Op voorhand van Albert Speer, de minister van bewapening en munitievoorziening van het Derde Rijk, werd op 21 maart 1942 de volgende wet van kracht: bij de inzet van het beschikbare arbeidspotentieel moet strikte voorrang worden verleend aan de productie van krijgsbenodigdheden. Voor de distributie van grondstoffen en producten die voor de oorlogseconomie van essentieel belang zijn geldt hetzelfde. Duitsland streed voor Europa tegen het bolsjewisme, zo luidde nadien de uitleg, en om die nobele strijd tot een goed einde te brengen moesten nou eenmaal prioriteiten worden gesteld.

“Voor Europa?” mokte Ech Nie. “Voor zichzelf bedoelden ze zeker?”

“Ja natuurlijk, of beter nog, voor het Germaanse meesterras, maar toen de nazibonzen zich drie jaar later ineens in het beklaagdenbankje van Neurenberg bevonden, liet hun stalen geheugen zich wat dat betreft behoorlijk in de steek.”

Toen de nazi’s het voor het zeggen kregen hing er boven ijzersmelterij Völklingen staal in de lucht

Onder dwang naar ijzersmelterij van Völklingen

De toon was gezet. Na een smakelijke wijnproeverij in Trier, riep ik een ietwat aangeschoten vrouwlief tot de orde door haar een onverbiddelijke gang naar de ijzersmelterij van Völklingen te verordonneren. “Maar daar wil ik helemaal niet naar toe, Ech Wel. Kunnen we niet gewoon nog een drankje doen?”

“Nee schat, we hebben een queeste te voltooien, dat weet je best.”

“Maar als ik niet wil dan kan je dat toch ook gewoon een keer respecteren?”

“Nou in het verleden waren er zoveel die niet naar Völklingen wilden, en die moesten uiteindelijk ook allemaal. Dus ga nou niet moeilijk doen alsjeblieft.” 

De trots van het Saarland zag in 1873 het levenslicht

Duitsland annexeert Elzas-Lotharingen

Völklingen ligt in het zuidwesten van Duitsland, in het grensgebied met Frankrijk. Beide Europese grootmachten streden eeuwenlang om de hegemonie in de streek en in 1873, toen een ondernemend man in een bocht van de rivier de Saar een fabriek voor de productie van staal stichtte, was dat niet anders. Sterker nog, de kruitdampen van de laatste oorlog, die van 1870-1871, waren nog maar net opgetrokken.

Duitsland had die krachtmeting overtuigend gewonnen en kort daarna had Bismarck, de IJzeren Kanselier uit het militaristische Pruisen (de belangrijkste Duitse deelstaat) in hét symbool van de Franse macht, de Spiegelzaal van pronkpaleis Versailles, het nieuwe Duitse Keizerrijk uitgeroepen. Daarmee vernederde hij niet alleen de overwonnen Fransen, maar liet hij ook een lang gekoesterde wens van de Germanen in vervulling gaan; hij smolt hun vele verschillende vorstendommetjes om tot één grote, machtige natie. Als klap op de vuurpijl werden de Fransen gedwongen tot het betalen van een gepeperde rekening en het overdragen van de departementen Elzas en Lotharingen (die eeuw(en) daarvoor noodgedwongen aan Frankrijk moesten worden gelaten).

Het Duitse Keizerrijk na de gewonnen oorlog met Frankrijk en het in rood verworven gebied Elzas-Lotharingen

Industrieën van Saarland en Lotharingen worden één

Ruim 800 jaar, vanaf de vroege middeleeuwen tot halverwege de 17e eeuw, had Elzas-Lotharingen tot het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie behoort. Daarna waren de provincies in handen gevallen van de hebberige Franse koning Lodewijk XIV. Hij was tot de aanval overgegaan omdat hij zijn Frankrijk graag achter natuurlijke grenzen (in dit geval de Rijn) verschanste.

De Duitsers hadden het terreinverlies altijd bijzonder pijnlijk gevonden, temeer daar de plaatselijke steden Straatsburg en (in mindere mate) Metz zulke grote bijdragen aan de Germaanse cultuur hadden geleverd. Toen de gelegenheid zich dan ook voordeed om de twee districten weer terug te nemen hoefden de Duitsers niet lang na te denken; met de zege op zak konden ze eindelijk weer het Heilige oude Rijk in ere herstellen. Dat het (Duitse) Saarland met zijn steenkoolmijnen en Lotharingen (of althans het grootste deel daarvan) met zijn ertsgronden voortaan onder de boedel van een land vielen, was daarbij mooi meegenomen.

Zoals te zien op de achtergrond levert zware industrie vaak bergen afval op

Imperialisme en nationalisme leiden tot Eerste Wereldoorlog

In het kielzog van de Duitse inlijving zag de familie Röchling zijn kans schoon. Hen was goed bekend dat de nieuw gewonnen (of herwonnen, het is maar hoe je het bekijkt) landsdelen rijk waren aan ijzererts (zij waren al enkele decennia actief in het gebied) en door het overnemen van de failliete staalfabriek in Völklingen hoopte zij deze weelde in klinkende munt om te kunnen zetten. Nadat een tweede smelterij in Diedenhofen (Thionville) was opgezet en bijbehorende kolenmijnen waren aangeschaft, wisten ze door middel van baanbrekende innovaties en gedurfde investeringen hun ondernemingen tot een van de productiefste in Europa uit te bouwen.

