Deux Chardonnay bestel ik op het terras van Au Moulin à Vent. Twee witte wijn. Ik denk er mijn vrouw een plezier mee te doen (want normaal gesproken neem ik altijd bier) maar dat blijkt helaas geenszins het geval. “Wat doe jij nou?”, vraagt ze met verontwaardigde blik.

“Nou ja, we zijn toch in de Bourgogne? Ik dacht dat…”

“…dat een Chardonnaytje wel op z’n plaats zou zijn?”

“Ja. Eigenlijk wel.”

“Nee dus.”

“Niet?”

“Nee. Die bocht heet niet voor niets ChardonNEE. Dijon is het domein van de Côte de Nuits, daar draait alles om de Pinot Noir.”

“En wat wil je daarmee zeggen?”

“Dat is rode wijn.”.

Deux Chardonnay en een zoutje

Druiven treden op Place Bareuzai

Bourgogne. Alleen het horen van de naam doet bij menigeen al het water in de mond lopen. Met zijn gastronomische hoogstandjes en prestigieuze wijnen staat de Franse streek synoniem voor de vele geneugten van het leven. Jammer genoeg geldt die kwalificatie alleen niet voor het geserveerde druivensapje. “Veel te simpel”, oordeelt Ech Nie.

“Wat nou, niet goed?”

“Nee, goedkope rommel. Duidelijk niet gerijpt in eikenhouten vaten ook. Het mist iedere finesse en is totaal niet te vergelijken met het vette, boterige karakter dat een delicate premier cru zo typeert.”

“Nou ja, wel fijn dat we er een lekker zoutje bijgekregen hebben dan…”

“Dat geeft al aan dat de uitbater er ook niks van begrijpt. Bij een écht elegante witte serveer je oesters of kreeft.”

Ik probeer de situatie nog te redden door te verhalen over de druiventreder in de belendende fontein (de volkse naam van dit plein, Bareuzai, is een verbastering van bas rosés, en verwijst naar de gebronsde wijnboer die met zijn blote voeten het fruit in de mand plet. (met als gevolg dat zijn benen roze/rosé uitslaan)) maar dat mag niet baten. “Zal ik me de komende dagen maar ontfermen over de wijnkaart, Ech Wel? Daar heb jij toch geen verstand van.”

Links doet de druiventreder stampvoetend zijn werk

Paleis van de hertogen van Bourgondië

Daar Ech Nie een wijntje in een stijlvolle omgeving blieft, verkassen we niet veel later naar Rich’ Bar op de Place de la Libération (dat een paar honderd meter verderop ligt). “Kijk, zegt Ech Nie, met weids gespreide armen, “dit ziet er toch veel beter uit?”

“Ja, duh. Dit plein grenst aan het paleis van de hertogen van Bourgondië. Het is de bakermat van het Bourgondische leven.”

“Nou die ligt volgens mij ergens anders, maar voorlopig voldoet dit.”

Terwijl vrouwlief op zoek gaat naar een smakelijke appellation vat ik het bestaan van de hertogen even kort samen; “zij werden geboren als prinsen, leefden als vorsten en hoopten als koningen te sterven. De bekende strofe komt er op neer dat de hertogen het gemis van een koninklijke titel, die zij allen ambieerden maar nooit wisten te veroveren, met een uitzonderlijk extravagante levensstijl poogden te compenseren.”

“Zullen we voordat je verdergaat eerst maar even twee witte Marsannay laten aanrukken?”, vraagt Ech Nie tussendoor.

“Wit? We moesten toch aan de rood?”

“Ja maar nou we toch al aan de wit zitten, kunnen we beter bij die kleur blijven.”

