De Zwarte Dood liet zich gelden. Hebzucht, hoogmoed en verwaandheid hadden zich van de bevolking meester gemaakt en nu was het volgens de Kerk Gods toorn die zich over hen had uitgeworpen. Anders dan men misschien zou verwachten klonk er nergens geweeklaag; er werden geen missen opgedragen en de doodsklok luidde evenmin. Rouwen had afgedaan. In de vaste overtuiging dat men zelf spoedig de volgende zou zijn keek een volkomen lamgeslagen populatie slechts apathisch toe hoe de wereld om hen heen langzaam ineenstortte. En terwijl het einde der tijden naderde, dumpten vorstelijk betaalde lijkdragers de stoffelijke overschotten in massagraven, zij bedekten ze met een dun laagje aarde en stapelde er vervolgens een nieuwe lading ongelukkigen bovenop. Precies zoals je lagen kaas en pasta in de lasagne legt.
“Jajaja, zo kan die wel weer, Ech Wel. Waarom moet je er altijd zo’n luguber verhaal van maken?”
“Ik refereer slechts aan de woorden van een ooggetuige, Ech Nie.”
Siena presenteerde zich als het nieuwe Rome
Tot aan de komst van de pest floreerde Siena. Saffraanteelt, textielindustrie, zilvermijnen en internationale valutahandel (op de jaarmarkten van de Champagne maakte Sienese geldwisselaars lange tijd de dienst uit) genereerden aanzienlijke inkomsten en daarnaast gold de stad als een aantrekkelijke halteplaats op de pelgrimsroute van Canterbury naar Rome. De veelzijdige economische activiteiten maakten de middenstand niet alleen uiterst kapitaalkrachtig maar stelden hen naar verloop van tijd ook in staat om de macht aan de bestuurstafel over te nemen. Vanaf 1287 bestond de regering uit een negenkoppige afvaardiging van kooplieden en bankiers (wat tamelijk uniek was want normaal gesproken was zoiets alleen aan de Kerk of adel voorbehouden).
Niet alleen Siena ging het goed, stadstaten als Pisa, Florence, Milaan, Mantua en Venetië maakten eveneens een bloeiperiode door. En daar zij er alle op gebrand waren hun rijkdom aan de buitenwereld kenbaar te maken, leidde dat al snel tot een buitensporige prestigestrijd. Wedijver en uiterlijk vertoon speelden zo’n belangrijke rol in het laat-middeleeuwse Italië dat het trotse Siena zich genoodzaakt zag zo representatief mogelijk voor de dag te komen. Om de eigen superioriteit nog wat extra aan te zetten presenteerde de republiek zich als het nieuwe Rome.
Wolvin speelde belangrijke rol in mythische ontstaansgeschiedenis Siena
Rome was in de 13e eeuw geen schim meer van zijn antieke, glorierijke zelf. Waar het ooit een miljoen burgers in marmeren paleizen huisvestte, woonden nu nog slechts 25.000 man in schamele woningen rondom het Vaticaan. De paus zelf was daar overigens niet bij, die had de wijk naar Avignon genomen. Niettemin stond het roemvolle verleden nog altijd hoog aangeschreven bij de gemiddelde Italiaanse machthebber. Hij spiegelden zich graag aan de doorluchtige beschaving van weleer en wist dat hij bij zijn concurrenten in achting zou stijgen als hij zich kon beroepen op oude Romeinse roots. Om die reden probeerde het Sienese stadsbestuur dan ook om zijn geschiedenis te linken aan die van de eeuwige stad.
Volgens de originele versie werden Remus en Romulus grootgebracht door een wolvin en stonden ze later, op volwassen leeftijd, aan de basis van het machtige Rome. Siena kwam vervolgens met het verhaal dat de zonen van Remus op zekere dag Rome ontvluchtten en op aanwijzing van de wolvin die eerder hun vader had gezoogd een nieuwe stad stichtten.
