Noord-Spanje is een aanrader! Schitterende kusten, schaarse toeristen, verrukkelijke pintxos en een hele rits werelderfgoed. Wat wil een mens nog meer? Toch stond Ech Nie er op 4 september 2016 een beetje beteuterd bij toen het weer het weer eens af liet weten.
We hadden afgesproken om ons op het Playa del Silencio (een van de mooiste stranden van de streek) te goed te doen aan zon, zee en zuipen een gezellig drankje, maar stuitten onverwachts op een dik grijs wolkendek. Blijkbaar was het Cantabrisch hooggebergte (wat zo’n 20 kilometer achter de kustlijn ligt) voor de boven ons hangende regenbui een te groot obstakel geweest. “Ach”, probeerde ik monter, “dan gaan we toch gewoon naar de Asturische monumenten van Oviedo?”
“Tuurlijk, Ech Wel, de Asturische monumenten van Oviedo. Dat ik daar niet eerder aan heb gedacht…”
Asturiërs hielden Spaans christendom in leven
“De Asturiërs, mijn waarde Ech Nie, waren degenen die in de vroege middeleeuwen zo moedig weerstand bleven bieden tegen de Moorse overweldigers. Zij vochten door toen de rest van het Iberische schiereiland zich allang had geschikt naar de grillen van de nieuwe, islamitische heerser.
Don Pelayo en zijn makkers weigerden te knielen voor de islam en voerden vanuit de Picos de Europa een ware guerrilla tegen die dekselse muzelmannen in omliggende legerplaatsen. Het is dan ook aan hen te danken dat het christendom op het Iberische schiereiland niet geheel verloren ging.”
Asturische monumenten
Omdat Unesco zes Asturische monumenten tot werelderfgoed heeft verklaard, had ik, voorafgaand aan ons bezoek, een hele route uitgestippeld om ze allemaal in een dag aan te doen. Allemaal op één na. De Santa Cristina-kerk ligt namelijk wat verder buiten de vroegere, Asturische hoofdstad Oviedo en was daarom niet in de planning opgenomen. “Vijf is dan ook meer dan genoeg, Ech Wel!”
“Ja, Ech Nie…”
Berg Naranco
Bovenaan de lijst prijkten de kerkjes Santa Maria en San Miquel. Beide bevinden zich op de berg Naranco en om er te komen moesten we een stukje met de benenwagen omhoog. “Jeetje Ech Wel, ik hoop wel dat die Asturische monumenten een beetje de moeite waard zijn. Dit is geen doen zo hoor. Ik loop me hier een ongeluk.”
“Zit niet te zeiken Ech Nie, een beetje beweging kan geen kwaad. Bovendien zijn Unesco-monumenten áltijd de moeite waard!”
“Ja maar waarom moeten ze dan altijd zo hoog liggen?”
“Omdat de aartsengel Sint Michaël, waar de kerk aan gewijd is, nou eenmaal de gewoonte had om alleen te verschijnen op plaatsen die boven de rest uitstaken. Duh.”
Santa Maria
Als eerste doemde Santa Maria op uit de mistflarden. Ontworpen als een Asturisch paleis geldt het tegenwoordig als één van de schitterendste pre-romaanse bouwwerken ter wereld. Waarschijnlijk vanwege haar geringe grootte en eenvoudige versiering kon Ech Nie echter de bijzondere en universele waarde van het werelderfgoed niet ontdekken. In welgeteld twee minuten was ze klaar met de bezichtiging. “Tsjongejonge. Lekker de moeite waard weer, Ech Wel! Moest ik hier nou helemaal voor naar boven?”
“Is het weer niet goed Ech Nie?”
“Nee, niet echt. Laten we maar gauw doorgaan naar de volgende, San Miquel toch zei je?”
Unieke bouwstijl van de Asturiërs
“San Miquel ja, maar wacht nou eens even, mevrouwtje ongeduld. Unesco gaat bepaald niet over één nacht ijs hoor. Voordat een monument tot patrimonium der mensheid wordt verklaard is er eerst heel lang over nagedacht. Dan kan je niet na twee minuten alweer verder gaan. Dat geeft ech geen pas.”
