Man, man, man het was me het weekendje weer wel. Tijdens de jaarlijkse vergadering van Unesco, dit keer in het Poolse Krakau, verklaarden de wijze heren van Unesco 21 nieuwe sites tot werelderfgoed. Een heuglijk feit dat uiteraard bij ons thuis op veel bijval kon rekenen. “GVD Ech Wel, je gaat me toch niet vertellen dat we de afgelopen 12 maanden helemaal voor niets hebben gereisd?” Aan het woord is een verontwaardigde Ech Nie die bij het horen van het goede nieuws haar enthousiasme niet onder stoelen of banken steekt. “Ik bedoel; hebben we net 24 sites kunnen afvinken en dan komt Unesco doodleuk met een hele zooi nieuwe monumenten aankakken. Dat schiet natuurlijk niet op!”
“Tsja, dat is het lot van de werelderfgoedreiziger Ech Nie, die is nooit klaar met reizen. Maar voor niks is het natuurlijk niet geweest. Reizen inspireert, ontspant, verbreedt je horizon en verrijkt je kennis; onthoud dat nou eens!”
Hebron wordt werelderfgoed
Het Palestijnse Hebron was de eerste inschrijving van het weekend en dat leverde meteen alweer een hoop vuurwerk tussen de eeuwige kemphanen Israël en Palestina op. Beide landen claimen het eigendomsrecht van de stad en konden die discussie ook tijdens de vergadering niet achterwege laten. In plaats van zich te concentreren op de vraag of de genomineerde site getuigde van voldoende universele waarde (daarvoor was men tenslotte bij elkaar) liepen de gemoederen al gauw hoog op en verwerd het tot een zoveelste twistpunt in de aloude Palestijns-Joodse queestie. Door middel van een geheime stemming maakte Unesco aan al het gekibbel een eind. Het pleit werd beslecht in het voordeel van de Palestijnen.
Unesco verstoort vredesproces Midden-Oosten
Eind goed, al goed? Mwoah, niet echt. De Israëlische premier Netanyahu reageerde met een aangebrand “Krankzinnig!” op Unesco’s beslissing, en verlaagde de financiële bijdrage van zijn land onmiddellijk met een miljoen dollar. Daarna kwam vriendje Amerika ook nog even zijn plasje over de zaak doen. Schaamteloos stelden zij dat op deze manier zowel het vredesproces in het Midden-Oosten als de geloofwaardigheid van Unesco op de tocht kwamen te staan. Vreemd toch dat ze dit soort kritiek altijd specifiek reserveren voor hun Joodse matties maar dat je ze nooit hoort als een ander land door Unesco zogenaamd onrecht wordt aangedaan. Over geloofwaardigheid gesproken.
Afijn, gelukkig was er bij Ech Nie wél sprake van een warm onthaal toen ik haar van het Palestijnse erfgoed op de hoogte stelde. “Als je maar niet denkt dat ik ook maar één voet in dat heetgebakerde Midden-Oosten van je zet, Ech Wel. Met al die geloofsgestoorden daar loopt het continu uit de hand en daar heb ik dus helemaal geen zin in.” De politiek gevoelige queestie ging daarmee dus voorlopig op de lange baan.
Qinghai Hoh Xil
Behalve Hebron schreef Unesco ook de Chinese hoogvlakte Qinghai Hoh Xil bij op de lijst. Altijd goed als natuurgebieden een beschermde status krijgen, dacht ik, maar een dag later las ik dat ook deze streek nogal politiek gevoelig lag. De hoogvlakte blijkt namelijk te liggen in het door China ingelijfde Tibet en is daarom, evenals Hebron, betwist gebied. Omdat Unesco nu het landschap erkend als Chinees werelderfgoed wordt gevreesd voor een toenemende invloed van China op de streek en zijn van oorsprong nomadische, Tibetaanse bewoners.
Een situatie dus die min of meer vergelijkbaar is met die in Hebron (de Joden vrezen meer zeggenschap van de Palestijnse bewoners nu aan hen het werelderfgoed is toegewezen) maar vreemd genoeg bleef een Amerikaanse reactie dit keer uit. “Queestie van het meten met verschillende maten”, was het deskundige oordeel van Ech Nie. “Maar om je gelijk even uit de droom te helpen; ook een reis naar China behoort niet tot de mogelijkheden. Ik heb geen zin in onfatsoenlijke Chinezen die lieve Tibetaanse herdertjes onderdrukken. Bovendien is het land me te druk.” En met deze opmerking verdween ook de Chinese queestie van tafel.