In het paleis van de hertogen van Bourgondië zijn enkele van hun praalgraven te bewonderen

De splendeur van de hertogen

De hertogen hechtten grote waarde aan uiterlijk vertoon. Op het persoonlijke vlak uitte zich dat in de luxe en het rozenwater waarin ze zich baadden, de tot in de puntjes verzorgde kleding waarin ze zich staken (letterlijk, want dat was in de mode) en het chique bont, zwart laken, edelsteen en goudbrokaat waarmee ze hun kostuums verhieven; ten aanzien van de kunsten was het de manier waarop ze zich als mecenassen profileerden, de schitterende wandtapijten waarmee ze hun residenties volhingen en de verluchte manuscripten die ze voor hun bibliotheken verzamelden. Het woord Bourgondisch dankt zijn betekenis echter vooral aan de nooit geziene overdaad die ze tijdens speciale gelegenheden etaleerden.

“Oh heerlijk”, vind Ech Nie de Marsannay, “proef die nuances van citrusvruchten en acacia eens, zo vol en rond, en die fijne minerale tonen.”

“Is dit dan een MarsanJA?”

“Absoluut!”

Al snel raakten we helemaal ondersteboven van de hertogelijke praal

Coq au Vin

In Dijon gaan ze prat op hun kruidkoek, mosterd (waarin het sap van onrijpe druiven is verwerkt) en wijngaardslakken, maar als wij ons na de Marsannay in een gerenommeerd restaurant vervoegen richten we onze pijlen vooral op het hoen uit Bresse, de koningin onder het gevogelte. “Het boterzachte vlees combineert fantastisch met een dikke roomsaus en een lichtgouden Maison Joseph Drouhin”, adviseert de Chef en passant.

“Ah bon”, knikt Ech Nie instemmend. “En wat zou u bij een coquilles met karamel en peer recommanderen?”

“Ah, madame mag ik u dan de levendige fraîcheur van een Saint-Véran aanraden? Haar bouquet van rijpe perzik, peer en meloen vormt in de mond een fijn samenspel met de vette textuur van de vermaarde Saint Jacques.”

In Dijon zijn ze van alle markten thuis

Het banket van de eed van de Gouden Fazant

Al tafelend kom ik terug op de weelde van de hertogen. “In 1454, kort nadat Constantinopel in handen van de mohammedanen was gevallen, organiseerde hertog Filips de Goede het banket van de eed van de Gouden Fazant, misschien wel het grootste vreetfestijn dat ooit heeft plaatsgevonden. Filips was een devoot heerschap die het verlies van het Rome van het Oosten maar moeilijk kon verkroppen. Zijn idee was het dan ook om zich aan het eind van het diner te presenteren als de redder van de christenheid, degene onder wiens aanvoering de stad weer terug in de katholieke schoot zou keren. Alvorens het echter zover was trakteerde hij zijn genodigden op een fenomenaal spektakelstuk.”

“Nou ik zit hier ook te genieten hoor, Ech Wel. Die Saint-Véran is bijna goddelijk.”

“Goede smaak kan je die Bourgondiërs niet ontzeggen, Ech Nie.”

In de Bourgogne reiken de ranken tot de hemel

Jason en de argonauten

“Het was inmiddels de tijd van de Renaissance, een periode waarin vorsten zich graag identificeerden met helden uit de klassieke oudheid. Filips vormde daarop geen uitzondering. Jaren daarvoor had hij reeds de Orde van het Gulden Vlies opgericht (een exclusief herenclubje dat zichzelf tot doel had gesteld het ware geloof en de nobele ridderdeugden te verdedigen) en zich voor de bijbehorende symboliek laten inspireren door de Griekse mythe van Jason en de Argonauten.”

“Wie?”

“Jason was een prins die het koningschap zou verwerven mits die een zware taak wist te volbrengen. In zijn geval bestond de opdracht uit het terugbrengen van het Gulden Vlies (een gouden ramsvacht) die door een draak werd bewaakt.”

“En de Argonauten?”

“Dat waren zijn helpers. Herakles was er een van, Orpheus een ander.”

“Aha.”

