Lang, lang geleden, toen auto’s nog niet standaard waren uitgerust met ingebouwde navigatiesystemen, de euro nog niet was ingevoerd en Tsjechië nog geen lid van de Europese Unie was, trokken wij naar Praag. Feyenoord speelde er een Champions League wedstrijd tegen het plaatselijke Sparta en wij waren vast van plan onze club daarin te steunen. Het liep alleen niet helemaal zoals gepland…

Karelsbrug in grijsachtig Praag met op de achtergrond de silhouetten van een middeleeuwse skyline vol torentjes
Praag, de stad van 100 torens, in mysterie gehuld…

Praag gaat schuil achter rookgordijn

Met drie auto’s beginnen we onze Bohemian Rhapsody. A, B en C en K, L en M vanuit Rotterdam, R, S en T op gepaste afstand vanuit de Hoek. Terwijl onze chauffeur de A16 opknalt, controleren wij of alles ook echt mee is; “Lange vloe?”

“Tjek.”

“Tippies?”

“Heb ik.”

“Shag?”

“Ja hier.”

“Nee niet die Javaanse jongens, die halfzware Van Nelle moet ik hebben.”

“Hierzo”, klinkt het vanaf de bijrijdersstoel, en met opgetogen instemming aanvaard ik het mij toegestoken lichtblauwe bundeltje tabak. “Moe je nog wiet ook?”, wordt mij gevraagd, maar dat is niet nodig. “Ik draai wel ff een hasjblow. Veel lekkerder.” Wanneer even later de brand in een dikke joint wordt gestoken, distribueert kameraad B de eerste kouwe kletsers van de reis. “Proost man!”, roepen we blij, en terwijl onze bolide zich al gauw met de zware dampen van onze pretsigaret vult, concluderen we tevreden dat het dit keer tenminste niet aan een goed begin ontbreekt. We hebben werkelijk aan alles gedacht.

“Ehm, waar moet ik eigenlijk heen?”, wil de bestuurder weten, maar daar hebben we geen idee van. “Weet ik veel, hebbie geen kaart dan?”

Toch nog iets vergeten.

Routekaart van Rotterdam naar Praag
Onderweg naar Praag bepaalde het lot dat het moesten doen met niet meer dan een simpel kaartje achter op een boek

Gebrekkige communicatie typeert start nieuw Europacupavontuur

Direct na de loting hebben we de keuze uit München, Moskou of Praag. De eerste stad schrappen we vanwege een eerder akkefietje in Leverkusen (wat sommigen onder ons tot persona non grata in Duitse stadions heeft gemaakt), Moskou vinden we te ver weg, en dus blijft de Gouden Stad aan de Moldau als enige optie over. Geen straf, weet ik, want zijn architectonische schatten en gevarieerde horeca-aanbod lijken garant te staan voor een legendarische reis…

Als blijkt dat naast A ook K niet aan een routekaart heeft gedacht informeren we per mobiel of R soms iets heeft uitgestippeld. “Ja, dat heb ik!”

“Oh beter!”

“Ja, alleen is dat velletje nou weer foetsie. Zal nog wel in het wegrestaurant liggen waar we net een bakkie pleur hebben gedaan.”

“Oh handig. En nou?”

“Nou rij ik daar alweer vandaan.”

“Lekker slim!”

“Ja hoe kan ik anders mijn doel bereiken?” 

Tsjechisch gerecht met knoedels ne stoofvlees op een bord
Geen horeca zonder knoedels vinden de Tsjechen, die het gerecht zien als een essentieel onderdeel van hun nationale keuken, maar onze waardering kon het eten niet wegdragen…

Vele wegen leiden naar Tsjechische hoofdstad

Het warrige gesprek noopt ons tot een zoektocht door de auto, want, zo denkt A, misschien dat er op de vloer nog ergens een plattegrond ligt. Of in het dashboardkastje. Veel vertrouwen hebben we er niet in, maar dan vindt C onder zijn stoel een oud boek met Nederlandse knooppunten. “Heb ik toch niks aan”, miept A, maar dat blijkt te vroeg gesipt. “Kijk hier dan, een plaatje met alle hoofdwegen van West-Europa. Zo moet het wel lukken toch?”

“Ja, dat wordt een ABC-tje!”

Kort daarna hangt R aan de bel. Werkzaamheden bij Utrecht hadden hem van het juiste pad afgebracht en nu was hij door allerlei vage binnendoorweggetjes bij de zoveelste afsluiting vast komen te zitten. “Of wij misschien nog raad wisten?”

“Utrecht? Dan zit je sowieso verkeerd. Je moet Nijmegen aanhouden en daarna Keulen.”

Burcht van Praag met Sint-Vituskathedraal kijken vanaf een heuvel uit over benedenstad
Trots kroont de gotische Sint-Vituskathedraal de Hradcany heuvel en werelderfgoed Praag

Keizer overmeesterde Boheemse heerser Wenceslas

Om niet helemaal verloren aan te komen informeer ik mijn bijrijders tijdens de lange rit over de geschiedenis van de plaatselijke burcht. “Ja dat is nodig, want anders snappen jullie niks van Praag!”

“Begin 10e eeuw, kort nadat de eerste houten paal voor het kasteel de grond in was geslagen, bracht de op het slot residerende dynastie de vader des vaderlands voort; de heilige Wenceslas, of, zoals de Tsjechen zeggen; Vaclav. De jonge prins had al vroeg in zijn regeerperiode een geïrriteerde Hendrik de Vogelaar aan zijn deur omdat de keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie, net als de paus, niet te spreken was over de Tsjechische traditie om de eigen taal en liturgie tijdens de heilige mis te hanteren.”

“Hoezo?”

“Tsja, wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Beide heren vreesden groeiende invloed van Byzantium (van wie Wenceslas’ grootouders de godsdienstoefeningen hadden geleerd) en aangezien zij van mening waren dat Centraal-Europa binnen hun machtsdomein viel, verwachtten zij van de daar wonende populatie dat zij zich ook naar hún westerse wensen zouden schikken.”

Tring, tring. Daar komt R weer in de lucht. Nijmegen was die inmiddels gepasseerd maar van Keulen had hij nog geen spoor gevonden. “Dat kan niet.”, antwoorden wij, “dat ligt in het verlengde…”

“Nou bij mij niet hoor.”

“Wat staat er dan op de borden?”

