisme, ik stond vorig jaar twee uur te wachten voor de Eiffeltoren, dan is het dat ik dit de kinderen erg graag wil alten zien, want normaliter vermeid ik plekken als dit. Ik kan ook slecht tegen grote massale campings en zo, liever iets minder tourisme. Al ontkom ik er niet altijd aan.
Dat is de pest inderdaad, op bekende plaatsen is het tegenwoordig een crime om aan het massatoerisme te ontkomen. Mét kinderen is dat waarschijnlijk nog erger vanwege de verplichte vakantieperiodes…
Ik vind dat het prima samen kan. Juist Unesco plekken trekken veel toeristen aan. Ik woon vlakbij Schokland en dat is ook Unesco. Ik was afgelopen zomer op Terceira (hoofdstad is ook werelderfgoed) en daar viel het nog heel erg mee gelukkig 🙂
Stimuleren van het toerisme is inderdaad vaak een belangrijke reden om een monument te nomineren voor de werelderfgoedlijst. Dat kan goed uitpakken (zeker als het verdiende geld in restauratie en/of onderhoud wordt gestopt) maar helaas zien we maar al te vaak dat het massatoerisme schade veroorzaakt en de algehele beleving in negatieve zin beïnvloed.
Maar dat zal in het geval van Schokland waarschijnlijk niet zo snel gebeuren. Ik denk dat het een van de minst aansprekende sites was die we ooit zagen… (om het netjes te zeggen ;))
Ik vind massa toerisme ook niet alles… alleen wil ik wel de plekjes bezoeken die nu eenmaal leuk zijn. En vaak ben ik dan niet de enige die dit leuk vind. Ah als je het wat afwisselt met rustigere plekjes…
Het eeuwige dilemma; Barcelona, Dubrovnik, Venetië allemaal steden die je eigenlijk gezien MOET hebben (en als werelderfgoed-fanaat al helemaal) maar ja, tegelijkertijd ook plaatsen die vergeven zijn van de toeristen. Zelfs buiten het seizoen om is het er stervensdruk. Het is een kwaad waar we mee zullen moeten leven, vrees ik….
Zo die ene foto van de vuilnis op straat 🙁 Ik kom al sinds eind jaren 70 regelmatig in Split in Kroatië, werkelijk een van de mooiste steden ever, maar de laatste jaren is het een en al massatoerisme geworden. Aan het begin was ik blij voor Kroatië want toerisme is toch inkomen en ergens ook wel erkenning maar op een gegeven moment is het teveel en dan slaat het om. Dat zie je helaas inderdaad op veel plekken. Ook dicht bij huis – Amsterdam bijvoorbeeld.
De spijker op zijn kop. Wel jammer om te horen dat Split inmiddels ook slachtoffer van het massatoerisme is geworden, daar gaan we deze zomer heen! 😉
Het blijft lastig, gelukkig gaan wij voornamelijk richting Scandinavië en valt het daar erg mee met het massatoerisme!
Goede tip! 😀 Voor ons is Scandinavië nog een beetje onontgonnen gebied maar daar moeten we maar gauw eens verandering in brengen dan!
Goed discussiepunt! Vaak is een Werelderfgoed zo bijzonder of mooi dat het juist massatoerisme aantrekt. Ik probeer de massa altijd te vermijden, maar dit heb je nou eenmaal op de mooiste plekjes.
Daar lijkt het wel op inderdaad. Maar in plaats van te accepteren dat het niet anders is kan er wellicht beter handelend worden opgetreden. Nu is uiteindelijk iedereen de dupe van het hersenloze winstbejag van de multinationals. Dat lijkt me toch ook niet de bedoeling…
Tja…dit blijft inderdaad altijd dilemma. Aan de ene kant wil je geen massatoerisme en aan de andere kant wil je het toch graag zien. Ik vind het daarom altijd prettig om hoogtepunten te combineren met plekken waar weinig toeristen komen. Ik begrijp dat mensen graag naar dergelijke plekken gaan, maar ik vind wel dat de mensen zich meer bewust mogen worden dat we samen voor de aarde moeten zorgen. Ruim je troep op, heb respect voor de lokale bevolking en de omgeving. Veel mensen gedragen zich respectloos en daardoor gaan dergelijke plekken verloren en zijn de mensen in de omgeving de toeristen beu. Dat begrijp ik volkomen. Ik wil ook geen duizenden toeristen in mijn voortuin (niet dat mijn voortuin zo spannend is 😉 )
Precies dat dus!
Maar ja, als het werelderfgoed is “móet” ik er toch heen. Ik heb nou eenmaal een queeste te vervullen… 😉
Ik heb zeer weinig met drommen mensen die zich verdringen in steden en/of bij Werelderfgoed. Al die selfiesticks, duwende mensen en cruise-toeristen keycords die achter een parapluutje aan lopen zonder om zich heen te kijken zijn zó irritant. En ik vind het ook erg zonde dat het overal zo druk wordt. Dat is toch een groot nadeel van met z’n allen veel kunnen reizen 🙁
Je hebt helemaal gelijk. En ik denk dat veel mensen er zo over denken.
Quota zijn misschien een oplossing. Dat is in het geval van een stad misschien moeilijk te realiseren, maar zonder die enorme drukte is de beleving een stuk beter, zowel voor de lokale bewoner als de nieuwsgierige toerist.