Groot Barrièrerif wordt bedreigd
“Australië dan?”, opperde ik. Daar komt het Great Barrier Reef steeds verder in de verdrukking door de opwarming van de aarde en uitbreidende economische activiteiten. Gezien de gevaren die het Groot Barrièrerif al een tijdje loopt dreigde Unesco het werelderfgoed zelfs op zijn rode lijst te zetten maar daar hebben ze deze week toch maar vanaf gezien.
Hoewel men al jaren constateert dat ’s werelds grootste koraalrif aan het afsterven en verbleken is, heeft men geoordeeld dat dit Australië niet kan worden aangerekend. Klimaatverandering is een feit, aldus Amerika Unesco, maar Down Under kunnen ze het ook niet helpen dat de temperatuur van het zeewater stijgt. Dat het rif daarnaast enorm te lijden heeft van mismanagement, scheepvaart, visserij, toerisme, afvaldumping en verontreiniging heeft men voor het gemak maar even buiten beschouwing gelaten.
Ach ja, waar een beetje lobby en een zak geld al niet goed voor is, zullen we maar zeggen. Zoals te verwachten viel was ook Ech Nie niet geheel ongevoelig voor Unesco’s argumentatie: “Hebben ze daar in Krakau met z’n allen te lang in de zon gezeten of zo? Die Aussies presteren het zelfs om een nieuwe steenkoolhaven in het gebied aan te leggen! Wat nou, de achteruitgang van het rif is niet de schuld van Australië? Dat is zeker allemaal per ongeluk?”
Geld gaat voor werelderfgoed
“Rustig nou maar schat. Zo werkt het nou eenmaal. Als werelderfgoed de status bedreigd krijgt dan is dat niet goed voor de toeristenindustrie en daarom willen leden dat tot elke prijs zien te voorkomen. Omdat Unesco nu heeft bepaald dat het rif (nog) geen groot gevaar loopt kan in Australië de kassa gewoon lekker blijven doorrinkelen. Dat die beslissing mogelijk nog grotere schade tot gevolg heeft, neemt men dan onder het motto: werelderfgoed, okee, maar er moet natuurlijk wel geld verdiend worden, graag voor lief. Daarom zou het ook zo slim zijn als we nú gaan. Nou valt er tenminste nog wat te zien, straks misschien niet meer.”
“Wij gaan daar niet aan meewerken Ech Wel! Nu niet, nooit niet. Het milieu moet worden beschermd en dat gaan we dus niet naar de knoppen helpen omdat jij zo nodig een queeste hebt die je moet voltooien. En trouwens, Australië is me véél te ver.”
Waar gaan we heen?
En zo ging het dus het hele weekend. Verklaarde Unesco een nominatie tot werelderfgoed, verzon Ech Nie wel een reden waarom we er niet heen konden. De tempels in de jungle van Cambodja zag ons prinsesje niet zitten vanwege de enge beesten in het bos, de Iraanse stad Yazd viel af omdat ze niet gesluierd over straat wilde gaan, aan de hygiëne van de Indiase stad Achmadabad twijfelde ze te zeer, Afrika vond ze te donker en Groenland was te wit.
“Ja Jezus, Ech Nie, zo blijft er nog maar weinig over hè. Wat wil je dan? Het Engelse Lake District soms?” Nee hoor, ook al niet. In de UK regent het te vaak en daar zat ze toch ech nie op te wachten. “Zou de geachte afgevaardigde dan misschien even kunnen aangeven wat nog wel haar koninklijke goedkeuring kan dragen?”
“Als we dan toch zo nodig ergens heen moeten dan graag een plaats waar het altijd mooi weer is. Iets mediterraans of zo.” Of ze besefte dat ze daarmee de Poolse zilvermijn Tarnowskie Gory en de Duitse grotten in het Juragebergte ook torpedeerde weet ik niet, maar het leverde me in ieder geval nog één mogelijkheid op. “Mooi, dan zijn we eruit. We gaan naar het altijd zonnige Aphrodisias in het zuiden van Turkije. Jij je zon, ik m’n erfgoed. Opgelost.” Helaas bleek de plaatselijke sultan geen vriend van Ech Nie en was opnieuw haar veto mijn deel. “Nou meer plaatsen onder de zon zijn er niet schat, waar kunnen we nu nog heen?”
