Het vriest dat het kraakt. Een meedogenloze oostenwind waait ons in het gezicht en doet vooral Ech Nie klappertanden van de kou. “Alsjeblieft Ech Wel, ik zie niks meer door de stuifsneeuw en de ijspegels hangen aan m’n neus. Toe, laten we de molens voor een andere keer bewaren.”
“Ben jij gek. Het gaat net zo lekker…”
“Maar ik sterf het bijna af, Ech Wel.”
“Sterven doe je als het dooit, Ech Nie. Afzien hoort er gewoon bij…”
De legende van Kinderdijk
Vroeger, toen was het pas koud. In die stormachtige dagen van 1421 bijvoorbeeld, toen het wonder van Kinderdijk geschiedde. De Sint-Elizabethsvloed had het eens zo vruchtbare land overspoeld en in de kolkende zee waren tientallen dorpen door het water verzwolgen. Verkleumd en verbitterd stond een handjevol overlevenden op de dijk (de waterkering die zij wél hadden bereikt) en staarde vol ongeloof in de eindeloze verte. Hoe had dit toch kunnen gebeuren? Waar hadden ze dit aan verdiend?
Terwijl ze vertwijfeld voor zich uitkeken zagen ze plotseling een sprankje hoop aan de einder. Een rieten mandje doemde op, een wiegje met daarin een vredig slapend kind. De woeste golven hadden geen kans gezien het te verslinden omdat een meereizende kat het in evenwicht hield, en continu van de ene naar de andere kant sprong. Voorzichtig haalden de vluchtelingen het vreemde vaartuig uit het water, doopten het opgedoken meisje Beatrix (de Gelukkige) en noemden de plaats waar de baby aanspoelde voortaan Kinderdijk.
“Mooi verhaal, Ech Wel, maar kon dat nou ech nie wachten tot de zomer?”
“Nee, Ech Nie. Molentochten maak je in de winter!”
Winterse helletocht langs kloeke molens
De molens van Kinderdijk tonen volgens Unesco de indrukwekkende bijdrage die de Nederlanders hebben geleverd aan de technologie om water onder controle te houden. “Een waar waterwonder”, noem ik het zelf, maar helaas laat Ech Nie het werelderfgoed volkomen koud. “Jezus Ech Wel, ik bevries hier zowat! Hoe lang wou je nog met deze helletocht doorgaan?”
“Even doorbijten koukleum. Zo meteen komt er heus wel weer een koek-en-zopie tent waar we ons een beetje kunnen opwarmen.”
“Maar dit is onverantwoord, Ech Wel. Laten we deze poolvlakte toch gewoon verlaten en lekker thuis een borrel drinken!”
“Nee Ech Nie, it giet oan!”
Waterschappen beheren waterwerken
Tot zo’n duizend jaar geleden maakte de Alblasserwaard deel uit van een groot veenmoeras en vormde het de delta van verschillende, in zee uitmondende rivieren. Met de ontginning van het gebied veranderde dat echter. De rijke aarde was nodig voor landbouw en om de voeten droog te houden begon men met het aanleggen van dijken (tegen het vocht) en het graven van geulen (voor de afwatering).
Het onderhoud van deze waterwerken was een gemeenschappelijke taak en werd in eerste instantie bij de bewoners van de streek neergelegd. Omdat er echter altijd wel een paar bij waren die verzaakten (en zij daardoor, behalve zichzelf, ook anderen in gevaar brachten) werd op een gegeven moment besloten zogenaamde waterschappen voor het beheer verantwoordelijk te maken. Daar het bestuur van een dergelijke organisatie door de lokale boeren gekozen werd, gingen de instellingen de boeken in als de eerste democratische van ons land.
Koude oorlog
De democratie van het waterschap werkt als koren op Ech Nie’s molen. Opeens zou mijn “dictatoriale dwingelandij” ongepast zijn en is mijn “botte onverzettelijkheid” de aanleiding voor een koude oorlog. Ik heb ook rekening te houden met haar ijsen eisen, zo vindt de vorstin, en ik moet evenmin denken dat ik zomaar de baas over haar kan spelen. “En ze is al helemaal niet van plan zich hier dood te laten vriezen.”
“Dan moet je ook beslagen ten ijs gaan, Ech Nie. Warm aankleden helpt…”
“Daar heeft het niks mee te maken, Ech Wel. Het is gewoon stervenskoud!”
Boezemmolens malen water weg
In den beginne waren twee kanalen genoeg. Zij doorkruisten de waard en loosden het overtollige water bij Kinderdijk (het laagste punt van het gebied) rechtstreeks in de Lek. Op een gegeven moment raakte door voortdurende exploitatie de grond echter dusdanig verzakt dat het af te voeren water veel lager kwam te staan dan het water wat zich in de rivier bevond. Om het ontstane hoogteverschil (drie meter) te kunnen overbruggen bouwde men in de 18e eeuw twee rijen, parallel lopende boezemmolens en maalde het teveel aan water voortaan trapsgewijs (via lage en hoge boezem) naar de rivier. “En zo ontstond dus dit typisch staaltje Hollandse waterkunst waarvan we nu nog altijd kunnen genieten. Pure nostalgie als je het mij vraagt!”
Geen reactie, slechts een ijzige stilte.
“Je weet toch wat een boezem is hè, Ech Nie?”, vraag ik voor de zekerheid.
“Dat weet elke vrouw, Ech Wel…”
“Okee, dat de boezem als wateropslag diende is dus blijkbaar bekend. Maar wist je ook dat op deze boezem de zwaartekracht geen vat had? Dat ze de gravitatie ook in haar voordeel kon gebruiken? Zo zette ze in geval van droogte gewoon haar sluizen open en liep het water op die manier weer terug de polder in.”
