Tal van parallellen, ziet Ech Nie, als we richting het kasteel van Třebíč wandelen; “Dit lijkt Český Krumlov wel. Of Telč.”

“Hoezo?”

“Nou daar torent toch ook een burcht boven de stad uit?”

“Ja, dat klopt…”

“En bovendien ligt dit paleis evenals dat van Český Krumlov bovenop een berg…”

“Ja, en aan een rivier, nou goed? Maar daar draait het hier allemaal niet om!”

“Niet?”

“Nee. Wat Třebíč volgens Unesco zo uniek maakt is de combinatie van een prinselijk verblijf en een klein commercieel centrum aan de voet van de heuvel…”

“Precies zoals in Český Krumlov dus?”

“Ja, alleen begon dit monument zijn leven als een klooster.”

Sint Procopius

Op de site van het werelderfgoedcomité staat vermeld dat Třebíč zijn notering op de werelderfgoedlijst dankt aan het naast elkaar bestaan van joodse en christelijke culturen gedurende vele eeuwen. De basiliek van Sint Procopius neemt daarbij het christelijke gedeelte voor zijn rekening.

“En wie was Sint Procopius? Hebben we die ook al eerder gezien?”

“Ja, in Praag. Maar dat is alweer wat langer geleden. Hij prijkt op het mozaïek van het Laatste Oordeel dat boven de hoofdingang van de kathedraal staat. Daarnaast rusten zijn resten sinds 1588 in de Allerheiligenkerk van de hoofdstedelijke burcht.”

“Oh ja, de Praagse burcht was ik net nog vergeten. En die kijkt ook al uit over een rivier!”

“Inderdaad, en over die rivier ligt de Karelsbrug, weet je nog? Met al die heiligenbeelden? Een daarvan is Procopius, of Prokop zoals de Tsjechen hem noemen. Hij geldt als een van de beschermheiligen van de Bohemen.”

Romaans schip en vestibule van Sint Procopiusbasiliek met rondbogen en pilaren
De basiliek is opgebouwd in romaans-gotische stijl. Daarbij is het gotische gedeelte het oudste. (en dat is apart want de bouwvorm was de opvolger van de romaanse stijl)

Sint Procopius predikt de Tsjechische taal

Sint Procopius was een 10e eeuwse kluizenaar die er voor koos vanuit een Boheemse spelonk zijn leven aan God te wijden. Dat deed hij zo voorbeeldig dat naar verloop van tijd een hele schare volgelingen zich rondom hem verzamelde. Om al die broeders te kunnen huisvesten werd het klooster van Sazava opgericht.

“En dat was dus deze burcht?”

“Nee, een andere, maar hij lag wel aan het water.”

Naast het bestrijden van demonen en het verrichten van mirakelen werd Procopius vooral om zijn Slavische preken gewaardeerd. In elk ander godshuis werd toen nog de Latijnse taal voorgedragen maar hij verkondigde de Blijde Boodschap dus gewoon in de taal van het volk. Dat hij die openbaringen serieus nam bleek wel na zijn dood. Toen enkele Germaanse kloosterlingen de leiding van de abdij overnamen, en het waagden de Latijnse liturgie weer op te pakken, joeg hij ze met zijn geestverschijning zoveel schrik aan dat ze er schielijk vandoor gingen.

Entree Sint Procopiusbasiliek met rondboogportaal en pilaren
De romaanse paradijspoort van de basiliek heet de bezoekers welkom

Jan Hus ontwaakt Tjechisch bewustzijn

Ech Nie herkende in het voorval meteen de taalstrijd tussen Tsjechen en Duitsers die in Holašovice ook al aan bod kwam. “En het bleef destijds niet alleen bij woorden toch?”

“Niet echt! De Praagse priester Jan Hus hechtte evenals Sint Procopius veel waarde aan de taal van het volk. Als rector aan de Praagse universiteit schaafde hij aan het Tsjechische alfabet en als voorganger in de kerk deed hij de katholieke leer louter in het Slavisch van kond. Toen hij in zijn redevoeringen bovendien de luxe leventjes van de verdorven geestelijkheid hekelde en ageerde tegen de Germanisering van het land, was de boot helemaal aan. Zowel de Duitse keizer als de inhalige paus Johannes XXIII voelden zich zodanig in hun macht aangetast dat ze Hus als ketter op de brandstapel lieten opgaan.”

