Zodra we de auto in Carcassonne hebben geparkeerd, en Ech Nie verwonderd opziet naar de machtige vesting op de heuvel, meld ik haar dat de stad vroeger geen deel uitmaakte van Zuid-Frankrijk maar in het land van de Katharen lag.

“Oh de Katharen? Nee, dan snap ik het. Dat waren die duivelaanbidders toch? Ik dacht al, waarom hebben ze nou van die zware verdedigingswerken gebouwd? Maar dat was dus om die satanisten buiten de deur te houden.”

“Nee hoor, Carcassonne was een hele ruimdenkende stad waar verschillende geloofsgemeenschappen gewoon vreedzaam naast elkaar woonden. De wallen waren juist bedoeld om de dood en verderf zaaiende rooms-katholieke kerk een halt toe te roepen.”

Stenen vrouwenhoofd met schaal voor twee ronde torens met rood kegeldak
Bij La Porte Narbonnaise verwelkomt Dame Carcas (de naamgeefster van de stad) bezoekers van La Cité

Occitaanse beschaving was lichtend voorbeeld

Halverwege de 12e eeuw noemde men deze streek Occitanië. Het gebied bestond uit verschillende adellijke erflanden en graafschappen en was multicultureel van samenstelling. In het westen heersten de Engelsen, Spanjaarden hadden bezittingen in het zuiden, de graaf van Toulouse speelde een voorname rol in het oosten en de belangrijke steden Béziers, Albi en Carcassonne waren in handen van de familie Trencavel.

Na de donkere middeleeuwen ging hier voor het eerst het licht aan. Dankzij zijn strategische ligging op een kruispunt van handelswegen vergaarde de vrijzinnige samenleving een ongewone rijkdom en floreerden de kunsten. Het (relatief) nabijgelegen islamitische Spanje maakte bestudering van de Klassieken mogelijk (kennis die in het Westen verloren was gegaan), op scholen bekwaamde men zich driftig in algebra, alchemie, geneeskunde en astronomie, Joodse mystici ontwikkelden er hun kabbala; (een leer die gelooft in een oorspronkelijke oerkunde en die poogt de geheimen van de schepping te doorgronden) de Romaanse architectuur zag er het levenslicht, de ridderroman deed zijn intrede en de troubadour vertoonde zijn zang- en danskunsten aan een ieder die het maar horen wilde.

Toegangspoort Carcassonne bewaakt door vestingmuren met kantelen en verschillende torens
Porte d’Aude, vernoemd naar de rivier waaraan Carcassonne gelegen is

De Troubadour

Hij zat zo boordevol muziek
Hij zong voor groot en klein publiek
Hij maakte blij, melancholiek
De troubadour

Met het ten tonele brengen van de troubadour raak ik bij Ech Nie een gevoelige snaar. Ze is een groot fan van het Songfestival en komt spontaan met de beroemde hit van Lenny Kuhr op de proppen.

Voor ridders in de hoge zaal
Zong hij in stoere sterke taal
Een lang en bloederig verhaal
De troubadour ♫

Smalle straat centrum Carcassonne vol toeristen
Carcassonne is na Parijs en Mont St. Michel de grootste toeristische trekpleister van Frankrijk

Hoofse cultuur promoot groothartigheid

“Een tekst die niet zomaar uit de lucht gegrepen is”, onderbreek ik mijn nachtegaaltje, “want de troubadour was de rondtrekkende lieddichter die Occitanië vanaf de elfde eeuw verrijkte met de hoofse cultuur. Hij was degene die van hof naar cour trok en onder begeleiding van een of ander snaarinstrument (meestal een luit) de elite met tranentrekkende liefdesliedjes ontroerde.”

“Ah wat romantisch!”

“Nou dat zeker. En met de introductie van zijn hartverscheurende minnezang zette hij ook de toon voor een nieuw ridderideaal. Werd het aanzien van geharnaste mannen voorheen nog bepaald door prestaties op het slagveld, nu zag men vooral een edelmoedige geest als hoogste deugd.”

“Een edelmoedige geest?”

“Ja, van hem werd dus verwacht dat hij de zwakke medemens beschermde, zijn driften beheerste en vrouwen met de hoogste achting benaderde.”

“Jeetje, waar zijn al die galante mannen dan gebleven?”

“Vermoord door de Kerk dus, zoals ik al zei.”