“Ja Köln of zo…”

Zuidelijke toren Sint-Vituskathedraal in deels gotische, deels renaissancestijl
De Sint-Vituskathedraal als zetel van de macht, een gewijde plek waar vele Tsjechische koningen gekroond werden en in de crypte hun laatste rustplaats vonden

Wenceslas stichtte Sint-Vitusheiligdom na ontvangst relieken

Na R te hebben uitgelegd dat dit de Duitse benaming voor dezelfde stad is vervolg ik mijn relaas; “Wenceslas suste de boel. Hij had als toegewijde christen geen zin in oorlog en onderwierp zijn graafschap daarom zonder veel gedoe aan de Duitse meester. (wat erop neerkwam dat de Tsjechen van de Byzantijnse – naar de Latijnse ritus overstapten en dat Duitse missionarissen voortaan de Slavische bevolking in het juiste geloof gingen onderwijzen) In ruil voor zijn schappelijke medewerking ontving Wenceslas uit handen van de keizer de rechterarm van de heilige Vitus, waarvoor hij prompt, in 929, een ronde kerk, de zogenaamde Rotunda, liet oprichten.”  

Tring. Tring. R weer. We hadden hem gezegd na Keulen richting Frankfurt am Mainz te rijden, maar natuurlijk komt ook die plaats niet in zijn woordenboek voor. “Ik zie alleen maar Frankfurt am M. staan.”

“Ja klungel, waar denkie dat die M voor staat?”

“Hoe moet ik dat weten? En die M staat er niet voor hè, die staat erachter!”

Sint-Wenceslaskapel in Sint-Vituskathedraal met gouden kroonluchter en kleurrijke fresco's die het leven van de heilige uitbeelden
De relieken van Wenceslas, de beschermheilige van de Bohemen, worden bewaard in een naar hem vernoemde kapel in de Sint-Vituskathedraal, op de plaats van de oorspronkelijke Rotunda

Broederstrijd eindigde in Sint-Vituskathedraal

Wenceslas’ daad wordt hem door zijn heidense broer niet in dank afgenomen; hij ziet de belangen van het Tsjechische volk verkwanseld en stuurt broerlief om die reden direct naar zijn Schepper. Enige tijd na de moord krijgt hij echter wroeging en uit een soort van boetedoening beval hij de stoffelijke resten van de inmiddels tot heilige verklaarde Wenceslas in de door hem gestichte Sint-Vituskapel te ruste te leggen.

“En daarmee is de geschiedenis van Praag verteld?”

“Het begin wel ja. Zowel de (uit)bouw van de Sint-Vituskapel als de broederstrijd tussen Germanen en Slaven zouden vanaf dat moment als een rode draad door het Tsjechische verleden gaan lopen. Zo zag men pas in 1929 de Sint-Vituskathedraal voltooid, duizend jaar na zijn stichting door de heilige Wenceslas, en zou het nog tot 1997 duren alvorens de Duitsers en de Tsjechen zich verzoenden.”

“Zo tering.”

“Ja, en al die tijd, of eigenlijk tot op de dag van vandaag, zou de burcht, samen met het godshuis, het politieke, religieuze en culturele centrum van de Bohemen vormen.”

Ingang koninklijk paleis Praag met verguld hekwerk en twee reusachtige beelden op een sokkel
Geüniformeerde beveiligers en worstelende Titanen houden de wacht bij de ingang van de burcht. Het barokke paleis dankt haar uiterlijk aan keizerin Maria Theresia die ook slot Schönbrunn zo fraai liet verbouwen

Ontoegankelijk Tsjechië werpt nieuwe barrière op

Ondanks de wirwar aan wegen weten we toch, wonder boven wonder, de Duits-Tsjechische grens te bereiken. Jammer is alleen dat we ter plaatse gelijk weer op een volgende queestie stuiten. Terwijl wij zonder problemen de Bohemen binnenrollen, wil het bij onze volgauto niet erg vlotten. Na een stiefkwartiertje wachten merkt A op dat dit niet goed is; “Dit is niet goed hoor…”

“Wat?”

“Dat die gasten er zo lang over doen. Volgens mij is er iets aan de hand.”

Onmiddellijk slaat bij ons de paranoia toe; Zouden ze hun drugs niet op tijd hebben opgeborgen? Zijn er wapens gevonden? Niet dat we altijd messen of iets dergelijks bij ons hebben, maar K kart in een bedrijfswagen vol gereedschap en uit ervaring weten we dat sommige grenswachters wel héél moeilijk over dat soort zaken kunnen doen.

Strak voor zich uitkijkende paleiswacht voor zijn grijs-wit gestreepte hokje in Praag
Stoïcijnse wachters tonen zich onvermurwbaar…

Boheemse douanebeambten leven in bizarre werkelijkheid

“Maar agent, dit is gewoon een boormachine, die heb ik nodig voor m’n werk.”

“Ja maar stel dat u doordraait en er een ander mee verwondt, dan kunnen wij zeker de gaten komen dichten? Of de vellen oprapen? Dat gaat natuurlijk niet, we hebben nog wel meer te doen.”

“Hoe komt u erbij? Dat ding blijft gewoon in de auto liggen, daar ga ik echt niemand mee de hersens inslaan hoor.”

“Aha, dus meneer geeft toe dat hij in het bezit is van een ongeoorloofd strijdmiddel?”

“Ongeoorloofd strijdmiddel? Dit is een bóórmachine, dat zeg ik toch net?”

“Dan hoeft u niet gelijk zo’n agressieve houding aan te nemen. Daarmee brengt u zichzelf alleen maar verder in de problemen.”

“Ik neem helemaal geen agressieve houding aan! Ik leg slechts uit waarvoor dit gereedschap dient.”

“En u denkt dat wij daarvan niet op de hoogte zijn? De brutaliteit. Wij waarschuwen u dat uw minachting jegens ons, dienaren van de wet, uw toekomstig proces wellicht schade berokkent.”

“Mijn toekomstig proces? Wat gaan we nou krijgen? Ben ik nou ook al gearresteerd of zo?