“Paus Johannes XXIII, ik zou toch zweren dat…”

“Ja, hij kwam tijdens onze queeste in Avignon en Florence al uitvoerig ter sprake. Hij was die onverbeterlijke geldwolf.”

“Oh ja, die, sorry, ga verder.”

“De verbranding van Hus was de welbekende lont in het kruitvat. Woest over het onrecht wat Hus was aangedaan (de keizer had hem beloofd geen haar te krenken) kwam zijn aanhang in opstand en waren de Hussietenoorlogen een feit.”

Kleurrijke fresco's die het leven van Bijbelse figuren uitbeelden
Zevenhonderd jaar oude, gotische fresco’s tonen een glimp van hoe ooit het gehele interieur van de basiliek eruit moet hebben gezien

Třebíč gaat voorop in de strijd

Het conflict speelde zich min of meer af langs etnische lijnen. Germanen verdedigden daarbij de belangen van kroon en katholieke kerk, Slaven voerden tegen deze hoogdravende instituten juist campagne. De vijandelijkheden wakkerden tegelijkertijd het Tsjechische nationale bewustzijn onder de Hussieten aan. Zij zagen Procopius als hun grote held omdat hij volgens de legende niet alleen de Tsjechische nationaliteit op heroïsche wijze verdedigd, maar ook die vermaledijde Germanen zijn huis had uitgegooid.”

“Třebíč ontwikkelde zich dan zeker ook niet tot zo’n bolwerk van de katholieken als Český Krumlov dat deed?”

“Nee integendeel. Van 1421 tot en met 1426 vormde Třebíč de militaire basis van de Slavische Hussieten. Het groeide uit tot een bastion van het Hussitisme.”

“Het Hussitisme?”

“Ja een vroege vorm van het protestantisme zeg maar. Het nieuwe geloof raakte zelfs zo wijdverbreid dat de Hongaarse koning Mattias Corvinus zich geroepen voelde om Třebíč weer terug naar het katholicisme te brengen. De vorstelijke troepen deden dat echter met zoveel geweld dat zowel het klooster als de stad bijna compleet van de kaart werden geveegd.”

Interieur Sint Procopiusbasiliek met vier heiligenbeelden onder een gotisch gewelfd plafond
Procopius en andere heiligen onder een gotisch gewelf

Joden niet gewenst

We hoeven de hele geschiedenis van Hus en co niet te herhalen, vindt Ech Nie, want die hebben we reeds besproken, maar wat ze zich wel afvraagt; “Waar zijn de Joden in dit verhaal?”

“Tsja, goede vraag. Unesco roemde in zijn evaluatierapport weliswaar de tolerantie tussen de twee godsdiensten, en erkende daarbij de Sint Procopiusbasiliek expliciet als vertegenwoordiger van het christelijke component…”

“Maar?”

“Maar het is niet zo dat de monniken zich nou veel moeite getroostten om hun Joodse geloofsbroeders in de gemeenschap op te nemen. Helemaal niet eigenlijk. Hier werden Joden evengoed uit de samenleving geweerd. Zo waren ze verplicht zich in het plaatselijke getto te vestigen en was het hen verboden ’s avonds na 22.00 uur of op zon –en feestdagen tussen de overige burgers te vertoeven. Op dat soort momenten ging de poort van de wijk op slot.”

Eenvoudige brug leidt naar rood bedaakte huizen in Joodse wijk Zamosti
Zámostí is de naam van de Joodse wijk, wat vertaald kan worden als “voorbij de brug

Groei Joodse gemeenschap bij wet verboden

Ech Nie vindt het maar vreemd. “Dus er was eigenlijk nauwelijks interactie tussen de twee?”

“Niet veel inderdaad. En nadat de redelijk inschikkelijke Hussieten in 1620 verpletterend werden verslagen, werd het er niet beter op toen de protestanten in de daaropvolgende Dertigjarige Oorlog ook aan het kortste eind trokken. De Rooms-Katholieken die vervolgens aan de macht kwamen stelden zich heel wat minder barmhartig op; zij hanteerden het adagium: wie niet wil bekeren moet maar vertrekken. (en zijn bezittingen achterlaten)”

“En dus moesten de Joden weg?”

