“Wáár gaan we naar toe?” vraagt Ech Nie als we met ons autootje onderweg zijn naar de Belgische hoofdstad Brussel. “Het Stocletpaleis meissie, dat zei ik toch al?”

“Het Stocletpaleis?” herhaalt ze. “Moet ik dat kennen ofzo?”

“Nee, dat niet. Tenminste, het zou me verbazen als je dat wel deed. Het is een werelderfgoedsite…”

“Goh verrassend. En heb ik daar ook nog wat over te zeggen?”

Geen grauwe bunker aan de Brusselse Tervurenlaan maar een paleis met werelderfgoedstatus

Stocletpaleis is Totaalkunstwerk

“Nee, dat ook niet. Ik weet wel dat jij liever meteen aan de Belgische bonbons gaat maar ik dacht toch eerst maar even de belangrijke zaken af te wikkelen. Er bestaat namelijk ook nog zoiets als een werelderfgoedqueeste. De reis van ons leven, weet je nog? De zin van ons bestaan. Het Stocletpaleis is trouwens een totaalkunstwerk ontworpen door de Weense architect Josef Hoffmann.”

“Aha. Een totaalkunstwerk. Nee dan begrijp ik het, die kunnen we niet links laten liggen…”

“Bij een totaalkunstwerk, lieve schat, bundelen verschillende kunstenaars hun krachten en komen gezamenlijk tot één eindproduct. Het is een samenwerkingsverband tussen artiesten die in het verleden al menig Unesco-monument heeft opgeleverd.”

Het Stocletpaleis in al zijn glorie

Wiener Werkstätte

Josef Hoffmann, de oprichter van het plaatselijke kunstenaarsgroepje de Wiener Secession, had van spoorwegingenieur Adolphe Stoclet de opdracht gekregen om een kapitale villa in Wenen te bouwen. Helaas voor Adolphe overleed zijn vader echter onverwachts en zag hij zich genoodzaakt om naar Brussel te verhuizen om daar het bankiersbedrijf van zijn oudeheer over te nemen. “En zo kon het dus gebeuren dat het beroemdste werk van de Wiener Werkstätte, zoals het clubje zich na een naamsverandering was gaan noemen, niet in Wenen maar in Brussel kwam te staan.”

“Nou daar zullen die Belgen wel blij mee zijn geweest”, merkte Ech Nie cynisch op. “Inderdaad ja”, antwoordde ik, “op een paar na dan, maar dat hou je altijd. Toen het Stocletpaleis in 1911 werd opgeleverd vonden sommige buren het pand zó modern dat ze een petitie startten om hem weer gesloopt te krijgen. Stomme ezels. Gelukkig kwam het niet zover en bleef dit werelderfgoed voor de mensheid bewaard.”

Verguld koper rondom raamkozijn en beeldhouwwerk tussen de verdiepingen
Verguld koper op elke hoek

Architectonisch wonder van het Modernisme

“Ik snap die mensen anders wel”, zegt Ech Nie. We zijn inmiddels aangekomen in de Brusselse buitenwijk Sint-Pieters-Woluwe en staan voor de deur van Tervuren 281, het adres van het Stocletpaleis. “Het ziet er niet uit.”

“Krijgen we dat weer. Wat nou, het ziet er niet uit? Het is schitterend, kijk nou eens goed!”

“Ik kijk wel maar ik zie niet.”

“Zucht. Weet je wat het is Ech Nie? Jij weet gewoon niet hoe je kijken moet. Als je een beetje verstand had van architectuur dan had je gezien dat dit monument zijn tijd ver vooruit was. Dat deze bouwstijl de komst van het Modernisme aankondigde en dat dit een complete breuk was met alles wat ooit daarvoor was gemaakt. Deze villa is een architectonisch wonder. Niet alleen geweldig vorm gegeven maar ook nog eens fantastisch afgewerkt. Dit gebouw gunde de mensen een hemelse blik in een gouden toekomst. Een toekomst waarbij licht en ruimte zouden domineren.”

