“Tussen Lyon en Rotterdam liggen een kleine negenhonderd kilometer aan asfalt, Ech Nie. Die wou je toch niet in een keer afleggen? Dat is onverantwoord!” Het loopt tegen het einde van de vakantie. We zijn op de terugreis van twee heerlijke weekjes Toscane en ik heb haar net mogen verblijden met de heuglijke boodschap dat we nog wel een keer moeten stoppen in Luxemburg.
“Bij de pomp?”
“Ja daar óók, maar ik had het eigenlijk over de stad…”
“Kunnen we niet gewoon naar huis, Ech Wel? Na zeven patrimoniums in veertien dagen ben ik wel er een beetje klaar mee. Dat snap je toch wel?”
“Nee, daar begrijp ik niks van. Er is nog zoveel dat we moeten zien.”
“In Luxemburg?”
“Ja, de stad heeft misschien een saai imago, maar de vestingwerken en de oude wijken staan gewoon op de werelderfgoedlijst hoor. Daar kunnen we dus ech nie zomaar aan voorbij gaan.”
Geen Luxemburg zonder Bourgondië
Omdat Ech Nie nog niet helemaal overtuigd is van de heilige taak die we in Luxemburg hebben te volbrengen, deel ik haar onomwonden mede dat de stad er ook gewoon bij hoort. “Dat was al zo in de tijd van de Bourgondiërs, dus daar kunnen we nu niets meer aan veranderen.”
“De Bourgondiërs?”
“Ja, je weet wel, die levensgenietende hertogen waar ik het pas over had. Uit het noordoosten van Frankrijk.”
“Oh je hebt het over de Bourgógne. Ja die ken ik wel, komen we daar ook langs?”
“Eh ja, daar rijden we straks doorheen ja…”
“Oh, nou laten we lekker daar stoppen dan, kunnen we gelijk wat Grand Cru’s inslaan.”
“Nee, daar hebben nu allemaal geen tijd voor, een beetje verblijf in Bourgondië kost je al gauw drie dagen.”
Bourgondiërs veroveren Luxemburg en Lage Landen
De Bourgondiërs heersten oorspronkelijk over een grensstreek gelegen tussen Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk, maar naarmate hun dynastie langer aanhield, groeide hun rijk navenant. Honderd jaar nadat de eerste Franse prins het land van zijn vader toebedeeld had gekregen (in 1361), waren zijn nazaten erin geslaagd het kerngebied met een groot deel van de huidige Benelux uit te breiden.
“En daarom moeten we naar Luxemburg? Omdat een of andere Franse hertog het ooit veroverde?”
“Ja, want het was niet alleen voor het eerst in de geschiedenis dat de Fransen in deze contreien op bezoek kwamen, het was tevens de eerste poging om de Lage Landen samen met Luxemburg tot een eenheid te smeden. Alleen in hun verwoede streven naar een Verenigd Koninkrijk sneuvelde de laatste Bourgondische hertog voortijdig op het slagveld, dat wil zeggen, zonder mannelijke opvolger.” (in 1477)
“Ai.”
“Ja, en je raadt het al, dat werd natuurlijk bonje. Zeker omdat het zuidelijke deel van het Bourgondische territorium schatplichtig was aan Frankrijk en het noordelijke deel verbonden was met het Heilige Roomse Rijk.”
Fransen en Habsburgers verdelen erfenis Bourgondië
De Franse koning, toch al haantje de voorste, was er als de kippen bij om de Franse gronden aan zijn kroondomeinen toe te voegen. Het lukte hem echter niet ook de Benelux in te lijven. Maria van Bourgondië, de enige dochter van de overleden Bourgondische hertog, stak daar met behulp van haar man, een telg uit de familie Habsburg, een stokje voor.
“Even voor de duidelijkheid; de Habsburgers waren die jongens uit Wenen toch?”
“Inderdaad, de keizerlijke hofleverancier zal ik maar zeggen, het geslacht dat bijna zes eeuwen over Centraal-Europa regeerde.”
“En die twee vlogen elkaar in de haren?”