In gouden mozaïeken op de Sint-Vituskathedraal wordt het Laatste Oordeel uit het boek Openbaringen uitgebeeld
Voor we het wisten is het Laatste Oordeel al over ons geveld… (zoals weergegeven op de Gouden Poort van de Sint-Vituskathedraal)

Grensoverschrijdend gedrag gezagsdragers

Destijds dachten we in een of andere slechte klucht beland te zijn, maar het werd nog gekker toen de heren weigerden te vertellen waarvoor onze vriend was opgepakt. “Het is niet onze taak om u daarvan op de hoogte te brengen. U zal te zijner tijd wel vernemen waarvoor u wordt aangeklaagd. Voor nu willen we u er alleen nog even op wijzen dat u dat apparaat wellicht het beste aan ons kan overhandigen. In principe dient hij voor nader onderzoek in het depot opgeslagen te worden, maar het is een publiek geheim dat spullen daar regelmatig verduisterd schuine streep verkocht worden. En dat zal uw zaak alleen nog maar verder ondermijnen.”

Die corrupte bende zat dus gewoon achter onze bezittingen aan!

“Stel dat ik mijn gereedschap bij u in bewaring geef, vroeg K, die duidelijk eerder met dit bijltje had gehakt. “Kunnen wij dan onze weg vervolgen?”

“Natuurlijk meneer. Uw arrestatie is voor ons geen beletsel u, en uw reisgenoten, door te laten gaan. Wij zijn geenszins van plan u te hinderen bij het volgen van uw club.”

Klassieke gevel van Praagse Karelsuniversiteit met dubbele zuilen boven rondbogen
De Karelsuniversiteit (Carolinum) in Praag. Jan Hus doceerde er, Franz Kafka kreeg er les, maar volgens ons bleven de Tsjechische grenswachten er altijd verstoken van onderwijs. De school zou trouwens ook een grote rol spelen bij het etnisch-religieuze conflict tussen Germanen en Slaven

Identiteitsconflict op demarcatielijn

“Tsjongejongejonge”, foetert A, nadat hij terugkeert van polshoogte nemen, “Ik had het nog zo gezegd; jongens denk erom, Tsjechië hoort niet bij de EU, je moet je paspoort meenemen.”

“Ja en?”

“En wat denkie dat M bij zich heeft?”

“Geen paspoort?”

“Nee, alleen een Europese Identiteitskaart.”

“Lekker bijdehand. Komt die er nou niet in?”

“Nou niet nee, maar ze gaan proberen hem ergens over het hek te zetten. Moet die effe een stukkie door het bos lopen, maar dat zal voor hem geen probleem zijn, hij is beroepssoldaat, en dan pikken L en M hem aan de andere kant van de grens weer op.”

“En wij?”

“Wij gaan vast naar Praag.”

Zicht over Praag met zijn barokke architectuur en rode daken
Lang hebben we geen uitzicht op Praag, maar eenmaal daar kunnen we alleen maar genieten…

Grensconflict eindigt in poel des verderf

Anno 2001 belet een indrukwekkend hekwerk onverlaten langs de hele grens om het land op wederrechtelijke wijze binnen te dringen. “Ah joh, en anders vliegen we er toch gewoon overheen,” spreken K,  L en M elkaar moed in. Maar M zegt in dienst al zoveel hindernisbanen te hebben genomen, dat dit ook wel moet lukken.

“Okee. Tot zo dan.”

Niet dus.

Eerst gaat het nog goed en klautert M kwiek over het staketsel heen, maar na een kleine radiostilte komen er verontrustende berichten binnen; onze strijder is in een verraderlijk moeras beland, staat tot aan zijn nek toe in de koude drek en heeft drollen gezien, zo groot, dat ze welhaast zeker van wolven afkomstig zijn. Bovendien slaat de schemering in en ziet hij door de vele bomen het bos niet meer.

“Kijk je wel uit voor achtergebleven mijnen”, adviseert K hem nog. Maar na dit flauwe geintje zien de kompanen wel in dat de missie geen enkele kans van slagen heeft. “Keer maar om gozer, dan pikken wij je weer op en zetten je op de trein terug naar Rotterdam.”

Groen bemoste boom over een stromend beekje met kleine waterval te midden uitgestrekt bos
De Tsjechen werpen zoveel obstakels op dat het zelfs onze militair teveel wordt

Wagen wordt voor eigen bestwil “aan het verkeer onttrokken”

Met behulp van een bij een benzinestation aangeschafte stadskaart (“goed idee B, dat we daar niet eerder op gekomen zijn”) loodst A ons op weergaloze wijze door het Praagse steegjeslabyrint naar ons hotel. Een hele opluchting, vinden wij allen, na zo’n lange tocht, maar de vreugde blijkt van korte duur als even later K tierend aan de bel hangt. “Ja?”

“Die hufters hebben m’n auto in beslag genomen!”

Door al het gedoe met M hadden K en L zich in de kijker van een paar wraakzuchtige grenswachten gereden (het domste wat je kan doen natuurlijk, aandacht trekken, ook al gaat het niet zoals je wilt) en zag hij zich na een aantal moeilijke vragen gedwongen zijn vehikel over te dragen. “Anders kon ik het bij de rechtbank wel vergeten, zeiden ze!”

“Okee, rustig blijven”, recommandeert E, “bel R effe, die zal zo ook wel bij de grens aankomen, kan hij jullie meenemen.”

“Nou die staat hier naast me, maar die is echt volledig de weg kwijt.”

Rudolfinum in Praag met zandstenen kleur, renaissancistische stijl en beeldhouwwerk dat verwijst naar kunst en muziek
Het concertgebouw (Rudolfinum) in de oude stad. Ofschoon we heftig protesteren tegen al het ons aangedane onrecht worden we door het Praagse bestuur gedwongen een toontje lager te zingen

Tegenwerking hotelmedewerkster

Terwijl A weer in zijn auto stapt om de hele groep op te gaan halen, kloppen wij aan bij de incheckbalie. “Uw vergunning alstublieft.”

“Vergunning?”

“Deze herberg is eigendom van hogere machten, indien u niet in het bezit bent van een vergunning is slapen hier niet toegestaan.”

“Maar wij zijn Feyenoord! Dat ziet u toch wel?”

“Zeker, maar daaraan kan u uiteraard geen rechten ontlenen. Integendeel, ik zou zeggen dat het een reden te meer is om u de toegang te ontzeggen.”