Terwijl de Röchlings hun ijzeren greep op het gebied versterkten werd er door hun landgenoten steeds harder op de nationalistische trom geslagen. Duitsland eiste met veel bombarie een (exotisch) plekje onder de zon op en hoopte net als de andere Europese mogendheden kolonies te bemachtigen waaruit ze groot economisch voordeel en prestige kon behalen. Ze gingen daarbij echter nogal lomp te werk en dat wekte zoveel wrevel op bij Groot Brittannië, Rusland en Frankrijk dat zij de handen ineen sloegen en de Duitsers van repliek begonnen te dienen. Laatstgenoemden zagen deze pressie weer als een serieuze bedreiging en voelden zich ineens omsingeld door agressieve naties. Om dit existentiële gevaar het hoofd te kunnen bieden gaven ze hun zware industrie opdracht het wapenarsenaal fors uit te breiden.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kon Saarstahl meteen aan de bak

Familie Röchling adviseert Duitse autoriteiten

De steeds verder oplopende spanning zou uiteindelijk uitmonden in een wereldoorlog waarin miljoenen soldaten het leven lieten en bijna een heel continent van ellende uit elkaar viel. Ook voor de Röchlings leek aanvankelijk een vervelende periode aan te breken (als gevolg van het krijgsgeweld viel de handel stil en kelderden de winsten) maar al vrij snel daarna realiseerde Hermann zich dat de veroverde terreinen ten westen van “zijn” Lotharingen best wel eens ten goede van zijn nijverheid konden komen. Om ook de plaatselijke gouverneur van dit inzicht te vergewissen schreef het nieuwe hoofd van de Röchling-familie een brief naar Zijne Excellentie:

De laatste keer dat we de Fransen versloegen maakten we helaas een fout bij het tekenen van de grens; hoewel deze aan de hand van geologische experts werd opgesteld lieten we de rijkste, onderaardse afzetlagen per vergissing aan de vijand. Mede door deze onvolkomenheid was onze opponent in staat de wapens tegen ons op te pakken. Het moge duidelijk zijn dat een herhaling van zoiets dergelijks in de toekomst ongewenst is. Mijn voorstel zou dan ook zijn om bij het volgende vredesakkoord de demarcatielijn nog wat verder op te schuiven en ook voornoemde winstgebieden bij het Rijk te incorporeren. Overigens moeten we daarbij niet vergeten om de in deze zone levende Fransen, ten faveure van Duitse kolonisten, te verbannen.

Bij staalbaas Röchling zat wel meer dan een steekje los

Hermann Röchling ontpopt zich tot oorlogsmisdadiger

De bewindsman zag wel wat in Hermanns bewonderenswaardige suggestie en na overleg met de Duitse kanselier werd het idee tot een van ’s lands hoofddoelen in de glorierijke oorlog gepromoveerd. Moest men alleen nog even de onverwacht taaie weerstand van de gehate zuiderbuur zien te breken. Om die edelmoedige zaak te bespoedigen en tegelijkertijd flinke sommen geld binnen te harken het vaderland een dienst te bewijzen, plunderde Hermann systematisch de machinerie van zijn Franse concurrenten. Eenmaal in het bezit van hun eigendommen kon hij het leger namelijk veel beter voorzien in hun vraag naar helmen en granaten; dat de diefstal tevens een stevige impuls gaf aan zijn eigen streven naar een monopoliepositie in de staalindustrie was uiteraard slechts bijzaak.

Doordat een snelle Duitse overwinning op het slagveld dit keer uitbleef, en de enorme verliezen aan het front zich alsmaar opstapelden, kregen de Röchlinger Werke op een gegeven moment te kampen met aanzienlijke arbeidstekorten. Opportunistisch als Hermann echter was loste hij deze vervelende queestie op door Russische krijgsgevangenen en uit België gedeporteerde koempels als dwangarbeiders aan het werk te zetten.

Eeuwenlang streden Fransen en Duitsers om het bezit van Elzas-Lotharingen en het Saarland…

Frankrijk lijft Elzas-Lotharingen in

Op deze onorthodoxe wijze kon Hermann zich jarenlang schaamteloos verrijken zijn morele plicht vervullen, maar toen het er in 1918 naar uitzag dat Duitsland in deze oorlog aan het kortste eind zou gaan trekken, voelde de grootindustrieel nattigheid. Gezien de Duitse strooptocht in Frankrijk en België kregen de Röchlings het donkerbruine vermoeden dat de Franse en Belgische autoriteiten weleens genoegdoening voor geleden schade zouden willen vragen; iets waar de familie natuurlijk helemaal niet op zat te wachten.