“Uiteraard. Fransen en Duitsers doen niets liever. Maar na een hoop gedoe over en weer, waarbij de Habsburgers ook nog met opstandige Bruggenaren te maken kregen, bleef de oorspronkelijke scheiding tussen noord (de Lage Landen) en zuid (Bourgondië) bestaan.” (eind 1500)
De Lage Landen splitten zich in tweeën
Ruim anderhalve eeuw later (het is dan 1679) zag de wereld er heel anders uit. Naar aanleiding van Maarten Luthers kritiek op de katholieke kerk zag het protestantisme het levenslicht en scheurde Europa in tweeën. De noordelijke helft ging voortaan het nieuwe geloof belijden terwijl het zuidelijke gedeelte bleef vasthouden aan de leer van de Heilige Stoel. De scheidslijn tussen beide partijen liep zo ongeveer ter hoogte van Midden-Duitsland.
Binnen de Benelux gebeurde min of meer hetzelfde. Na een tachtigjarige oorlog hadden de Zeven Provinciën (Nederland) zich ontwikkeld tot een onafhankelijke, protestante staat, en vielen de zuidelijke Nederlanden samen met Luxemburg nog altijd onder het gezag van de Habsburgers. (de Spaanse tak weliswaar, maar dat maakt voor het verhaal even niet uit) Het enige wat bij het oude was gebleven, was de Franse expansiedrang.
Reunionspolitiek Frankrijk
Koning Lodewijk de XIV ambieerde een Frans Rijk dat werd omsloten door natuurlijke grenzen; de Pyreneeën in het Zuiden, de Alpen in het Oosten en de Rijn in het Noorden. Om die ambitie te verwezenlijken vonden de haantjes de zogenaamde Reunionspolitiek uit. Het was een handelswijze die er in feite op neer kwam dat de Fransen zich het recht toe-eigenden om al het gebied dat ooit had toebehoord aan door hen in de 17e eeuw veroverde steden te herenigen met de Franse natie.
“Joh, ik dacht dat die Duitsers altijd zo hebberig waren, maar die Fransen konden er ook wat van hè?”
“Die waren geen haar beter, Ech Nie. Maar daar kom ik zo nog wel op. Nu eerst even de heroïsche acties van onze eigen stadhouder Willem III bewieroken.”
Fransen lijven Straatsburg, Luxemburg en Orange in
Willem III was een prins uit het huis Oranje-Nassau. Stadhouder van Holland en een verklaard tegenstander van Lodewijk XIV. De oorlog die beiden in 1672 in de Nederlanden hadden uitgevochten (en waarbij Willem tegen alle verwachtingen in triomfantelijk had gezegevierd) had de onderlinge relatie al behoorlijk onder spanning gezet, maar de strubbelingen verergerden toen de katholieke Lodewijk zich vergreep aan de protestanten in eigen huis. Als hij het dan niet kon winnen van die vermaledijde protestante prins in het Noorden, zo moet meneer de veertiende gedacht hebben, dan zou hij toch zeker wel kunnen bewijzen dat hij de sterkste op eigen grondgebied was? Bij koninklijk decreet werden de ketters (Willems geloofsgenoten) dan ook de meeste rechten ontnomen.
“Kinderachtig ventje zeg, die Lodewijk.”
“Ja en dat niet alleen, hij was ook zo inhalig als de pest. Met een beroep op zijn “herenigingsverenigingen” (een clubje archivarissen dat in het kader van de Reunionspolitiek had uitgedokterd welke gebieden Frankrijk geoorloofd was aan zijn rijk toe te voegen) veroverde hij eerst Straatsburg, viel vervolgens Luxemburg binnen, en bezette als klap op de vuurpijl Orange.”
Stadhouder Willem III keert zich tegen Frankrijk
“Orange?”, vraagt Ech Nie. “Daar hoefde die niet veel voor te doen dan. Dat lag toch al in Frankrijk?”
“Toen nog niet. In die tijd was het een prinsdom van de Oranjes. Vandaar ook zijn naam. Het was bovendien een toevluchtsoord voor Franse protestanten omdat daar, in tegenstelling tot de rest van Frankrijk, nog godsdienstvrijheid heerste.”
“Oh.”
“Ja, dus toen Lodewijk zijn armee verordonneerde Orange in te nemen, meende Willem III dat hij dit onrecht onmogelijk over zijn kant kon laten gaan.”
“Dat snap ik. Je maintiendrai!”
“Precies, de wapenspreuk van de Oranjes. Ik zal handhaven. Willem ging dan ook onmiddellijk aan de slag om zijn troepen op volle oorlogssterkte te krijgen.”