“De parallel lijkt me verder duidelijk. Filips spiegelde zich aan Jason, de draak was de Grote Turk, Constantinopel het Gulden Vlies en de Argonauten stonden gelijk aan de ridders die met hem ten strijde wilden trekken.”

“Ik snap het.”

De Orde van het Gulden Vlies zetelde in de kapel van het hertogelijke paleis. Tegenwoordig rest daarvan slechts de toren

Groots banket opmaat voor kruistocht naar Constantinopel

Om er zeker van te zijn dat ook de genodigden begrepen waar het hier om ging stond het hele etentje in het teken van de legende. Wandtapijten beeldden scènes van het verhaal uit, allegorische voorstellingen rondom de gangen verwezen naar de antieke sage, een theaterstuk stipte de belangrijkste gebeurtenissen van de queeste aan en de gastheer deed aan het eind van het spektakel zijn gelofte op een gouden fazant die het Gulden Vlies symboliseerde.

“Maar wat stond er allemaal op het menu?”, wil Ech Nie weten.

“Tsja, daar spendeerden de kroniekschrijvers eigenlijk maar weinig woorden aan. Waarschijnlijk waren ze de enorme hoeveelheden zwijnen, reigers, karpers, schapen, adelaars, patrijzen en weet ik wat nog meer inmiddels al gewoon, en hadden ze daarom enkel oog voor de verbluffende creaties waarmee de gerechten gepaard gingen. Zo schreven ze over een volledig opgetuigd zeilschip met bemanning, een woestijn waarin een tijger en een slang om de eer vochten en een van glas en lood vervaardigde fontein die door rotsen van edelsteen omringd was.”

Geen banket zonder Bourgognes

Wijnen en spijzen

“Okee, en de wijn dan?”

“Die vloeide natuurlijk rijkelijk; zo spoot een naakte, wassen dame voortdurend voortreffelijke Bourgognes uit haar borsten.”

“Nou ja zeg, en het dessert?”

“Op het hoogtepunt van het banket werd aan de hand van “de Grote Turk” een echte olifant de zaal in geleid. Op zijn rug zat een bevallige dame (als zinnebeeld van de Kerk) die zich eerst jammerlijk beklaagde over het juk waaronder ze gebukt ging en vervolgens de aanwezige ridders op het hart drukte hun heilige plicht jegens de christenheid niet te verzaken. Daarna gaf Filips het goede voorbeeld en beloofde plechtig weerstand te zullen bieden aan de verfoeilijke ongelovigen.”

“Amen.”

De beste wijnen van het christendom

Daar de hertogen van Bourgondië pretendeerden over de beste wijnen van het christendom te heersen, zien wij ons de andere dag genoodzaakt om die boude stelling aan een proefondervindelijk onderzoek te moeten onderwerpen. “En we beginnen in Clos de Vougeot”, krijg ik van onze wijnkenner te horen.

“Ja maar dan missen we de grote wijnpersen die de hertogen in Chenôve hebben laten bouwen.”

“Geen zorgen. Nergens persten ze beter druiven dan onder het wakend oog van de hogepriesters schat.”

De weg naar een Bourgondisch leven…

Route des Grand Crus

Naar verluidt bevinden de beste wijngaarden zich tussen Dijon en Beaune, op een strook land, zestig kilometer lang, die de Côte d’Or is genaamd. Het glooiende gebied is gesegmenteerd in twee gedeelten. In het noorden ligt de Côte de Nuits, in het zuiden de Côte de Beaune. De weg daar tussenin heet de Route des Grands Crus.

Halverwege de tocht maakt Ech Nie me attent op een kasteel dat boven de golvende wijnranken uitsteekt. “Dat is dus de échte bakermat van het Bourgondische leven, Ech Wel; het Château du Clos de Vougeot. Hier schiepen monniken destijds het wonder van de Grand Cru.”

“Oh ja?”

