Wie vanuit Zwitserland naar het zuiden wil (of vice versa), kan moeilijk om Bellinzona heen. De stad ligt in een vallei waar zo’n beetje alle bergpassen samenkomen en fungeert al sinds de oudheid als de sleutel tot de Alpen en de poort naar Italië. “Dat althans, is hoe een lid van de Milanese Visconti-familie de strategische plaats in 1475 beschreef.”
“En jij vindt dat we na de file voor de Gotthardtunnel óók hier nog even bij stil moeten staan?”
“Si signora. Hoe raad je het zo?”
Bellinzona gaat van hand tot hand
Vanwege zijn strategische ligging bouwden de Romeinen een kasteel op de 50 meter hoge, boven de tegenwoordige stad uitstekende rots; daarna zwaaiden de Ostrogoten, Byzantijnen en Longobarden er een tijdje de scepter en vanaf de 8e eeuw controleerden de Franken de doorgang. Via de keizer van het Heilige Roomse Rijk (waar de Franken aan ten grondslag lagen) belandde het eigendomsrecht van Bellinzona uiteindelijk bij de bisschop van Como.
“Nou ik ben blij dat je dat hebt willen delen, Ech Wel. Kunnen we dan nu weer verder?”
“Si tesoro, op naar het plaatselijke werelderfgoed!”
Kasteel Castelgrande
Bellinzona’s Unesco-site bestaat uit drie kastelen. De grootste (heel toepasselijk Castelgrande (groot kasteel) genaamd) is bereikbaar via een lift vanaf het plein Piazza del Sole.
“Moeten we nou ook nog helemaal naar boven, Ech Wel? Je kan het hier vandaan toch ook goed zien?”
“Si, maar aan de top is het patrimonium pas echt impressionante.”
“Zo indrukwekkend dat je er Italiaans van moet praten?”
“Italiaans spreken ze hier allemaal, Ech Nie. Dat hebben ze te danken aan hun verleden. Behalve de taal zijn trouwens ook de Romeinse fundering waarop de burcht rust en de Milanese versterkingen die gedurende de investituurstrijd werden aangebracht Italiaanse overblijfselen.”
“De investituurstrijd?”
“Ja, toen paus en keizer het niet met elkaar eens konden worden over wie er nou eigenlijk bisschoppen mocht benoemen.”
Investituurstrijd tussen Kerk en staat
Bisschoppen stonden tijdens de late middeleeuwen hoog op de maatschappelijke ladder. In een wereld die nog volledig om God en gebod draaide, hadden zij als enige kennis van het Heilige Schrift, waren ze gemachtigd onwelgevallige figuren zondaren uit de geloofsgemeenschap te stoten (excommuniceren) en konden ze brave burgers (de zo begeerde) eeuwige heil schenken. Daarnaast beschikten ze (als gevolg van ruimhartige schenkingen) over enorme rijkdommen en grootse grondgebieden, en verstonden ze (wederom als enige) de kunst om te lezen en te schrijven. Voor zowel Kerk als staat waren zij dus onontbeerlijk bij het uitoefenen van hun macht.
Welk van beider instituten het recht had de de geestelijken aan te stellen werd allengs onderwerp van dispuut. Hoewel de Heilige Stoel in 1074 plechtig verklaarde boven alles en iedereen verheven te staan, (hij was immers Gods vertegenwoordiger op aarde) benoemde de keizer een jaar later, in weerwil van deze uitspraak, zijn favoriete priester tot aartsbisschop van Milaan. Nadat de kroon (op verzoek van de paus) vervolgens weigerde zijn besluit te herroepen, en in plaats daarvan de valse bisschop maande zelf maar afstand van zijn sacrale zetel te doen, escaleerde de zaak. Eeuwenlange tweespalt, oorlog en het installeren van diverse tegenpausen en –koningen waren het resultaat.
Guelfi en Ghibellini
Binnen de samenleving wisten beide partijen zich verzekerd van een grote schare fans. De supporters van de paus werden in Noord-Italië Guelfi genoemd, de aanhang van de keizer stond te boek als Ghibellini. Het bisdom Como, dat uit het aartsbisdom van Milaan was voortgekomen, koos daarbij de kant van de keizer.
“Ech Wel, sorry dat ik je even onderbreek, maar wil je er dit keer niet zo’n lang verhaal van maken alsjeblieft; we zijn op doorreis, weet je nog?”
“Ik poog de tijdsgeest waarin dit werelderfgoed tot stand kwam te schetsen schat.”
“Is dat zo belangrijk dan?”
“Nou het was vooral gezichtsbepalend.”
Kasteel Montebello
Om zich te onderscheiden van de opponent droegen de Ghibellini een wit kruis op een rood veld als kleurtekens, voerden ze een slang als wapenschild en voorzagen ze hun verdedigingswerken van kantelen in de vorm van zwaluwstaarten. (“Zoals je hier duidelijk kan zien, Ech Nie.”)
Daar het conflict tussen de Guelfi en de Ghibellini telkens weer opnieuw oplaaide, zagen de Ghibellini van Bellinzona zich eind 13e eeuw genoodzaakt hun bastion te versterken met een tweede vesting; kasteel Montebello. (genoemd naar de berg waarop hij is neergezet) Daarnaast werd er tussen de twee burchten een verdedigingsmuur aangelegd, de zogenaamde Murata.
“Maar die fortificaties hoeven we toch niet allemaal van dichtbij te bekijken, Ech Wel?”
“Ma naturalmente. Er ligt niet voor niets een voetpad naast!”
Tweestrijd tussen Zwitsers en Hamburgers
Terwijl Ech Nie foeterend aan de steile klim begint, vertel ik haar dat er destijds niet alleen heibel tussen de Guelfi en Ghibellini was, maar dat er aan de andere zijde van het Gotthardgebergte evengoed gevochten werd. Aan die kant vlogen de Zwitsers en de Habsburgers elkaar namelijk ook voortdurend in de haren.
