“Ja, ik vind het ook niks, een gids”, antwoord ik Ech Nie, “maar om de bijzondere en universele waarde van slot Augustusburg te kunnen ervaren moeten we toch echt naar binnen, schat. En dat kan niet anders dan aan de hand van een leidsman…” We bevinden ons in het Duitse stadje Brühl en voordat we het plaatselijke werelderfgoed aan een nadere inspectie kunnen onderwerpen ontstaat er zoals te doen gebruikelijk weer discussie.

“En om je alvast voor te zijn; binnen bevindt zich het weergaloze trappenhuis van Balthazar Neumann, een barokke fantasie die weleens omschreven is als: De meest invloedrijke, vreugdevolle en schitterendste rococo-prestatie in heel Duitsland!”

Het trappenhuis van Balthazar Neumann is een aardige binnenkomer…

Rococo trappenhuis overrompelt

Hoewel Ech Nie niet blij is met de onontkoombare tour moet ze, zodra roze en groene zuilen met een spiraalvormig motief ons in de vestibule naar de eerste treden van het open trappenhuis begeleiden, toch kleur bekennen. “Dit is best aardig, Ech Wel.”

“Dat dacht ik ook, Ech Nie.”

De steek die ons halverwege brengt is afgezet met een smeedijzeren, rijk versierde balustrade en de witmarmeren dames- en herenfiguren die de opgang flankeren (in de bouwkunde respectievelijk kariatiden en atlanten genoemd) torsen het tweede, ons tegemoetkomende gedeelte van de trapboom. “Wauw”, zegt een inmiddels verrukte Ech Nie, “ik weet gewoon niet waar ik kijken moet.”

“Nee”, zeg ik, “en dat was nou precies de bedoeling.”

Tijdens de rococo maakte je goede sier met buitengewone zwier

Hoe hoger, hoe lichter

Vooraanstaande lieden in het eerste kwart van de 18e eeuw zagen het trappenhuis meestal als het belangrijkste vertrek van hun pronkslot. Zij onderkenden het belang van een eerste indruk en voelden zich geroepen om ter hoogte van de entree op ondubbelzinnige wijze aan te tonen met wat voor een verlicht persoon hun hooggeplaatste gasten te maken hadden. Een manier waarop ze dat demonstreerden was het veranderende kleurenpalet in hun Trappenhalle. Naar mate het bezoek de vlucht naar boven nam, verliepen de pasteltinten van enigszins stemmig op de begane grond naar buitengewoon frivool op de hogere verdieping(en).

Und meine Leute”, stipt de gids nog even aan, “vergelijkt u ook eens de relatief kleine vensters beneden met de grote raampartijen op de bovenste etage. De hoeveelheid licht die de glazen in de respectievelijke ruimtes konden doorlaten namen toe naar mate men de heerlijkheid van de prins-bisschop naderde.”

Een vergulden Clemens te midden van zijn protserige paradepaardje

Lofzang op huis Wittelsbach

Langzaam schrijden wij voort richting bordes en ontwaren halverwege alle krullerige luister een vergulden buste van de man in queestie. “Natürlich daalde de gastheer niet af om zijn genodigden zelf te verwelkomen, dat was beneden zijn stand, maar om er geen misverstand over te laten bestaan dat het inderdaad Zijne Hoogwaardige Excellentie was die hier resideerde, had hij in het midden een sculptuur van zichzelf laten plaatsen.” Wij gunnen het beeld echter slechts een halve blik waardig omdat onze aandacht alweer wordt opgeslokt door een volgend spektakelstuk.

“Balthazar Neumann was van mening dat je de verheven status van de keurvorst maar het beste kon benadrukken in dat gedeelte van het paleis dat van nature al een opgaande beweging vereiste, het trappenhuis dus. Daaruit vloeide logischerwijs voort dat het hoogste punt van het bouwelement de kroon op het werk moest vormen; aan meester Carlone liet hij het vervolgens over om een lofzang op het huis Wittelsbach te tekenen.”

Koetsen reden onder de centrale boog door en zetten hun passagiers aan de voet van de trap af

Huis Wittelsbach verkrijgt bisdom Keulen

Sinds de 12e eeuw regeerden de Wittelsbachs over de Zuid-Duitse staat Beieren. Het was een ambitieuze familie die in 1573 eindelijk hun kans op gebiedsuitbreiding schoon zag toen een negentienjarige telg het bisdom van Hildesheim in handen kreeg. De lokale geestelijkheid zag in hem namelijk de ideale man om het lokale katholicisme te redden van de protestantse ondergang. Omdat hij zich zo goed van zijn taak kweet kreeg hij tien jaar later het verzoek om met het aartsbisschop van Keulen hetzelfde te doen.