Geen chinees
“Ja weet ik veel. Ik kan er ook niks aan doen dat Unesco zijn werelderfgoed op zulke onmogelijke plaatsen kiest. Laat ze lekker iets Spaans aanwijzen of zo. Of iets Italiaans, ook goed… Nederlands desnoods.”
“Ah”, zei ik hoopvol, “dan weet ik nog wel wat. In het Chinese Kulangsu maakt het Nederlandse consulaat ook onderdeel uit van het nieuwe werelderfgoed. Toch maar een chineesje doen dan?”
“Nee, Ech Wel. China hadden we al afgeschreven. Vergeet het maar gewoon. Dit jaar blijven we wel thuis. Jammer maar helaas.”
“Maar ik wil weg uit Nederland…”
“Ja ik wil ook wel eens wat en dan luister je ook nooit. We kunnen hooguit een keertje naar België voor een lekker werelderfgoed-biertje maar daar houdt het wel mee op.”
Ik heb getwijfeld over…
“België? België!!” Er schoot me plotseling iets te binnen. Vrijdag had ik het nog achteloos naast me neer gelegd omdat ik dacht dat het niet erg belangrijk was, maar nu de kaarten eenmaal op tafel lagen bleek het alsnog mijn laatste strohalm te zijn. “Maar natuurlijk schat, Brussel, de hoofdstad van Europa, die heeft er ook een nieuwe site bij. Het is er zelfs eentje die we wel het toonbeeld van Europese samenwerking kunnen noemen.”
“Oh ja?”
“Ja joh. Maar liefst 13 landen hebben het gezamenlijk voor elkaar gekregen om tal van locaties als één enkele site op de lijst te krijgen. Niks geen gedoe ook met betwiste gebieden of achterbakse praktijken; nee, bij de Europese leden was het een prachtig teamspel wat uiteindelijk leidde tot een schitterend resultaat. Zij sloegen de handen ineen, keken eens goed naar wat er nog in eigen land aan erfgoed stond en wisten het Unesco-comité zonder moeite te overtuigen van de universele waarde van het gebodene.”
“Oh laat me niet langer in spanning Ech Wel, vertel vertel, wat is het?”
Het bos in
“Bomen.”
“Bomen?”
“Ja bomen ja. Vanaf vandaag is ongeveer elke beuk met een paar jaarringen óók een patrimonium van de mensheid. Volgens Unesco tonen ze namelijk de flexibiliteit van de soort en is het belangrijk om de boom in al zijn verscheidenheid te bewaren voor het nageslacht. Jammer alleen dat het onze queeste niet echt vooruit helpt want het is slechts een uitbreiding op de beuken die we in Duitsland al eens gezien hebben. Maar goed, het beschermt voortaan wel elk bosje beuken wat er nog in Europa over is. Queestie van behouT.”
“Jeetje wat goed, en wat vonden de Amerikanen daar allemaal van?”
“Geen idee, die zullen er wel een Europees complot in zien, of het oneerlijk vinden voor hun houtzagerijen. Lekker belangrijk. Waar het om gaat is dat er zich rond Brussel ook een nieuw ingeschreven beukenbosje staat, het zogenaamde Zoniënwoud, en daar kunnen we natuurlijk wél naar toe. Zeker als je bedenkt dat een bezoek zich het best laat combineren met een stevige herfstbok of een fiere Tripel.”
“Hmmm, dat klinkt wel als een wild avontuur inderdaad.”
“Ik zeg; de beuk erin Ech Nie! Ech Wel!”
Bezoek jij ook werelderfgoed? Hoeveel heb je er al gezien en welke staan er boven aan jouw lijst? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Lees ook:
– Stijgende frustratie bij missers werelderfgoedcomité
– Hoe belangrijk is de bijzondere, universele waarde van ons werelderfgoed nog?
– Voor het Goede Doel op reis naar het nieuwe werelderfgoed van 2024