Om een dergelijk doemscenario te voorkomen stelde Hermann de Duitse legerleiding voor om tijdens de vredesonderhandelingen Elzas-Lotharingen tot neutraal gebied te laten verklaren. (Dat zou het beste voor iedereen zijn) Maar na afloop van de oorlog wilde Frankrijk daar niks van weten; zij waren al sinds 1871 op revanche uit geweest en droegen Duitsland onmiddellijk op om Elzas-Lotharingen weer aan hen af te staan.

Het werd nog erger.

Industrieën blijven één maar vallen onder ander

In het verdrag van Versailles (het pronkpaleis diende wederom als strafhuis voor de verliezende partij) stond onder meer dat Duitsland als enige schuld had aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (net als eerder Frankrijk alle blaam voor de oorlog van 1870-1871 kreeg toegeschoven) en dat het daarom moest voldoen aan zware sancties en stevige territoriale concessies.

Voor de Röchlings hield dat concreet in dat hun fabriek in Diedenhofen werd onteigend (want die lag in Lotharingen en dat werd weer Frans) en dat ter compensatie voor de verwoeste Franse industrie de exploitatie van zijn kolenmijnen en ijzersmelterij in het Saarland (rond Völklingen) voor de komende 15 jaar (deels) aan Frankrijk moest worden gelaten. (waardoor beide gewesten economisch met elkaar verbonden bleven alleen onder de hoede van een ander land) Alsof dat niet al erg genoeg was werd Hermann samen met een van zijn broers bij verstek tot tien jaar cel en het betalen van 10 miljoen francs veroordeeld.

Het nationalisme wakkerde het vuurtje nog eens aan, waarbij men zeker aan Duitse kant nogal eens doordraaide

Hermann Röchling raakt in ban nazisme

Dankzij goede contacten in hoge regionen verkreeg Hermann politieke immuniteit en hoefde hij zijn straf nooit uit te zitten. Dat weerhield hem er echter niet van gedurende het interbellum een grote antipathie jegens de Fransen te ontwikkelen. Zij hadden tenslotte zijn bezittingen in Lotharingen geconfisqueerd en bovendien de zeggenschap over zijn kolenmijnen en ijzersmelterij (deels) in het Saarland verkregen. Weliswaar had Berlijn hem daarvoor ruimschoots schadeloos gesteld maar dat deed niets af aan zijn chagrijn.

Wars van enige zelfreflectie zocht Hermann zijn heil in het nationaalsocialisme, een politieke stroming die zich net als hij met hand en tand verzette tegen het dictaat van Versailles. Hij bezocht congressen van de nazi-elite, zwaaide fier met de hakenkruisvlag, vierde het feest van de zonnewende zoals de nieuwe religie dat voorschreef en propageerde op menig forum het Arische ideaal. Zo liet hij eind twintiger jaren reeds optekenen: Voortdurend succes ligt niet in het verschiet van een volk dat, zoals de Fransen, met behulp van leden uit minderwaardige Noord-Afrikaanse landen, en zelfs negers uit Senegal, probeert vitaal te blijven. Integendeel. Vermenging van soorten zal de ondergang van het Franse ras juist bespoedigen!

Om het Saarland weer Duits te maken zocht Hermann Röchling het hogerop…

Nazi’s willen Saarland weer terug in het Rijk

In 1933 verwelkomde Hermann de machtsovername van Adolf Hitler met de woorden: Eindelijk heeft het Duitse Rijk weer een leider die behept is met ongeëvenaarde deugden, die nooit iemand in de steek zal laten die zich voor hem inzet. Hij is ons door God gezonden en zal Duitsland weer groot maken. Om de daad bij het woord te voegen ging de verbolgen staalbaas bij zijn Führer te rade.

Zijn geliefde Saarland stond (zoals in Versailles afgesproken) tot 1935 onder internationaal toezicht van de Volkenbond (een voorloper van de Verenigde Naties) en dreigde mede daardoor tot een Joods natuurreservaat te verworden (omdat menig Jood er vanwege de relatieve veiligheid ten opzichte van de rest van Duitsland zijn toevlucht zocht). Gelukkig stond er over twee jaar een volksraadpleging op de planning waarin de lokale bevolking mocht kiezen tussen een hereniging met Duitsland, aansluiting bij Frankrijk of het mandaat van de Volkenbond verlengen, en nou was het zijn vraag hoe de Saar weer heim im Reich kon keren?

Daar hoefde Adolf niet lang over na te denken; richt een Duits Front op dat de populatie in het Saarland doet beseffen dat ook zíj tot het meesterras behoren.

Toen de nazi-terreur zich verspreidde ging langzaam maar zeker overal het licht uit

Expansiepolitiek nazi’s is opmaat Tweede Wereldoorlog

Zo gezegd, zo gedaan. Met Hermann als drijvende kracht achter de nieuwe beweging maakte het Duitse Front zich al snel de typische overredingskracht van de nazi’s eigen; intimidatie en geweld. Leden noemden tegenstanders van Hitler vijanden van het volk, maakten hen overal het leven zuur en dreigden met ze af te rekenen zodra de aansluiting een feit was. Veel oppositie troffen ze trouwens ook weer niet daar veruit de meeste Saarlanders niets liever wilden dan hun leven als Übermensch te continueren helpen bouwen aan een roemvolle Duitse toekomst.

