Voor het zielenheil van elk menselijk schepsel is onderdanigheid aan de Romeinse paus absolute noodzaak.

– paus Bonifatius

Het is het jaar 1302 en het Vaticaan heeft zojuist zijn visie op de macht gegeven.

Aanleiding was een geschil tussen paus Bonifatius en de Franse koning Filips IV. Beiden hadden onenigheid over de arrestatie van een kardinaal en waren, meer nog dan de aanhouding zelf, het oneens over wie in deze queestie nou recht mocht spreken. Dé paus, vond Bonifatius, en hij beriep zich daarbij op enkele Bijbelverzen over Petrus.

De allereerste paus

Van de twaalf discipelen die Jezus volgden, werd Petrus altijd gezien als de belangrijkste, de prins der apostelen. Aan hem waren de sleutels van het Paradijs toevertrouwd en hij was het op wie de Heer Zijn kerk wilde bouwen. In het katholieke geloof wordt Petrus dan ook beschouwd als de allereerste paus.

Op grond van het Heilige Schrift hebben Petrus’ opvolgers (de bisschoppen van Rome) later vaak gemeend dat zij de belangrijkste persoon op aarde waren. Zij zagen zichzelf als Gods plaatsvervanger en vonden zodoende dat zij, als énige, mochten beschikken over zowel alle geestelijke als alle wereldlijke macht. Om dat nog eens extra te benadrukken verklaarde paus Bonifatius in zijn bul Unam Sanctam (het ene Heilige) dat hij boven alles en iedereen verheven stond.

Voed mijn schapen had de Heer tenslotte gezegd. En daarmee bedoelde hij natuurlijk niet een paar wollen beestjes, nee, daarmee refereerde hij naar de hele menselijke kudde. Inclusief koning Filips. “Dus of het Franse bokje maar even naar de herder wilde luisteren?”, vroeg Ech Nie concluderend.

voorgevel van pauselijke residentie in Avignon leefde in
Met zijn torens en kantelen lijkt het kasteel van de paus meer op een vesting dan op een paleis

Het schip en de Kerk

“Exact! Al gebruikte de paus in zijn verklaring wel een andere metafoor. Hij vergeleek de Kerk met de ark van Noach. Buiten de Kerk (het schip) was er slechts zonde, daar was men reddeloos verloren en zou men zeker verdrinken. Bevond men zich echter binnen de Kerk, dan waren heil en verlossing nabij.

Want gelijk Noach zijn opvarenden behoedde voor de zondvloed, zo zou ook hij, de leider van de christelijke wereld, zijn volgelingen redden van de ondergang.

Uiteraard moest men wel begrijpen dat alleen hij de koers bepaalde en dat iedereen aan de kapitein was onderworpen.”

Paus wordt gekidnapt

“En dus werd Flippie een brave matroos?”

“Welnee, je kent die Fransen toch? Die begonnen meteen te muiten. In een poging het roer over te nemen werd Bonifatius eerst van allerlei ondeugden (ontucht, winstbejag, ketterij) beschuldigd en, toen dat niet hielp, probeerden ze hem te ontvoeren en in Frankrijk te berechten.”

“Nee joh?”

“Ja joh. Het plan mislukte echter omdat de plaatselijke bevolking in opstand kwam en Bonifatius behoedde voor een Franse kidnap. Bij de aanvaring liep de oude gezagvoerder alleen zoveel averij op dat hij een paar weken later alsnog schipbreuk leed. (en het tijdelijke voor het eeuwige inwisselde)”

Dikke muren rondom paus in Avignon
Dikke muren moesten de Kerkvader beschermen tegen ongure buitenlui

Kerkelijk recht

De krachtmeting met Filips was niet het enige conflict wat Bonifatius tijdens zijn ambtstermijn moest uitvechten. Heerszucht en bot optreden kenmerkten zijn pontificaat en brachten hem onder andere in botsing met de vooraanstaande, Roomse familie Colonna.

Binnen deze familie was tweespalt ontstaan over een te verdelen erfenis en toen drie broers werden uitgesloten van de nalatenschap gingen ze verhaal halen bij de paus. De vrome vader luisterde aandachtig naar hun bezwaren, zag in dat de Kerk uit deze twist een slaatje kon slaan en besliste, in al zijn wijsheid, dat de aanspraken van de drie moesten worden gerespecteerd. Bovendien moesten alle overige steden en vestingen van de Colonna’s aan het pausdom worden overgedragen. “Nou ja zeg, waarom dat nou nou weer?”