“Ja. En aangezien de Bourgondiërs daar maar wat trots op zijn wordt deze heilige grond nog altijd bewaakt door hoge edelen. Het is het hoofdkwartier van ’s werelds meest befaamde bacchanale broederschap, La confrérie des Chevaliers du Tastevin, oftewel, de wijnproefridders.”

“Aha. En wat goed dat zij zo begaan zijn met de geschiedenis.“

“Dat kan je wel zeggen ja. Net als de hertogen van weleer arrangeren zij trouwens ook opulente banketten waarin de wijnen en spijzen van de streek centraal staan. Tijdens deze feestavonden onderwerpen ze bovendien de nieuwe appellations aan een uitgebreide keuring en indien ze in de smaak vallen mag de producent een speciaal ontworpen etiket op zijn fles voeren.”

“En dat levert hem natuurlijk nog meer prestige op?”

“Uiteraard.”

Wijnmekka Clos de Vougeot

Grand Crus wijnproeverij

Omdat we volgens Ech Nie niet zomaar aan de prestaties van de cisterciënzers kunnen voorbijgaan, besluiten we na een rondleiding ook deel te nemen aan een elitaire proeverij.

“Vandaag is róód”, zingt Ech Nie vol verwachting, als ze de fine de fleur van de Bourgogne onder een escorte van diverse traditionele gougères (kaassoesjes) ontwaart.

Met een wijsvinger voor zijn getuite lippen maant onze gastheer haar ot stilte. Het betreft hier immers een ruimte waar de cisterciënzers het ooit voor het zeggen hadden, zo verklaart hij zijn ingrijpen, en bij die monniken stond het stilzwijgen nou eenmaal hoog in het vaandel.

“Excusez moi!”

Benedictijnen van Cluny

Als we helemaal compleet zijn begint de wijnkelner zijn inleidende verhaal; “Wijngaarden waren er hier al voor de komst van de Romeinen, maar het waren de benedictijnen van Cluny, de broeders die vanaf 910 hun abdij tot het politieke, economische en religieuze machtscentrum van West-Europa wisten uit te bouwen, die de lokale wijn tot een echte Bourgogne wisten te verheffen.”

Het is een introductie die welhaast schreeuwt om een eerste glas, en dat lijkt onze sommelier te begrijpen. Om zijn woorden te staven schenkt hij ons een Grand Cru in van het domein la Romanée-Conti, wellicht de beste wijngaard van heel de Bourgogne. “De Corton wordt door kenners ook wel de Koning van de levensgenieters genoemd. De wijn kenmerkt zich door een licht robijnen kleur, een neus van kaneel en kers en een afdronk waar geen einde aan lijkt te komen…”

Geglazuurd pannendak op het Château Corton (wat kenmerkend is voor de Bourgogne)

Opkomst van de Orde der cisterciënzers

Bidden en werken luidde het motto van de cluniacenzers, maar met het groeien van hun macht bleek dat velen de verlokkingen van het Bourgondische leven niet konden weerstaan. De weelde waar zij zich op een gegeven moment in wentelden stuitte enkelen van hen zozeer tegen de borst dat zij in het gehucht Citeaux een nieuwe orde startten die wél de heerlijkheden van ascese en armoede eerbiedigde (volgens de Regel van de heilige Benedictus). Hun leden werden al snel cisterciënzers genoemd.

“Het tweede juweeltje van vandaag is de Les Musigny, de vrouwelijke tegenhanger van meneer Corton. Dit is de majesteit zelf, complimenteerde een bewonderaar eens, en de andere wijnen mogen strijden om de eer haar partner te zijn. De glorie van de Musigny is weleens omschreven als een ijzeren vuist in een fluwelen handschoen. Het rijke fruit is het fluweel, de uitzonderlijke concentratie de ijzeren vuist.”