De uitslag van het referendum onderstreepte de wens van de Saarlanders; liefst 91% verkoos Duitsland boven de andere twee opties. Een gigantisch succes waarmee Hermann en Hitler bijzonder in hun nopjes waren. Eindelijk zwaaiden ze weer de scepter over een industrieel complex dat voor hun aanstaande oorlog onontbeerlijk was. Want dat er nieuw conflict op handen was daarover waren de twee op wraak beluste heerschappen het wel eens. Anders zou Elzas-Lotharingen voor altijd Frans blijven, en dat kon natuurlijk niet bestaan.

De hoogovens draaiden op volle toeren om Hitlers ambities waar te kunnen maken

Hitler en Röchling delen zelfde visie en belangen

In een memorandum zette Hermann zijn gedachten over de voorbereiding op de oorlog en de uitvoering ervan uiteen: In het Oosten blokkeren de Russen Duitslands weg naar wereldrevolutie. Hun communistische opvattingen en goddeloze leer staan in schril contrast met het nationaalsocialisme en maken een allesbeslissende strijd onvermijdbaar. Daarnaast had heer Röchling ook gezien dat de Fransen, zijn aartsvijand, steeds verder naar het bolsjewisme afgleden. Bovendien had de Franse vrijmetselarij de Joden op de meest invloedrijke posities geïnstalleerd.

Maar behalve dat Hitlers Mann an der Saar zich uitstekend kon vinden in de boosaardige expansiepolitiek van de nazi’s, was hij ook gewoon industrieel ondernemer. Hij was er zich terdege van bewust dat zijn Führer de wapens nodig had die hij kon leveren, net zo goed als Hitler met behulp van die wapens in het bezit kon komen van de rijke afzetlagen in Lotharingen en andere veelbelovende gronden in het Oosten. Hun samenwerking zou dus wel eens uiterst lucratief kunnen uitpakken.

Zij stierven voor het vaderland, dachten de soldaten, maar in feite sneuvelden zij voor de extra winsten van de heren Industriëlen

Staaltsaar Röchling werkt zich omhoog in nazi-top

Tot zijn grote vreugde kon Hermann in 1940, nadat Duitsland Frankrijk opnieuw had verslagen en de capitulatie in Versailles getekend was, zijn geliefde Lotharingen (en daarmee zijn oude bedrijven in Diedenhofen) weer in de armen sluiten. Om de feestvreugde helemaal compleet te maken werd hij daarbovenop verantwoordelijk gemaakt voor de coördinatie van de ijzer- en staalindustrie van de gehele streek. Voor hem een droom die uitkwam.

Door zijn nieuwe functie was hij in staat zich meester te maken van alle (voorheen Franse) fabrieken waar hij al zo lang begerig naar had uitgekeken; in ruil daarvoor liet hij zijn imperium op significante wijze bijdragen aan de zo noodzakelijk geachte zelfvoorzienendheid (Lebensraum) die zijn Führer najoeg. Op deze wijze complementeerden de twee zich dus precies zoals ze het zich eerder hadden voorgesteld. Om de vruchtbare samenwerking ook toekomstbestendig te maken, en zo zijn industriële rijk veilig te stellen, spande Hermann zich ijverig in om de germanisering van het gebied tot een succes te maken (zoals hij in de Eerste Wereldoorlog Zijne Excellentie al geadviseerd had).

Zijn ster rees nog verder toen hij in 1942, toen het Derde Rijk op het toppunt van zijn macht was, tot de staaltsaar van Duitsland en alle bezette gebieden benoemd werd. Nu kon de nazi-elite echt niet meer om hem heen. In die hoedanigheid mocht hij menigmaal de raad inzake de oorlogseconomie voorzitten en nog veel vaker kwam hij in contact te staan met topnazi’s als Albert Speer en diens ondergeschikte Fritz Sauckel.

Terwijl de Duitse werknemers zich aan het front misdroegen, ging men ook in Völklingen over de schreef

Arbeidstekorten nopen nazi’s tot drastische maatregelen

Gelijk de Eerste Wereldoorlog werden ook ten tijde van de Tweede de meeste Duitse jongemannen onder de wapenen geroepen. Een nare bijkomstigheid die spijtig genoeg samenviel met de steeds stroever lopende campagne in het Oosten. De patriarch van de Saar had echter eerder met dit bijltje gehakt en wist dat hij voor het overkomen van dit euvel bij zijn vrienden uit de politiek kon aankloppen.

“U blieft dwangarbeiders, meneer Röchling? Maar natuurlijk. Hoe had u ze gehad willen hebben?”