Amsterdammers tonen hun ware gezicht
Het is beter in ere te sterven dan in schande te leven, hield Willem III zijn onderdanen voor, maar helaas was er een klein, miezerig clubje dat zich daar tegen weerde…”
“Wat?! Wie dan?”
Dat gespuis uit 020 natuurlijk! Niet voor het eerst in de historie vonden die lui hun handel belangrijker dan de glorie van het vaderland en om die reden weigerden ze mee te betalen aan de uitbreiding van het leger. Alsof dat nog niet erg genoeg was deinsden ze er ook niet voor terug die boodschap aan de vijand over te brengen…”
“Wat een smerige verraders!”
“Typisch Mokum inderdaad. Het zal je dan ook niet verbazen dat Willem III de val van Luxemburg volledig op het conto van die schurken uit Amsterdam schreef.”
Vauban verbouwt Luxemburg tot groot fort
Bij het tekenen van de vrede werd Lodewijk toegezegd dat hij Straatsburg en Luxemburg voorlopig (de eerstkomende twintig jaar) mocht houden, maar dat men daarna de zaak nog eens tegen het licht zou houden. Het was een wapenstilstand waarvan iedereen wist dat die slechts tijdelijk zou zijn. Om te voorkomen dat Luxemburg in de toekomst weer heroverd werd, gaf Lodewijk zijn meesterlijke ingenieur Vauban opdracht om de stad te transformeren tot een onneembare vesting.
Vauban ging grondig te werk. De kazematten die de Habsburgers eerder in de Bockrots hadden laten aanleggen, vergrootte hij tot een ondergrondse gang van drieëntwintig kilometer; op het punt waar de rivieren Pétrusse en Alzette samenvloeiden, liet hij een citadel construeren; op het Rham-plateau verrezen kazernes waar soldaten konden legeren; het Pfaffental werd afgesloten door poorttorens en verder werd de gehele stad natuurlijk zo goed mogelijk ommuurd en van allerhande fortificaties voorzien.
Frankrijk botst met Holland en Habsburgse keizer
Ondertussen zag Lodewijk XIV met lede ogen toe hoe Clemens August tot aartsbisschop van Keulen werd verkozen; een tegenvaller voor hem want daarmee verloor hij een van zijn laatste bondgenoten in West-Europa (de vorige priester was in 1672 nog zo goed geweest om samen met hem de Zeven Provinciën aan te vallen). Daarnaast raakte hij meer en meer geprikkeld over het feit dat zijn “wettige” veroveringen niet door zijn tegenstanders werden erkend en dat Vlaanderen en het Duitse Rijnland niet vrijwillig zijn landhonger wilden stillen. De frustratie over dit alles liep in 1688 zo hoog op dat de vorst er voor koos de gebieden dan maar gewapenderhand te nemen.
Het liep niet helemaal zoals gepland.
Dankzij die gluiperds uit 020 was Willem III bij de vorige oorlog nog niet in staat geweest de machtsaanwas van Lodewijk in te tomen, maar met Engeland aan zijn zijde stond hij inmiddels een stuk sterker. Voor de Habsburgse keizer gold min of meer hetzelfde. Destijds had hij zijn handen vol gehad aan de islamitische Turken, die op het punt stonden zijn hofstad Wenen onder de voet te lopen, maar omdat de Ottomanen hun beleg hadden moeten opgeven, en sindsdien steeds meer terrein hadden moeten prijsgeven, kon hij zijn vizier weer op Frankrijk richten.
Luxemburg keert terug in schoot Habsburgers
Willem noch de keizer waren van plan geweest zich zonder slag of stoot bij het verlies van Straatsburg en Luxemburg neer te leggen, maar nu dat Lodewijk ook de grens van Zuid-Duitsland (het Rijnland) overstak, vormden zij samen met nog een paar andere mogendheden een Grote Alliantie en dwongen de Zonnekoning in zijn hok terug te keren. De Franse soeverein toonde zich evenwel een slecht verliezer; eenmaal op zijn retour liet hij zijn militairen de tactiek van de verschroeide aarde toepassen en gingen steden als Speyer en Brussel in vlammen op.
Aan het eind van het liedje moest Lodewijk Luxemburg aan de Habsburgers overlaten en mocht hij Straatsburg behouden.