Zicht op basiliek en huizen vanonder spitsboog
De in opdracht van Trencavel gebouwde romaanse basiliek kreeg na de Franse machtsovername gotische trekjes

Paus roept op tot kruistocht tegen Katharen

Daar Ech Nie moord niet bepaald van naastenliefde vindt getuigen, licht ik toe; “Terwijl de paus naar Occitanië keek zag hij met lede ogen toe hoe joodse en mohammedaanse dwaalleren hun invloed op de bevolking uitoefenden, de echte doorn in zijn oog was echter het steeds dominanter wordende katharisme. Die geloofsstroming tornde aan zijn gezag als kerkvader, verwierp de heilige sacramenten, ontkende Jezus’ menswording, geloofde niet in de dood en wederopstanding van de Verlosser en hechtte geen betekenis aan kerkelijke hiërarchie of heilig verklaarde personen. Desalniettemin noemden de Katharen zichzelf de ware christenen.

“En dat was zeker tegen het zere been van de katholieke leider?”

“Uiteraard. Hij vond de ketterij zelfs zo verwerpelijk dat hij zijn Occitaanse geloofsgenoten waarschuwde niet nog meer plaatsen met de smet van ketterse verdorvenheid te laten infecteren want dan zou hij hun buurlanden verzoeken de vijanden van God uit te roeien en hun land te verdelen.”

“Zo dan. Tot zover de vredelievende Kerk…”

“Ja, en het bleef niet alleen bij woorden. Toen de desbetreffende graven zijn dwingelandij niet ter harte namen, verordonneerde hij in 1209 een heilige oorlog tegen de ongelovigen.”

Gotische gevel met toren basiliek Carcassonne
Basiliek Saint Nazaire, “het juweel van Carcassonne”

Katholieke corruptie drijft gelovigen richting katharisme

“Niet om advocaat van de duivel te spelen”, probeert Ech Nie voorzichtig, “maar de paapse baas kon die Katharen toch ook moeilijk hun gang laten gaan? Zij gingen in tegen alles wat de Kerk al eeuwen had verkondigd…”

“Misschien had de clerus dan eerst even de hand in eigen boezem moeten steken, Ech Nie, want het was juist hun liederlijke gedrag die de bevolking richting het katharisme dreef. Bisschoppen die prediken over matigheid, kuisheid en terughoudendheid komen nou eenmaal huichelachtig over als ze tegelijkertijd een ongebreidelde zucht naar macht, lust en rijkdom aan de dag leggen.”

“Tsja, dat klinkt ook wel weer logisch…”

“Precies. Die hypocrisie wekte natuurlijk afkeer. Mensen begonnen te geloven in de Kathaarse stelling dat al het aardse duivels was. Zij zagen waarheid in de bewering dat de wereld waarin zij leefden niet het werk van een goede God kon zijn, omdat de lieve Heer het niet in Zijn hoofd zou halen Zijn schepselen voortdurend met ziekten, oorlogen en een door en door corrupte kliek Godsdienaren te teisteren.”

“Hmmm, goed punt!”

“En dan hadden de Katharen ook nog eens priesters die wél één waren met hun boodschap. Zij waren geen roofzuchtige wolven die zich bij voorkeur hulden in kostbare gewaden, maar gedienstige heren die zich geheel conform de apostolische gedachte met hart en ziel voor de gemeenschap inzetten en geen aanspraak op materiële zaken maakten.”

Dubbele ommuring Carcassonne met dwingel en hoefijzervormige wachttorens
Carcassonnes binnenste verdedingsring is gebouwd op een Romeins fundament. Het is 1250 meter lang en telt 26 torens in hoefijzervorm

Katharen verwerpen Oude Testament

“Dat mag allemaal zo zijn, Ech Wel, maar waarom heulden ze dan met de duivel?”;

“Dat deden ze helemaal niet. Sterker nog, in het diepst van hun wezen waren de Katharen overtuigde christenen. Zij geloofden in een God die de oorsprong van alle mildheid, tederheid en gerechtigheid was. Die alwetend was. Die licht en heilig was. Die de levende bron van volledige, voortreffelijke, oneindige en altijd waarachtige liefde was. Én, (en dat was misschien wel de kern van hun leer) die zo goed was dat die onmogelijk aan het begin van iets kwaads kon staan.”