Geestelijk voedsel

De heilige mis kan niet zonder wijn

Drinkt allen deze wijn, want het is mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond. Mijn bloed wordt vergoten ter vergeving van de zonden, blijf het drinken om mij te gedenken. Deze beroemde woorden die Jezus tijdens het Laatste Avondmaal bezigde, sloten de cisterciënzers in hun hart. Zonder wijn, geen mis, zo was hen wel duidelijk en als ze dan toch in het zweet des aanschijns hun brood moesten verdienen, dan het liefst al zwoegend in de wijngaard.

“De derde sensatie die wij voor u klaar hebben staan is Chambertin Grand Cru. De Chambertin is een compacte wijn van diep rood en zwart fruit die met haar tonen van eikenhout en hint van roos ooit een graag geziene gast aan het Bourgondische hof was. En niet alleen daar overigens; Napoleon had er eveneens een zwak voor. Er wordt beweerd dat niets de toekomst er rooskleuriger uit doet zien dan deze wijn ”

Bewust van de PR-mogelijkheden bemoeiden de hertogen zich actief met de druiventeelt. In 1395 verboden ze bijvoorbeeld het gebruik van gamay

Het bloed van Christus

Geef de cisterciënzers een woestijn en een paar jaar later heb je een abdij te midden van bloeiende akkers en wijngaarden, wisten de middeleeuwers al. Het oogsten van Christus’ bloed ging de cisterciënzers zo goed af dat grootgrondbezitters hun land graag cadeau deden. Geen wonder ook, want behalve dat de gulle gift hen een plaatsje in het Paradijs opleverde (althans, dat was het idee) bracht het perceel in handen van de broeders ook een stuk meer op dan wanneer ze zelf de aarde moesten omwoelen.

“Helaas maar waar dames en heren, we naderen alweer het eind van onze kleine rondgang door de Bourgogne. Nummer vier is de Romanée-Conti. Een gracieuze wijn uit het absolute topsegment. Deskundigen hebben haar wel gekarakteriseerd als een orgasme op de tong. Dat mag ook wel voor deze prijs, want voor dit huwelijk tussen satijn en fluweel moet men diep in de buidel tasten (sommige kosten niet minder dan € 12.000,–).”

Verslik je niet in de prijs…

Cisterciënzers zijn de clos

De cisterciënzers ontwikkelden zich tot ware specialisten. Zij onderzochten de teeltmethoden, ontdekten dat de kwaliteit van de druif afhankelijk was van ras, vlijt, bodem en klimaat en waren kien genoeg om al die nieuwe bevindingen in het productieproces te implementeren. Naar verloop van tijd zagen zij ook de voordelen van een stenen omheining in; de zogenaamde clos beschermde de wijngaard tegen wild en wind en straalde ’s nachts aangename warmte naar de ranken uit.

“En dan zijn we nu aangekomen bij onze laatste toost, de wijn die volgens de paus alleen in de tuin van God tot stand kon komen. De Clos de Vougeot Grand Cru geldt als de totale perfectie van de Pinot Noir en met zijn ellenlange, diepe finale is hij waarschijnlijk de meest geschikte om u uitgeleide te doen. Santé!”

De grote namen van Bourgondië

Cuvée des Papes

Drieëndertig Grand Crus telt de Bourgogne (waarvan er tweeëndertig op de Goudkust wortelen) en na onze proeverij hebben wij de smaak te pakken. Kriskras rijden we door de wijngaarden heen en bezorgen met onze niet aflatende dorst elke verkopende wijnboer zo’n beetje de dag van zijn leven. (“Ja doet u die maar, lekker. En die ook, en die…”)

Wanneer Ech Nie ‘s avonds aan de dis (rundvleesschotel Boeuf Bourguignon met een vlezige Echezeaux) enigszins besmuikt opmerkt dat we nou toch best veel gedronken hebben, stel ik haar gerust met een mooi verhaal over de Heilige Vader. “Vergeleken met deze smulpaap valt ons alcoholisme nog wel mee hoor. Uit de rekeningen van de Eerwaarde Apostolische Kamer bleek dat de hogepriester van de wijn katholieke kerk zo verzot was op de Cuvée des Papes (afkomstig van de hoogste helling van de Clos de Vougeot) dat die er per dag ongeveer tweeëneenhalve liter van achteroversloeg.”