“Om er zelf beter van te worden natuurlijk. Bonifatius achtte zichzelf namelijk de hoofdeigenaar van alle aardse zaken en beweerde dat geen mens werkelijk houder van een goed kon zijn, tenzij dóór of ónder de Kerk. Daarnaast was het voor hem zonneklaar dat hij, als eerste dienaar Gods, altijd recht van spreken had en dus immer beschikte over het laatste woord…”

Kruistocht

De familie, niet van plan aan bovenstaand dictaat gehoor te geven, trok op zijn beurt de legitimiteit van de paus in twijfel. Een actie, zo verklaarde het kerkhoofd, die ze niet alleen een rivaal van Rome maakte, maar tevens een vijand van God. Daarom beval hij zijn paapse troepen tegen de ketters op te trekken en al hun bezittingen onder zijn eigen familieleden te verdelen.

Tegen zoveel gerechtigheid konden de Colonnezen niet op; zij ontvluchtten het land en zochten hun heil bij die andere machtige tegenstander van de paus, de Franse koning Filips. Niet veel later beraamden ze samen het plan om de paus op hardhandige wijze van zijn troon te stoten. “Tsjongejonge”, schudde Ech Nie ongelovig het hoofd, “wat een ordinaire machtsstrijd. Het lijkt wel een of andere maffiafilm!”

“Nou, eigenlijk werd het na de dood van deze capo di tutti capi pas echt erg…”

Houten balk uitlopend in het hoofd van een monster
Een oude houten waterspuwer die bewaard is gebleven

De twee zwaarden van de wereld

Behalve de beeldspraak over Noach had de paus in zijn bul Unam Sanctam ook het verhaal van de twee zwaarden aangehaald. Volgens het evangelie, zo predikte hij, waren er twee zwaarden die de wereld beheersten; het geestelijke en het stoffelijke. Daarbij stond de een symbool voor de spirituele macht en verbeeldde de ander het wereldlijke gezag.

Maar hoewel het ene zwaard in handen was van priesters, en de ander door koningen en soldaten werd gehanteerd, behoorden beide zwaarden uiteindelijk wel de Kerk toe.

Want gelijk de wetten van het universum is de geest superieur aan de materie en overtreft de geestelijke kracht in alle waardigheid de tijdelijke macht.

Oftewel, het materiële zwaard mocht alleen naar wil en acceptatie van de priester worden gebruikt. Daarbij kwam nog eens dat de geestelijkheid zich te allen tijden gerechtigd voelde bij een aardse dwaling in te grijpen, terwijl zij omgekeerd stelden dat alleen de allerhoogste autoriteit (God) bevoegd was om een oordeel te vellen.

Koning eist wereldmacht

Uiteraard kon Filips het hier alleen maar mee oneens zijn. Hij redeneerde dat zijn macht net zo goed van het Opperwezen afkomstig was en dat de paus alleen maar op geestelijk gebied wat te vertellen had. In wereldlijke zaken was híj degene die bepaalde.

Als de paus dus een burgerlijke wet overtrad dan was het niet aan Christus’ opvolger, maar aan hém om op te treden. Hetzelfde gold wat Filips betrof ook voor de eigendomsqueestie. Weliswaar had God de wereld geschapen, en was Hij inderdaad de Heer aller dingen, maar dat betekende nog niet dat zijn plaatsvervanger op een zelfde niveau stond. Christus was op aarde nooit een wereldlijk koning geweest (sterker nog, Hij ging prat op zijn armoe) dus dan kon Zijn stadhouder ook niks van Hem hebben geërfd.

Pausenpaleis met plein
De pausburcht

Paus in Avignon

Discussies als deze kwamen na Bonifatius’ dood voorlopig tot een eind. Clemens V, een uit Bordeaux afkomstige bisschop, werd in 1305 tot nieuwe paus gekozen en de Franse koning wist zijn landgenoot er al snel van te overtuigen dat het beter was zich in Avignon te vestigen dan naar Rome af te reizen. Heersen over herrie schoppende Colonna’s zou immers minder fortuinlijk zijn dan regeren in de rustige Provence, zo luidde zijn argumentatie.

Joden betalen de prijs

Voor de monarch was natuurlijk het bijkomende voordeel dat de paus zich zo volkomen afhankelijk van Frankrijk maakte en dat hij zelf eindelijk de handen vrij had om te doen en laten wat hij wilde. In 1306 waren (zoals altijd) de joden het eerste slachtoffer van deze nieuwe realiteit. Zij kregen van de kroon te horen dat ze zo snel mogelijk het land dienden te verlaten en dat hun bezittingen voortaan niet meer van hen, maar van hem waren. “Meen je dat nou? Zomaar ineens?”