“Om die reden accepteerden de Katharen ook de God van het Oude Testament niet. Een meedogenloze Almachtige die regelmatig uit wraak handelde kon wat hen betrof nooit de God der liefde zijn. Zij betoogden dat de Vorst des levens zich niet met moord zou inlaten, laat staan complete steden zou verdelgen. De enige booswicht die daartoe in staat was, was de duivel. Dientengevolge meenden zij dat het Oude Testament de God der wrake beschreef en dat de schepper van deze rotte wereld satan was.”

“Zie je, dat bedoel ik nou.”

Kleurrijk gevelrijtje van middeleeuwse huizen met luiken en gietijzeren uithangborden
Ooit bruiste Carcassonne van het leven, tegenwoordig schijnt de stad ’s avonds (na het verdwijnen van de toeristen) uitgestorven te zijn (Wij weten het niet want we waren toen al weg)

Goede en slechte God

“Dat ligt niet zo heel ver van het katholieke standpunt af, Ech Nie. Ook christenen zien de aarde als het werkterrein van de duivel. De Katharen gingen alleen nog een stapje verder dan dat. In hun beleving waarde er naast de goede God nog een andere, kwade macht rond. De een schiep de hemel, een spirituele, onzichtbare wereld waarin licht en schoonheid de dienst uitmaakten; de ander was verantwoordelijk voor de stoffelijke, aardse hel waarin de zonde regeerde.”

“Raar toch?”

“Mwoah. Over de tegenstellingen tussen geest en materie wordt al heel lang gediscussieerd, schat. De klassieke filosofen Plato en Aristoteles waren er al mee bezig en ook de middeleeuwse kathedraalbouwers trachtten de twee uitersten in hun godshuizen te vangen. (Chartres, Bourges) Het verschil met het katharisme was alleen dat laatstgenoemden materie als fundamenteel slecht beschouwden. Materie was stoffelijk en dus onderdeel van de schepping en duivels. Die denkwijze maakte dat de Katharen ook hun eigen lichaam als een verderfelijk stuk vlees beschouwden. Het was de duivelse gevangenis van de ziel waaruit verlossing slechts mogelijk was door een zuiver leven van ascese te leiden.”

“Ascese?”

“Ja, om dus zoveel mogelijk de eigen hartstochten te beteugelen.”

“Oh, net zoals die Occitaanse ridders geacht werden te doen?”

“Ja zoiets ja. Al waren de Katharen ook hier wat extremer in. De perfecten onder hen onderwezen dat de duivel werkte via de bekoringen van het vlees. Daarom onthielden zij zich van seks (want dat bracht duivelskinderen voort), waren ze strikt vegetarisch en tuchtigden ze hun lichaam met verregaande versterving.”

Aquaduct Canal du Midi met op de achtergrond kathedraal Béziers
Tijdens de aanval op Béziers zochten vele inwoners hun toevlucht in de plaatselijke kathedraal. Het mocht niet baten. “Geen kruis stopte de moordenaars”

Bevolking Béziers uitgemoord

Hoewel de Kerk altijd vol schande over een lekkere wip sprak, ascese onder fanatici immer populair was (de paus schreef er zelfs een boek over: Over de ellendige toestand van de mens) en het katholieke dogma over boete doen veel verwantschap vertoonde met Kathaarse opvattingen over een zuiver leven, zag de bisschop van Rome in de Katharen een levensgrote bedreiging. Hij vreesde voor een scheuring binnen de Kerk en pleitte daarom voor hun algehele vernietiging.

De oproep tot een kruistocht viel niet in dovenmansoren. Integendeel, toen de paus aan deelnemers vergeving van zonden en verdeling van buit beloofde, meldden tienduizenden vrijwilligers zich voor een militaire strafexpeditie. De eerste plaats die het moest ontgelden was het door de familie Trencavel bestuurde Béziers. Nadat de Biterrois geweigerd hadden hun Kathaarse buren aan het kruisleger uit te leveren werden ze, ongeacht status, geslacht of leeftijd en onder het motto Dood hen allen, God zal de Zijnen wel herkennen genadeloos afgeslacht. Twintigduizend slachtoffers later kon men tevreden aan de Opperherder rapporteren dat de wraak van God wonderbaarlijk had toegeslagen!

“Het bloedbad van Béziers werd in naam van de goede Heer uitgevoerd?”

