Met een scherpe blik op de werelderfgoedkaart constateer ik dat het klaar is met de makkelijke uitstapjes. Binnen een straal van 500 kilometer rond Rotterdam hebben we al het patrimonium bezocht. “Willen we dus verder met onze queeste dan zullen we voortaan écht aan de bak moeten.”

“Ja, maar waarom moeten we dan gelijk met de boot naar Canterbury, Ech Wel?”

“Omdat het een bedevaart is, Ech Nie…”

“En dat de woelige baren mij zeeziek maken doet er niet toe?”

“Nee, dat is juist goed. Een pelgrimstocht kan niet zonder ontbering!”

De veerboot in Duinkerke

Sint Augustinus en Becket

In de auto op weg naar het Franse Duinkerke (waar vandaan onze veerboot vertrekt) steek ik vast van wal met een eerste anekdote. “Het werelderfgoed van Canterbury draait eigenlijk allemaal om de heiligen Augustinus en Becket. De eerste was de stichter van de Anglicaanse moederkerk, degene die het christelijke geloof in 597 naar de VK bracht, en laatstgenoemde zorgde er met zijn martelaarschap in 1170 voor dat de kathedraal kon uitgroeien tot het grandioze meesterwerk dat we vandaag de dag nog altijd kunnen bewonderen.”

“Ech Wel, alsjeblieft. Het is nog hartstikke vroeg. Kan de geschiedenis misschien even wachten totdat ik een beetje op verhaal ben gekomen?”

“Het is april, Ech Nie. Je had allang fris en fruitig moeten zijn!”

Toen dan april met vele milde buien
De maartse droogte weg had laten kruien
En ruimschoots sap deed stijgen in de stelen
Die daardoor bloesemden in de struwelen

Toen vogeltjes die ’s nachts met ópen ogen
Slapen – zozeer toch is hun hart bewogen -,
Bekoorlijk floten, door Liefde bezocht
Toen wilden mensen ook op pelgrimstocht

Canterbury kathedraal in de bloemetjes gezet

Canterbury Tales

De pelgrims uit de verste hoeken
Van Engeland, gaan Canterbury bezoeken

Bovenstaande dichtregels zijn afkomstig van poëet Geoffry Chaucer, de vader van de Engelse literatuur. In zijn wereldberoemde boek The Canterbury Tales draait het allemaal om een groep bedevaartgangers die gezamenlijk optrekken naar het graf van Sint Becket en elkaar ondertussen de meest uiteenlopende verhalen vertellen. Afgesproken wordt dat degene met het mooiste verhaal door zijn collega-pelgrims op een riant avondmaal wordt getrakteerd.

Chaucer schreef het werk aan het eind van de 14e eeuw. Een tijd waarin het geloof voor de burger nog heilig was maar door de geestelijkheid bovenal als een lucratieve bezigheid werd gezien. Het religieuze leven, en de daarmee gepaard gaande corruptie, vormden voor de reizigers dan ook een dankbaar onderwerp in hun diverse vertellingen.

“En nou wil jij zeker in de voetsporen van Chaucer treden?”

“Inderdaad, Ech Nie. Leuk hè?.”

Geoffry Chaucer met z’n Canterbury Tales

Wondertombe van Becket

Hoop op genezing vormde voor devote middeleeuwers een van de belangrijkste redenen om op bedevaart te gaan. Men geloofde dat de goddelijke deugd schuilging in de stoffelijke resten van een heilige en dat contact met de relieken allerhande kwalen zou kunnen doen verdwijnen. De tombe van Thomas Becket was wat dat betrof helemaal in trek omdat er al direct na zijn overlijden miraculeuze verhalen de ronde deden. Zo zouden blinden op de gewijde grond hun zicht hebben teruggekregen, genazen melaatsen van hun aandoeningen en herrezen de doden uit hun graf.

Om de heilige martelaars te eren
Verlossers van hun koortsen en hun zweren
Voor Engelsen moest ’t Canterbury wezen
’t Graf van de heilige die hun had genezen

“Kan ik zijn hulp ook inroepen bij de overtocht, Ech Wel? Ik zou een behouden vaart wel op prijs stellen…”

“Nee, Ech Nie. Wie de eerwaarde Becket wil bezoeken, moet net als hij bereid zijn om voor zijn geloof te sterven.”