Hierna ontwikkelt zich tussen ons en de receptioniste een doldwaze komedie die pas wordt beslecht na een straf potje blufpoker; “Mevrouw, wij zijn hier op uitdrukkelijk verzoek van het Sparta Praag-bestuur gekomen. Als u ons niet toestaat te rusten, weet dan dat wij deze onverkwikkelijke queestie bij hen zullen aankaarten…”

“Ah meneer,  waarom heeft u dat niet meteen gezegd! In dat geval gelden er hele andere protocollen. Eens even kijken, o ja, hier heb ik het, kamer 96A, op de bovenste verdieping, speciaal voor gasten van hoge heren. Gang door, aan het eind links, doorlopen tot het tweede raam aan uw rechterhand, die met die witte sierlijsten, daar oversteken naar het trappenhuis, oppassen voor uw hoofd, de vide is er nogal laag, dan via erker, HWA, en kooiladder naar boven en na drie keer kuchen deze pas aanbieden.”

“Eh ja, bedankt!”

Barok Praag met kleurrijke huizengevels, rode daken en gotische kerkspitsen gelegen aan de met bruggen overdekte Moldau
Het centrum van Praag met, hoog boven de huizen uitstekend, de Zizkov-televisietoren op de achtergrond. Het lijkt een klein stukkie maar schijn bedriegt

Onnavolgbare bureaucratie dwingt fans tot maatregelen

Onze herberg ligt vlakbij de grote Zizkov televisietoren, in een wijk die een behoorlijk stukje uit het centrum ligt. Omdat we echter ook wat van de stad willen zien, vatten we de afstand op als een zegen. “Als we vanaf hier naar de burcht lopen, en onderweg een paar pintjes pakken, dan krijgen we denk ik wel een goede indruk van wat Praag ons allemaal te bieden heeft”, meent B. Maar A ziet zo’n marathon niet zitten; nog moe van al het gedoe de vorige dag opteert hij voor een kroeg in de buurt. “Er zijn er zat.”

“Ja maar wij zijn daar niet welkom A”, corrigeer ik hem, “want we hebben van tevoren geen verzoekschrift ingediend.”

“Hoezo, waar heb jij het nou weer over?”

“Ja, ik heb het ook niet verzonnen…”

“Nou ja zeg. Een verzoekschrift om te mogen drinken. Absurd gewoon. Wie verzint zoiets?”

“Die lui in hun ivoren toren natuurlijk…”

“Okee,”, besluit A, “laten we daar dan als de sodemieter naar toe gaan, dit moet zo snel mogelijk worden opgelost!” Waarop R inhaakt: “Gelukkig steekt de burcht hoog boven alles en iedereen uit, kunnen we de weg tenminste niet kwijtraken…”

Zicht op de burcht van Praag met Sint-Vituskathedraal aan de top en de Karelsbrug aan zijn voeten
Gelijk de ster van Bethlehem vroeger wijst nu de burcht van Praag bezoekers de weg. Toch denken wij dat de drie koningen van destijds het betrekkelijk gemakkelijk hebben vergeleken met wat wij moeten doorstaan

Jan Hus en de Eerste Defenestratie van Praag

Terwijl we vol vuur naar het slot trekken waarschuw ik mijn vrienden voor de Praagse gewoonte andersdenkenden uit het raam te gooien. “Moeten ze proberen”, reageert C verbeten, “dan gaat het meteen los.”

“Nou óók dat zijn ze wel gewend hoor hier”, antwoord ik, “in 1419 en 1618 vonden er defenestraties (duur woord voor uit het venster werpen) plaats die allesbepalend in de loop van de Tsjechische geschiedenis waren.”

Begin 15e eeuw was het behoorlijk onrustig in deze contreien. De Tsjechische priester Jan Hus hekelde vanaf zijn preekstoel (in de plaatselijke Bethlehemkerk) zo geestdriftig de verregaande germanisering van het gebied (Duitsers bedreigden volgens hem de Slavische cultuur) en de misdadige corruptie binnen de katholieke Kerk (paus en consorten verweet hij vooral bezig te zijn zichzelf te verrijken in plaats van nederig het evangelie te verspreiden) dat zowel kroon als mijter het noodzakelijk achtten de rebellerende betweter op de brandstapel te zetten. Toen zij het vuur aan zijn schenen legden zou hij volgens de overlevering hebben gezegd: Vandaag braadt u een gans, maar uit mijn as zal binnen honderd jaar een zwaan oprijzen die u niet zult kunnen braden.

“Wat betekent dat nou weer?”

“Dat leg ik zo wel uit. Eerst wil ik het nog even hebben over de Hussietenoorlogen die Hus’ aanhangers vier jaar later ontketenden. Het begon allemaal met de Eerste Defenestratie, het moment dat een deel van het Praagse stadsbestuur onder leiding van Jan Žižka (inderdaad de held waarnaar de televisietoren is vernoemd) door het glaswerk naar buiten werd gemieterd omdat zij weigerden hun broeders uit het gevang te ontslaan.”

Jan Hus monument waarbij de priester als een rijzige gestalte boven alles en iedereen uitsteekt
Zegevierende Hussieten, verdreven protestanten en een inscriptie met de tekst: “De waarheid zegeviert”; het Jan Hus monument (500 jaar na zijn dood onthuld) is Tsjechische geschiedenis in een bronzen notendop

Hussieten winnen oorlog tegen katholieken

De rel mondde uit in een oorlog waarbij de volgers van Hus, veelal agrarische Tsjechen, het opnamen tegen de keizerlijke ridders van de Duitse Orde. Het leek een oneerlijke strijd, daar de Germaanse troepen over superieure aantallen en wapens beschikten, maar werd een jarenlange zegetocht van het Slavische volksleger omdat Žižka door improvisatievermogen en tactisch inzicht de katholieke krijgsmacht steeds maar weer gevoelige nederlagen wist toe te brengen. Nadat Jan ook op de Praagse Vítkov-heuvel een legendarische overwinning had behaald, werd die plek naar hem vernoemd.

“Dat is toch de wijk waar wij gelegerd zijn?” 

“Zeker.”

“Misschien moeten we dan ook maar het voorbeeld van Zizka volgen en al die mafkezen hier, als ze niet aan onze eisen voldoen, door de ruiten smijten!”

“Gaan we doen!”, bevestigt een strijdvaardige B, “we zullen ze eens even laten zien dat met Feyenoord niet te spotten valt!” En om de daad bij het woord te voegen wordt onmiddellijk het café op de hoek bezet. “Een verzoekschrift?”, herhalen wij de vraag van kastelein, “Hier hebbie d’r een”, en werpen hem een smoezelig papiertje met onze bestelling toe. “Tien pils GVD. Nu!”