“Oh nee? Nou vertel mij dan maar eens waarom ik hier ook nog maar één seconde langer zou moeten blijven?”
“Nou bijvoorbeeld omdat Santa Maria ondanks de duidelijk waarneembare invloed van Romeinse en Karolingische voorgangers toch een volkomen eigen stijl heeft. Het is daarmee uniek en van enorme geschiedkundige betekenis. Dus.”
Islamitische verovering
Om dat laatste te kunnen begrijpen moesten we even terug in de tijd. “Het is het jaar 711. Als de opvolgers van de Romeinen, de Visigoten, onderling bonje krijgen over de troonopvolging, roept één van de vechtersbazen de hulp in van de islamitische Moren uit Noord-Afrika. De mohammedanen zien het als een uitgelezen kans om hun grondgebied uit te breiden en eigenen zich na aankomst binnen de kortste keren het hele eiland toe. Of tenminste, het hele eiland…”
“Op Asturië na?”
Cruz de la Victoria
“Heel goed meissie. De provincie Asturië bleef dankzij Pelayo, een oude lijfwacht van de laatste Visigotische koning, het enige christelijke bolwerk in een verder geheel islamitisch Spanje (en Portugal). In 722 kreeg onze held pas echt bekendheid toen hij zijn Moorse tegenstanders tegemoet trad met het Cruz de la Victoria in de hand. Het Goddelijke kruis hielp hem het islamitische kwaad te verslaan en doopte hem en passant tot de man die de herovering van Spanje startte, oftewel de Reconquista.”
Koning Alfons II timmert aan de weg
“Leuk allemaal Ech Wel, maar wat heeft dat nou allemaal met dit kerkje te maken?” (in de 13e eeuw werd het oude paleis omgebouwd tot kerk)
“Nou kijk, Pelayo was na zijn zege op de islamieten helemaal dé man. Hij werd de nieuwe koning, stichtte het Asturische koninkrijk en werd alom beschouwd als de redder van het christendom. Natuurlijk wilden zijn opvolgers niet voor hem onderdoen en daarom zetten ze als hoeders van het katholieke geloof de strijd tegen de moslims voort. Hoewel zij op die manier wel wat terrein op de Moren wisten terug te winnen, bleven de resultaten toch wat achter bij de verwachtingen. In 791 kwam daar met de ambitieuze koning Alfons II verandering in.”
Een nieuw verbond tegen de mohammedanen
“Alfons begreep dat bij de herovering de steun van grote jongens onontbeerlijk was. Hij legde daarom contact met Karel de Grote, die andere vrome christen uit die tijd, en besprak met hem het belang van de christelijke zaak. Samen kwamen ze tot de conclusie dat er maar plaats was voor één religie op deze wereld en dat daarom de islam ten alle tijde bestreden moest worden. De paus kon zich wel vinden in deze moderne opvatting en sloot zich van harte bij het duo aan. Een Heilige drie-eenheid was geboren.”
Overblijfselen Sint Jacob gevonden
“Een leuk verhaal weer Ech Wel maar ik zie nog altijd niet…”
“Nog heel even Ech Nie, zo meteen vallen de puzzelstukjes op zijn plaats. Met het nieuwe verbond had zowel Karel als de paus de legitimiteit van Alfons erkend. Om Asturië echter ook van zijn geïsoleerde ligging af te helpen, zocht de koning naar een reden om meer volk zijn kant op te laten komen. Hij had geluk. Alsof de duvel er mee speelde werden precies op dat moment de overblijfselen van Sint Jacob (de Spanjaarden noemen hem Santiago) gevonden. Een zegen voor de diep religieuze Alfons, die onmiddellijk de bouw van een nieuw heiligdom bovenop het graf van Jezus’ discipel beval.
Bedevaart naar Santiago
Toen de werkzaamheden gereed waren gaf Alfons iedereen het goede voorbeeld en ondernam hij uit pure devotie een bedevaart vanuit zijn Oviedose woonplaats naar het Heilige Compostella. Volgens zeggen was het om de Goddelijke resten van St. Jacob zijn eerbied te brengen, maar dat velen hem in zijn voetstappen zouden volgen was eigenlijk nog veel belangrijker. Niet alleen ging hij zo als eerste pelgrim de geschiedenisboeken in, maar hij realiseerde tevens het zo vurig gewenste contact met de rest van de christelijke wereld.”