“Ja, maar de Katharen zagen dat natuurlijk anders. Voor hen vormde de massamoord het zoveelste bewijs dat de Kerk door en door duivels was. Wie anders dan de antichrist kon zich zo beestachtig gedragen?”

Waterspuwer in vorm van hellehond aan gevel basiliek Carcassonne
Monsterlijke figuren aan een volgens de Katharen duivelse kerk

Kruisleger overwint Carcassonne

“Als kind van de hoofse cultuur poogde Trencavel te voorkomen dat de burgers van Carcassonne eenzelfde lot ondergingen. Een gedachte die niet alleen nobel was, maar gezien de formidabele verdedigingswerken ook vrij kansrijk. Helaas had de defensie geen rekening gehouden met een droge zomer en kwamen de waterputten al binnen twee weken leeg te staan. Verder verzet had geen zin, begreep Trencavel, en dus besloot hij met zijn edelmoedige geest de strijd aan de onderhandelingstafel voort te zetten. In ruil voor zijn overgave wist hij een veilige aftocht voor de Katharen te bewerkstelligen.”

“Fijn voor hen…”

“Ja, maar niet voor hem. Enkele maanden na zijn gevangenneming stierf hij onder mysterieuze omstandigheden in een kille kerker.”

Stenen, ronde waterput in middeleeuwse straat Carcassonne
Tijdens de belegering van Carcassonne komen de waterputten al na twee weken leeg te staan

Frankrijk annexeert Occitanië

Met de val van de twee steden leek de kruistocht gauw beslecht, maar twintig jaar later verlieten de kruisvaarders noodgedwongen Carcassonne en hadden de Occitaanse graven bijna al hun afgenomen land weer terug veroverd. Bijna, want wat de leider van de kruisvaarders nog restte, schonk hij aan de koning van Frankrijk. De daad was uit nood geboren maar zou uiteindelijk wel het einde van de Occitaanse beschaving betekenen. Nu de monarch namelijk met recht het gebied kon toe-eigenen stuurde hij een oppermachtig leger om het zuiden in het gareel te krijgen.

Makkelijk ging het niet, maar gelukkig voerde zijn armee de tactiek van de verschroeide aarde op voorbeeldige wijze uit en zagen de graven zich genoodzaakt hun territoriale rechten in 1229 op te geven. Ruim tien jaar later deed een telg uit de Trencavel familie nog wel een verwoede poging om Carcassonne terug te winnen maar die aanval liep jammerlijk stuk op de versterkingen die de Franse vorst intussen had aan laten leggen. Om herhaling te voorkomen werd de bestaande muur daarna nog eens omringd door een tweede omheining.

“En dat was het einde van Occitanië?”

“Ja, tot groot verdriet van de troubadours mag ik wel zeggen.”

Twee rijen vestingwerken met kantelen en diverse wachttorens
De ruimte tussen twee verdedigingsmuren heet een dwingel. Deze was nooit breder dan de afstand die een pijl kon vliegen

Het lied was uit

♫ Zo zong hij heel zijn leven lang
Zijn eigen lied, zijn eigen zang
Toch gaat de dood gewoon zijn gang
De troubadour ♫

♫ Toen werd het stil, het lied was uit
Enkel wat modder tot besluit
Maar wie getroost werd door zijn lied
Vergeet hem niet ♫

♫ Lalalalalalalailalalailala
Lalalalailalala ♫

Smal huisje met halfrond dak geflankeerd door twee straten
Karakteristiek eettentje in het centrum van de stad

Na kruistocht volgde inquisitie

Na de ondergang denkt Ech Nie dat we klaar zijn met het werelderfgoed, maar dat blijkt toch iets te voorbarig. “Hoezo, je hebt nog een hoofdstuk toe te voegen?”

“Nou eigenlijk nog twee. Over de inquisitie en de Romantiek.”

“Oh God, de Romantiek. Die ken ik van jou. En wat is de inquisitie?”

“Ja, dat is nogal een lang verhaal waar ik nu even geen zin in heb. Laat ik volstaan met de mededeling dat de inquisiteurs door de Kerk waren aangesteld om de ketterij te bestrijden en dat de laatste vier Katharen omstreeks 1330 door hun toedoen in Carcassonne op de brandstapel belandden.”