Schildering van Maarten Luther die in een besneeuwde stad verfrommelde paperassen in het vuur gooit
Klaar met de dogma’s van de katholieke Kerk wierp ook Maarten Luther de pauselijk bul als een vod in het vuur

Maarten Luther en de Habsburgers betreden het strijdtoneel

Vermoedelijk ziet de waard de bui dan al hangen en roept hij, zonder dat wij het in de gaten hebben, de hulp van boven in, maar dat belemmert mij niet om vanachter een grote pul bier de opmaat naar de Tweede Defenestratie uit de doeken te doen. “De Hussieten wisten de krijg in hun voordeel te slechten en kregen het zo weer voor elkaar om hun eigen liturgie en taal tijdens de mis te voeren. Een unicum in die tijd. Hun religieuze overtuigingen werden nog verder hervormd toen Maarten Luther, de zwaan waarover Hus eerder had gesproken, op een steenworp afstand van de Bohemen zijn protestantse leer ging verkondigen. Hij was daarin zo overtuigend dat het de katholieken niet langer lukte om het protestantisme de kop in te drukken (waarmee Hus’ profetie dus in vervulling ging).

“Hee herbergier, doe nog eens tien bier!”

In 1526 begonnen de Habsburgers echter met een tegeoffensief. Deze net aan de macht gekomen keizerlijke familie lag het katholicisme na aan het hart en poogde middels de inzet van Jezuïeten (vrome heerschappen die het tot hun levensmissie hadden gemaakt de protestantse ketterij te bestrijden) de positie van de in het nauw gedreven katholieke Kerk te versterken. Toen in 1575 bovendien het Habsburgse hof van mening raakte dat ze vanuit de Praagse burcht hun heerschappij beter konden uitoefenen dan in het door de Turken bedreigde Wenen, groeide de paapse invloed nog wat meer. Zeker omdat in hun kielzog vele Duitstalige katholieken volgden.

Barokke Sint-Salvadorkerk met een theatrale facade vol beeldhouwwerk
De barokke Sint-Salvadorkerk verscheen op voorspraak van keizer Ferdinand en werd het hoofdkwartier van de Jezuïeten. Op de balustrade staan kerkvaders die de Jezuïetenmissie onderstrepen

Vervreemding in de kroeg

Net wanneer S zich opmaakt voor een volgende ronde gerstenat komen twee strak in het pak zittende paleiswachten onze pub binnen. “Ah, daar zijn jullie eindelijk!”, verzucht de kroegbaas vergenoegd. Hij loopt naar de beambten toe, wisselt een paar woorden met ze, onderwijl met zijn duim achterover wijzend in onze richting, en gaat dan aan de kant zodat de leider van de twee zich aan ons kenbaar kan maken; “Beste Feyenoorders, het is ons ter ore gekomen dat jullie een bezoek aan ons kasteel willen brengen, een begrijpelijke doch onmogelijke onderneming. Vreemdelingen worden daar niet getolereerd.”

“Maar meneer, waar anders kunnen wij een verzoekschrift indienen om te mogen drinken?”

“Ja, en dat is precies het tweede punt waarover wij jullie willen spreken, het ongeoorloofde drankgelag dat jullie gemeend hebben te moeten aanvangen. Het is onze plicht jullie er op te wijzen dat dit geen openbare – maar een besloten aangelegenheid is. Om die reden is het van-origine-buiten-Praag-woonachtigen niet gepermitteerd hier zonder geldige overeenkomst alcohol te nuttigen.”

“Een besloten aangelegenheid?”, herhalen wij verbaasd. “Zijn er dan ook openbare aangelegenheden waar ons dit wel vergund is?”

“Zeker, u zou een terras kunnen proberen.”

Rijk gedecoreerde barokke bibliotheek in een donkere houtkleur met hoge boekenkasten, fresco's, globes en kronkelende zuilen
Onderdeel van het Jezuïtencomplex (Clementinum) vormde de barokke bibliotheek die als tegenhanger van het Carolinum functioneerde. Onder een plafondfresco dat de triomf van de Wijsheid vertolkte, verlichtte Jezuïeten hier de wereld

Tweede defenestratie van Praag

Gebrouilleerd ontruimen we daarop het krocht en zetten koers naar het oude stadsplein Staroměstskě námĕstí. “Gek word ik van die gasten”, kaffert T. “En maar zuigen en frustreren. Dat is het enige wat ze kunnen.”

“Ja en dan gek vinden als het straks uit de hand loopt,” beaamt C.

De tegenstellingen tussen Germanen en Slaven, katholieken en protestanten, werden almaar groter, en in reactie op deze toegenomen spanningen ontnam de door de Jezuïeten onderwezen, zeer katholieke en onverdraagzame keizer Ferdinand, laatstgenoemden steeds meer vrijheden waarvoor de Hussieten zo hard hadden gestreden. Hij hoopte door het verbranden van Lutherse boeken en het sluiten van protestantse kerkdeuren eenheid binnen zijn Rijk te realiseren, maar in plaats daarvan bewerkstelligden zijn contrareformatorische maatregelen juist het tegenovergestelde. Praagse protestanten raakten zijn dwingelandij zo beu dat ze uit protest, en naar traditioneel gebruik, de keizerlijke vertegenwoordigers tijdens een overleg uit het raam van het Praagse slot kieperden.

“Als er straks ook maar een Praagse wout nog een keer moeilijk gaat lopen doen dan tief ik hem ook persoonlijk naar buiten hoor, geloof me nou.”

Gelukkig bereiken we op dat moment het terras. Kunnen we onze woede tenminste koelen met een tappie.

Schildering van de Tweede Defenestratie in Praag met een man die op het punt staat uit het raam te worden gegooid en een ander die erheen wordt gesleept
Protestante edellieden sturen katholieke tegenspelers naar het venster tijdens de Tweede Defenestratie

Praagse onrust resulteert in Dertigjarige Oorlog

Normaal gesproken doet een vlucht gele kanaries de sfeer alleen maar goed maar dit keer wakkeren de hectoliters bier al snel de broeierige stemming onder mijn kameraden nog wat verder aan. “Wat denken ze nou? Wie zijn ze dan?”

“Kalm blijven makkers, wees blij dat we hier tenminste wél worden geaccepteerd…”

“Oh dus ik moet het maar gewoon vinden dat we continu van het kastje naar de muur worden gestuurd?Schei toch uit! En trouwens, het zou mij niks verbazen als ze zo meteen weer met een of andere drogreden komen waardoor we weer moeten verkassen.”

