Wijzend op het grijze wolkendek boven Regensburg vraagt Ech Nie zich smalend af of ik soms iets anders had verwacht… “Hoezo, het regent toch niet?”

“Nee, nog niet nee…”

“Nou, schiet op dan. Het is tijd voor een pilsstop en ik heb trek in bier!”

Toegangspoort Regensburg onder een grijs wolkendek
Donkere wolken pakken zich samen boven Regensburg

Regensburg bierstad

“Maar we zijn nog lang niet in Tsjechië, Ech Wel. Ik denk dat het beter is om nu gewoon even door te rijden en het drinken te bewaren voor later. Straks is het weer donker en komt het met bakken uit de hemel…”

“Welnee joh, dat gaat wel goed. Jij denkt natuurlijk; Oh jee Regensburg, dat kan nooit goed gaan. Dat worden alleen maar wolkbreuken, hoosbuien en andere ellende. Maar dat is helemaal niet het geval. De plaatsnaam heeft te maken met het riviertje Regen en is dus niks om je zorgen over te maken…”

“Oh is dat zo?”

“Ja, dat is zo. En mocht het toch gaan plenzen dan is er nog niks aan de hand. Regensburg heeft namelijk de grootste kroegendichtheid van Duitsland.”

Het gele huis met balkon is het oude stadhuis van Regensburg en rechts daarvan bevindt zich een van de vele kroegen van de stad

Ontstaan van Regensburg

Na de verloren slag in het Teutoburgerwoud hebben de Romeinen nog maar weinig trek in de rest van Duitsland en besluiten ze hun Rijk voortaan te beschermen in plaats van te vergroten. Om opdringerige Germanen buiten te houden, bouwen ze langs hun noordgrens een stevige verdedigingslinie en versterken ze strategische plaatsen met imposante burchten. “Dus nu weet je ook waar het woordje burg in Regensburg vandaan komt. Burg is Duits voor burcht.”

“Ach so…”

“Ja, en het leuke is dat je tegenwoordig nog steeds het oude, Romeinse stratenplan in de Altstadt terug kan vinden.”

“Oh?”

Goliathhuis Regensburg met muurschildering van David en Goliath op voorgevel
Goliathhuis

Goliathhuis

“Ja, en hun stadswallen vormen nog het fundament onder menig koopmanshuis. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het Goliathhuis hier aan je linkerhand.”

“Je bedoelt dat pand met die twee Romeinse soldaten erop?”

“Die met David en Goliath inderdaad. De muurschildering verwijst naar een vroegere herberg waarin regelmatig Goliarden verbleven.”

Goliarden?”

“Goliarden waren een soort dichters die van stad naar stad trokken en onder begeleiding van zang, dans en drank met maatschappijkritische rijmelarij hun geld verdienden. Omdat ze echter ook regelmatig de Kerk op de korrel namen, zette meneer pastoor ze weg als een stel liederlijke vagebonden en stelde hun verdorvenheid gelijk met de reus Goliath uit het Bijbelverhaal. Daarmee waren ze gelijk kaltgestellt want Goliath stond in die tijd zo’n beetje symbool voor alles wat slecht was.”

“Maar uit de tekening moet blijken dat het goede, al is het kwaad nog zo groot, altijd zal overwinnen?”

“Precies! Alhoewel men ook wel zegt dat Goliath hier symbool staat voor de hooghartige handelaar die het tegen de eerlijke koopman af moet leggen. Het is tenslotte wel een patriciërswoning.”

Gevelrij met in het midden en aan het eind een torenhuis

Torenwoning

“Een patriciërswoning?”

“Inderdaad. Een soort pakhuis dus. Als belangrijk middeleeuws handelscentrum hadden de Regenburgse koopmannen veel opslagruimte nodig en daarom lieten ze boven hun woningen vaak een paar extra etages aanbrengen. Zo konden ze op zolder hun goederen bergen en gelijk de rest van de stad tonen hoe machtig ze waren. Hoe hoger het huis, hoe meer er tegen ze werd opgekeken.”