“Nee, dat niet. Pas toen de joden financieel volkomen waren uitgeknepen, werden ze de grens overgezet.

Door hun verplichte verbanning was het alleen niet meer mogelijk ze overal voor te laten betalen. Een probleem dat Filips oploste door zijn pijlen op de orde der Tempeliers te richten. Deze kruisridders hadden namelijk in het verleden grote rijkdommen weten te vergaren en de Franse vorst had wel een ideetje hoe hij die tot de zijne kon maken…”

Dak van pausenpaleis in Avignon
Daklandschap van de pauselijke burcht in Avignon

Ondergang Tempeliers

“Door zijn wereldzwaard te gebruiken zeker?”

“Precies. Net zoals hij eerder met de paus had gedaan, beschuldigde hij nu ook de broederschap van ketterij, heiligschennis, seksuele uitspattingen en weet ik veel wat nog meer. Op die manier creëerde hij een reden om ze allemaal te laten oppakken en kon hij, in afwachting van hun proces, beslag leggen op al hun eigendommen. De dag van de arrestaties, vrijdag 13 oktober 1307, geldt sindsdien als een ongeluksdag.”

“Maar ze kregen nog wel een proces?”

“Ja, dat moest wel, in deze geloofsqueestie besliste tenslotte toch het geestelijke zwaard. Niet dat dat ook maar iets uitmaakte trouwens, Filips had de paus stevig in zijn zak zitten.”

Pauselijke prioriteiten

De geestelijkheid was overigens veel te druk met het behartigen van eigen belangen. Direct na de kroning van Zijne Heiligheid waren door hem een hele rits nieuwe, Franse kardinalen aangesteld, en die kliek besteedde hun tijd liever aan het vergroten van macht en vermogen dan dat ze zich met zoiets banaals als zielzorg of vredebewaring bezig hielden. Hun voornaamste werkzaamheden bestonden dan ook uit het opleggen van willekeurige belastingen, het najagen van lucratieve voordeeltjes en het doen van ruimhartige schenkingen aan familie en vrienden.

“Jeetje Ech Wel, was het echt zó erg met de paus in Avignon? Dit lijkt meer op de corrupte praktijken van een of andere dictator in een bananenland.”

Decoratieve elementen op daktorens op het paleis van de paus in Avignon
Gotische kunstwerkjes op het dak

Corrupte clerus

“Dat klopt Ech Nie, maar zover was de Kerk dus al heen. Het instituut dat bedoeld was om de zondige mens te verlossen van het Kwaad was verworden tot een genootschap van ordinaire rovers.

Volgens een criticus uit die tijd stonden de dienaren van God zo tegenover hun kudde, dat niemand meer de moeite nam om ze te weiden, maar dat iedereen er aan dacht ze te scheren; men was er niet om te voeden maar om uit te melken; zij bekommerden zich wel om de melk en de wol maar niet om het schaap.”

Toch moest ook Clemens erkennen dat Filips’ beschuldigingen tegen de Tempeliers nauwelijks door bewijs werden gestaafd. Meer dan enkele door marteling verkregen bekentenissen had de koning niet kunnen aandragen. Desondanks werd de ooit zo populaire orde onder druk van de Franse monarch door de paus opgeheven. En passant werd Filips zelf gezuiverd van alle blaam inzake de ontvoeringspoging van Bonifatius.

“Gossimijne, hoe erg wordt dit nog?”

“Nog veel erger…”

Heiligen sieren een deel van het plafond van het paleis van de paus in Avignon
Bijna alle fresco’s die het paleis ooit sierden zijn verdwenen maar hier en daar is nog een stukje te zien

Hemelse herder ontwikkelt zich tot ordinaire geldwolf

Met de komst van paus Johannes begon het grote graaien pas echt. Hij gebood nieuw aangestelde geestelijken een deel van hun jaarinkomen in de pauselijke schatkist te storten en misbruikte die verplichting door vervolgens bisschoppen zoveel en zo vaak als mogelijk te verplaatsen, te wijden of te benoemen. Daarmee verzekerde hij zichzelf van aanzienlijke provisies en kon hij tegelijkertijd de best betaalde baantjes aan zijn vriendjes toewijzen.