“Als jij zo doorgaat Ech Wel, moet je niet gek opkijken als er op deze steenklomp ook nog ruzie ontstaat hoor.”
“Niet zo zeuren, Ech Nie, gewoon in de pas lopen…”
Zwitserse onafhankelijkheidsstrijd
De Habsburgers waren de nieuwe heersers van het Heilige Roomse Rijk die tot ergernis van de Zwitserse regio’s Uri, Schwyz en Unterwalden eerder geschonken privileges niet langer wilden verlengen. In een poging hun autonomie te behouden zwoeren de leiders van de drie kantons gezamenlijk op te treden tegen iedere verdere “buitenlandse inmenging”. De eed ging de geschiedenisboeken in als de Rütlischwur (hij vond plaats in Rütli) en was een eerste stap naar Zwitserse onafhankelijkheid.
Van een Zwitserse soevereiniteit wilde de keizerlijke familie echter niks weten. Om hun belangen in Noord-Italië te kunnen verdedigen waren ze van een vrije doorgang door de Alpen afhankelijk (anders konden ze geen troepen aanvoeren) en daarom zonden ze tot drie keer toe een zwaar bewapend leger om de Gotthardpas op de Zwitsers te veroveren. Helaas voor de Habsburgers bleek hun gezworen vijand over een dermate kundige garde te beschikken dat ze iedere keer verpletterend werden verslagen.
Zwitserse Garde onderscheidt zich op slagveld
Naast de Habsburgers wisten de Zwitserse hellebaardiers ook tegen andere, superieur geachte tegenstanders belangrijke zeges te behalen. Het respect wat ze daarmee afdwongen werd nog eens versterkt door de ijzeren discipline die ze tijdens en na de gevechten tentoonspreidden. Daar waar andere overwinnaars zich niet zelden aan allerlei soorten van wangedrag te buiten gingen (verkrachtingen, plunderingen, etc.) gedroegen de Zwitsers zich doorgaans voorbeeldig. Niet dat het nou zulke lieverdjes waren (op het slagveld was het ze bijvoorbeeld verboden gevangenen te nemen) maar omdat hun commandanten van mening waren dat hiermee kostbare tijd verloren ging.
De successen aan het front waren op een gegeven moment zo legendarisch dat ambitieuze vorsten er grof geld voor over hadden om ook hun territoriumwensen door de garde te laten realiseren. Vooral de paus maakte van het meedogenloze huurlingenleger graag gebruik.
Kasteel Sasso Corbaro
Ondanks hun uitstekende reputatie lukte het de supersoldaten maar niet de andere kant van de Alpen te veroveren. De streek (Ticino genaamd) waarvan Bellinzona de hoofdstad was en die vanuit het zuiden de toegang tot de Gotthardpas vormde, was door de heren van Milaan (de Visconti’s hadden inmiddels het stokje van Como overgenomen) in 1479 met een derde kasteel versterkt (Sasso Corbaro geheten) en leek daardoor een onneembare vesting te zijn geworden.
“Je gaat me toch niet vertellen dat we ook nog dat derde slot moeten aandoen hè, want dan wordt het echt oorlog!”
“No bambina, anders komen we nooit meer in bella Italia…”
Zwitserse neutraliteit
Vreedzaam liggend op een groene Alpenweide doe ik Ech Nie tenslotte van kond hoe de rust in Bellinzona wederkeerde. “Gelukkig voor de Zwitsers kwam eind 15e eeuw ook de Franse koning zich met Noord-Italië bemoeien. Hij versloeg de Milanezen en bezette en passant ook het door het eedgenootschap zo begeerde Bellinzona. De Bellinzoner bevolking moest echter niks van een Franse overheersing weten en sloot zich, na de executie van hun Milanese meester (door de Fransen) en het verjagen van de bezetter, aan bij de Zwitserse confederatie.”
“En toen was de vrede daar?”
“Zo goed als. Nadat iedereen de Zwitsers als nieuwe eigenaar van zona bellica, (oftewel oorlogsgebied Bellinzona) had geaccepteerd, volgde nog een laatste confrontatie met Frankrijk. Toen deze in het voordeel van laatstgenoemde werd beslecht, tekende Zwitserland een verdrag waarin men zich conformeerde aan een eeuwigdurende wapenstilstand. Sindsdien is het land altijd neutraal gebleven.”
“Nou, toch fijn dat het allemaal goed gekomen is. Kunnen we nu dan eindelijk door?
“Si amore.”
“Mooi zo. En wil je alsjeblieft kappen met dat overdreven Italiaanse gedoe. Dat is echt multo irritante!”
Ech Wel!
Ook wel eens de kastelen van Bellinzona bezocht, strijd geleverd of neutraal gebleven? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Praktische informatie
Tussen de drie kastelen loopt langs de verdedigingsmuur een redelijk steil voetpad. Heb je geen zin in een stevige wandeling dan kan je terecht in toeristentrein Artù, die je van april tot november naar Montebello en Sasso Corbaro brengt. Castelgrande is het hele jaar door per lift bereikbaar.
Adres Castelgrande: Salita Castelgrande 18, 6500 Bellinzona, Zwitserland
Adres Montebello: Via Artore 4, 6500 Bellinzona
Adres Sasso Corbaro: Via Sasso Corbaro 44, 6500 Bellinzona
Jaar van inschrijving: 2000
Officiële website: Bellinzona e valli
Lees ook:
– Op voet van oorlog rondom vestingwerk Vauban
– San Gimignano, de Toscaanse torenstad uit de middeleeuwen