Precies dit opstandige gedrag leidde in 1618 tot een ongekend bloedige confrontatie tussen de twee geradicaliseerde kampen. Met bruut geweld probeerde Ferdinand de Praagse Opstand te beteugelen, en met de gewonnen Slag op de Witte Berg leek hij inderdaad de protestanten acht kilometer buiten de Tsjechische hoofdstad te hebben verslagen, maar toen gingen ineens buitenlandse mogendheden zich met de tweekamp bemoeien. Denemarken, Zweden, Nederland, Frankrijk; ze meldden zich allemaal op het slagveld en luidden zo de Dertigjarige Oorlog in.

Gotische torenspitsen vol kleine torentjes steken hoog uit boven kleurrijke barokgevels aan oudestadsplein Praag
De Duitse architect Peter Parler tekende voor het ontwerp van de Sint-Vituskathedraal, Karelsbrug en de hier afgebeelde Tynkerk aan het oudestadsplein. Tijdens de Hussietenoorlogen was het een bolwerk van de Hussieten

Rotterdamse hooligans trappen rotzooi

“Rotterdam Hooligans, Rotterdam Hooligans!!”

Terwijl het rumoer op het plein aanzwengelt deel ik het nog luisterende deel van mijn gevolg mede dat na de krachtmeting de katholieken in Tsjechië aan het langste einde trokken. “Zij vierden hun zege door alle protestanten te verjagen (net als eerder de Hussieten de katholieken verdreven) en hun triomf tot uiting te laten komen in de overdreven architectuurstijl van de barok. Met name de Jezuïeten bouwden de ene na de ….”

“PATS-BOEM-KLEDDER!!!!”

Het moest een keer mis gaan. Met zoveel opgewonden standjes om me heen was het wachten op het moment dat iets of iemand het onderwerp van de Rotterdamse agressie zou worden. Dat alleen de voor mij staande tafel vol Urquell zou exploderen had ik dan weer niet op gerekend. “Jezus!”, schreeuw ik verschrikt, als tien halfvolle glazen met veel kabaal op de grond vallen.

Bovenaanzicht op barokke Sint-Nicolaaskerk met grote koepel te midden van oude bebouwing
De Sint-Nicolaaskerk is een van de meest prominente gebouwen die de Jezuïten na de Dertigjarige Oorlog in Praag optrokken

Rotterdammer na pietluttig voorval in de penarie

Oorzaak van alle herrie is een nogal lomp geschoten bal die door enkele baldadige medesupporters huizenhoog de lucht in was getrapt en met evenveel vaart roekeloos naar aarde terugkeerde. Met de bedoeling die kwajongens een lesje te leren, pak ik het stuk leder en ram het ding met een verwoestende knal dwars door een groepje argeloze toeristen heen. BENG. Precies op de kop van een naar het astronomisch uurwerk turende chinees. “Zo, pak aan”, zeg ik er nog bij, maar de twee politiemannen die me van achteren beetpakken kunnen er niet om lachen. “Meekomen jij…”

“Sorry agent, sorry”, verontschuldig ik mij, maar de twee smerissen brengen me onverbiddelijk naar een gereedstaand arrestantenbusje. “Ik deed het niet expres, het was een ongeluk!”

‘Jaja, dat zeggen ze allemaal,’ antwoordt een van de twee. Hij pakt zijn notitieblokje erbij, bladert naar een lege pagina en begint zijn verhoor met de retorische vaststelling dat ik natuurlijk zo’n roekeloze voetvalvandaal ben. “Helemaal niet, ik was gewoon wat aan het hooghouden, ik ben er alleen niet zo goed in.”

“Paspoort?”

“Heb ik niet bij. Die ligt in het hotel.”

Vanachter zijn naar beneden geschoven brillenglazen kijkt de dienstklopper me meewarig aan. “Meneer, het is misschien nog niet helemaal tot u doorgedrongen, maar die gewelddadige aanval die u zojuist pleegde, op een, als ik even mag benadrukken, volkomen onschuldig individu, die zou normaal gesproken al goed zijn voor enkele weken hechtenis, dat lijkt me helder. Maar als u ons nou ook al geen valide documenten kan tonen dan denk ik niet dat we nog een rechter gaan vinden die met minder dan een jaar gevangenis akkoord kan gaan…”

“Wat? Voor het schieten van een bal? Zijn jullie nou helemaal gestoord?!!”

Detail van astronomische klok Praag met zonnewijzer en geflankeerd door kleurrijke sculpturen
De astronomische klok die toeristen zo bezighoudt. De kleuren blauw, rood, zwart staan voor dag, schemering en nacht

Het individu gaat ten onder aan de massa

Ik kan nauwelijks geloven wat me overkomt, maar de ernst van de situatie wordt me rap duidelijk als drie verse krachten de eerste twee met hun karabijnen komen ondersteunen. O jee, hier ga ik niet meer uitkomen, vrees ik, maar dan oppert iemand vanuit de schare Feyenoordfans die zich om ons heen verzameld heeft dat ik het gewoon op een lopen moet zetten.

“Wat? Rennen bedoel je?”

“Ja joh, tuurlijk. Die juut loop-ie er zo uit. En anders houden wij ze wel een beetje tegen. Ren je gewoon de toeristenmassa in, vinden ze je ech nooit meer terug.”

Ik overweeg even of dit wel zo’n goed idee is, maar het vooruitzicht op een jaartje brommen jaagt me zoveel schrik aan dat ik besluit het erop te wagen. Rennen, Ech Wel, rennen. Met een heel groepje druk gesticulerende dienders achter me aan ga ik er in ware slapstickstijl vandoor. Ver kom ik alleen niet. Binnen een paar meter hebben ze me te pakken en lig ik alweer onderop een hoopje hijgende agenten. Nou ben ik echt de klos, denk ik.