Ech Nie begreep het meteen; “En met zo’n vrome kerkbaas op de kansel kon je natuurlijk heel wat invloed uitoefenen.”

“Dat kan je wel zeggen ja, temeer je als aartsbisschop van Keulen gelijk de titel van keurvorst van het Heilige Roomse Rijk verwierf. Dat maakte je dus meteen gemachtigd om de nieuwe keizer uit te mogen kiezen. (een voorrecht dat slechts zeven andere hoge heren in het Rijk hadden)”

Het wapen van de familie Wittelsbach, zwaard en bisschopsstaf symboliseren wereldlijke en geestelijke macht

Huis Wittelsbach wint aan invloed

Anderhalve eeuw later waren de Wittelsbachs nog altijd bezig de maatschappelijke ladder te beklimmen. In 1623 had het huis al een tweede stem in het keurvorstencollege verkregen (toen de hertog van Beieren eveneens de waardigheid van keurvorst werd toebedeeld) en met het aantreden van Max Emanuel als pater familias werd eind 17e eeuw de eerste serieuze gooi naar het keizerschap gedaan.

Aanvankelijk maakte Max grote stappen richting het pluche. Samen met de Poolse koning Jan Sobieski ontzette hij het door de Turken belegerde Wenen en later werd mede door zijn toedoen Boedapest en Belgrado veroverd. Het leverde hem niet alleen de hand van de koningsdochter op maar eveneens een partner met Habsburgse banden.

Spiegelvijver, fonteinen en artistieke waterpartijen maken alle deel uit van de barokke tuinen

Familie Wittelsbach bezet belangrijke posten in het Rijk

Middels het erfrecht rekende Max op aanmerkelijke territoriale expansie. (En was het niet voor hem, dan toch zeker voor zijn zoon, die was voorbestemd om koning van Spanje te worden) Maar toen zijn kind plots overleed plots en hij in de daarop volgende oorlog voor de verkeerde kant partij koos, zag hij zijn reeds toezegde koninkrijk in rook opgaan en moest die na het tekenen van de lieve vrede nog blij zijn dat hij zijn Beierse domeinen mocht behouden.

Om een dergelijk debacle voor zijn vier zoons te voorkomen (die hij bij zijn tweede vrouw, de dochter van Jan Sobieski, de redder van Wenen, had verwekt) besloot hij zich terug te trekken uit de buitenlandse politiek en zich te storten op het uitstippelen van de carrières van zijn kroost. Het was dan ook vooral aan zijn inspanningen te danken dat zijn oudste hem als keurvorst van Beieren kon opvolgen, dat de tweede in staat was zich tot keizerlijke maarschalk te ontwikkelen en dat de overige twee aan het hoofd van een aantal bisdommen kwamen te staan.

Twee gotische torenspitsen van kathedraal van Keulen steken de blauwe lucht in
De Keulse kathedraal, de werkkamer van de aartsbisschop

Aartsbisschop scharrelt wat bij

Clemens August heette de zoon die onder andere het aartsbisdom van Keulen toebedeeld kreeg. Hij was een vroom man die gelijk zijn illustere voorganger van twee eeuwen daarvoor (die niet zoveel op had met de kerkelijke discipline en zich liever te buiten ging aan drinken, gokken en (rokken)jagen) er een bijzonder devote levensstijl op nahield. Hij liet liefst eenentwintig pronkpaleizen voor zichzelf bouwen, vierde het ene na het andere overdadige festival, organiseerde dagelijks groots opgezette recepties en hield er ondanks het celibaat vele minnaressen op na. Zijn weelderige hofhouding was zo exorbitant dat hij regelmatig op zoek moest naar aanvullende inkomstbronnen.

Gelukkig voor Clemens waren er in het Europa van de 18e eeuw altijd wel een paar streberige vorsten die in ruil voor strijdbare manschappen of politieke steun bereid waren diep in de buidel te tasten. Daarbij vormden eventuele conflicterende situaties voor de aartsbisschop geen enkel probleem; zolang er aanzienlijke financiële bijdragen zijn kant opkwamen zou hij zich nergens mee bemoeien. Droogde daarentegen de geldbron op, of was er elders meer te halen, dan wisselde hij net zo makkelijk van kant.