“Een beetje zoals in San Gimignano dus?”

“Inderdaad. Alleen hadden de wolkenkrabbers daar nog deels een verdedigende functie terwijl ze in Regenburg vooral als statussymbool golden. Niet zelden stonden verdiepingen gewoon leeg. Tegenwoordig staan er trouwens nog zo’n 20 torens overeind en meet de grootste, de Goldener Turm, zo’n 50 meter.”

Ech Nie knikt begrijpend maar maant mij tevens haast te maken met de rondleiding. Ze heeft boven de toren een steeds dikker wordende stapel donderwolken ontwaart en waarschuwt mij niet langer over van alles en nog wat uit te wijden. …

Ruiter brengt typisch Duitse groet aan Sint Pieter kathedraal

Sint Pieter kathedraal

“Over wijden gesproken; de gotische kathedraal van Regensburg is aan de eerste apostel Petrus gewijd en niet, zoals meestal het geval, aan de heilige Maagd Maria.”

“Oh God…”

“Nee, aan Petrus. Of beter gezegd; aan zijn opvolger, de paus, en zijn gezant Bonifatius. Laatstgenoemde was er door de Kerkvader op uit gestuurd om het volk ten oosten van de Rijn weer het ware geloof bij te brengen. In de ogen van de Heilige Stoel was de katholieke leer namelijk te zeer met heidense rituelen vervlochten en waren de gelovigen te ver van de christelijke leer afgedwaald. Bonifatius stichtte daarop het bisdom omdat hij vermoedde dat men alleen zo zou terugkeren in de Romeinse schoot. Later, bij de bouw van de kathedraal, werd hij voor dit inzicht beloond en werd het Godshuis vernoemd naar zijn Romeinse meester.”

“Ech Wel, alsjeblieft, niet weer zo’n ellenlange reli-preek. Op zeker dat daar gedonder van komt…”

“Goed Ech Nie, jij je zin. Maar misschien is het nog wel even leuk om te vertellen dat, zowel in de Romeinse tijd als in de middeleeuwen, de burgers van de stad de heiligdommen financierden.”

“Dat feitje had ik inderdaad niet willen missen Ech Wel…”

Stenen brug over de Donau

Haar cynische opmerking negerend vervolg ik; “Als oud militair bolwerk lag Regensburg altijd al aan een netwerk van wegen maar toen men in 1146 de stenen brug over de Donau opleverde, werd de stad helemaal een belangrijk knooppunt. Eeuwenlang vormde het de enige vaste oeververbinding tussen de twee rijkssteden Ulm en Wenen.”

“Een brug over de Donau?”

“Jazeker. En een waar meesterwerk mag ik wel zeggen. Niet voor niets stond hij model voor de Karelsbrug in Praag en de Pont d’Avignon in Frankrijk.”

“Maar ik dacht dat de Regen hier stroomde?”

“De Regen druppelt hier in de Donau schatje.”

“Regent het?”

Stenen brug over de Donau bij Regensburg
Stenen brug over de Donau

Commercieel centrum

“Nee, ik bedoel dat beide rivieren hier samen komen. In combinatie met de goede infrastructuur kon Regensburg uitgroeien tot een commercieel centrum en dreef het handel met zowat heel Europa. Het was dan ook deze economische voorspoed die de bouw van de kathedraal mogelijk maakte. Een projectje overigens wat pas zo’n 600 jaar later werd voltooid.”

Ech Nie ziet de bui al hangen en vraagt of ze de komende zes eeuwen ook in de auto kan aanhoren. “Ik voel namelijk nattigheid…”

“Regensburg heeft niets met hemelwater te maken schat. Hoe vaak moet ik je dat nou nog zeggen? Beter richt je je aandacht eens op de schoonheid van de kathedraal en zie je hoe meesterlijk het voorportaal gebeeldhouwd is. De heren op de zuil stellen de 12 apostelen voor en uiteraard heeft Petrus de meest prominente plek.”

“Dat interesseert me geen reet Ech Wel.”