Drie geüniformeerde paleiswachten marcheren door de straten van Praag
Geen wisseling van de wacht maar marcherende versterking voor collega-ambtenaren

Handjeklap met lange arm van de wet

Fysiek geweld ten aanzien van een oosters medemens, het negeren van meerdere politieorders, het beledigen van een ambtenaar in functie, het onvermogen zich te kunnen legitimeren, het plegen van verzet bij arrestatie; in gedachte zie ik al voor me hoe Vrouwe Justitia mijn wangedrag genadeloos afstraft. Maar dan ineens herinner ik me de verdorven aard van het Tsjechische rechtswezen, die volkomen rotte organisatie die ons al de hele reis dwarsboomt. Wellicht dat ik die dubieuze kliek ook eens vóór me kan laten werken? Wat als ik deze zwoegende functionarissen, die het ook echt allemaal niet makkelijk hebben, eens een aanbieding doe die ze onmogelijk kunnen weigeren?

Snel ga ik al m’n zakken af en haal boven waarvan ik vermoed dat het in de handen van de rijksambtenaren veel veiliger is dan in mijn eigen bezit. “Nee meneer, dat is niet voor het depot, houd u dat geld gewoon lekker u zelf. Koop een luchtje voor de vrouw, een voetbal, eh, ik bedoel, een dino voor uw zoon. Ga eens een dagje winkelen in Pariszka. Echt, u heeft dat verdiend. Jullie hebben dat allemáál verdiend.”

Statige herenhuizen in pasteltinten en Art Nouveaustijl fleuren de Pariszkastraat in Praag op
In Pariszka, een elegante straat in de voormalige Praagse Jodenwijk, zitten alle top-modemerken (Louis Vuitton, Prada, Gucci) gevestigd

Integriteit Praagse politie staat niet ter discussie

Omdat ik de heren zie denken; kunnen we dit wel doen?, doe ik nog een extra duit in het zakje, gewoon om de besluitvorming wat te versnellen. “U moet niet denken dat wij omkoopbaar zijn’, melden ze mij vervolgens, “of dat u zich door het overhandigen van deze fooi niet voor een rechtbank hoeft te verantwoorden…”

“Nee natuurlijk niet, dat begrijp ik ook wel. Mea culpa.”

“Maar, we beseffen dat Feyenoord zonder twaalfde man niet veel voorstelt, dan zijn ze in feite nauwelijks beter dan een doorsnee pupillenelftal. Wij zaten dus te denken dat; wanneer wij u van support zouden weerhouden, de club in feite geen kans maakt tegen ons glorieuze Sparta, en dat is iets waarvoor wij geen verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen. Wij dragen de sport een warm hart toe. Daarom, en alleen daarom, schorten we uw arrestatie voorlopig op…”

Ik mag gaan.

Standbeeld van Johannes Nepomuk met vijf sterren rond zijn hoofd en een kruisbeeld en palmtak in zijn handen
Johannes van Nepomuk predikte in de Tynkerk en de Sint-Vituskathedraal. Hij stond in hoog aanzien bij de Jezuïeten en geldt tevens als de beschermheilige van bruggen. De palmtak en kruisbeeld in zijn handen verwijzen naar zijn marelaarschap

Heiligen op de Karelsbrug

Sommigen zouden denken dat we het hierbij zouden laten zitten, zoveel geluk zouden we geen tweede keer hebben, maar niks is minder waar. Mijn broeders zijn des duivels. “Waar of die Praagse hermandad het gore lef vandaan haalt om ons steeds maar weer van ons geld en onze vrijheid te beroven? Dat kan echt niet langer zo!!” Dat ze tijdens mijn staandehouding wegens bijkomende omstandigheden van het terras af zijn geëvacueerd draagt evenmin bij aan het ontspannen van de opgefokte toestand. “Weet je wat wij gaan doen, Ech Wel? Wij gaan alsnog verhaal halen bij die kasteelheren bovenop de berg!”

B bijt het spits af en leidt ons geagiteerde groepje naar de zogenaamde heuvel der goden. Al marcherende steken we de beroemde Karelsbrug over en attendeer ik mijn kniezende kornuiten op de heiligen die de oeververbinding sieren; “Naar het voorbeeld van de engelenbrug in Rome en in het kader van de Contrareformatie die de zege van het katholicisme moest onderstrepen, beval keizer Ferdinand de plaatsing van enkele Sintsculpturen. Uiteraard was de gekruisigde Jezus de eerste die een plekje op de brug kreeg maar goede tweede was Johannes van Nepomuk, een heilige priester voor wie het biechtgeheim zo zwaar woog dat hij er met zijn leven voor betaalde.”

Zilveren praalgraf van Johannes van Nepomuk met engelen in ene dramatische, barokke compositie
Het zilveren praalgraaf van Johannes van Nepomuk (met een aureool van vijf sterren rond zijn hoofd) in de Sint-Vituskathedraal

Karelsbrug viert de zege van het katholicisme

“Wie moet Johannes voorstellen?”

“Dat standbeeld met die sterren om zijn hoofd. De hemellichamen verwijzen naar de vijf sterren die volgens de legende uit het water opstegen nadat Nepomuk er kopje onder was gegaan. Toen ook zijn levenloze lichaam boven kwam drijven, haalden de Pragenezen het naar de kant en schonken hem een ereplekje in de Sint-Vituskathedraal. De overige sculpturen zijn ook allemaal heiligen, waaronder bijvoorbeeld Sint Vitus, Sint Wenceslas en Sint Procopius.”

“Aha.”

“Ja, en voor diegenen die destijds moeite hadden te begrijpen dat voortaan de katholieken hier de dienst uitmaakten, werden de hoofden van de geëxecuteerde rebellenleiders, diegenen die de Praagse Opstand hadden georganiseerd, op de gotische toren aan het begin van de brug tentoongesteld; ter waarschuwing aan de bevolking dat zij niet moesten tornen aan de macht van de katholieke Kerk.”

“Hmmm”, denkt T harop, “als een defenestratie strakkies niet wil lukken dan is dat laatste misschien ook nog wel een goed idee!”

Gotische brugtoren annex stadspoort met pinakels, kantelen en spitsbogen
De oudestadstoren bewaakt niet alleen de Karelsbrug, hij biedt teens een schitterend uitzicht over de stad

Praagse burcht ontoegankelijk voor onbevoegden

Na de Karelsbrug neemt S het van B over, en gek genoeg loopt kort daarna onze expeditie voor de zoveelste keer spaak. Welke wegen we ook bewandelen, we lijken maar niet dichterbij het kasteel te komen. Navraag in de buurt helpt ons ook al niet verder; wie we ook aanschieten, iedereen schijnt reeds lang geleden van het rechte pad te zijn afgedwaald, en is net als ons zoekende. Zo af en toe vinden we nog wel eens iemand die over enige kennis van zaken lijkt te beschikken, alhoewel dat ook niet zeker is, maar dan geven ze óf aan niet bevoegd te zijn ons in de juiste richting te sturen, óf ze trekken ineens het bestaan van een route naar het slot in twijfel. “Ja maar dat kán toch helemaal niet? Het stadsbestuur zetelt daar al eeuwen, hoe zijn zij daar dan geraakt?”