San Miquel
“Okee Ech Wel. Het zal wel aan mij liggen maar ik zie nog steeds de link niet tussen al jouw ellenlange gezever en de geschiedenis van dit onooglijke kerkje. En trouwens, ik ben er klaar mee ook. Ik ga naar San Miquel anders staan we hier morgen nog.” En met die woorden beende ze verongelijkt bij me weg.
“Rustig nou maar moppie”, vergoelijkte ik, terwijl ik op een drafje achter haar aanrende. “Ik was bijna klaar. San Miquel was de hofkerk die hoorde bij het paleis. Vroeger was dit namelijk één groot complex, zie je, maar door een latere aardverschuiving is dit alles wat er nog rest. Het geheel werd gebouwd naar het voorbeeld van een oude Romeinse basilica en een 50 jaar eerder opgeleverd keizerlijk paleis…”
“Ech Wel ik…”
Karolingische invloed
“Ik heb het natuurlijk over de keizerpalts in Aken, Ech Nie. Karel de Grote had met zijn idealisering van het West-Romeinse Rijk een trend gezet en die werd door de Asturische koningen enthousiast gevolgd. Daarom zien we dus zoveel Karolingische en Romeinse invloeden terug in de Asturische monumenten.”
“Jezus Ech Wel, moest je daar nou zo lang over doen? Zo’n achterlijk lang verhaal, (Ech Nie spreidt haar armen op haar wijdst), voor zo’n ieniemienie linkje? (Ech Nie laat een afstand van enkele millimeters tussen duim en wijsvinger zien) Stop het voortaan effe lekker in een notendop of zo!”
“Je moet het in de juiste context zien schat. Anders denk je straks nog dat deze Asturische monumenten maar weinig voorstellen… Dat ze maar klein en weinig opgemaakt zijn.”
San Julian
Na de berg Naranca was het de beurt aan San Julian de los Prados. Gebouwd door Alfons II en vooral vanwege zijn unieke wandschilderingen aangemerkt als één van de Asturische monumenten met werelderfgoedklasse. Ech Nie wilde er echter niks meer van weten. Waarschijnlijk bang voor aansluitende wetenswaardigheden en overige zinvolle beschouwingen verkoos ze de auto boven de kerk. Dan doe ik het wel alleen, dacht ik, en stapte uit voor een solotoer.
Bijzondere fresco’s laten zich lastig vastleggen
In het godshuis zelf was al evenmin iemand geïnteresseerd. Althans, dat vermoeden kreeg ik toen bleek dat ik de enige binnen was. Vreemd, vond ik in eerste instantie, maar toen ik daarna het bordje verboden te fotograferen ontwaarde, veranderde dat denken onmiddellijk in een; Hmmm, als er dan toch niemand is…
Snel viste ik mijn camera uit de zak en legde aan voor een mooi schot van de volgens Unesco oh zo bijzondere fresco’s op de muur. “Bienvenida”, hoorde ik net op dat moment achter me. Een oude priester stak zijn hoofd om de hoek en heette me vriendelijk welkom. Ik schrok. Niet zozeer vanwege ’s man’s uiterlijk maar meer omdat ik me schuldbewust realiseerde dat ik met mijn camera in de hand een mooi potje stond te zondigen. Verontschuldigend stamelde ik een “excusa”, drukte af en sprintte vervolgens als een speer naar buiten. Adios!
Unieke foto van bijzondere schildering
“Wat nou weer?”, vroeg Ech Nie, toen ik nog hijgend van de inspanning weer bij haar in de auto stapte. Ik deed mijn relaas en liet haar daarop met gepaste trots mijn net veroverde schat zien. “En dit is?”
“Asturische kunst honnepon. Omdat de tekeningen nogal verweerd zijn begrijp ik dat je er weinig in ziet maar volgens kenners dragen ze dus duidelijk Romeinse kenmerken en zijn ze vooral bijzonder vanwege het ontbreken van mens- of dierlijke motieven. Goed hè? Daar hebben we toch maar mooi een foto van.”