Winterklaar
De dubbelzinnige opmerking was bedoeld om de kou wat uit de lucht te halen maar in plaats daarvan bereik ik het tegenovergestelde. De sfeer daalt tot ver onder het vriespunt. “Jij bent echt helemaal doorgedraaid hè, Ech Wel? Beetje bijdehand gaan lopen doen over mijn boezem. Is het soms niet genoeg dat ik hier, speciaal voor jou, Siberische temperaturen sta te trotseren?”
“Ach een klein geintje moet toch kunnen? Hoef je niet gelijk zo kil te reageren.”
“Nee ik moet me gewoon door de molen laten halen zeker? Luisteren naar wat het rayonhoofd te vertellen heeft en verder niet moeilijk doen over bevroren ledematen of arctische ontberingen. Toch? Nou, ik ben d’r klaar mee, Ech Wel. We gaan!”
Geen molentocht
Beemster polder, Schokland, Waterlinie, Grachtengordel en Woudagemaal; stuk voor stuk Unesco-monumenten die verhalen over de Hollandse worsteling met het water. Hoewel de molens van Kinderdijk het absolute hoogtepunt vormen in deze heroïsche strijd, moet ik te midden van deze geweldenaars toch beschaamd het hoofd buigen. Ech Nie is dusdanig in haar wiek geschoten dat verder klunen geen zin heeft. Inderdaad, het is als vechten tegen windmolens. “Wie wil er nou ook een molentocht maken als er alleen nog maar een klein ijsvliesje op de vaarten ligt? Dan heb je toch echt een klap van de molen gehad hoor. Je kan hier nog helemaal niet schaatsen!”
“Misschien moeten we inderdaad niet over een nacht ijs gaan, Ech Nie…”
“Ik weet het wel zeker. Ech Wel!”
Heb jij wel eens een molentocht door Kinderdijk gemaakt? Ben je schaatsliefhebber of molenaar? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Praktische informatie
Voor diegenen die vrezen nooit meer een molentocht in Kinderdijk te kunnen schaatsen, (opwarming van de aarde en zo) hetzelfde zicht op de negentien monumentale molens biedt ook de van mei tot oktober varende rondvaartboot.
Jaar van inschrijving: 1997
Officiële website: Kinderdijk.nl
Lees ook:
– De Beemster, Hollands glorie in de polder
– Op stoom bij het Woudagemaal
Jaarlijks organiseert Wsv Kinderdijk er de befaamde Molenwaardtocht. We houden mooie herinneringen aan deze prachtige Unesco locatie over.
Het is inderdaad een van de beste Nederlandse Unesco sites. Samen met de grachtengordel waarschijnlijk ook de meest iconische. Dat ze over de hele wereld bekend zijn zegt waarschijnlijk wel genoeg.
Kinderdijk is zo mooi, maar had me nooit zo in de geschiedenis verdiept. Ik heb inderdaad ooit een molentocht gemaakt, gewoon op kunstschaatsen. Ik heb nog zere voeten als ik eraan terug denk 😉
Haha, ik ken het. Ik had hetzelfde op m’n hockeyschaatsen. Kreeg ik nog op me lazerij ook omdat ik veel te ver vooruit geschaatst was en pa zich een ongeluk had lopen zoeken… 😉
Prachtige foto’s! Zo’n witte deken in combinatie met de molens heeft toch wel wat 😉
Dank je wel!
ja hè, een echte Hollandse idylle. Alleen de klompen ontbreken nog… 😉
Weinig Nederlanders bezoeken Kinderdijk, ik niet. Ik vind het er prachtig. Met sneeuw was ik er nog nooit. Minder handig, maar het levert wel mooie plaatsje op.
Mensen reizen vaak heel de wereld rond inderdaad terwijl ze vergeten hoeveel moois er in de eigen achtertuin staat. Niet dat ik zelf veel beter ben trouwens. Hoewel ik elke dag langs de van Nellefabriek rijdt (Rotterdams eigen werelderfgoed) ben ik er nog nooit binnen geweest… Een schande natuurlijk.
Alweer 9 jaar geleden dat de laatste molentocht is gereden. Ik heb hem zelf 3 keer gereden. Als je in de alblaserwaard bent opgegroeid hoord dat erbij!😀
Volgens mij heb ik hem nog nooit uitgereden. Als kind was ik toch meer van de ijshockey en in m’n volwassen leven heb ik geloof ik nooit meer een schaats aangeraakt. Toen was ik meer van de
koek-en-zopie…. 😉Onlangs maakte ik een wandeling door de groene schil rond Ridderkerk en kwam bij de rivier de Noord bij een uitkijktoren. Vanaf daar had ik een prachtig uitzicht over Kinderdijk. Ik was er niet op voorbereid en wist niet dat ik er zo dicht bij was. Ik dacht direct terug aan mijn kinderjaren, toen ik als Rotterdams jochie hier inderdaad wel eens schaatste. Of iets wat daarop leek, althans.
Nostalgie.
Volgens mij is elk Rotterdams jochie hier door zijn vader weleens naartoe gesleept. Hoorde gewoon bij je opvoeding. En ze hadden gelijk, het is er prachtig.
Haha, die citaten van jou altijd.
Kinderdijk staat al heel lang op mijn lijstje met plekken waar ik nog naartoe wil en toch komt het er op de een of andere manier niet van. Hopelijk deze zomer (of volgende winter, haha) wel. Bj de Zaanse Schans ben ik wel geweest, dat doet er een beetje aan denken.
Kinderdijk ligt hier bij wijze van spreken om de hoek, dus daar beland je dan onvermijdelijk een keer. De Zaanse Schans is inderdaad wel vergelijkbaar (maar geen werelderfgoed). Daar waren wij dan weer deze winter voor het eerst van ons leven… 😉