“Zo zijn we er eindelijk?”
“Nog een klein stukje, we rijden nu bij Metz.”
“Nee bij het einde van de oorlog, bedoel ik.”
“Ja van deze wel ja. Maar de Fransen konden Luxemburg maar niet uit hun hoofd zetten en bonkten honderd jaar later wederom hardhandig op de stadspoorten.”
Luxemburg, België en Nederland vormen Verenigd Koninkrijk
Na de Franse Revolutie waren de opstandelingen erop gebrand hun idealen over heel Europa te verspreiden. Vrijheid, gelijkheid en broederschap riepen ze tegen een ieder die het maar horen wilde, en voor Luxemburg hield dat een nieuwe belegering in. Helaas voor de revolutionairen hadden de Habsburgers na het laatste conflict de vesting zozeer versterkt dat de drievoudige verdedigingslinie bijna onmogelijk te doorbreken viel. Toen de Fransen dat inderdaad niet lukte grepen ze terug op een aloude, maar beproefde methode; uithongering. Na zeven maanden de broekriem te hebben aangehaald gaven de ontvleesde verdedigers zich gewonnen en werd Luxemburg weer Frans.
Aan de hand van Napoleon Bonaparte, de nieuwe, zelfverklaarde Franse keizer, volgde na Luxemburg de rest van de Nederlanden en vervolgens ook Europa. Zijn zegetocht zette zelfs een punt achter het roemruchte Habsburgse Rijk (dat verder ging als het Oostenrijkse keizerrijk). Maar uiteindelijk waren het toch de geallieerden (met Pruisen en Oostenrijk voorop) die in 1815 aan het langste eind trokken. Zij versloegen Napoleon, brachten Frankrijk terug tot de omvang die het voor de Revolutie had en kroonden Willem van Oranje tot de kersverse vorst van een Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
“Inclusief Luxemburg?”
“Ja, dat zei ik toch al aan het begin, Luxemburg hoort er gewoon bij.”
Unesco-wandeling door Luxemburg
Speciaal voor werelderfgoedreizigers zoals wij heeft Luxemburg een Unesco-wandeling in zijn centrum uitgezet. Mooi denken wij, en strekken na de lange autorit opgewekt de benen. We zijn nog maar net bij het hertogelijke paleis gearriveerd of Ech Nie merkt al op dat de stad er ondanks alle oorlogen piekfijn bijligt. “Ja, geld hebben ze hier genoeg schat. Eigenlijk is LUXEmBURG gewoon een synoniem voor rijke vesting.”
Wanneer we even later de Bockrots aandoen, en de broze verdedigingswerken aanschouwen, constateert mijn lief niettemin dat Luxemburg toch ook niet helemaal ongeschonden uit de strijd is gekomen. “Dat valt wel mee hoor meissie. Wat je ziet is namelijk geen oorlogsschade, maar met opzet ontmantelde kazematten die de vrede moesten bewaren.”
Hollanders en Pruisen heersen over Luxemburg
Na de val van Napoleon was Pruisen al snel de toonaangevende (Duitse) macht. Pruisen stond bekend als een militaristische staat dat qua expansieve ambities weinig voor de Fransen onderdeed. Het was in 1740, onder aanvoering van zijn toenmalige koning Frederik de Grote, zijn eerste oorlog tegen buurvrouw Oostenrijk begonnen, en had sindsdien het ene na het andere stuk land opgeslokt.
“En nu hadden ze ook wel trek in Luxemburg?”
“Precies. De Luxemburgers zaten niet te wachten op de Pruisen, en gaven zelf de voorkeur aan de Habsburgers, maar in 1815, op het congres van Wenen, werd dus beslist dat Luxemburg (ter compensatie van enkele in Duitsland gelegen vorstendommen die de Oranjes hadden moeten afstaan) onder het gezag van koning Willem I kwam te staan. Om de Pruisen echter een beetje tegemoet te komen mocht een Pruisisch garnizoen de orde in de stad bewaken en diende Luxemburg lid te worden van de Duitse Bond.”
Frankrijk en Pruisen roeren zich
In de jaren die volgden lieten zowel Frankrijk als Pruisen hun spierballen zien. Frankrijk zei de Belgen en Luxemburgers hun steun toe toen ze beiden in opstand kwamen tegen Nederland (en Willem I ze met geweld weer in het gareel wilde krijgen) en Pruisen schoof steeds verder richting het koninkrijk op dewijl het oorlogen met Denemarken en Oostenrijk uitvocht.