“Nee de protestanten, de Joden werden voorlopig nog ontzien. Maar met de katholieke Habsburgers op de troon nam de verdraagzaamheid jegens de Jiddische bevolking wel zienderogen af. In 1726 vond de keizer echter dat hij wel verdraagzaam genoeg was geweest en bepaalde middels de Familiantengesetze hoeveel Joodse families er nog maximaal in zijn Rijk aanwezig mochten zijn. (in Bohemen was dat 8451, in Moravië 5106) Verder besliste hij dat alleen de oudste zoon mocht trouwen, en dat een bruiloft alleen mogelijk was als vader was overleden en de leeftijd van vierentwintig was bereikt. Bestond een gezin uit louter dochters dan verviel het recht op huwelijk.”

Kleurrijke huizen in allerlei typen en maten staan aan waterkant Trebic
Joden en christenen leefden naast elkaar, maar wel gescheiden door de rivier Jihlava

Van collaboratie verdachte Joden moesten land verlaten

“Wat bezielde Unesco in godsnaam om…?”

Het kon nog erger hoor. In 1740 kwam des keizers dochter Maria Theresia op het pluche (inderdaad Ech Nie, dat is dezelfde die paleis Schönbrunn zo fraai liet opleuken) en zij beschouwde alle Joden (en protestanten) als vijanden van de staat. Hoe kon het ook anders, zou je bijna zeggen, want zij was onder toezicht van de Jezuïeten opgevoed.”

“Oh die sociëteit van Jezus die Český Krumlov, Telč, en Praag ook zo onder de katholieke duim hield?”

“Die ja.”

“Ik ken geen grotere plaag dan dit ras, dat door zijn bedrog, woeker en gierigheid mijn onderdanen tot de bedelstaf drijft. Daarom moeten de Joden zoveel mogelijk worden geweerd en gemeden. Was getekend Maria Theresia. Zij verweet de Joden te hebben geheuld met de Pruisische vijand (klopt schat, de legers van Frederik de Grote bleven haar bestoken) en vaardigde het decreet uit dat de gehele Joodse bevolking per juli 1745 Tsjechië moest verlaten.”

Kleurrijk huizenrijtje waarin etablissement met luifel en terras
Alles koosjer bij restaurant Rachel

Weinig ruimte in Joods getto

“Is de werelderfgoedcommissie destijds soms omgekocht, dat ze Třebíč tot patrimonium…”

“Rustig maar schat, drie jaar later kwam de keizerin al op haar verordening terug, (mede op verzoek van haar Hollandse bondgenoot, als ik even mag aantekenen) maar helaas voor de Joden wilde dat nog niet zeggen dat de familiewetten ook werden ingetrokken, die bleven nog ruim twee eeuwen van kracht. Voor de Joden in Třebíč betekende dit onder andere dat elk onwettig kind (lees: elke spruit die was voortgekomen uit ouders die niet óf illegaal gehuwd waren, en dat waren er nogal wat) op de volwassen leeftijd van veertien jaar het getto moest verlaten.”

“Ach arme…”

“Ja, uitbreiding van de wijk diende tegen elke prijs te worden voorkomen, dat was nou eenmaal de wet. Het had tevens tot gevolg dat elke centimeter van het district bebouwd werd. Want hoe streng de regels ook werden gecontroleerd, er waren altijd weer van die Joodse onverlaten die met nieuwe borelingen aan kwamen zetten. In een enkel geval leidde dat tot huizen die door meerdere families bewoond werden en/of alleen via de buren bereikbaar waren.”

Synagoge Trebic in rijtje huizen met enorme steunbeer
De achtersynagoge was voor vrouwen alleen toegankelijk via aanpalend woongebouw

Joden namen de wijk

Halverwege de 14e eeuw arriveerden de eerste Joden in Třebíč. Aangetrokken door de economische activiteiten die er rond het klooster plaatsvonden, (maar weggestopt tussen heuvel en rivier) ontplooiden zij zich tot handelaars, bankiers of leerlooiers, de enige ambachten die ze mochten uitvoeren. Struinend door de weinig opzienbarende buurt stellen we echter ietwat teleurgesteld vast dat al die restricties niet tot veel inspirerende bouwwerken hebben geleid. “Dit is toch niet veel bijzonders, Ech Wel?”