“Dit klinkt allemaal wel héél katholiek hoor, Ech Wel!”

“Clemens August zag zichzelf als de door God uitverkoren verdediger van het katholicisme, Ech Nie.”

Plafondfresco bekroont rococo-euforie van het trappenhuis

Keurvorst Wittelsbach promoveert tot keizer

Nadat in 1740 de Habsburgse keizer stierf zonder mannelijke erfgenaam brak de onvermijdelijke strijd om zijn opvolging uit. Weliswaar had de monarch voor zijn dood bij de machthebbers van die tijd bedongen dat zijn dochter Maria Theresia de kroon zou mogen erven, maar toen het eenmaal zover was, braken een aantal hebberige soevereinen hun plechtige belofte. Onder hen waren de Pruisische koning Frederik de Grote en de Beierse keurvorst Karel Albrecht.

“De broer van Clemens?”

“Inderdaad. Hij was getrouwd met de dochter van een eerdere keizer en vond dat hij daarom recht had op de Habsburgse kroon. Toen bleek dat Maria Theresia zich daar niet direct bij neer wilde leggen, sloot hij een verbond met Frankrijk en Pruisen en viel vervolgens met enig succes Oostenrijk en Bohemen binnen. Niet veel later kreeg hij loon naar werken toen hij door de keurvorsten unaniem tot keizer van het Rijk werd gekozen. Aan Clemens August was het vervolgens de eer om zijn broer in een prachtvolle ceremonie te kronen.”

Augustusburg werd gebouwd als zomerresidentie en door de prins-bisschop hooguit zes weken per jaar gebruikt

Trappenhuis ontworpen als Totaalkunstwerk

“Also meine Leute”, doceert onze voorganger, “het hoogtepunt van de Wittelsbachse macht viel ongeveer samen met het slotakkoord van de barok, de rococo. Zoals jullie kunnen zien was dat een buitengewoon zwierige stijl. C- en S-vormige krullen domineerden, speelse buigende lijnen zetten de toon. Daarnaast waren nog de asymmetrie, de dynamiek en het vloeiende karakter kenmerkend; het was vaak net alsof alles in elkaar overliep. Neumann en consorten poogden dan ook om de diverse kunsten (architectuur, schildering en sculptuur) tot één sprankelend geheel te maken.”

“…” (onze babbelaar laat even een stilte vallen maar iedereen is sprakeloos)

“Neumanns trappenhuis heeft al die facetten in zich. Het is een welhaast onovertroffen Totaalkunstwerk waarin gedurfde architectuur zich op sublieme wijze verenigd met de gebeeldhouwde goden uit de Romeinse mythologie (die paarsgewijs het hemelrijk dragen) en het fenomenale fresco van Carlo Carlone.”

“Hij legt het er allemaal wel een beetje dik op hè, die praatjesmaker?”, vindt Ech Nie van onze gids.

“Wat weet jij daar nou van, je verstaat toch geen Duits?”

“Nee, dat niet.”

Plafond en wand lopen in elkaar over, en de goden helpen daarbij een handje

De pracht en vrijgevigheid van Clemens August

“In de plafondtekening van de Lombardische schilder vindt het trappenhuis zijn apotheose”, meldt onze lyrische kletsmajoor. “De meester maakte op geniale wijze gebruik van perspectief en schaduwwerking en was daardoor bij machte de toeschouwer een driedimensionale kijk in de hemel voor te schotelen.”

“Oh!” en “Ah”, vinden de mensen in onze groep.

“Door bovendien een link te leggen tussen zijn opdrachtgever en de Olympische goden wist hij de rococoprins af te schilderen als beschermheer van ambachtelijk werk en triomfator over zonde en onwetendheid.”

“Aha!”, zeg ik

“Carlo doopte zijn schildering: de pracht en vrijgevigheid van Clemens August. Om die reden plaatste hij Magnanimitas, oftewel, de personificatie van edelmoedigheid en vrijgevigheid, in het midden van zijn compositie. Terwijl ze zetelt op een troon houdt een engel boven haar hoofd een mintgroen gordijn vast (die niet alleen de associatie met een baldakijn oproept maar die er tevens voor zorgt dat zij automatisch wordt gezien als de belangrijkste figuur in het hele ontwerp). Naast haar rust een leeuw, zowel Magnanimitas’ vaste attribuut als het symbooldier van Clemens August (het beest prijkt onder andere op het familiewapen). Achter haar staan twee obelisken met de initialen van de hooggeplaatste kerkvader.”