“Ja meneer, dat is voor ons ook een raadsel. Wij vertoeven hier al vele generaties lang en hebben nog nooit gehoord van iemand die wegwijs uit dit doolhof werd…”

Wanneer een uit arren moede aangeschoten surveillant ons eveneens maant het op te geven, slenteren we, moedeloos van alle tegenslag, naar de dichtstbijzijnde tapperij. “Nee beste waard, we hebben geen goedgekeurd verzoekschrift, maar zou u ons desondanks wat drinken kunnen inschenken alstublieft. Iets sterks graag, daar zijn we namelijk wel een beetje aan toe.”

“Natuurlijk vrienden!”, verwelkomt de caféhouder ons hartelijk, “wat dachten jullie van een heerlijk glaasje Boheemse absint?”

We kennen het niet, maar laten ons graag verrassen.

Twee glazen absint met toebehoren
Absint, zo leerden wij, is een hartversterkertje waarin de artistieke en rebelse sfeer van de Bohemen tot uiting komt

De Groene Fee blaast het verhaaltje uit

“Kijk”, zegt de goede Sint, “men neme een borrelglaasje van de Groene Fee, legt daarop een geperforeerd lepeltje met een in de drank gedompeld suikerklontje, steke het aan, en giet het dan in een teug naar binnen.”

“Lekker man!”, roepen we blij, en bestellen gelijk nog een glaasje. Poehé, sterk spul. Reeds bij de derde gaat het fout. Beschonken als C is stoot hij zijn net aangestoken drankje over de bar en zet daarmee de hele toog in de fik. “Ho”, brult hij van schrik, en wil er stiekem via een naastgelegen deur tussenuit knijpen, waarbij hij jammer genoeg de achtergelegen trap over het hoofd ziet en als een ware dronkenlap wat pijnlijke metertjes naar beneden stuitert. Onderwijl proberen wij het vuur met nog meer absint te blussen, wat de chaos helemaal compleet maakt…

Uiteindelijk weten we met vereende krachten het gevecht tegen de vlammen te winnen, en vallen we, moe van alle buitensporige inspanning, in een diepe slaap….

De burcht zouden we nooit bereiken…

Ech Nie!


Ook wel eens Praag bezocht? De burcht gezien of absint gedronken? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Kunstzinnig beeld van een van de belangrijkste auteurs van de twintigste eeuw; Franz Kafka

Praktische informatie

De literaire lezer had het waarschijnlijk allang in de gaten, de kafkaiaanse gebeurtenissen in dit artikel hebben veel overeenkomsten met wat de hoofdpersonen in Kafka’s romans Amerika (waarin een jonge reiziger in het beloofde land verloren raakt, zijn spullen verliest en een speelbal wordt van de mensen om hem heen) , Het Proces (waar K als onschuldig man terecht komt in juridische cirkelredeneringen en niet opgewassen blijkt tegen een eindeloos verwarrend bureaucratisch systeem), en Het Kasteel (waar K verwoede pogingen onderneemt om een machtig bergslot te komen, maar daar, als weerloze verstotene en door de tegenwerking van een volstrekt ondoorgrondelijke ambtenarenhiërarchie, nooit weet te geraken) overkomt. Deze meesterwerken vormden dan ook voor een groot deel de inspiratiebron waaruit dit verhaal voortkwam. Dat wil echter niet zeggen dat de vertellingen geen raakvlakken hebben met de werkelijkheid, integendeel. Hoe absurd een en ander misschien ook moge lijken, dit epistel is een getrouwe (ietwat aangezette) uiteenzetting van wat ons allemaal, voorafgaand aan de wedstrijd Sparta Praag-Feyenoord, overkwam. Van het gebrekkige oriëntatievermogen van R tot de worsteling met de agenten; ze hebben allemaal daadwerkelijk plaatsgevonden; zelfs de anekdote aan de grens en het nooit bereiken van de burcht zijn waarheidsgetrouw.

De parallellen met het werk van Franz Kafka zijn hierbij opvallend. In voornoemde romans staat het menselijk falen voorop. Zijn personages blijken net als ons niet in staat te ontsnappen uit onmogelijke labyrinten of jungleachtige bureaucratie, kunnen niet communiceren met andere mensen en lopen immer te hoop tegen een onwillige ambtenarij. Bovendien bewegen zij zich in een surrealistische omgeving waar vervreemding en machteloosheid de boventoon voeren. Dat Franz Kafka een inwoner van Praag was zal daar wel mee te maken hebben gehad.

Wat betreft het menselijk falen liet Feyenoord ons trouwens ook dit keer niet in de steek. Na twee krankzinnige dagen in Praag, gingen we kansloos ten onder in het Letna-stadion; 4-0. Vloekend en tierend togen we huiswaarts, onwetend van het feit dat we slechts 8 maanden later met hetzelfde team de UEFA-cup zouden winnen… Wonderen bestaan dus toch.

Disclaimer 1: Geen van de foto’s hierboven stammen uit 2001, en slechts enkelen zijn van mijn hand toen we de stad in 2010 nog eens aandeden. De rest hebben we van het web moeten plukken. Wie zich daarover tekort gedaan voelt kan zich bij ons melden.

Disclaimer 2: Als je alle sites tot nu toe beschreven zou rangschikken op lengte dan zou deze Bohemian Rhapsody op 1 staan. Gezien de tijd van het jaar niet gek natuurlijk. Toch hadden we moeiteloos nog enkele alinea’s kunnen toevoegen want veel belangwekkende gebouwen of voorvallen zijn niet eens aan bod gekomen. Prijs u zelf dus gelukkig dat we het hierbij hebben gelaten…

Jaar van inschrijving: 1992
Bezocht: 25-09-2001 en 28-05-2010
Nummer: 10

Lees ook:

Duits-Tsjechische taalstrijd blijkt in Holašovice zwaar hoofdpijndossier
Katholiek of orthodox, in de baai van Kotor draaide het uiteindelijk maar om een religie…