Of ik wel begreep dat het internet bedoeld was voor kort en snel?, werd mij onlangs gevraagd. “Eh, sorry?” Ja, dat dus. En of ik me wel realiseerde dat iederéén tegenwoordig om aandacht schreeuwt? “Eh, jawel maar…” En dat ik eens moest luisteren in plaats van maren. “Maar…” En of ik er wel eens aan gedacht had om mezelf in een ander te verplaatsen? “Eh…? Is er soms iets?”
“Ja, je lult teveel”
Geen tijd voor lange verhalen
“Pardon?”
“Je verhalen zijn te lang, Ech Wel. Mensen hebben geen tijd voor die enorme lappen tekst van jou.”
“Wie zegt dat?”
“Dat is gewoon zo. Luister, het is allemaal best aardig geschreven hoor. Dat wel. Maar mensen zijn druk. Die zijn de hele dag aan het stressen op het werk of met de kinderen. Als ze dan eens een momentje voor zich zelf hebben dan scrollen ze door het internet of snellen gauw wat koppen, tijd voor de lotgevallen van een stuntelend reisduo hebben ze vaak niet.”
“Niet?
“Nee.”
Hoe lang moet een blogpost zijn?
Er gaan op het internet vele theorieën rond over de ideale lengte van een blogpost. Zo zweert de een bij een maximale lengte van 300-500 woorden terwijl de ander juist heilig geloofd in teksten van minimaal 2800-3000 taaldelen. Wie er gelijk heeft mag het zeggen. De eerste beargumenteert zijn stelling doorgaans met het feit dat iedereen tegenwoordig veel te druk is voor een beetje verhaal, de ander zwaait weer met onderzoeken die melden dat alleen langere kopij échte aandacht verdient. Kortom, niemand weet het en er valt geen zinnig woord over te zeggen. Maar Ech Nie dacht van wel.
Verrijk je kennis
“Denk je nou echt dat iemand jou wil lezen als de aardappels op het vuur staan, de kleine om een fles jengelt en de droger staat te piepen?”, was haar retorische vraag.
“Nou nee, dan niet nee”, beantwoordde ik hem tegen beter weten in.
“Nou dan zijn we er toch?”
“Nee helemaal niet! Wacht nou is effe. Niemand kan vier dingen tegelijk, okee, eens, dat snap ik. Maar je moet Unesco-queesties ook pas lezen als het eten er in zit, als dat jong op bed ligt en de was gestreken is. Dan pak je er een glas wijn of thee bij, doe je de bank in standje “relax” en verrijk je je kennis met één van mijn altijd interessante anecdotes. Moet jij eens kijken hoe lekker dat is.”
Ontspanning of inspanning
“Ja, zo lekker dat iedereen na een minuut ligt te pitten. Werkt dus niet. Weet je wat het is, Ech Wel, mensen zijn moe na een dag vol inspanning, die willen rust.”
“Maar dan ontspannen ze toch tijdens mijn verhaal?”
“Neehee, stuk eigenwijs, dat is té lang. Dat kóst inspanning! Ze willen aan het eind van een dag worden vermaakt met een geinig filmpje of een ontroerende foto. Een stukje tekst kan natuurlijk ook, maar dan moet het wel kort en bondig zijn. Niemand zit te wachten op een compleet boekwerk over de universele waarde van een barok paleis, een verdwenen kalifaat of een architectonisch landschap. Dat is echt niet zo belangrijk als jij iedereen wil doen geloven.”
“Unesco zegt anders van wel…”
“Ja Unesco, lekker voorbeeld. Die zijn al net zo leip als jij. Trouwens, wanneer dringt het nou eindelijk eens tot je door dat het in het leven niet allemaal om werelderfgoed draait? Dat jij tegenwoordig met niks anders bezig bent wil nog niet zeggen dat de rest van Nederland ook zo verknipt is.”
Blijft je blogpost oppervlakkig of gaat het de diepte in?