“Over ophemelen gesproken…”, merkt Ech Nie op.

Wat lijkt op een rijk beschilderde koepel is in werkelijkheid een illusie op een plat dakvlak

Fresco benadrukt deugden aartsbisschop

Het afbeelden van de keurvorst in al zijn waardigheid en met verwijzingen naar al zijn titels lijkt het hoofddoel van het kunstwerk te zijn geweest. Zo verwijzen twee op een kussen gelegen hoofddeksels, een mijter en een electorale hoed, evenals de bisschopsstaf en het zwaard, naar ’s mans wereldlijke en geestelijke macht. Daarnaast representeert het kruis van de Duitse Orde, dat daaronder hangt, Clemens’ functie als grootmeester.

Verder zijn nog de personificaties van de schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur waar te nemen, (om zo Clemens’ rol als patroon van de vaklui te accentueren) kan men de personificatie van Moed vier ondeugden in de afgrond zien storten, (wat verwijst naar Clemens August die zegeviert over zedelijke verdorvenheid) blaast de personificatie Roem de loftrompet over de aartsbisschop en wordt in enkele scènes duidelijk gemaakt hoe vredelievend zijn regering wel niet was (de aandachtige waarnemer kan bijvoorbeeld liefdesgod Venus herkennen die oorlogsgod Mars ontwapent).

Karel Albrecht wordt met applaus opgenomen in de gelederen van de goden

Pronkzalen in slot Augustusburg

Voor Clemens’ genodigden fungeerde het trappenhuis slechts als opmaat voor een copieus feestmaal of een losbandig bal. De pronkzalen waarin die theatrale partijtjes plaatsvonden waren van hetzelfde laken een pak. Opnieuw werden de gasten ondergedompeld in een overdaad aan marmer, opsmuk, vlechtwerk, ornamentiek en een formidabel fresco van Don Carlone. In de Gartensaal was het echter niet Clemens August die werd verheerlijkt maar zijn broer, keizer Karel Albrecht.

Onze wandelende encyclopedie steekt direct van wal; “De man om wie het in deze tekening allemaal draait is gezeten op een gouden troon. Hij is omringd door heraldische tekens en leeuwen, en voor hem reikt een geknielde Vrouwe Justitia hem de vorstelijke kroon en scepter aan. Links van…. bladie bladie bla…”

Wanneer ik met een schuin oog vrouwlief aankijk zie ik dat bij haar de verveling reeds heeft toegeslagen. Ze kan een geeuw met moeite onderdrukken en tracht via een enigszins openstaand raam een glimp van buiten op te vangen. Daar schijnt de zon weet ze, en liggen de bloemrijke tuinen van het slot…

Zonnige bloemperken nodigen uit tot een prettig buitenverblijf

Geen ontsnappen mogelijk aan barokke praal

Augustusburg onderscheidt zich van andere paleizen door zijn sensationele trappenhuis (al heeft die ook veel weg van degene in residentie Würzburg) maar nou dat we dit wonder van de rococo achter ons hebben gelaten zijn we eigenlijk wel klaar met alle barokke praal. Helaas kan onze ratelband geen genoeg krijgen van alles wat er in Augustusburg te bewonderen valt en schept hij er tevens een satanisch genoegen in alles tot in het kleinste detail uit te leggen. Deutsche gründlichkeit zullen we maar zeggen.

Ontsnappen is er helaas ook niet bij daar we aan alle kanten in de gaten worden gehouden. (We zouden het eens in ons hoofd halen iets aan te raken) Het paleis herbergt bovendien zoveel kamers dat, al zouden we ons weten los te maken, we vermoedelijk hopeloos in het pand zouden verdwalen. Er zit dus niks anders op dan door de zure appel heen te bijten…

Ook in de eetzaal ontbrak het niet aan virtuoos sierstucwerk en andere tierelantijnen

Jachtslot Falkenlust

“Dat doen we dus echt nóóit meer, Ech Wel!”, bijt een totaal gefrustreerde Ech Nie me twee uur later toe. “Ja, dat wist ik toch ook niet, dat het zó lang zou duren…” Ech Nie wil direct naar huis maar gelukkig weet ik haar tijdens een rondje tuin weer een beetje tot bedaren te brengen. Haar kalmte verdwijnt echter weer als ik op een gegeven moment kasteel Falkenlust introduceer. “Ben jij wel helemaal lekker? Nog zo’n paleis kan ik ech nie aan hoor!”