In de eerste oorlogsjaren hadden de nazi’s nog kunnen volstaan met het gedwongen te werk stellen van politieke- en krijgsgevangenen (wat weliswaar tegen alle internationale verdragen inging, maar ach, daar hadden de bruinhemden nooit zoveel bezwaren tegen) maar toen op een gegeven moment de tekorten hoog opliepen (en de aantallen Fremdarbeiter die vrijwillig naar Duitsland wilden toekomen nogal tegenvielen) werden miljoenen burgers met grof geweld van huis en haard weggerukt en tot slaaf gemaakt.

Per trein werden miljoenen mannen van heinde en verre aangevoerd om als slaaf aan de slag te gaan

Dwangarbeid als middel om oorlogsdoelen te behalen

Hitlers oude kameraad Fritz Sauckel had als buitengewoon gevolmachtigde de taak om voldoende arbeidskrachten naar het Reich te halen. Voorwaar geen lastige opdracht, zo werd hem bij zijn aanstelling in 1942 medegedeeld, want in de bezette gebieden stonden hem ongeveer 250 miljoen mensen ter beschikking. Speer zei later nog geopperd te hebben eerst in eigen huis te kijken, en bijvoorbeeld Duitse vrouwen de posten van hun vechtende mannen in te laten nemen, maar daar wilde Fritz niets van weten. Hij meende dat iets dergelijks weleens morele schade bij de dames zou kunnen opleveren, en/of haar vruchtbaarheid in gevaar zou kunnen brengen. Volgens hem bestond de bijdrage van de Duitse huisvrouw aan het Derde Rijk vooral uit het baren van zoveel mogelijk gezonde, blonde kinderen.

Hermann Röchling maakte het niet uit, zolang Fritz er maar voor zorgde dat hij de mensen kreeg waar hij om vroeg. De Russen hadden ondertussen het zesde leger bij Stalingrad verslagen en nu hij de ijzer- en staalindustrie van het gehele Derde Rijk beheerde, hamerde hij op het belang van een Totaleinsatz. De dwangarbeid, zo beargumenteerde hij, was nodig om zich ten gunste van een verenigd Europa tegen het bolsjewisme en al zijn gruwelen te weren. En omdat het kostbare Duitse bloed ook in het belang van de Slavische volken vergoten werd, mocht hij toch op zijn minst eenzelfde tomeloze inzet van deze Untermenschen verwachten.

De schaduw van het duistere verleden deed zich tijdens ons bezoek meer dan eens gelden

Röchling pakt draad als oorlogsmisdadiger weer op

Wat hij daar precies mee bedoelde werd de dienaren van het Reich Röchling snel na aankomst duidelijk. Zij moesten onder erbarmelijke omstandigheden bovenmatige zware en met de oorlog in verband staande handelingen verrichten. Voldeden ze daar niet aan, en liepen ze er in de ogen van de toezichthouders de kantjes vanaf, dan werden ze bestempeld als saboteurs en doorgestuurd naar heropvoedingskamp Etzenhofen.

In het gerechtshof werd kamp Etzenhofen later omschreven als het persoonlijke concentratiekamp van de Röchlings. Alle gevangenen die daar terecht kwamen werden onderworpen aan een nog veel strenger regime dan men op de fabriek gewoon was. Zo werden zij, om hun verzet te breken, bewust uitgehongerd, afgemat en grenzeloos vernederd.

Werken in Völklingen was niet zonder gevaar, zeker niet als je dag in, dag uit werd uitgeput en mishandeld

De nachtmerrie van strafkamp Etzenhofen

“Een beetje zoals jij met mij pleegt te doen?”, pruttelde Ech Nie plots. Ze had de hele rit naar de ijzersmelterij nog geen woord gezegd, maar eenmaal in Völklingen aangekomen vergeleek ze haar lot ineens met dat van de slachtoffers van de nazi-terreur.

“Ja precies, jij hebt het zo slecht. Eerst heb ik je hier al naar toegesleept, en zo meteen, als ik je heb afgemarcheerd richting fabrieksterrein, dan zal ik je ook eens twaalf uur lang blootstellen aan het meest riskante werk wat er voor handen is. Zonder rust en zonder lunch. En als je dan echt helemaal bekaf bent, en denkt een beetje te kunnen gaan rusten op je luizige brits in Etzenhofen, dan laat ik je eerst nog even zware blokken beton van A naar B slepen, net zo lang dat je er bij neervalt, en dan weer terug. Slapen laat ik je maar een uurtje, want ’s nachts maak ik je wakker voor wat “gymnastiek”, of een ijskoude douche of weet ik veel wat voor sadistisch geintje ik dan kan bedenken. Want ik kan toch alles met je doen, niemand zal mij ook maar een strobreed in de weg leggen. En terwijl jij langzaam crepeert, verwijt ik je ongehoorzaamheid, en laat ik de herdershonden op je los, of ransel je af met mijn rijzweep. Met mijn gebalde vuisten laat ik je kennismaken vlak voor 4 uur ’s morgens, als de dag weer aanvangt, en het hele riedeltje weer voren af aan begint.”

Voor zover Ech Nie niet al ontnuchterd was, was ze dat nu.