Stamkroeg Thomas Becket

Strijd tussen kerk en kroon

Omdat er in het verleden nogal wat strubbelingen tussen kerk en kroon waren geweest, verwachtte de aartsbisschop van Canterbury dat zijn assistent Thomas, die in 1155 op zijn voorspraak kanselier van koning Hendrik werd, de belangen van de clerus aan het hof zou behartigen. De heer Becket bleek echter een opportuun man. Eenmaal in dienst van zijn nieuwe meester had hij niks meer te maken met de wensen van zijn oude werkgever en trachtte hij hun privileges (die hij eigenlijk geacht werd te verdedigen) daar waar mogelijk te beknotten.

Toen ik des konings brood had en des konings wijn
Was het nooit mijn verlangen Gods dienaar te zijn
Wie God dient doet eerder en groter kwaad
Dan hij die in dienst van een koning staat

Koning Hendrik ondertussen, kon de tomeloze inzet van zijn nieuwe rechterhand wel waarderen. Een man zo toegewijd als hij, die vond je niet snel. Tussen beide heren ontstond dan ook een innige band. Zij waren één in hart en ziel, schreef een latere biograaf zelfs. Maar toen Hendrik zijn vertrouweling tot aartsbisschop bevorderde, onderging Thomas ineens een totale transformatie. Binnen een mum van tijd veranderde de ijdele staatsman in een godvrezend persoon die zich slechts hulde in boetekleed en harige pij.

Heraldiek in gotiek

Gedaanteverwisseling Becket

We zijn inmiddels scheep gegaan. En terwijl Ech Nie bibberend van angst plaats neemt in de kombuis, dis ik haar, vanachter een moddervet English Breakfast, de rest van mijn relaas op. “Helaas voor Hendrik beperkte de metamorfose zich niet alleen tot de kleding van de pastoor. In plaats van meer zeggenschap over de Kerk, waar de vorst met de promotie van Thomas op had gerekend, veroordeelde Gods dienaar nu elke wereldlijke inmenging in Almachtige zaken. Hij die kort daarvoor nog, in naam van de koning, ijverig had gepoogd meer grip op de curie te krijgen, weigerde nu alle medewerking inzake rechtspraak over geestelijken, afstaan van stichtelijke inkomsten en het niet in de ban doen van soevereine vrienden. Het maakte de monarch des duivels.”

“Gadverredamme Ech Wel”, roept Ech Nie kijkend naar mijn volgeladen bord, “hoe krijg je die bagger weg?”

“We hebben een lange dag voor de boeg schat, dan kan je maar beter een stevige bodem leggen.”

Vanaf de kansel sprak Sint Becket zijn gehoor toe

Het noodlot kondigt zich aan

“Zes jaren van Franse ballingschap konden de kou niet uit de lucht halen. Ondanks paapse verzoeningspogingen bleef Becket koninklijke broeders eigenwijs excommuniceren. Kan dan niemand mij verlossen van die laaggeboren klerk, zou Hendrik vertwijfeld hebben uitgeroepen, die woelzieke priester die mijn brood heeft gegeten en nu vol minachting neerkijkt op wat ik allemaal voor hem heb gedaan?

“Naar verluidt wist de Voorzienigheid reeds wat deze royale wanhoopskreet betekende. Een jongeman die op sterven had gelegen, beweerde dat hij in de hemel de apostelen al rondom een lege stoel had zien zitten. Op zijn vraag voor wie de zetel bestemd was, antwoordde een engel; Wij wachten op een grote priester uit Engeland. Ook Becket zelf voorvoelde weinig goeds. Bij zijn vertrek uit Frankrijk meldde hij de Parijse bisschop dat hij naar Engeland terugkeerde om te sterven en vanaf de kansel in Canterbury hield hij zijn gehoor voor dat ze wellicht spoedig een martelaar in hun midden hadden…

“…”

Geen reactie van Ech Nie. Nadat ik haar eerst vol walging had zien toekijken hoe ik een dikke bloedworst schrokkend verorberde, zie ik haar nu, tussen twee happen halfbakken spiegelei door, met het hoofd tussen de knieën zitten. Zou ze soms ook met vervelende onderbuikgevoelens kampen?

Toast, witte bonen in tomatensaus, gebakken ei en worst vormen English Breakfast
English Breakfast

Moord op Becket

“Verrast was Becket dus allerminst toen 29-12-1170 vier geharnaste ridders met veel kabaal zijn kathedraal binnenvielen. De vraag was alleen; zou hij met de dood voor ogen zich neerleggen bij ’s lands seculiere wetten of bleef hij halsstarrig de wil van zijn voormalige broodheer trotseren? Het werd het laatste.”