Detail van gevel Stocletpaleis met onderdoorgang
Noors marmer siert de buitenkant als een oester om de parel

De oester beschermt de parel

“Als je het mij vraagt is het vooral lelijke gevelbeplating die domineert. Jeetje, moet je die buitenkant zien.”

“Dat is Noors marmer schat. Een beetje verweerd weliswaar maar nog steeds hartstikke proper natuurlijk. Superexclusief ook. Maar dat jij het niet zo geslaagd vindt kan wel kloppen. Dat was namelijk precies de bedoeling.”

“Hij is expres zo lelijk?”

“Hij is ingetogen met een reden ja. Het is de oester om de parel zogezegd. Ontworpen om de superieure heerlijkheid van het interieur te beschermen tegen opdringerige buitenlui. De Stocletjes waren namelijk nogal gesteld op hun privéleven en dachten met een bescheiden buitenkant al te nieuwsgierige aagjes op veilige afstand te kunnen houden. Het binnenwerk, zo vonden ze, was alleen bestemd voor familie en vrienden. En dat vinden ze helaas nog steeds.”

Zwart en goud siersmeedwerk van hek en balkon
Siersmeedwerk met natuurlijke motieven

Stocletpaleis is verboden voor onbevoegden

Dat laatste beviel Ech Nie wel. Ze had al niet echt uitgekeken naar een suffe bezichtiging van het werelderfgoed maar na een eerste blik op het monument was dat er bepaald niet beter op geworden. Om toch nog wat belangstelling te veinzen vroeg ze vriendelijk; “Wat lul jij nou weer joh?”

“Tsja, het Stocletpaleis is nog altijd privébezit en daarom niet van binnen te bezichtigen.”

“Niet? Hè, wat jammer. Nou ja, ik kan het me eigenlijk wel voorstellen ook. Wie zit er nou te wachten op hordes toeristen over de vloer? Dan blijf je stofzuigen.”

“Het huis staat al sinds 2002 leeg Ech Nie.”

“Oh. Maar wat dan? Moet je je ergens inschrijven of zo, om het te kunnen zien?”

“Inschrijven? Nee, niet. Het kan gewoon niet. Heeft te maken met wat onenigheid tussen de erfgenamen en de gemeente. Dacht ik. Ik weet het ook niet precies. In ieder geval waren de kleindochters van plan de inboedel te verkopen maar stak (tot ergernis van de dames) de rechter daar een stokje voor. Die oordeelde dat het interieur een onlosmakelijk deel van het totaalkunstwerk was en dus niet mocht worden verkocht.”

Twee dames flankeren een man op gevel Stocletpaleis
Gezellig onderonsje op de gevel van het Stocletpaleis

Tot in het kleinste detail ontworpen

“Da’s ook lekker”, zegt Ech Nie. “Dus als ik het goed begrijp mochten die vrouwen hun eigen spulletjes niet verkopen?”

“Nee natuurlijk niet. Dat zou toch afbreuk doen aan het geheel?”

“Ja dag. Ik mag toch zeker zelf weten wat ik met mijn rotzooi doe? Daar heeft een rechter toch niks mee te maken? Gekkenhuis.”

“Jawel dat heeft die wel. En gelukkig maar. Voor de zoveelste keer; dit is een totaalkunstwerk. Alles wat hier staat, binnen en buiten, is onderdeel van het collectief en speciaal voor Stoclet ontworpen. En met alles bedoel ik ook alles. Niet alleen de schitterende mozaïeken in de badkamer, de naakte Atlas-figuren op de toren of de met edelstenen belegde friezen in de eetkamer, nee alles! Van de bomen in de tuin tot het speelgoed van de kinderen.”

“Ook de borden en het bestek?”

“Ja, óók die. Het serviesgoed, de theelepeltjes, de kroonluchters, de kleuren. Alles, tot in het kleinste detail, is uniek en enig in zijn soort. Zelfs de kleren van madam en meneer hoorden bij het ontwerp.”