Behalve door deze schaamteloze streken incasseerde de paus ook flinke bedragen met het verkopen van goederen die van overleden priesters waren geweest, door hoge belastingen te innen, door tienden op te leggen (10% van al het inkomen moest aan de Kerk worden geschonken), door rechten toe te eigenen, door allerhande giften en gratificaties op te strijken en gewoon door voor de kleinste gunsten de meest vorstelijke vergoedingen te vragen. De inhaligheid van de paus werd zo ongekend dat velen in hem niet langer een herder zagen, maar een (geld)wolf in schaapskleren.

vooraanzicht van kathedraal en paleis van de paus in Avignon
Kathedraal en paleis vormen samen het bisschoppelijk ensemble van Avignon

Leven in luxe of armoe?

Johannes en consorten motiveerden hun geldzucht door te wijzen op de zware lasten die hen op de schouders rustten. Zo hadden ze bijvoorbeeld een enorm gevolg dat gevoed en gedorst moest worden, kostten de grandioze bals en schranspartijen een fortuin, werkten de dames van plezier ook niet voor de lol, verlangden verwanten een steeds groter deel van de poet en was er een pauselijk paleis dat telkens weer een nieuw likje verf nodig had. Heus het geld werd ech wel goed besteed. Men moest echter ook begrijpen dat voor een weelderige godsvruchtige levensstijl nou eenmaal veel kapitaal benodigd was. Dat niet iedereen daar mee instemde bleek wel toen er opnieuw heibel ontstond over de queestie eigendom.

Paus raakt in conflict met bedelordes

De middeleeuwse bedelordes zagen een vroom kluizenaarsleven als het allerhoogste, christelijke goed en daarom hekelden ze de overdaad die de paus in Avignon zichzelf had toebedeeld. Vol van wrok wezen ze hem op het grote contrast tussen Jezus’ leven van armoe en de welvarendheid waarin zijn aardse zaakwaarnemer zich bewoog.

Johannes, die financieel gewin nou juist tot kunst had verheven, liet dit natuurlijk niet over zijn kant gaan. Hij veroordeelde de zienswijze van de minderbroeders als een ketterse dwaalleer en pleitte vurig voor het in stand houden van zijn goddelijk luxe leventje. De uitspraak was echter zo controversieel (het ging in tegen eerdere dogma’s van andere pausen) dat hij zelf daarna ook van ketterij werd beticht.

stadsmuur met torens en kantelen
Behalve een enorme burcht lieten de pausen ook metersdikke stadsmuren bouwen.

Wie verkiest de keizer?

Net als eerder tussen Bonifatius en Filips botste de nieuwe paus ook met de wereldlijke macht. Dit keer ging het om de kandidatuur van de Rooms-Duitse keizer. Er waren twee gegadigden voor de vacature, een Duitser en een Oostenrijker, en de voorkeur van de Franse monarchie (en dus van de paus) lag bij de Oostenrijker.

Omdat de Duitser zich echter niks van de Franse wensen aantrok, en zich zelfs door een lid van de Colonna-familie in Rome tot keizer kronen liet, werd hij door de paus in de ban gedaan. Majesteiten, zo meende ook Johannes, moesten niet uit eigen beweging op de troon gaan zitten, die moesten gewoon wachten totdat de katholieke leider zijn goedkeuring had gegeven. Volgens hem konden keizers alleen maar heersen bij de gratie van de Kerk.

Geen pauselijke bemoeienis

Helaas voor de christenbaas dachten de Duitse keurvorsten daar heel anders over. Zij zaten helemaal niet op zijn bemoeienis te wachten en verwierpen een paaps privilege. De kroning mocht hij weliswaar uitvoeren, dat wilden ze wel erkennen, (sinds Karel de Grote was dat nou eenmaal gebruikelijk) maar verder moest die gebeurtenis vooral gezien worden als een bijzondere vorm van zegening, niet als een verlening van gezag. Om de paus dat nog eens extra duidelijk te maken werd inmenging voortaan bij wet verboden.

“En dus bond de Kerk eindelijk een beetje in?”

“Tuurlijk niet, het werd van kwaad tot nóg erger.”

binnenhof van paleis van de paus in Avignon
Clemens VI bouwde het paleis steeds verder uit en zodoende ontstond er een tweede binnenhof

Partypaus gaat helemaal los

Het nieuwe opperhoofd van de kerk wilde van geen paapse bescheidenheid weten. Hij leefde als een God in Frankrijk en hechtte daarbij zo veel belang aan uiterlijk vertoon dat hij, meer nog dan elk ander, complete vermogens verbraste aan kostbare kleding, uitbundige feesten en de verfraaiing van zijn almaar uitdijende pronkpaleis.