Markt op het commerciële centrum van de stad

Bisdom Regensburg

Een vooraanstaande plaats werd door de bisschop van Regensburg altijd al geambieerd. Zo vocht hij eind 12e eeuw met de hertog over de suprematie van de stad, weigerde hij in latere jaren belasting af te dragen, hitste hij de bevolking op tegen de lokale joden (hij liet zelfs een zogenaamde Judensau op de kathedraal plaatsen; het antisemitische beeld toont drie joden die aan de tepels van een varken lurken) en verdeelde hij de stad in een protestant en katholiek gedeelte. Alles had meneer voor de goede zaak over. Maar toen eind 20e eeuw de nood écht aan de man kwam, en het kwaad zich in de kerk gevestigd had, gaf hij ineens niet thuis.

Het kwaad kleeft aan de kerk...

Misbruik Regensburger Domspatzen

Vanaf 1964 stond de broer van de paus aan het hoofd van de zogenaamde Domspatzen, het wereldberoemde jongenskoor dat al ruim 1000 jaar de Heer prijzend toezingt. Onder zijn bezielende leiding werden honderden koorknaapjes, jochies die door hun goedgelovige ouders aan de Kerk waren toevertrouwd, door priesters en leraren geslagen en misbruikt.

Geconfronteerd met de bevindingen uit een diepgaand onderzoek verklaarde de zogenaamde goedheiligman dat hij nooit wat van enig wangedrag had gemerkt (iets wat door het rapport werd tegengesproken) en deed hij de getuigenissen van de slachtoffers af als waanzin. Omdat de Kerk toch ook zijn barmhartige kant wilde tonen, stortte het (in ruil voor een verwoest leven) een paar duizend euro op de bankrekening van de gedupeerden.

Water van de Donau gezien vanaf de stenen brug in Regensburg
De Donau stroomt door Regensburg

Bisschop Regensburg; “Ich habe es nicht gewusst”

“Dat interesseert me geen reet? GVD Ech Nie, is er dan niets meer heilig hierzo?” Haar onverschilligheid stoot me plots tegen de borst en ik meen daar maar eens wat van te moeten zeggen. “Maar Ech Wel, je denkt toch niet dat ik naar het verhaal van een stel kinderverkrachters ga luisteren zeker?”

“Niet iedereen was een martelaar voor het geloof Ech Nie, de meesten wisten niet eens wat er onder hun ogen gebeurde of keken alleen maar weg.”

“Ja, ik weet het; Sie haben es nicht gewusst… Dat excuus gebruiken die Duitsers wel vaker…”

“Toch is de geschiedenis van het bisdom niet alleen maar kommer en kwel Ech Nie. Er waren ook zielenhoeders die het beste met de mensheid voorhadden.”

“Oh ja? Hoe dan?”

“Zij brouwden bier!”

Het blijft Duitsland, dus mocht naast het bier ook de worst niet ontbreken…

Eins, zwei, drei bierbrauwerei

Das bier, das uns zu Freunden macht, hoont Ech Nie bij het lezen van de website Brauerei Bischofshof. “Wat nou weer? Valt het bisschopsbier soms niet in de smaak?”

“Pfff, wat denken ze nou? Alsof ik met dat ontuchttuig vrienden wil worden…”

“Nou ja, we kunnen ook naar de Spitalbrauerei als je dat liever hebt. De opbrengsten van hun bierverkoop zijn bestemd voor de verpleging van de hulpbehoevende medemens.”

“Hè gadverdamme Ech Wel, een ziekenhuisbiertje hoeft nou ook weer niet…”

Zum Wohl, dan is het simpel. We volgen gewoon de Beierse traditie en drinken bier zoals het hoort, in een Biergarten.”

Raam met bloembak vol rode bloemen
Bierbrauwerei von Johann Kneitinger

De geboorte van de Biergarten

Onderweg naar de Kneitinger Brauerei leg ik Ech Nie uit dat de Biergarten ontstond nadat Beierse brouwers toestemming kregen om zelf bier te verkopen. “Voor die tijd al, hadden ze, om het goudgele vocht te beschermen tegen de brandende zon, boven hun kelders kastanjebomen geplant en grint gestort. Toen de vergunning daar was stelden ze die stukken grond open voor het publiek en was de Biergarten geboren.”