Duitse oorlogsindustrie ging over lijken

Het leven van de geïmporteerde slaven was niks waard, zeker niet niet als ze van etnisch inferieure afkomst waren, zoals de zogenaamde Ostarbeiter, zij waren slechts een middel om gestelde oorlogsdoelen mee te verwezenlijken. Uitroeiing door werk, noemden de Duitsers dat, en de gruwelijke misdaden die ze er mee gepaard lieten gaan overtroffen ieders voorstellingsvermogen. Wat dat betreft waren de dwangarbeiders uit bevriende naties aanmerkelijk beter af. Natuurlijk bleven ook hen ontberingen niet bespaard, maar met een beetje geluk brachten zij het er nog wel levend vanaf.

Zoals gezegd maakte het Röchling niet uit waar ze vandaan kwamen, zolang het geld maar bleef binnenstromen hij maar het leger van granaten en ander wapentuig kon voorzien. Hij had tenslotte een oorlogsmachine van een heel land draaiende te houden, en niet een of andere liefdadigheidsinstelling. Waar hij alleen niet zoveel mee op had waren de kinderen, zwangeren en ouden van dagen die Sauckel op een gegeven moment zijn kant opstuurde, want die kwamen economisch wat minder tot hun recht.

Ondanks wonderwapens valt doek voor nazi-Duitsland

Productie über alles, daar ging het om. Een deel van de nazi-top realiseerde zich dat de oorlog na Stalingrad zo goed als verloren was, zeker toen ook Amerika de oorlog werd verklaard, (als men de middelen van beide partijen doorrekende dan kon men niet anders dan concluderen dan dat er tegen beide machtsblokken niet op te boksen viel) maar in plaats van een politieke uitweg te zoeken, opteerden de fanatiekste fascisten voor verdere radicalisering en intensivering van de oorlogvoering. Speer voorop. Als Wundermann van de bewapeningsinspanning motiveerde hij het Duitse volk om te blijven geloven in de eindoverwinning en volgens hem was het nog maar een queestie van tijd voordat nieuwe vergeldingswapens voor een kentering zouden zorgen.

Röchling hield zich daar ook aan vast. Terwijl Speer zich hard maakte voor de langeafstandsraketten V1 en V2 was hij druk met het uitwerken van een superkanon (V3). Daarnaast voerden de twee fanatici koortsachtig overleg hoe ook de laatste reserves van het land konden worden aangewend om het tij te doen keren. Maar gelukkig baatte het allemaal niks. (al vermoeden kenners dat zonder hun ijver de oorlog misschien wel twee jaar korter had geduurd) In mei 1945 gaf nazi-Duitsland zich onvoorwaardelijk over.

Sauckel adoreerde Hitler en ging over lijken om zijn meester de eindoverwinning te bezorgen

Fritz Sauckel voor de rechter

Gerechtigheid zou ook na deze Tweede Wereldoorlog spaarzaam zijn. Speer en Sauckel werden beschouwd als twee van de vierentwintig grootste schurken van het regime en moesten in Neurenberg verantwoording voor hun daden afleggen. Sauckel, door de aanklager omschreven als de grootste slavendrijver sinds de Egyptische farao’s, was een typisch exponent van het adagium; Ich habe es nicht gewusst.

De excessen, wreedheden en moordpartijen waren niet bekend geweest bij respectabele lieden zoals hijzelf. Zijn geweten was zuiver. Hij had persoonlijk niets gedaan waarvoor hij zich moest schamen en had altijd de rechten van de arbeiders, Duitse en niet-Duitse, gerespecteerd. En o ja, hij wist uit eigen ervaring dat het scheiden van gezinsleden hartverscheurend was, maar hij dacht ook altijd aan de Duitse soldaten die met achterlating van hun dierbaren in den vreemde moesten strijden… De rechter toonde minder begrip en zond hem naar de strop.

Albert Speer pakte zijn proces voorzichtiger aan, en bracht het er zonder al teveel kleerscheuren vanaf

Vonnis Albert Speer

Speer pakte het anders aan. Hij erkende de onvoorstelbare catastrofe die de nazi’s hadden veroorzaakt, schilderde Hitler en co als geboefte af en verweet zichzelf hoofdschuddend twaalf jaar lang tussen moordenaars te hebben geleefd. Hij had het niet in de gaten gehad. Was te zeer met zijn werk bezig geweest. En de miserabele toestand van de dwangarbeiders dan? werd hem tegengeworpen. Tijdens zijn inspecties hadden ze er altijd gezond en tevreden uitgezien, antwoordde hij, niet anders dan diegenen die in Duitse fabrieken werkten. En, voegde hij er fijntjes aan toe, niet híj had ze naar Duitsland gehaald, maar Sauckel.

Dat laatste was typerend; het was altijd iemands anders schuld, bij voorkeur iemand die al dood was. Hij had ook alleen maar bevelen opgevolgd. Misschien niet goed, want ja ten aanzien van de ramp die de wereld was overkomen had het hof hem de ogen wel geopend, en dat speet hem ook, maar hij was zo hardwerkend geweest omdat hij de Duitse en westerse cultuur had willen beschermen tegen het rode gevaar. Klopte natuurlijk helemaal niks van, want in werkelijkheid was Speer de man geweest die zich als bouwmeester van een duizendjarig Germania opwerkte tot de architect van de totale oorlog.