Nou werd die helemaal mooi, was eerst de lengte van mijn blogpost al niet goed, kreeg ik nu ook nog eens te horen dat de inhoud niet deugde. Ik probeerde de bal terug te kaatsen. “Maar niet iedereen is zo oppervlakkig als jij, Ech Nie. Sommige mensen willen ook nog wel eens wat leren en zo. Die willen de diepte in.”
“Die zullen er best zijn inderdaad”, gaf ze me even gelijk, “maar die zitten alleen niet op Facebook.”
“Wat nou die zitten niet op Facebook. Ech wel!”
Schrik de lezer niet af
“Ech nie! En als ze wel er wel zitten dan zitten ze niet dáárom op Facebook. Mensen zitten op Facebook voor de snelle hap, voor de lol of het contact. Niet voor zelfontwikkeling of suf gedoe, daarvoor kunnen ze wel naar de bieb of school. Eigenlijk moet je al gewoon heel blij zijn als iemand jouw berichtje weet te vinden. Dat is al heel wat. Als diegene dan ook nog eens de moeite neemt om naar jouw site door te klikken dan moet je natuurlijk niet aankomen met een of andere architectonische lofzang op het Brugse beton…
“Le Havre, Ech Nie. Het beton was in Le Havre. Brugge was met bier.”
“Hè? Oh, Le Havre dan. Ook goed. Waar het om gaat is dat je een nieuwe bezoeker niet moet afschrikken met een ellen(de)lange tekst want dan surft die gelijk weer verder.”
Queestie van tijd
Daar had ze misschien toch een punt. Het meeste verkeer wat ik namelijk op mijn site ontvang, komt binnen via social media als Instagram en Facebook. Google, de zoekmachine die eigenlijk al die gebruikers richting Unesco-queesties.nl moet dirigeren, weigert namelijk structureel mij in de zoekresultaten op te nemen. Tenminste niet op de eerste twee pagina’s. Als ik geluk heb word ik ergens op pagina 20 vermeld, maar ja, dat schiet natuurlijk niet op. Daar kijkt niemand.
En je wilt juist verkeer van Google hebben want dat zijn over het algemeen mensen die wél geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt. Iemand die een specifieke zoekopdracht heeft ingetikt is eerder geneigd jouw stukje te lezen dan iemand die per ongeluk op je site belandt. “Als dat klote Google dan ook eens gewoon zijn werk deed”, mopperde ik, “dan hoefden we nu niet deze hele discussie te voeren.”
“Tuurlijk, het ligt weer aan een ander. Probeer nou zelf ook eens wat te veranderen in plaats van kansloos vast te houden aan iets wat niet werkt.”
SEO in je blogpost
“Nou ja, ik schrijf tegenwoordig toch al volgens die stomme SEO-regeltjes? Daarvan zeiden ze ook dat het Google zou helpen jouw site te vinden…”
“Dat klopt. Maar die regels zijn slechts een hulpmiddel. Hoe je het ook wendt of keert, uiteindelijk is het allemaal een queestie van tijd. Daarom, wordt kort!”
Het was duidelijk, volgens Ech Nie was ik te lang van stof en moest ik maar gewoon een beetje inbinden. Kort maar krachtig, dat was een beetje de strekking van haar verhaal. Ondanks mijn twijfels besloot ik haar advies op te volgen. Baat het niet, dan schaadt het niet, zo overtuigde ik mezelf. De volgende keer dus geen lange blogpost maar een vliegensvlugge beschrijving van het bezochte werelderfgoed. Eens zien of het aanslaat. “En als dat niet zo is?”, vroeg Ech Nie argwanend.
“Dan nemen we voor elke site weer ruimschoots de tijd. KwalitIJd dus, als het ware. Ech Wel!”
Wat denk jij dat de ideale lengte van een blogpost is? Weid je uit, ga je diep of snijd je alleen maar aan? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Lees ook:
– Wat telt als gezien is maar net hoe je het bekijkt
– Paniek! Werelderfgoedqueeste komt in tijdsnood