“Okee…”

Zicht van bovenaf op Carcassonne met huizen, vestingmuren en wachttorens
“Het grootste fort van Europa” vormde voor Disney de inspiratiebron voor menig sprookjeskasteel

Romantiek restaureert Carcassonne

“Maar de Romantiek kunnen we hier onmogelijk laten liggen, Ech Nie. Het is namelijk precies aan die periode te danken dat Carcassonne er vandaag de dag zo Disneyachtig uitziet. De romantici van de 19e eeuw verlangden zo terug naar die goede oude riddertijd dat ze de Franse Monumentenzorg zo ver kregen om de vervallen stadswallen weer hun vroegere grandeur terug te geven.”

“Ja, ik dacht al dat je het niet over échte Romantiek wilde hebben…?”

“Kijk nou eens om je heen schat. Als dit geen echte Romantiek meer is dan weet ik het ook niet meer hoor. Viollet-le-Duc spendeerde er vijftig jaar van zijn leven aan! En met de restauratie kwam ook het eerherstel voor de Katharen. Van een ketterse groepering promoveerden zij plots tot hoeders van de Heilige Graal.”

Kasteeltoren met houten balustrade en puntdak
Viollet-le-Duc was een van de invloedrijkste architecten uit de 19e eeuw maar kreeg tegelijkertijd veel kritiek vanwege zijn niet-authentieke bouwwijze

Ridder Parzival

In de hoogtijdagen van de Cours d’amour verschenen de eerste graalverhalen. Christiaan van Troyes was de grondlegger van de reeks en gebruikte de veel oudere, Britse Arthursages als inspiratiebron voor zijn legendarische; Parzival of het verhaal van de Graal (Perceval ou le conte du Graal). In zijn vertelling deed de schrijver op mystieke wijze van kond hoe de jonge Parzival opgroeide bij zijn moeder in het woud en hoe die zich langzaam ontwikkelde tot een gewaardeerde ronde tafel ridder die op zoek ging naar de Graal.

“En de Graal was de beker die Jezus gebruikte tijdens het Laatste Avondmaal toch?”

“Dat suggereerde men later wel ja. Maar in Christiaans verhaal werd dat niet zo expliciet gesteld, daar was slechts sprake van een raadselachtige processie in het kasteel van de Visserkoning. In die optocht zag Parzival een gouden schaal aan hem voorbij gaan waaruit de vader van de Visserkoning een hostie at en die door een bebloede lans vooraf gegaan werd.”

“Nou ja. Wat was dat nou weer voor een rare bedoening?”

“Dat was natuurlijk allemaal symboliek, Ech Nie. De Visserkoning stond voor Jezus, de Heer die zijn discipelen tot vissers van mensen maakte, de hostie symboliseerde het Laatste Avondmaal en het lichaam van Christus en de bebloede lans refereerde aan het moment waarop een Romeinse soldaat zijn speer in de zijde van de gekruisigde Mensenzoon stak.”

Vestingwerk met twee verschillende types wachttorens
De vestingwerken van Carcassonne ogen zoals je van een middeleeuwse stad verwacht

Legende van de Heilige Graal

“De roman gold als het absolute hoogtepunt in de middeleeuwse literatuur maar leek desalniettemin een onvoltooid manuscript. Hoewel Parzival in het heldendicht plechtig beloofde de Graal te gaan zoeken, en de auteur meldde daar verderop verslag van te doen, viel daar uiteindelijk niks over te lezen.”

“Hmmm, vreemd…”

“Ja, maar wel weer typisch voor een queeste natuurlijk, want daar komt nooit een einde aan. Hoe dan ook, het ontbreken van een bevredigend slot motiveerde tal van schrijvers om er zelf een eind aan te maken. De bekendste versie die dat opleverde was de Parzival die op de Duitse burcht Wartburg tot stand kwam. In deze variant vond de hoofdpersoon niet alleen de Graal terug, maar kreeg de schaal ook een heel scala aan nieuwe eigenschappen toegedicht. Zo gaf die een fel helder licht, was hij van zeer zuivere oorsprong, was de hostie afkomstig van een hemelse duif (de Heilige Geest), bezat hij helende krachten en verzamelden verstoten engelen zich rondom het relikwie in afwachting van genade.”

“Eh, Ech Wel, niet om het een of ander, maar komt er ook nog een link met de Katharen?”

“Die werd in de 19e eeuw gevonden, Ech Nie.”