“Niet?!”

“Ja ech wel. En toen de kerkbaas op een gegeven moment terug naar Rome wou (de paus zetelde destijds in Avignon) weigerden zijn kardinalen hem te volgen. Ze waren bang zonder Bourgondische wijn verder te moeten en konden zich geen onzaliger leven voorstellen. Uiteindelijk verbood Jezus’ Plaatsbekleder de cisterciënzerabt om nog langer Clos de Vougeot aan hen te leveren omdat hij anders zeker wist nooit meer in het Vaticaan te geraken.”

In de kelders van Marché aux Vins

De laatste dag van het wijnweekend spenderen we in Beaune, dé wijnhoofdstad van de Bourgogne. En waar in Dijon alles draaide om de rode wijn van de Côte de Nuits is de twee maal zo grote Côte de Beaune vooral vermaard om het sap van de Chardonnayvrucht. De druif past alleen niet helemaal in het straatje van Ech Nie en daarom doen we eerst maar een klein rondje stad. Al snel blijkt echter dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en duiken we de donkere kelders van Marché aux Vins in.

Sinds de 12e eeuw proeft men in Beaune wijn met een tastevin, een klein zilveren proefschaaltje met een fraai bewerkte zijkant en bodem. Smaakvol is ook het uitgezette ondergrondse parcours, waar je tussen de rijpe wijnrekken van vat naar vat loopt en zelf je geribbelde schoteltje mag volschenken. Wij kiezen uiteraard voor de degustations prestige en Grand Crus en jouïsseren onder andere van een magnifieke Meursault Charmes, een Vosne-Romanée uit 2008 en een verrukkelijke Corton-Perrières Grand Cru.

Hôtel-Dieu, de parel van de Bourgondische architectuur, verwelkomde op 1 januari 1453 zijn eerste zieke

Voor de hulpbehoevende is er altijd plek in de Herberg van God

Onze tour eindigt bij de grootste bezienswaardigheid van Beaune; het Hôtel-Dieu. “En met recht”, vind ik, “want deze liefdadigheidsstelling is toch wel exemplarisch voor de rol die de Kerk in het leven van de Bourgondiërs speelde. Het was immers in het belang van zijn redding (zijn eigen woorden) dat de kanselier van de hertogen van Bourgondië een ziekenhuis voor de armen stichtte. Daarnaast voelde de gefortuneerde weldoener zich, net als iedere andere rechtgeaarde christen in die tijd, sterk verbonden met de werken van barmhartigheid. Zij waren zeven in getal, en hadden naast het voeden van de hongerigen en het laven van de dorstigen (iets waar ze in de Bourgogne heel goed in zijn) ook betrekking op het verzorgen van de zieken. Daarom riep de kanselier speciaal voor dat doel de Orde van de Hospitaalzusters van Beaune in het leven en schonk hen de edele taak het zware nonnenleven met een ziekenhuisbaan te combineren.”

Daarnaast getuigde ook het veelluik van het Laatste Oordeel, dat in de kapel van de grote ziekenzaal hing, van de nauwe relatie tussen religie en verpleging. Het kunstwerk van Rogier van der Weyden, een van de grootste kunstenaars die de hertogen onder hun hoede hadden, was zo opgesteld dat iedereen het kon zien. Het herinnerde de patiënten er op niet mis te verstane wijze aan dat alleen een standvastig geloof hel en verdoemenis in het hiernamaals kon vermijden.”

Sint Michael weegt de zielen; links gaan de gelukkigen naar het Paradijs, rechts de verdoemden richting hel

Armeluisziekenhuis verkoopt dure wijnen

Het lijkt mij een mooie afsluiting van de Bourgondische trip, maar tot mijn verrassing weet Ech Nie nog een wijnsausje over het Hôtel te gooien. “Wist je dat het armenhuis vanaf de stichting de beschikking over enkele fameuze wijngaarden Kreeg? En dat het daardoor, met de exploitatie van de percelen, verzekerd was van inkomsten?”