“Het is niet nóg zo’n paleis. Het is een jachtslot.”

“Kan best zijn, maar ik ga ech nie nog een keer naar zo’n Duitse ouwehoer zitten luisteren! Ik vind één keer in m’n leven meer dan genoeg!”

“Hoeft ook niet. Falkenlust kan vrij bezocht worden…”

De Franse tuinen werden aangelegd naar het voorbeeld van Versailles

Edele kunst van de valkerij

Voordat we het tweede deel van deze werelderfgoedsite kunnen bezoeken ontspint zich wederom (zoals te doen gebruikelijk) een discussie. (hier te kort, daar te lang, ja maar wat nou als, etc.) Maar uiteindelijk weten we toch tot een compromis te komen; we lopen er niet in drie kwartier naar toe, maar pakken de auto, en we bekijken alleen de buitenkant van het huis, en niet het interieur. Tijdens het korte ritje leg ik Ech Nie uit dat ieder gerespecteerd hof zich in die tijd vermaakte met de valkerij, de edele kunst van het jagen met vogels.

“Vandaar dus de naam?”

“Ja, maar niet alleen de naam, óók de plaats. Hier hielden zich vroeger namelijk veel reigers op, het favoriete prooidier van de valk. Voor Clemens August was dit dus de beste plek om een jachtslot te bouwen.”  

Het lusthof waar deugniet Clemens zich regelmatig discreet terugtrok

Falkenlust, een huis van plezier

“Jeetje, hij liet een heel paleis bouwen alleen maar zodat hij af en toe kon jagen?”

“Ja, nou ja, dat hebben we al eerder gezien natuurlijk, denk maar aan onze Franse vorst Frans en zijn gigantische Chambord chateau in de Loire-vallei, maar inderdaad, ook Clemens August was een toegewijd jager. Met behulp van ruim tienduizend Rotterdamse tegels wijdde hij het trappenhuis (ook hier de meest representatieve ruimte) volledig aan de jacht en daarbovenop kwam een dak met platform waardoor zijn publiek het vederspel goed kon volgen..”

“Overigens was de valkerij niet de enige passie die Clemens August hier vierde, in dit huis van plezier beleefde hij ook menig amoureus avontuurtje. Geen wonder ook, want de rococo leende zich daar uitstekend voor. Typerend voor de stijl was immers niet alleen het licht en luchtige, maar ook het wulpse en erotische. De nadruk lag vaak op het lieflijke karakter der dingen.”

“Hij gebruikte het als hoerenkast?”

“Nee dat zeg ik niet, maar Falkenlust had wel iets ondeugends, in tegenstelling tot Augustusburg, waar Clemens juist zijn deugden vierde.”

“Laten we daar dan maar mee afsluiten, schat, ik vind het mooi geweest.”

“Ech Wel!”


Ook wel eens de kastelen in Brühl bezocht? Zwierig als een rococoprins of vroom als een aartsbisschop? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Praktische informatie

Van alle paleizen die Clemens August bezat was Augustusburg zijn favoriete. Hij heeft er echter nooit met volle teugen van kunnen genieten daar het pas zeven jaar na zijn dood gereed kwam. Zijn overlijden viel ongeveer samen met het einde van de rococo (vanaf 1760 werd het neo-classicisme populair) en in de nasleep van de Franse Revolutie, en de daarop volgende verovering van Duitsland door Napoleon, verdween tevens het aartsbisdom.

Net als vele andere paleizen (Aranjuez, Drottningholm, Kromeriz, SanssouciSchönbrunn, Würzburg, etc. ) is ook de (tuin)architectuur van Augustusburg (deels) geïnspireerd op het Franse Versailles, de moeder aller praalpaleizen.

Een beroemd lid van de familie Wittelsbach was Sisi, de beeldschone keizerin die in latere eeuwen zoveel romantische harten veroverde.

De keizerlijke trap zoals hier onder de bezielende leiding van Balthazar Neumann geconstrueerd werd voor het eerst toepast in het Spaanse kloosterpaleis Escoriaal.

Noot: binnen Augustusburg is fotograferen verboden. De interieurafbeeldingen in dit verhaal zijn dan ook van het web geplukt.

Adres: Parkplatz, Max-Ernst-Allee, 50321 Brühl, Duitsland
Jaar van inschrijving: 1984
Officiële website: schlossbruehl.de

Lees ook:

Drama in barok Drottningholm
Koning Winter beheerst vorstelijke residentie Würzburg