“Schitterend, Ech Wel, werkelijk waar. Maar goed, nou deze buit binnen hebben zijn we wel klaar toch? De zon schijnt inmiddels en ik zou wel wat te drinken lusten.”
Boulevard de la Sidra
Ech Nie bofte. Vanaf San Julian was het niet ver meer naar de binnenstad en de befaamde boulevard de la Sidra, een straat vol met cidertenten en feestbarretjes. We deden er ons aangenaam tegoed aan hét Asturische drankje bij uitstek, appelwijn, maar merkten al snel dat ook hier het weer wel erg verraderlijk was. Waren we een paar uur geleden nog met lange broek, 17 graden en een dik wolkendek vertrokken, nu was het ver in de dertig, stralend blauw en tijd voor een zwembroek. “Volgens mij kunnen we beter op het strand gaan liggen”, hintte Ech Nie daarom weinig verrassend. “Ja strakkies”, antwoordde ik, “eerst nog even de laatste twee Asturische monumenten zien.”
La Foncalada
La Foncalada is een waterbron die zo’n beetje om de hoek van de ciderstraat ligt en eveneens deel uitmaakt van de groep ingeschreven monumenten. “Goh, verfrissend”, vond Ech Nie, “eindelijk eens wat anders dan een kerk.”
“Zeker”, beaamde ik, “en ze is nog eens hartstikke Asturisch ook. Kijk maar naar het kruis dat op het puntdak staat afgebeeld. Het stelt natuurlijk het Cruz de la Victoria van onze vriend Pelayo voor. Het is het overwinningskruis wat hij droeg toen hij de islamieten mores leerde en wat tegenwoordig wordt bewaard in het laatste Asturische monument op onze lijst, de heilige kamer van Oviedo’s kathedraal.”
Cámara santa
Op de plaats van de huidige kathedraal had Alfons eind 8e eeuw al een heel complex neergezet maar na een aanval van de Moren ging dat grotendeels verloren. Slechts de cámara santa, de heilige kamer, overleefde de verwoesting. Het oude vertrek is nu al zo’n 1200 jaar het startpunt voor pelgrims die, in navolging van koning Alfons, hier hun bedevaart richting Santiago beginnen. Nóg belangrijker vond Unesco echter de Asturische schatten die in het Heiligdom worden bewaard. Daarom had ik dit monument ook verkozen tot het sluitstuk van onze Asturische monumentendag. Safe the best for last, zeggen ze toch?
Siësta
Helaas
“Nee hè! Het is toch niet te geloven!” De kerk hield siësta en liet mij mooi in de kou staan. Unesco of niet. “Altijd weer hetzelfde gezeik…”, gromde ik. “Stomme Asturische monumenten”, vond ook Ech Nie. “Lekker weer dit…”
“Nou, ook dat nog.” Er zat maar een ding op…
“Playa del Silencia?”
“Ech Wel!”
Ook wel eens de Asturische monumenten in Oviedo bezocht? Cider gedronken of de islam bestreden? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Praktische informatie
Alle zes de bouwwerken werden in de 9e eeuw gerealiseerd; omdat er echter aan de kathedraal nadien nog veel gesleuteld werd, meende Unesco alleen de heilige kamer (cámara santa) als patrimonium der mensheid te moeten erkennen. In 2015 kreeg de hele basiliek alsnog werelderfgoedstatus als onderdeel van de site; Routes naar Santiago de Compostela: Camino Francés en routes van Noord-Spanje. Net als de kathedraal van Burgos staat (een deel van) het monument dus twee keer op de lijst.
Leuk weetje: tot op de dag van vandaag beweert de Spaanse koninklijke familie van de nationale held Don Pelayo af te stammen.
Nog een leuk weetje; in de kathedraal van Oviedo beweert men de lijkwade van Jezus te bewaren.
Jaar van inschrijving: 1985
Officiële website kathedraal Oviedo: catedraloviedo.com
Lees ook:
– In de kathedraal van Burgos kreeg het “nieuwe Spanje” gestalte
– Een slippertje in kalifaat Cordoba