“Eh nee, dat dan weer niet.”

“En dat deze Bourgondische manier van kostendekking nog eens een extra vlucht nam toen vanaf 1859, elk jaar, op de derde zondag van november, een speciale veiling werd gehouden?”

“Nee ook niet.”

“De verkoop trok meteen vele liefhebbers en professionals aan en geldt tegenwoordig als ’s werelds meest vooraanstaande wijnveiling (waar je voor veel geld een flesje op de kop kan tikken).”

Onze score na drie glorieuze dagen

Drie glorieuze dagen

“En om het cirkeltje rond te maken: geheel in de geest van de hertogen vinden rondom de veiling tal van festiviteiten plaats. Straattheater, folkloristische optochten, bijzondere proeverijen; het kan allemaal niet op. Natuurlijk ontbreken op het festival ook de banketten niet. Les Trois Glorieuses worden ze genoemd, de Drie Glorieuze dagen.”

Nou het waren inderdaad drie fantastische dagen!”

Het eerste feestdiner vindt plaats op zaterdagavond op het oude cisterciënzer klooster in Clos de Vougeot, de tweede, nadat het laatste vat onder de hamer is gegaan, in de kelders van de Hospices en de trilogie eindigt op maandagmiddag met een overvloedige lunch op het kasteel van Meursault. Tijdens dat laatste evenement worden de deelnemers trouwens geacht hun meest bijzondere wijn mee te nemen en die met hun tafelgenoten te delen.“

“Jeetje, ik krijg me toch ineens weer een dorst…”

“Ja een Chardonnaytje zou nou wel op zijn plaats zijn.“

“We vertoeven toch ook in de Côte de Beaune?”

“Zeker, dus kom maar door met die twee witte, Ech Wel!”


Ook wel eens in de Bourgogne geweest? Wijn geproefd of uitgebreid gedineerd? Laat het ons weten in de reacties hieronder!

Nuits-Saint-Georges. Op een gegeven moment werd de naam van de cru (Saint Georges) aan de oorspronkelijke plaatsnaam Nuits toegevoegd (net als bij vele andere dorpen gebeurde)

Praktische informatie

Het werelderfgoed bestaat uit twee gedeelten. De wijngaarden en de bijbehorende productie-eenheden, waaronder dorpen en de stad Beaune vertegenwoordigen samen de commerciële dimensie van het productiesysteem, en het historische centrum van Dijon belichaamt de politieke regelgeving.

De wijnen uit Bourgogne komen in vier gradaties op de markt:

  • Wijn met streekbenaming (Régionale)
  • Wijn met gemeentebepaling (Villages)
  • Premier Cru
  • Grand Cru

De Grand Cru wijnen vertegenwoordigen iets meer dan een procent van de ongeveer anderhalf miljoen hectoliter aan wijn die ieder jaar wordt geproduceerd.

Het geheim van de Bourgognes zou deels schuilen in de kalkstenen ondergrond waarop de ranken groeien. Het zou bestaan uit fossielen zeediertjes die daar tweehonderd miljoen jaar geleden door een tropische zee zijn achtergelaten.

Jaar van inschrijving: 2015

Officiële website: climats-bourgogne.com

Boekentip: over de wijnen van Bourgondië zijn bibliotheken volgeschreven, dus die ga ik niet noemen. Bart van Loo schreef echter een boek over de hertogen van Bourgondië (de Bourgondiërs), en daar zijn er niet zo gek veel van, dus die krijgt een speciale aanbeveling.


Lees ook:

Melk en wijn leiden in Wachau vallei tot de poorten van het Paradijs
Met cisterciënzer klooster Alcobaça kregen Pedro en Inês een prachtig monument voor de liefde