Vier atlasfiguren sieren toren Stocletpaleis
Atlasfiguren sieren de toren

Decoratie diende klasse en stijl

Geld was geen probleem voor Stoclet, hij wilde slechts baden in schoonheid. Die opdracht had hij zijn Weense ontwerpers meegegeven en dat was ook wat ze voor hem bedachten. Het Stocletpaleis geldt als hét pronkstuk van de Wiener Werkstätte. Een modernistisch meesterwerk dat zich kenmerkt door zijn geometrische vormen, natuurlijke motieven en duur materiaalgebruik. Typisch Wiener Secessionstil, zeggen de kenners, en wijzen daarbij op de gewoonte om met decoratieve elementen klasse en stijl toe te voegen aan het alledaagse leven.

“Nou mijn smaak is het niet”, zegt Ech Nie. “Ik vind het helemaal niks.”

Natuurlijke motieven verwerkt in het hekwerk

Vormentaal

“Misschien is het handig als jij gewoon eens wat aan je architecturale woordenschat werkt voordat je zulke uitspraken doet.”

“Pardon?”

“Ja, ga de dialoog aan. Leer hem begrijpen.”

“Wie? Dat paleis? Wil je nou serieus zeggen dat ik met een gebouw moet praten?”

“Ja, luister naar zijn vormentaal.”

“Maar dat versta ik toch helemaal niet, Ech Wel.”

Ruime erker met onder andere zicht op de sfinx

Beschermvrouwe Athena hoedt over Stocletpaleis

“Dat komt omdat je er geen moeite voor doet. Deed je dat wel dan zou je er al snel achter komen dat het totaalkunstwerk voor zichzelf spreekt. Het lijnenspel is strak, het gebruik van siersmeedwerk veelvuldig en de positie van godin Athena treffend; als patrones van de kunsten en de wetenschap is het natuurlijk niet meer dan logisch dat zij dit juweel der bouwkunst staat te beschermen. Kortom, een gebouw zoals het hoort.”

Ech Nie legt haar oor heel even gespannen te luister en roept dan ineens onverwacht enthousiast; “Verrek, ik vat ‘m! Nou begrijp ik ook die afzichtelijke buitenkant. Wat een vondst zeg.”

“Ja goed hè? Zie je nou wat een beetje inspanning kan doen?”

“En ik begrijp nu ook dat wat jij net stelde niet klopt.”

“Niet?”

Marmeren uitvoering

“Nee joh, het is veel beter dan dat. Denk out of the box. Of beter, denk er eens in!” Ik kan haar even niet volgen maar gelukkig is ze niet te beroerd om haar plotselinge inzicht te delen. “Het is een eerbetoon aan één van Brussels meest geliefde producten. Een subtiele maar magistrale verwijzing naar al het lekkers wat de stad te bieden heeft.” Met haar handen drumt ze ondertussen op een denkbeeldige trommel.

“Eh?”

“Weet je het nou nog niet? Pfff, en dat noemt zichzelf dan een expert. Life is a box of chocolate, weet je wel. Je weet nooit wat je krijgt. Net als bij het Stocletpaleis gaat het niet om de verpakking maar om de inhoud. Dit, mijn waarde erfgoedfanaat, is gelijk een doos bonbons maar dan uitgevoerd in marmer! Ech Wel!”


Ook wel eens het Stocletpaleis bezocht? Een liefhebber van bonbons of architectuur? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Praktische informatie

Hoewel het Stocletpaleis de afgelopen vijf jaar ruim twee ton aan subsidies ontving, zagen ze ook in 2021 openstelling van het werelderfgoed niet zitten. Een bezoek beperkt zich dus nog altijd tot een bezichtiging vanaf de straat. Wie desondanks wil kijken, het adres is: Stocletpaleis, Tervuren 281, 1150 Sint-Pieters-Woluwe, België

Jaar van inschrijving: 2009


Lees ook:

De Fagusfabriek is gewoon hartstikke bijzonder
Bauhaus, en hoe de droom van een Duitse natie uiteenspatte