“En naar die mythe verwijzen al die wolven in het stadsbeeld?”
“Ja inderdaad, net als de kleuren zwart en wit trouwens. Dat je die overal terug ziet heeft te maken met het feit dat de ene broer op een witte en de andere op een zwarte hengst in het Toscaanse heuvellandschap arriveerde.”
Siena vereenzelvigde zich met Heilige Maagd Maria
Nadat het stadsbestuur, de zogenaamde Raad van Negen, een verbinding tussen de oude en nieuwe wereld had bewerkstelligd, legde ze ook een verband tussen hemel en aarde. Ze wijdden hun stad aan Maria, de Moeder Gods in wiens teken ook de Onze-Lieve-Vrouw van de Tenhemelopneming stond, en gaven vervolgens de Sienese meester Doccio opdracht om de kathedraal op te luisteren met een roosvenster en altaarstuk dat de glorie van Maria moest bezingen.
Op het glas-in-lood raam tekende Doccio drie scènes uit Maria’s leven; dood, hemelvaart en kroning en liet hij haar flankeren door de vier stadsheiligen en de vier evangelisten. Op het altaarstuk schilderde hij de Majesteit (Maesta in het Italiaans) zittend met haar Kind op een troon terwijl tal van heiligen haar hulde brachten. Op het eerste gezicht leken de twee kunstwerken een zuiver religieus onderwerp uit te dragen, maar een goed verstaander begreep wel dat alle lof en respect die Maria kreeg toebedeeld, in feite voor Siena bedoeld was. De soevereine stadsstaat had zich immers vereenzelvigd met de Koningin van de Hemel.
“En zo verwerd de Dom tot een symbool van stedelijke macht?”
“Ja, en zowel de zwart-witte pilaren in het interieur als de zogende wolvin op de marmeren vloer benadrukten dat nog eens.”
Siena verkoos de Maesta tot stadssymbool
Om de Maesta ook daadwerkelijk tot stadssymbool te laten uitgroeien werd bij wet geregeld dat er voortaan elk jaar, op de dag van Maria’s hemelvaart (15 augustus) een processie moest plaatsvinden. In een plechtige optocht trokken stadsbestuurders, edelen, burgers en buitenlui dan op naar het topje van hun berg, daar waar ze de kathedraal gesitueerd hadden, en betuigden ze hun eer aan de Gezegende Moeder door het branden van een kaarsje. Daarna dineerde de Negen Heren in de Dom en dompelde het volk zich buiten onder in het feestgedruis. De andere morgen werden er ter ere van de Madonna paardenrennen georganiseerd (die vanaf 1287 uitgroeiden tot de wereldberoemde palio die vandaag de dag nog steeds gehouden wordt).
Pius II en de Piccolomini-bibliotheek
Binnen in de kerk constateren we onmiddellijk dat de kathedraal van Siena van een werkelijk adembenemende schoonheid is. Ik weet dat er nog veel meer over alle tentoongespreide kunst te vertellen valt maar ik besluit voor de verandering eens wijselijk mijn mond te houden. Samen met Ech Nie staar ik in plaats daarvan sprakeloos naar alle pracht en praal om ons heen en laat ik de sculpturen van Donatello, (in de kapel van Johannes de Doper) en Michelangelo (in het Piccolomini-altaar) onbesproken. Als we even later echter in de Piccolomini-bibliotheek belanden, vergeet ik wat ik me heb voorgenomen en begin te verhalen over Pius II, een van de vier pausen die Siena heeft voortgebracht.
Pius was een telg uit de rijke bankiersfamilie Piccolomini die prat ging op zijn legendarische (Romeinse) afstamming. Als jongeman genoot hij van alle geneugten des levens; hij at de spijzen, dronk de wijnen en joeg de rokken, maar zijn grote passie lag toch in het lezen en schrijven van boeken. Hij was een begenadigd auteur en ging zelfs een tijdje als hofdichter van de Habsburgse keizer door het leven. Pikant detail; hoewel zijn werken zich kenmerkten door welbespraaktheid en humor waren sommige van zijn teksten zo schunnig dat de Heilige Stoel ze verbood.