“Je snapt natuurlijk wel dat ik me niet in de buitenlucht gerstenat laat regenen, hè Ech Wel. Er is noodweer op komst…”

“Zucht. Het regent hooguit liters bier, Ech Nie…”

Natuurlijk kon ik voor de rest bezwaar maken wat ik wilde maar bleek het uiteindelijk toch vechten tegen de bierkaai. “Twee bier”, bulder ik gefrustreerd, als we eenmaal binnen zitten. “Moet dat zo hard?”

“Ja, in Duitsland schreeuwt iedereen. Zeker aan de bar…”

Kneitinger bier op ene tafel met groen geruit kleedje
Een Kneitinger bier

Reinheitsgebot

Nadat we zijn geserveerd staar ik mokkend voor me uit en weiger verder nog iets te vertellen. Het hoe en waarom van de bok als mascotte bij Kneitinger, de regels van het Reinheitsgebot, het alcoholpercentage; ik heb er even geen zin in.

Ech Nie, toch al geïrriteerd over de duur van de tussenstop en het in de wind slaan van haar weersvoorspelling, beantwoordt het stilzwijgen met rollende ogen en een diepe zucht. Als ze mij daarna ook nog eens een tweede bier ontzegt (“Nee Ech Wel, je moet nog rijden”) kan ik me niet langer beheersen. Kwaad trap ik de kruk onder me vandaan, been naar de wagen, start de motor en neem me voor nooit meer ergens één biertje te gaan drinken. Dat gaat toch nooit goed….

Na Regen komt…

Uiteraard behoeft het geen nadere toelichting dat we, na een half uurtje van Regensburg te zijn verwijderd, eerst ontdekken dat er helemaal geen snelweg naar ons Tsjechisch vakantiehuisje leidt, en dat we vervolgens worden geteisterd door wolkbreuken, hoosbuien en andere ellende. In het pikkedonker lijkt het wel of de volledige Regen over ons wordt uitgestort. “Ik zei toch dat we in de kroeg moesten blijven zitten?”, mopper ik chagrijnig, “moet je kijken wat er van komt…”

“Jóh, nou, gek zeg. Dat komt dan ook als een donderslag bij heldere hemel. Of zou het misschien iets te maken hebben met dat grijze wolkendek van zo-even?”

“Nee, dat lijkt me niet…”

“Niet?”

“Nee, natuurlijk niet. We hebben gewoon te weinig kneiters gedronken. Dan roep je dit soort onheil over je zelf af. Eén biertje maakt tenslotte nog geen zomer…”

“Jezus wat een onzin.”

“Beter tien bier in de hand dan één in de lucht, Ech Nie!”

“Jaja, en na regen komt…”

“…sburg natuurlijk, Ech Wel!”


Ook wel eens in Regensburg geweest, bier gedronken of kinderen misbruikt noodweer gehad? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Praktische informatie

Behalve dat het oude stadscentrum en de aan de overkant van de rivier gelegen wijk Stadtamhof als werelderfgoed gekwalificeerd is, heeft Regensburg nog een tweede patrimonium binnen zijn stadsgrenzen. Als oude Romeinse nederzetting maakt het deel uit van de 600 kilometer lange Donaulimes. Vlakbij de kathedraal zijn nog wat antieke stenen van de Porta Praetoria (de toegangspoort naar het hier gevestigde legioenskamp) in de bisschoppelijke residentie verwerkt.

De Judensau op de Sint Pieter kathedraal is niet uniek. Ook de stadskerk van Wittenberg, de Wernerkapelle in Bacharach en de kathedralen in Bamberg en Keulen kennen een dergelijke beeltenis.

Jaar van inschrijving: 2006


Lees ook:

Van straffe Hendrik naar Brugse zot, het bourgondische leven in Brugge
Bieren met begijnen is altijd een feest