Becket boog het hoofd als in gebed, getuigde een omstander later, waarna de edelmannen met zwaarden op hem inhakten. Daarbij sloeg een van de beulen zo hard op het hoofd van de kerkvorst dat het bovenste deel van zijn schedel werd afgehouwen.”

“Blèèèhhh”, klinkt het met afgrijzen uit de mond van Ech Nie.

“Ja”, zeg ik, “het tafereel leek een beetje op deze witte bonen in tomatensaus. Het bloed, dat wit zag van de hersenen, en de hersenen niet minder door bloed roodgekleurd, vloeiden over de vloer van de kathedraal,”

En met die woorden trekt Ech Nie een sprintje richting toilet.

Gotische kloostergang rondom groen grafveld
Voormalig klooster van de kathedraal. Deze werd op last van koning Hendrik VIII gesloten

Koerswijziging

Zendt mij de geestkracht, dat ‘k de weg hier wijs
Op onze glorieuze pelgrimsreis

Ech Nie was tijdens de overtocht al wat misselijk geraakt maar bij aankomst in Canterbury raakt ze pas echt over haar toeren. “Wat is dit voor een klein klotekerkje”, haalt ze schuimbekkend verhaal. “Heb ik hier mijn leven voor op zee gewaagd?”

“Ehm, met permissie schat. Dit is niet de befaamde kathedraal van de stad; dit is de kerk waar Sint Augustinus het evangelie begon te verkondigen…”

“Nóg een kerk? Nee toch?”

“Jawel, de plek waar het voor de Engelsen allemaal begon…”

“Godsamme, Ech Wel. Heb je nog meer van dit soort plotwendingen?”

“Eh, nou…”

“Wat?”

“Had ik al gezegd dat er ook nog een abdij is?”

Sint Augustinus abdij

St Martin’s church is oudste kerk Engeland

Nadat Ech Nie voor een tweede keer vandaag haar gal heeft gespuwd, start ik mijn volgende verhaal. “Dit heiligdom mag dan misschien weinig spectaculair ogen, ze is toevallig wel de oudste, nog steeds functionerende kerk van het Verenigd Koninkrijk. Ze rust op de resten van een oude Romeinse tempel en is gebouwd als privékapel voor koningin Bertha.”

“Krijgen we nou nóg zo’n geloofsmonoloog?”

“Ja, natuurlijk, dat deden ze in de Canterbury Tales toch ook? De deelnemers van de verhalenwedstrijd vertelden elkaar twee verhalen onderweg naar Beckets graf en twee verhalen op de weg terug….”

“Oh, ja, de Canterbury Tales. Nou goed dan, maar ik waarschuw je vast, geen gore praat of nare verrassingen meer, want anders is het zonder eten naar bed!”

St Martin’s church

Sint Augustinus kerstent Brittanië

“Koningin Bertha was een uit het Franse Tours afkomstige hofdame die omstreeks 580 huwde met de heidense, Engelse monarch Edelbert. De prinses was christelijk opgevoed en stond er op dat zij haar geloof ook aan de zijde van Edelbert ongestoord kon beoefenen. Geen probleem, vond de Kentse koning, en schonk haar voor dat doel bovengenoemd bedehuisje.” (die ze wijdde aan haar stadsgenoot Sint Maarten, vandaar de naam)

“En zij effende de weg voor Sint Augustinus?”

“Ja waarschijnlijk wel, maar volgens de overlevering kreeg de paus het idee om Engeland te kerstenen toen hij op een slavenmarkt in Rome enkele Britten ontwaarde. Gegrepen door hun schoonheid informeerde hij bij de handelaar naar de herkomst van de koopwaar. Dit zijn heidenen uit Brittannië, vader. Een goddeloos land hier ver vandaan, luidde het antwoord.”

“Ach wat zonde, meende de geestelijk leidsman, dat zulk een prachtkerels nog altijd in de macht van de duisternis verkeerden. Zou het niet mooi zijn als deze op engelen gelijkende knapen ook ooit eens in de hemel konden ronddartelen? Hij besefte echter meteen dat die zaligheid alleen mogelijk was als hun geboortegrond eerst aan Gods toorn onttrokken werd.”