“Nou ja zeg. Hoe konden ze hem dan paus maken?”
“Omdat hij door lichamelijk ongemak plots het licht zag…”
Paus poogde sultan te bekeren tot christendom
Binnen tien jaar had hij het pausschap bemachtigd en riep hij op tot een heilige oorlog tegen de Turken. Het laatste christelijke bastion in het Oosten, Constantinopel, was in 1453 gevallen, en hij vreesde dat de vijanden van het geloof spoedig heel Europa zouden overnemen. Helaas voor hem viel zijn verzoek niet in vruchtbare aarde en moest hij, om het grote gevaar te bezweren, zich tot zijn schrijverstalent wenden.
Beste Mehmet,
paus Pius II
Verlaat de duisternis, volg het licht. Een onbeduidende futiliteit kan je tot de grootste, de machtigste en de beroemdste sterveling op aarde maken. Je vraagt je af hoe? Door je te laten dopen met een beetje water en je te bekeren tot het christendom. Als je dit doet, zal er geen prins op aarde zijn die je in heerlijkheid overtreft of je in macht kan evenaren. Wij zullen u tot keizer van de Grieken en van het Oosten benoemen, en wat u nu met geweld hebt bezet en onrechtvaardig bezit, zal dan van rechtswege uw bezit zijn.
Pius roept op tot kruistocht tegen de Turken
Omdat Mehmet niet de moeite nam om het schrijven te beantwoorden, en de rest van Europa het een beetje liet afweten, besloot Pius dan maar zelf de handschoen tegen de sultan op te nemen. De Turkse zeis oogst de christelijke steden. Laat de kudde gered worden, God zal de rest doen! Voor de krakkemikkige kerkvorst echter goed en wel aan zijn kruistocht begonnen was, riep de Almachtige hem tot zich.
“Klinkt een beetje als een mislukking Ech Wel.”
“Het was een debacle, Ech Nie.”
“Maar waarom schonken de Sienezen hem dan zo’n prominente plaats in de kathedraal?”
“Daar was zijn neef Francesco (de latere paus Pius III) verantwoordelijk voor. Hij dankte zijn lucratieve baantje (kardinaal) aan zijn oom en wilde hem zo postuum de laatste eer bewijzen. Bovendien moest die ’s mans grote verzameling handschriften toch ergens kwijt?”
“Ja, dat is ook weer zo.”
“En natuurlijk kwam de verheerlijking van Pius II ook de Piccolini-familie ten goede (en daarmee Francesco zelf).”
Stadsplein Piazza del Campo
Siena’s faam rust niet alleen op de schouders van de kathedraal, ook het Piazza del Campo draagt zijn steentje bij. Het schelpvormige plein ligt slechts een kleine tippel bij de Dom vandaan en biedt tot ons groot genoegen vermoeide werelderfgoedreizigers een keur aan terrassen om bij te komen. Verrukt over deze aangename verrassing nestelen we ons aan een tafeltje half in de zon, half in de schaduw en laten ons een birra moretti en chianti voorschotelen. “Mooi plein”, vindt Ech Nie.
“Ja absoluut, met een plaveisel verdeeld in negen vlakken zoals je ziet, een verwijzing naar de Raad van Negen.”
“Oh ja, nou je het zegt. Was me nog niet opgevallen.”
“En zie je die hoge toren daar? Om de eeuwige rivaal Florence af te troeven bouwden ze hem net wat hoger dan de toren naast het Palazzo Vecchio in de buurstad.”
“Dat was zeker in het kader van die competitieve geest die hier rondwaarde?”