Zicht op vier ronde kasteeltorens en basiliek Carcassonne
Brug en ronde torens van Château Comtal, het kasteel van Trencavel

Mythevorming Heilige Graal

Met de komst van de Romantiek ontstonden er ook nieuwe mythen. Jozef van Arimathea (de man die volgens de Bijbel zijn graf voor Christus ter beschikking stelde) zou tijdens de kruisiging de schaal hebben gebruikt om Jezus’ vergoten bloed in op te vangen. Later was hij met die kelk en de heilige lans naar Zuid-Frankrijk getrokken en via via kwam de schat in handen van de Katharen. Zij bewaarden de relieken in hun graalburcht Montségur. 

“Dit kasteel bedoel je?”

“Nee dat is de burcht van de familie Trencavel, de Kathaarse martelaar waarvan romantici dachten dat hij wel eens de fameuze Parzival kon zijn.”

“Hè?”

“Ja joh. In de fantasiewereld van de gevoelige medemens was op een gegeven moment alles mogelijk. Feit en fictie gooiden ze op één grote hoop en plots zag men tal van parallellen tussen de Kathaarse geschiedenis en de gebeurtenissen in het epos Parzival. De wereld van licht en duisternis die erin werd benadrukt, het hoge aanzien dat vrouwen hadden, het voortdurende streven naar een leven van deugd en eerzaamheid, de verstoten engelen die op zoek waren naar genade; het waren stuk voor stuk thema’s die volgens de pseudo-professoren terug te voeren waren op het Kathaarse karakter van het geschrift. En passant koppelde men bestaande figuren en gebouwen aan de verzinsels uit het boek.”

Binnenhof met trap. Aan een zijde begrensd door stenen muur met open balustrade en overdekte wachttoren
Op het binnenhof zongen de troubadours over vrouwen in fluweel of grijs, bracht hij ze van de wijs, zijn liefdeslied ging mee op reis…

Queeste naar Heilige Graal

“Zoals bij Trencavel dus?”

“Ja inderdaad. Maar ook bij de Montségur bijvoorbeeld, het kasteel dat de romantici gelijk stelden met de graalburcht Montsalvache uit de Duitse Parzival.”

“Ook niet waar?”

“Nee allemaal onzin. Montségur was wel het laatste bolwerk van de Katharen, dat wel, maar daar hielden ze echt geen graal verborgen hoor.”

“Niet?”

“Nee. En ze brachten hem dus ook niet net op tijd in veiligheid, zoals sommigen ons willen doen geloven.”

“Hoe weet je dat zo zeker?”

“Omdat de Katharen niet geloofden in Jezus’ menswording, dood en wederopstanding, dat zei ik toch? Zij ontkenden Zijn fysieke bestaan en zagen bovendien alle materie als duivels. Dan was het natuurlijk helemaal uit den boze om een schaal in bewaring te nemen die symbool stond voor de gekruisigde en opgestane Christus!”

“Okee, okee. Maar als de Katharen hem niet hebben, waar is dat ding dan?”

“Ja dat is de grote vraag schat. Als die al bestaat natuurlijk…”

“Hmmm, een beetje een onbevredigend eind dit.”

“Hoort bij een queeste schat, Ech Wel!”


Ook wel eens Carcassonne bezocht, twijfels over religie gehad of de Heilige Graal gezocht? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Dubbele ommuring met wachttorens Carcassonne steekt hoog uit boven maaiveld
De onneembare vesting Carcassonne

Praktische informatie

Carcassonne dankt zijn inschrijving niet aan zijn rol in de Kathaarse geschiedenis. Volgens Unesco is het patrimonium vooral van belang als een uitstekend voorbeeld van een middeleeuwse vestingstad en de langdurige restauratiecampagne van Viollet-le-Duc.

Jaar van inschrijving: 1997

Boekentip: Er zijn inmiddels heel wat boeken over de Katharen geschreven. Voor dit artikel maakte ik vooral gebruik van De Katharen: feit en fictie en De Katharen: de overwinning van de vrijheid.

Tip voor werelderfgoedreizigers: Sinds 1810 loopt het eveneens ingeschreven Canal du Midi door de benedenstad.


Lees ook:

Het geheim van de Tempeliers en hun hoofdkwartier in Tomar
Het laatste oordeel over Maria Magdalena, was ze hoer of Heilige Graal