“En dus werd Sint Augustinus op missie gezonden?”

“Inderdaad. Hij kreeg de opdracht om de Britten voortaan het Halleluja te laten zingen.”

Koning Edelbert

Stichting Canterbury kathedraal

Edelbert had wel oren naar de boodschap van de missionarissen. (Augustinus had veertig monniken in zijn gevolg) Volgens de evangelisten zou hij namelijk, indien hij luisterde naar wat ze te vertellen hadden, verzekerd zijn van eeuwige vrede in de hemel en van een nimmer eindigende heerschappij met de levende en ware God. Hij bekeerde weliswaar niet onmiddellijk, dat kon die zijn volk niet aandoen, maar stond Augustinus wel toe om vanuit de kapel van zijn vrouw het evangelie te gaan verkondigen. Nadat hij een paar jaar later samen met zijn gehele hofhouding alsnog gedoopt werd, verzocht hij de Apostel der Engelsen om binnen de stadsmuren een nieuwe kathedraal te bouwen.

“Fijn. Zullen we nu dan maar eens vaart zetten achter het verhaal zetten en dat ding gaan bezichtigen?”

“Goed idee, Ech Nie!”

Buttermarket met rechts het poortgebouw naar de Canterbury kathedraal

Kapitale kathedraal

Het poortgebouw van de Canterbury kathedraal bevindt zich al sinds de 16e eeuw aan de oude Buttermarket van de stad. Het is de plaats waar de kerkdienaren tegenwoordig het entreegeld innen. “Wat krijgen we nou? Moeten we betalen om naar binnen te mogen?”

“Ja, wat dachie dan? God is niet gratis hoor.”

“Nou ja, belachelijk. Het was toch onze Verlosser die in de Bijbel al die woekeraars de tempel uitgooide?”

“Dat hoofdstuk hebben ze hier overgeslagen, Ech Nie. Al sinds Beckets overlijden verdient de Canterbury clerus bakken met geld aan de bedevaartgangers. Hun voortdurende verering leverde het benodigde kapitaal voor de bouw van deze kolossale kathedraal.”

Het schitterende waaiergewelf van de Harry Bell toren kon door gulle pelgrimgiften worden gefinancierd

Koninklijke boetedoening

“Na de moord op Becket raasde er een storm van verontwaardiging over de christelijke wereld. Hoe kon een koning zo verdorven zijn dat hij er zelfs niet voor terugdeinsde om de hoogste geestelijke van het land door een bende goddelozen in zijn eigen kathedraal te laten afslachten? Dat de misdaad niet door de majesteit bevolen was geloofde men pas indien hij zich persoonlijk op het graf van de bisschop verontschuldigde. De geseling die daarmee gepaard ging, moest hij maar voor lief nemen.”

“Geseling?”

“Ja, blijkbaar wilden de broeders er zeker van zijn dat Hendriks gejammer oprecht was…”

Overigens werd het geweeklaag dat de monniken bij de dodenmis ten gehore brachten volgens de overlevering door engelen met vreugdezang overstemd. Vermoedelijk achtte God een verblijf in het vagevuur voor de rechtvaardige Becket niet nodig en verblijdde Hij zich om zijn komst.

Tombe van bisschop Chichele

Rondgang door de kathedraal

“I was pauper-born, then to primate raised. Now I am cut down and served up for worms. Behold my grave.” leest Ech Nie plechtig op. “Nou hij had in ieder geval wel zelfspot hè”, voegt ze er aan toe.

“Dat is niet het grafmonument van Becket, schat. Onze held ligt een stukje verderop.”

“Oh, dan ligt hij zeker in de Sint Michaelkapel? Als vrijheidsstrijder voor het enige, ware geloof?”

“Nee, ook niet. Sint Michael was de aanvoerder van de hemelse legerscharen. Hij waakt hier alleen over de gesneuvelde soldaten van het koninklijke Kentse regiment. Becket viel in het noordwesttransept.”

“Ah, dus we moeten naar het Martyrdom?”

“Nee, dat was het plaats delict.”

“Okee, wijsneus. Waar moeten we dan wél zijn?”

“In het koor natuurlijk, duh.”