“Ja klopt. De Dom had trouwens ook groter dan die van de Florentijnen moeten worden maar doordat de pest uitbrak kwam daar niks van terecht.”
“Oh oke.”
“Naast de toren staat het stadhuis, het Palazzo Pubblico, en dat is vooral beroemd geworden om zijn weergaloze fresco’s.”
Allegorie van goed en slecht bestuur
Uiteraard gaven de Negen Heren (nova) de stadspatrones een vooraanstaand plekje in de ontvangsthal en schitterde een monumentale schildering van Rome weer aan een andere wand, maar de fresco’s over goed en slecht bestuur in de Zaal van de Negen vormden toch wel het absolute hoogtepunt van de toenmalige Europese kunst. Ambrogio Lorenzetti voltooide het meesterwerk net tien jaar voordat in Siena het noodlot toesloeg. Kern van de driedelige serie vormde het fresco van de goede regering. Omdat Ech Nie net even zit, en eigenlijk ook geen zin meer heeft om direct een volgend kunstrondje te lopen, vertel ik haar aan de hand van wat plaatjes op m’n telefoon wat zich binnen allemaal afspeelt.
“Kijk, hier rechts, die rijk uitgedoste heer op zijn troon, die staat dus voor de stad Siena. Dat valt op te maken uit zijn zwart-witte kleding, de mythische wolf die samen met de twee zonen van Remus aan zijn voeten ligt en de gouden stadszegel waarop de Heilige Maagd Maria prijkt. Vanuit de vorst loopt een lijntje naar Vrouwe Justitia, die links op de schildering is afgebeeld. Zij weegt goede en slechte argumenten af met een weegschaal, wordt begeesterd door goddelijke Wijsheid en is gezeteld boven een aan de beschaving werkende Eendracht. De negen geschetste deugden tenslotte, vertegenwoordigen de Raad van Negen.”
Met veel contrast werd verschil tussen goed en kwaad uitgebeeld
“Het resultaat van hun goede werk is te zien op het volgende fresco”, en terwijl ik doorscroll, toon ik Ech Nie een welvarend Siena met kleurrijke, goed onderhouden panden en bedrijvige burgers. Bankiers zitten aan hun bureau, ambachtslui verdelen de lakens, de vrije kunsten worden onderwezen en dansende dames vieren het jaarlijkse Mariafeest. Buiten de poort (waarop, hoe kan het ook anders, de wolvin haar jongens voedt) gaat het er al even idealistisch aan toe; de oogsten zijn rijk, de wegen begaanbaar en boven de vruchtbare velden is het de engel Securitas die vrede en veiligheid garandeert.
“Jaja…”
“Ja en daar tegenover bevindt zich dan het veel kleinere fresco van de slechte regering. Ik swipe verder en leg haar een dominante, gehoornde Tirannie voor die wordt bijgestaan door negen zonden. Rechts van het duivelse figuur symboliseert een zwarte bok de verworpenen, op de grond ligt een geboeide Vrouwe Justitia (met naast haar een gebroken weegschaal) en als tegenhanger van Eendracht zaagt Tweespalt zijn eigen pols door (een zinnebeeld van verdeeldheid en suïcidaal gedrag). De gevolgen van dit alles laten zich raden; in de vervallen stad schuimt het gajes door de straten en op het grauwe, leeggeroofde platteland stormen soldaten, tegen een achtergrond van gebrandschatte dorpen, op elkaar af.”
“Vergeleken met de andere twee verkeert deze schildering ook wel in erg slechte staat hè?”
“Ja, ik denk dat Lorenzetti in dit geval met opzet wat verf van mindere kwaliteit heeft gebruikt.”