“Nou het werelderfgoedcomité kwalificeerde dit getto als een van de best bewaarde in zijn soort Ech Nie. Het is compleet met hospitaal, armenhuis, rabbinaat, scholen, synagogen en een leerfabriek.”

“Maar het is harstikke klein!”

“Honderddrieëntwintig huizen gelegen aan twee hoofdstraten. Niet echt aanzienlijk, maar desondanks groots. De geringe omvang had natuurlijk alles te maken met de strikte woonwetten van 1726, die iedere uitbreiding verhinderden. En toen de Joden halverwege de 19e eeuw dezelfde burgerrechten als ieder ander kregen, namen velen de wijk.”

Op een rij staande, oude Joodse zerken
Er bevinden zich ongeveer 3000 zerken op de Joodse begraafplaats, de oudste stamt uit 1625

Germanen worden uit Tsjechië gedreven

Aan het “vreedzaam samenleven” kwam een abrupt einde toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Alle Joodse zielen die in 1942 nog in het district leefden, (281 in totaal) werden naar de vernietigingskampen afgevoerd en vermoord.

“Nee toch?”

“Ben bang van wel. En er keerden er slechts tien terug…”

“Wat verschrikkelijk.”

“Ja, dat vonden de Tsjechen ook. Het bood ze echter wel de uitgelezen mogelijkheid om de voortdurende Germanisering eindelijk een halt toe te roepen. Uit wraak over wat hen en de Joden tijdens de oorlog was aangedaan verdreven ze dan ook elke Germaan die zich na het tekenen van de vrede nog op hun grondgebied bevond.”

“Oh, net zoals in Český Krumlov, Telč, Holašovice en Praag?”

“Ja, overal moesten ze het land uit.”

Holocaust

Dat de multiculturele samenleving in Třebíč ten dode was opgeschreven wordt ons nog eens pijnlijk duidelijk als we over de Joodse begraafplaats struinen. “Nadat het Hongaarse leger tijdens zijn verschijnen de Sint Procopiusbasiliek had verwoest richtten ze vervolgens ook de nabijgelegen Joodse dodenakker ten gronde.”

“Ongelooflijk, dus zelfs hun overleden dierbaren werden nog niet met rust gelaten?”

“Toen niet nee, maar tegenwoordig wel hoor. Kijk maar hoe deze nieuwe, 17e eeuwse begraafplaats erbij ligt.”

“Dat is best keurig inderdaad”, maar wijzend naar een steen die de gevallenen uit de Eerste Wereldoorlog herdenkt, merkt ze ook op hoe wrang het leven van de Joodse gemeenschap hier was. Ik kan niet anders dan het met haar eens zijn. “Zeker als je bedenkt dat deze mannen dus vielen voor hetzelfde vaderland dat zich ruim twintig jaar later zo ongemeen bruut tegen hun nakomelingen keerde. Niet te bevatten toch?”

“Nee, volgens mij is de genocide van 40-45 zo’n beetje de enige gebeurtenis in de menselijke geschiedenis die zijn gelijke niet kent.”

“De Holocaust kent geen parallellen schat, dat weet ik wel zeker. Ech Nie!”


Ook weleens in Třebíč geweest? Sint Procopius vereerd of je het trieste lot van de Joden aangetrokken? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Joodse grafstenen vol met Hebreeuwse teksten

Praktische informatie

Hoewel het gewelf van de basiliek verwantschappen vertoont met Zuid-Franse kathedralen, het grondplan Duitse wortels lijkt te hebben en vermoed wordt dat de Weense Stephansdom model heeft gestaan voor het hoofdportaal noemt Unesco de architectuur van het godshuis bizar. Ondanks diverse (vergezochte gelijkenissen) is zij enig in haar soort.

Na de oorlog was het communistische regime eigenlijk van plan geweest de Joodse wijk te vervangen voor saaie, eentonige flatgebouwenl (ook wel Panelak genoemd). Protesten vanuit de bevolking voorkwamen dit.

Adres Sint Procopiusbasiliek: Zámek 1, Podklášteří, 674 01 Třebíč, Tsjechië
Adres Joodse begraafplaats: Hrádek, 674 01 Třebíč

Jaar van inschrijving: 2003

Officiële website: visittrebic.eu

Lees ook:

Roerige geschiedenis Straatsburg krijgt nieuw hoofdstuk
Bauhaus, en hoe de droom van een Duitse natie uiteenspatte