Willem bekeek de ontwikkelingen met argusogen. De onafhankelijkheid van België (die uit de opstand voortvloeide) kon hij maar moeilijk accepteren en bovendien wond hij zich vreselijk op over de nieuwe Blut und Eisen-politiek die de Pruisische minister-president aan de dag legde. (de ijzeren kanselier zag geen heil in oeverloos overleg maar wilde zijn doelen door middel van geweld (bloed en ijzer) bereiken)
Frankrijk claimt Luxemburg opnieuw
Willem was niet de enige verontruste vorst, de Franse keizer had eveneens zijn bedenkingen. Hij meende dat door toedoen van Pruisen het Europese machtsevenwicht in onbalans was geraakt en maakte daarom in een soort van pavlovreactie aanspraak op Luxemburg.
“Jeetje mina, die lui wisten echt van geen ophouden hè? Ongelooflijk, wat een vervelia’s!”
“Ja irritant gewoon. Maar dit keer poogden ze het vreedzaam toe te eigenen. Dat wel.”
“Echt?”
“Nou ja, in eerste instantie wel ja…”
Pruisen roept verkoop Luxemburg halt toe
Frankrijk bood de Nederlandse koning vijf miljoen gulden om Luxemburg aan hen over te dragen. Een voorstel waar de krap bij kas zittende Willem wel oren naar had. In het diepste geheim begon hij dan ook onderhandelingen met Frankrijk maar toen Pruisen daar lucht van kreeg dreigde het meteen met oorlog. Luxemburg had altijd deel uitgemaakt van het Habsburgse Rijk (of het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie) zo luidde hun argumentatie, en was daarom Duits grondgebied. Bovendien vormde het ooit de geboortegrond van enkele Roomse keizers. Onder geen beding kon het dus warden afgestaan aan Frankrijk!
Willem, bang voor het agressieve Pruisen, trok schielijk zijn keutel in. Frankrijk, op zijn beurt, was daarover zo ontstemd dat het eveneens met de wapens begon te kletteren.
“Pffff, vermoeiend dit!”
Luxemburgse queestie opgelost
Om de Luxemburgse queestie voor eens en altijd op te lossen werd de stad in 1867 op een congres in Londen door de grootmachten tot een permanente neutraliteit veroordeeld. Daarnaast dienden de Pruisische soldaten Luxemburg te ontruimen en moesten de verdedigingswerken worden afgebroken.”
“En daarom ziet het er dus wat vervallen uit?”
“Exact.”
“Maar hielp het? Hield de vrede gestand?”
“Nou Duitsland incorporeerde de stad nog wel een keer in zijn Derde Rijk, maar goed, dat was gelukkig maar van korte duur…”
“Zo hèhè, kunnen we dan nu haar huis?”
“Eerst nog even tanken. Ech Wel!”
Ook weleens de vesting Luxemburg bezocht? Stukken land geclaimd of ruzie gemaakt? Laat eht ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Praktische informatie
Met de Luxemburgse queestie opgelost leek de oorlog tussen Frankrijk en Pruisen afgewend, maar vier jaar later, in 1870, trokken de twee toch ten strijde. Pruisen won het conflict, maar zaaide met zijn overwinning tevens het zaad voor de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
Luxemburg werd onafhankelijk toen Wilhelmina eind 19e eeuw Willem III opvolgde. Een vrouw op de troon was in Luxemburg bij wet verboden. (Dus toen hoorde Luxemburg er niet meer bij)
Voor de controle over de westelijke Rijnoever en de Lage Landen was de vesting Luxemburg van groot strategisch belang. De verdedigingswerken waren daarom in de loop der eeuwen zo ver uitgebreid dat hun oppervlakte groter was dan de stad zelf. Het kostte maar liefst zestien jaar om ze te verwijderen. Tien procent werd bewaard voor het nageslacht.
Jaar van inschrijving: 1994
Officiële website: Luxemburg-city.com
Lees ook:
– Vers van de pers; drukkerij Plantijn en de troebelen in de Lage Landen
– Kastelen Bellinzona speelbal van Guelfi en Ghibellini