Lorenzetti tekende eerste seculiere voorstelling sinds oudheid
“Maar om nou te zeggen dat die Lorenzetti een voortreffelijk kunstenaar was…”
“Dat was die ontegenzeggelijk, Ech Nie. De schildering oogt misschien wat plastisch maar dat was nou eenmaal de gotische stijl. Wat het werk uitzonderlijk maakt is zijn niet-religieuze voorstelling, dat was voor het eerst sinds de oudheid. En niet alleen dat; het was nog een natuurgetrouwe weergave ook. Er zit emotie in de gelaatsuitdrukkingen, detaillering in de gebouwen, realisme in de achtergronden en plooivallen in de klederkracht; dat was tot dan toe nog nooit vertoond.”
“De boodschap is al even opmerkelijk; het is geen dogma van de kerk die tot uiting wordt gebracht, maar een civiele vermaning om de wetten van de stad te respecteren. De Heren Negen werd er zo elke dag aan herinnerd dat harmonie en een vreedzaam samenleven alleen tot stand konden komen als een gemeenschap deugdzaam werd bestuurd.”
“Nou daar kan menig regeringsleider van tegenwoordig nog een voorbeeld aan nemen.”
“Het fresco heeft dan ook nauwelijks aan actualiteit ingeboet, schat. Het is nog altijd rete-actueel. En Lorenzetti liet er bovendien geen misverstand over bestaan wat er zou gebeuren indien men de wet niet respecteerde. Kijk maar naar het afgehakte hoofd onder het zwaard van de getroonde Rechtvaardigheid, de groep gevangenen die met hun handen op de rug door het leger worden afgevoerd en de aan een galg opgehangen misdadiger die Veiligheid in haar hand houdt.”
Catharina van Siena deugde
Bij de Sienezen stonden de deugden hoog in het vaandel, maar Catharina van Siena was er wel heel gebrand op goed te doen. Zij werd als het 25e kind van een welgestelde wolverver in 1347 geboren en deed reeds op zevenjarige leeftijd de gelofte van eeuwige zuiverheid.
“Ze wist toen al dat ze maagd wilde blijven?”
“Ja, en niet alleen dat, vanaf haar prille jeugd leefde ze een leven van versterving. Ze geselde zichzelf voortdurend, sliep op harde planken en droeg kettingen die diep in haar vlees sneden.”
“Maar waarom in Godsnaam?”
“In Gods naam inderdaad, of beter gezegd, om dichter bij God te komen. Het zelfverkozen martelaarschap was een manier om ondeugden te overwinnen en deugden te beoefenen. Dat kon onder andere door onthouding en daarom vermeed zij elk seksueel contact, keerde zich af van ieder bezit en nam zo min mogelijk voedsel tot zich. Dat laatste had bovendien tot voordeel dat het je toegang tot de spirituele wereld verschafte.”
Catharina ging de pest onbevreesd te lijf
Maar hoe streng Catharina voor zichzelf was, zo genadig was zij voor de zwakken. Toen de moordende pest om zich heen greep, en vrienden en familieleden de zieken van schrik verlieten, trad zij op als de vertroostende engel. Zij stond met veel liefde de stervenden bij in hun laatste levensuur en begroef indien nodig de doden met haar eigen handen. Het was dan ook weinig verrassend dat zij op de dag van Maria’s Hemelvaart haar goede werken moest staken omdat de besmettelijke ziekte ook op haar was overgeslagen. Iedereen vreesde voor haar leven maar zij verheugde zich slechts op de aanstaande ontmoeting met haar hemelse Bruidegom. Het treffen werd evenwel uitgesteld daar dit blijde vooruitzicht zoveel innerlijk vreugdevuur bij Catharina ontstak dat de bacillen spontaan verdwenen…
“Zei je nou haar bruidegom?”
“Ja, Catharina had de Heer als echtgenoot aangenomen. Ze beweerde zelfs een bruidsring te bezitten die gemaakt was van Zijn voorhuid.”