In totaal bevindt zich 1200m2 aan schitterend glas-in-lood in de kathedraal

Becketcultus

Hoewel de kloosterlingen na Beckets heengaan maar liefst 703 wonderen registreerden, kon Canterbury’s rijzende ster niet voorkomen dat in 1174 het noodlot toesloeg. Een groot deel van de kathedraal werd door brand verwoest. Maar wat in eerste instantie een rampzalige gebeurtenis leek, zag men al snel als een ideale mogelijkheid om de ontstane Becketcultus te gelde te maken.

Vanuit Frankrijk werd een kathedraalbouwer geïmporteerd die de opdracht kreeg een nieuw godshuis te construeren (in de stijl van de gotiek) dat recht deed aan de grootsheid van Gods uitverkorene. Een opdracht die hij met verve vervulde. Naar goed middeleeuws gebruik kregen Beckets relieken een plaatsje in het koor, het meest heilige deel van de hele basiliek. Om nog eens extra te benadrukken wat voor een verheven persoon de martelaar was, leidde een trap (Pilgrim’s stair) naar het hoogaltaar, beeldden stralende glas-in-lood ramen zijn vele wonderdoeningen uit en was de hele kapel voorzien van een overdaad aan kostbaar edelgesteente. (waarvan goud volgens onze stadsgenoot Erasmus nog de goedkoopste was)

Corona chapel, hier werd vroeger het afgeslagen stuk schedel van Sint Becket bewaard

Katholicisme wordt afgeschaft

“Ik weet niet hoor, Ech Wel, maar ik zie alleen maar een brandende kaars.”

“Dat klopt. Na honderden jaren van verafgoding maakte in 1538 koning Hendrik VIII een einde aan de schijnvertoning. Hij was in een conflict geraakt met de paus en brak daarom met de rooms-katholieke kerk. Een rigoureuze stap, dat wel, maar wel een die hem de mogelijkheid bood haar bezittingen verbeurd te verklaren. In het geval van Beckets tombe betekende dat ontmanteling van alle kostbaarheden en het verbranden van zijn gebeente.”

“Er is dus niks over van Sint Becket?”

“Nee.”

“En Sint Augustinus?”

“Die ligt hier niet.”

Teleurstelling of woede, ik weet het niet, maar ik heb het nog niet gezegd of Ech Nie braakt voor de derde keer vandaag allerlei lelijke dingen uit.

“Engeland in steen”

Boontje komt om zijn loontje

Daar Ech Nie de louterende werking van onze pelgrimstocht ontgaat, leg ik haar nog maar eens het belang van het werelderfgoed uit. “Dit is niet zomaar een kathedraal, Ech Nie, dit is Engeland in steen! Canterbury hielp bij de totstandkoming van de natie. Het vormde het karakter van de Britten, gaf ze een spiritueel hart en schonk ze normen en waarden!”

Het helpt niet. Ech Nie is met afschuw vervuld en breekt abrupt mijn verhaal af. “Hou jij je Beck es dicht!” Daarna wordt “Cunterbury” direct verlaten en mag ik, eenmaal op het veer richting het Europese vasteland, voor straf toekijken hoe zij al schransend een bord patat naar binnen werkt. “En ik dan?“

“Ssssht”, gebiedt Ech Nie, ”had ik al gezegd dat jij je mondje weer mocht roeren?“

“Maar…“

“Nee, schat, je hebt het zelf gezegd; een bedevaart kan niet zonder boetedoening.”

En de zalige heilige blaag
Restte niets anders dan een rammelende maag

“Ech Wel!”


Ook wel eens op bedevaart naar Canterbury geweest? Verhalen over Becket en Augustinus verteld of boete gedaan? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Praktische informatie

Wij maakten er een echte bedevaart van door Canterbury via retourtje Duinkerken-Dover in een dagtrip te doen. Dat was even afzien, zeker tijdens de drie uur durende terugrit Duinkerken-Rotterdam, maar droeg uiteindelijk alleen maar bij aan de feestvreugde. Toch Ech Nie?

Adres kathedraal: Cathedral House, 11 The Precincts, Canterbury CT1 2EH, Verenigd Koninkrijk
Adres Saint Martin’s: 1 N Holmes Rd, Canterbury CT1 1QJ
En voor de fanatiekelingen (wij sloegen hem over)
Adres Saint Augustine’s Abbey: Longport, Canterbury CT1 1PF

Jaar van inschrijving: 1988
Officiële website: Canterbury cathedral


Lees ook:

Met de paus in Avignon ging het van kwaad tot nóg erger
Na veertien staties manifesteert de ware zich op kruisweg Kalwaria Zebrzydowska