Helaas ontbrak het de rechter destijds aan voldoende bewijs; hij zag een fatsoenlijk man voor zich en gaf hem daarom het voordeel van de twijfel: twintig jaar.

De staalbaas was de enige industrieel die zowel na de Eerste- als de Tweede Wereldoorlog werd veroordeeld

Veroordeling Hermann Röchling

En dan Röchling. Hij was wat later aan de beurt dan Speer en Sauckel, en had het geluk dat in 1948 de tegenstellingen tussen Oost en West, communisme versus kapitalisme, zich steeds verder begonnen af te tekenen. Een trend die hij oppikte en in zijn voordeel wist om te buigen. Ja, de mensen werden gedwongen, getuigde hij met een stalen gezicht, maar Sauckel, Speer en ikzelf maanden onze ondergeschikten keer op keer om de arbeiders goed te verzorgen, te kleden, onder te brengen en te behandelen. Ze hadden het bij ons veel beter dan in Rusland. Vele gedijden prachtig.

“Niets van waar”, stelde de eiser, “meneer Röchling zat er alleen voor eigen gewin. Hij bekommerde zich op geen enkele manier om de fysieke en mentale gesteldheid van de duizenden om wie hij herhaaldelijk had verzocht. En zeker niet om de Ostarbeiter.”

Maar we hielden niet alles voor onszelf, wierp Hermann tegen, er werden ook producten voor civiel gebruik naar het Oosten gezonden. Het leek ons niet meer dan billijk dan dat wij daar als tegenprestatie arbeid voor verlangden. En het was natuurlijk ook zo dat, om te kunnen blijven bestaan, iedereen moest meehelpen.

Levenslang werd er tegen de staalmagnaat geëist, vanwege de dwangarbeid, maar ook omdat hij actief had deelgenomen aan de grootste bandieterij ooit; hij kreeg daarentegen tien jaar. Alweer.

Het werd nog erger.

Tegengestelde belangen kwamen na de oorlog al snel weer bovendrijven onder de geallieerden

Amnestie voor Hermann Röchling

Gezien de almaar toenemende dreiging van de Sovjet-Unie verlangde de USA al snel een sterk Europa, ínclusief West-Duitsland, dat Stalin in bedwang kon houden. Om dat voor elkaar te krijgen waren ondernemers als Röchling benodigd, zo betoogden zij, omdat hij de kennis, én de middelen had om de defensie van het continent weer voor een volgende oorlog klaar te stomen. Per slot van rekening hadden de Anglo-Amerikanen de fabrieken van de staalmagnaat tijdens hun bommencampagnes niet voor niets met rust hadden gelaten, die industrie, zo dachten ze ook toen al, kon hen namelijk nog wel eens van pas komen…

“Wat zeggie nou?”

“Tsja, die yanks legden een sterk staaltje Realpolitik aan de dag. De gemeenschappelijke vijand was nog niet verslagen of de tegengestelde belangen van de geallieerden begonnen alweer op te spelen. Tot volle tevredenheid van Herr Röchling kunnen we wel zeggen, want onder Amerikaanse druk kwam hij na twee jaar brommen alweer vrij. Totale rehabilitatie en teruggave van zijn ijzersmelterij volgde. Een jaar na zijn dood in 1955 ging de gemeente Völklingen zelfs zover om een stadswijk naar hem te vernoemen, naar iemand dus die voor misdaden tegen de menselijkheid veroordeeld was.”

“Maar waarom?” vroeg Ech Nie vertwijfeld.

“Omdat die altijd zo’n goed werkgever was geweest. Tenminste, voor Duitsers dan…”

“Ja nog effe…”

“Ik maak geen gein schat, dat vonden ze hier echt. Compleet gestoord, maar zo waren ze.”

Het kon nóg erger.

De wereld is niet goed of fout, hij is grijs. En de kerfstok van Röchling bleek van ijzer

Albert Speer rehabiliteert zichzelf

Albert Speer was een van de fanatiekste en trouwste aanhangers van Hitler. Veel machtiger ook dan Röchling. Hij behoorde tot de intimi van de Führer, een staatscrimineel die paste in het weinig florissante rijtje Goebbels, Bormann, Himmler, Rosenberg. Maar in zijn cel begon Speer te werken aan zijn eigen versie van de geschiedenis. Hij erkende in zijn memoires nogmaals de verschrikkingen, betuigde wederom zijn medeleven, maar zei ook nooit iets van de gaskamers te hebben afgeweten, echt, eerlijk waar niet. Ich habe es nicht gewusst.

Daarna beweerde hij zich aan het eind van de oorlog tegen Hitler gekeerd te hebben, omdat hij zich niet kon vinden in zijn waanzinnige Nero-bevelen, die een complete vernietiging van de industrie (en de rest van Duitsland) gebood en dat hij zelfs het plan had opgevat de Führer van het leven te beroven. Omdat hij zo begaan was met het lot van zijn geboortegrond.  