“Gadverredamme”
“Echt waar. Alleen kon niemand die ring zien behalve zij…”
Twee pausen leiden tot crisis in het christendom
Siena zou het verwoestende werk van de Zwarte Dood nooit meer te boven komen. Het verloor niet alleen veel inwoners (ongeveer twee derde op een totaal van 100.000) maar ook zijn civiele onafhankelijkheid. Daar waar voorheen het stadsbestuur de kunst van het regeren etaleerde, zou na het overwinnen van de pest een interne machtsstrijd losbrandden (waarin ook de Kerk zich niet onbetuigd liet). De regering kreeg het verwijt in zonde te hebben geleefd en werd daarmee verantwoordelijk gesteld voor de rampspoed die de stad was overkomen. Na door een woeste menige te zijn verjaagd was het gelijk gedaan met de wereldlijke werken; voortaan zou aan de hand van Bijbelse thema’s het volk weer onderwezen worden.
“En Catharina?”
“Catharina wist de paus te overreden naar Rome terug te keren.”
“Oh, en toen nam de heilige stad het artistieke stokje van Siena zeker over?”
“Nee dat deed de grote rivaal Florence. Rome zonk alleen maar verder weg in het moeras. Eerst overleed de soeverein van het Vaticaan, vervolgens voelden zowel de kardinalen in Rome als de curie in Avignon zich geroepen een nieuwe paus te kiezen en uiteindelijk scheurde de Westerse Kerk in tweeën.”
“Oh lekker dan…”
“Ja, Catharina’s bemoeienis pakte niet helemaal goed uit. Zij hoopte de zaak nog te redden door de strijdende partijen middels een heilige oorlog weer bij elkaar te krijgen maar ook dat wilde niet erg van de grond komen. Dan maar vasten, moet ze gedacht hebben, en met liefdevolle volharding hongerde zichzelf dood. Op 33-jarige leeftijd vertrok ze naar haar reeds op een wolk vertoevende Verloofde. Pius II verklaarde haar een kleine eeuw later heilig.”
“Krijg de pest.”
“Ja, daar kan je haar voor aanroepen inderdaad. Ech Wel!”
Ook wel eens in Siena geweest? Een kaarsje voor Maria gebrand of de pest bezworen? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Praktische informatie
De Republiek Siena bestond van 1125 tot en met 1555, en beleefde zijn hoogtijdagen tussen 1200 en 1348, het jaar dat de pest uitbrak. Gedurende zijn Gouden Eeuw werd er vooral gotisch gebouwd en die bouwstijl is nog altijd overheersend in de stad. De Zwarte Dood had namelijk zo gruwelijk huis gehouden dat de resterende Sienezen nooit meer nieuwe panden aan hun bestand hoefden toe te voegen (en waaraan het grotendeels zijn werelderfgoedstatus dankt). Daarmee verschilt Siena wezenlijk van zijn eeuwige rivaal Florence dat voornamelijk een renaissancistisch uiterlijk heeft (en net zo’n verschrikkelijke pestuitbraak doormaakte).
Pius II had niet zo’n goede relatie met de Sienezen (die hij verweet hem te weinig te waarderen) en stak zijn geld daarom liever in zijn nabijgelegen geboortedorp Corsignano. Niet erg, want zo kreeg de naar hem omgedoopte bergplaats Pienza een renaissancistische impuls (het werd verrijkt met een kathedraal, een bisschoppelijk paleis én tal van prestigieuze bouwwerken voor zijn assistenten) en kon Siena zijn gotische uiterlijk behouden. Unesco kon de inspanningen van de paus eveneens waarderen en plaatste Pienza in 1996 op de werelderfgoedlijst.
Jaar van inschrijving: 1995
Officiële website kathedraal: operaduomo.siena.it
Officiële website van in het stadhuis gevestigd museum: museocivico.comune.siena.it
Lees ook:
– San Gimignano, de Toscaanse torenstad uit de middeleeuwen
– Mantua was voor sommigen misschien iets Te erotisch, maar de Gonzaga’s vonden de stad helemaal uit de kunst