Kritiek op zijn verkwisting wimpelde hij af met de woorden; Mijn voorgangers begrepen gewoon niet wat het betekende om paus te zijn. Alsof dit losbandige gedrag niet al erg genoeg was voor de pauselijke waardigheid, zoop Zijne Excellentie ook nog eens als een ketter, vrat zich het schompes tijdens copieuze maaltijden en sliep bij voorkeur met een hele schare jonge meisjes.”

“Wat erg!”

“Dat zei ik toch?”

Popie Jopie wordt bedankt

Het was dan ook niet verwonderlijk dat het Popie Jopie gedrag van de paus de Heilige Stoel steeds harder deed kraken. Gelovigen begonnen meer en meer te twijfelen aan de oprechtheid van hun leider en vroegen zich verbijsterd af of deze schuinsmarcheerder nog wel in dienst stond van de Schepper of dat die was gedegradeerd tot het hulpje van de duivel.

In 1351 ontving de curie een brief omtrent dit vraagstuk en werd de clerus hartelijk, doch spottend, bedankt voor de ijverige arbeid die het al die tijd had verricht. Mede door hun toedoen kon het nu niet lang meer duren of Christus zou eindelijk overwonnen zijn. Groetjes Lucifer en de zeven hoofdzonden.

Bovenaanzicht van brug over de Rhone in Avignon
Pont d’Avignon

Pont d’Avignon

“Nou ik ben er ook klaar mee, Ech Wel. Laten we dit Goddeloze oord alsjeblieft achter ons laten.”

“Even wachten Ech Nie, we kunnen Avignon natuurlijk niet de rug toekeren zolang we niet op de Pont Saint-Bénezét zijn geweest.”

“De wat?”

“De Pont Saint-Bénezét. Die ken je toch wel? Sur le pont d’Avignon, On y dance, on y dance…

“Eh nee… En wat heb jij ineens?”

“Ik zing een bekend kinderliedje schat. Het gaat over de wereldberoemde brug die hier over de Rhône ligt. Of beter gezegd, over het stukje wat er nog van over is. Ooit telde de oeververbinding 22 stoere bogen maar zoals je ziet zijn er nog maar 4 die de tijd hebben overleefd. De rest is door oorlog en watersnood verloren gegaan.”

“Okee…”

Pont d'Avignon
Vier bogen en een kapelletje is al wat nog rest van de brug van Avignon

Symbolische brug

“Met een beetje fantasie zou je kunnen zeggen dat het aanzien van deze halve brug de teloorgang van het pausdom symboliseert. Net als de brug was namelijk ook het christendom beschadigd geraakt, de pijlers waar het op steunde waren door de pauselijke fratsen ingestort en als gevolg van het weggespoelde fundament had ze enorm aan draagkracht ingeboet.”

“Jaja…”

“Daarnaast toont het ook de makke van pontifex maximus, de zogenaamde bruggenbouwer die de kerkvader had moeten zijn. Net als de brug niet bij machte bleek de bewoners naar de andere kant te brengen, zo lukte het de Franse herders niet om de christelijke waarden op hun kudde over te brengen. In 1377 dacht de paus hier wat aan te kunnen doen door de Heilige Stoel weer terug naar Rome te verhuizen.”

“En toen kwam aan alle ellende een eind?”

“Welnee, je kent die Romeinen toch? Die maakten meteen zo’n ophef dat het daarna pas echt uit de hand liep. Op een gegeven moment waren er zelfs 3 pausen en lag heel de Westerse wereld met elkaar overhoop.”

“Nee joh?”

“Ja joh. Maar goed dat verhaal bewaar ik wel voor een volgende keer. De Pont d’Avignon had ik namelijk bedacht als een bruggetje naar het volgende werelderfgoed van vandaag, de Pont du Gard.”

“Nog een Unesco-monument?”

“Ech Wel!”


Wist jij van de paus in Avignon? Ben je een echte ketter of dwaal je regelmatig af? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Praktische informatie

Unesco verklaarde slechts enkele monumenten in het noorden van de stad. Deze zijn: Place du Palais (paleisplein), Palais des Papes (pausenpaleis), Notre-Dame des Doms (kathedraal), Petit Palais (vroegere paleis van de bisschoppen en nu een museum vol schilderkunst), stadsmuren en de brug Saint-Bénezét.

Jaar van inschrijving: 1995

Noot: voor wie echt alles over het verblijf van de paus in Avignon wil weten, moet even klikken op de link Kerk en beschaving in de middeleeuwen. De taal is wat stoffig maar nergens anders is de informatie (on-line) zo uitgebreid als in dit pdf-bestand. Voor mij was het de belangrijkste bron bij het schrijven van dit verhaal.