De ijzersmelterij beslaat zo’n zes hectare en domineert de stad Völklingen

Wir haben es nicht gewusst wordt mantra naoorlogs Duitsland

Hij was zo goed in zijn verhaal, dat iedereen hem geloofde. Hij kwam bekend te staan als de goede nazi, een graag geziene, gedistingeerde heer die voor de camera of in een vooraanstaand magazine met genoegen vertelde over hoe hij als brave burgervader misleid was. Dat hij niettemin gedurende de hele NS-tijd integer was gebleven, en dat hij altijd het beste met iedereen voor had gehad. Vandaar ook dat hij zich zoveel moeite had getroost …

Het ging erin als koek. Zeker bij zijn landgenoten. Hij werd de succesvolste vertolker van het afwentelingsbetoog. De ideale afleidingmanoeuvre voor lieden die óók niets meer wilden weten van hun eigen aandeel in de nazi-misdaden. Als hij zichzelf kon vrij pleiten, iemand die zo hoog in de boom zat, dan konden zíj het ook. Niemand wist meer iets van Auschwitz, of al die andere kampen, van de executies of van alle slaven; de dagelijkse beslommeringen aan het front, in het psychiatrische ziekenhuis, op het spoor of bij de rechtbank hadden ieders aandacht zo opgeslokt dat de nazi-terreur, die voor hun ogen werd voltrokken, compleet aan hen voorbij was gegaan. En trouwens; vergeet niet dat de Duitsers het ook niet makkelijk hadden hè, met al die bombardementen en zo. In feite waren zij net zo goed slachtoffer

“Dit heeft niks te maken met politiek, dit is een man die zichzelf verrijkte door overwonnen landen te plunderen”, aldus de rechtbank over Röchling in 1948

Wat te doen als de geschiedenis zich herhaalt?

“Ja zo kan die wel weer. Gadverredamme zeg…”

“Inderdaad. Vies hè. Gelukkig waren er ook nog mensen als Magnus Brechtken, een Duitse historicus die het sprookje van Speer opblies en aan de hand van feiten zijn ware, misdadige karakter blootlegde. Maar ja, dat was pas in 2019, toen al die lui allang overleden waren…”

“Tjezus man, wat een ellende, en als je dan al die oorlogsretoriek van tegenwoordig hoort…”

“En weet dat de geschiedenis zich dikwijls herhaalt…”

“Ja dan is er eigenlijk maar een oplossing…”

“Een wijnproeverij?”

“Ech Wel!”


Ook wel eens de ijzersmelterij van Völklingen bezocht? Hard moeten werken of veroordeeld voor oorlogsmisdaden? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Mikado met werelderfgoed

Praktische informatie

Voor de goede orde: na de Tweede Wereldoorlog werd Elzas-Lotharingen definitief Frans en het Saarland Duits (al maakten de Fransen nog jarenlang aanspraak op het Duitse gebied en moest een volksraadpleging in 1957 de doorslag geven).

Voor de productie van staal en ijzer werden 49.000 krijgsgevangenen en 106.000 burgers naar de Saar gehaald. Dit was iets meer als 3% van het totaal aantal slaven wat door de nazi’s in de oorlog te werk werd gesteld. In Völklingen waren meer dan 12.000 buitenlandse dwangarbeiders werkzaam, 261 overleefden hun deportatie niet, daaronder waren 60 kinderen.

Natuurlijk had ik er ook voor kunnen kiezen het productieproces van staal hier uit de doeken te doen, maar hoezeer ik me daar ook in verdiepte, ik snapte er niks van. Bovendien vond ik de nazi-geschiedenis veel interessanter. Dat wil echter niet zeggen dat een bezoek aan de ijzersmelterij niet aan te raden valt. Zelfs voor iemand die niet veel op heeft met techniek en fabriek (zoals ik) kan niet om de rauwe schoonheid van zware industrie heen.

Adres: Rathausstraße 75-79, 66333 Völklingen, Duitsland
Jaar van inschrijving: 1994
Officiële website: voelklinger-huette.org
Bezocht op: 06-12-2015
Nummer: 110

Boekentip: Hij werd hierboven al even genoemd; Markus Brechtken, de auteur van het onthullende boek Albert Speer, een Duitse carrière. Daarnaast toonde Margaret Manale met haar boek de fabriek van het Derde Rijk aan wie Hermann Röchling werkelijk was. Beide boeken dienden als belangrijke bron voor dit artikel.

Lees ook:

Het nationaalsocialisme was geen Duitse politieke stroming die in 1933 plotseling opkwam, daar ging een lange geschiedenis aan vooraf. In onderstaande artikelen werd daar al eens aandacht aan besteed:

Bauhaus, en hoe de droom van een Duitse natie uiteenspatte
Himmler “zuiverde” stiftskerk Quedlinburg tot sinister SS-heiligdom
Burcht Wartburg, en hoe de Jodenhaat van Luther, Wagner en Hitler het christendom van “Semitische smetten vrij”maakte