Onverschrokken als altijd, ploeter ik tussen benevelde weilanden door, bergopwaarts richting Wieskirche. Een scooter passeert me. Als ik even later bij het godshuis arriveer, blijkt het de pastoor. Hij opent voor mij, op dit vroege tijdstip, voor mij de deuren van de bedevaartskerk van de gegeselde Verlosser. “Dank u Eerwaarde!”

Grüss Gott!

Ik onderneem deze spirituele tocht in eenzaamheid daar vrouw en kind zich gisteravond tot laat met drank en spelen hadden ingelaten en nu niet de behoefte voelden om door mij in genade en barmhartigheid te worden onderwezen. “Verlossing en heelheid vindt men niet door zich af te keren van de werkelijkheid”, had ik hen nog voorgehouden, maar die wijze woorden hadden ze achteloos naast zich neergelegd; “Ga jij nou maar alleen”, antwoordde Ech Nie, “dan kan je lekker op je gemak je ding doen.”

Jaja, schoot het door me heen, en dat jij er dan niet vroeg uit hoeft voor een werelderfgoedqueeste waar je toch niks meer om geeft, is natuurlijk slechts een toevallige bijkomstigheid?

Wit-gele langwerpige kerk met rood zadeldak in glooiend groene omgeving
Van kapel in het veld tot rococo-juweel te midden van Alpenweiden, de Wieskirche schafte het…

Wieskirche, de bedevaartskerk in het weiland

De Wieskirche is een gekende stop op de Romantische Strasse, maar als ik op het grote, nabijgelegen parkeerterrein arriveer ben ik de eerste die er zijn auto stalt. Mooi, denk ik, kan ik tenminste rustig de bijzondere en universele waarde van het monument in me opnemen.

Vanaf de parkeerplaats wandel ik naar het werelderfgoed. Verscholen in het alpiene voorland komt de wit-gele kerk mij aanvankelijk weinig bijzonder over, maar eenmaal voorbij de entree wordt de reden van de Unesco-inschrijving mij snel duidelijk; mijn hemel, wat een zaligheid! Terwijl ik vol bewondering het vergulden stucwerk en de frivole, pastelkleurige schilderingen van het interieur op me in laat werken, dringt van buiten het gebengel van koebellen door. Alsof de runderen de lofzang op de Heer, die de bedevaartskerk in wezen is, met hun gebeier nog eens extra willen benadrukken.

Verguld stucwerk in bladvorm en pastelkleurige fresco's van Bijbeltaferelen omringen orgel Wieskirche
Genoeg luister om het orgel

Een ontroerende getuigenis van diep geloof

Het was in de jaren dertig van de 18e eeuw dat de monniken uit het plaatselijke klooster afstand deden van een eenvoudig houten Jezusbeeld. Omdat zij de Goddelijke held echter ook niet bij het grofvuil wilden neerzetten, schonken ze het gewijde voorwerp aan een bevriende boerenfamilie. Kort daarna, op 14 juni 1738, ontwaarde de dame van het stel, Maria genaamd, tranen in de ogen van Koning der Koningen.

Of het afwijzende gedrag van de kloosterlingen de Heiland aan het huilen had gebracht vermeldt het verhaal niet, maar toen spoedig na de wonderlijke gebeurtenis drommen pelgrims naar het boerengehucht trokken om het beeldje te komen vereren, gaf de abt opdracht voor de bouw van een waardig onderkomen voor de gegeselde Verlosser. (of de overste dat deed uit boetedoening voor de smadelijke handelwijze die zijn broeders jaren eerder hadden tentoongespreid vertelt de geschiedenis evenmin) Hoe dan ook, volgens Unesco resulteerde het monnikenwerk in een godshuis dat ongeëvenaard was in zijn weelde en delicatesse. Met name het ingenieuze fresco op het gewelfde plafond werd geroemd als een ontroerende getuigenis van diep geloof.

Pastelkleurig plafondfresco Wieskirche met Christus op een regenboog, de hemelpoort en de troon des oordeels
Een stukje hemel op deze lijdende aarde

Plafondfresco gunt bezoekers een blik in de hemel

De architectuur van de kerk stuwt de blik van de bezoeker bijna automatisch omhoog, naar het opengebroken plafond waarin zich de heerlijkheid Gods manifesteert. Ik kijk ook op en zie in het midden van de voorstelling de Verheven Heerser op een regenboog zitten. Hij verblijft daar kort voor het Laatste Oordeel, enkele ogenblikken voordat die vanuit de hemel recht gaat spreken.

Voor de nog gesloten hemelpoort ligt vadertje Tijd, met zijn zeis en zandloper voor zich op de grond. Aan de andere zijde staat de troon van waaraf de Opperrechter zal gaan vonnissen. De boeken waarop Hij zijn uitspraken zal baseren, worden door engelen reeds geopend vastgehouden. De twaalf apostelen tenslotte, zitten erbij en kijken ernaar, ieder met hun eigen attribuut. 

Lijden doet bevrijden

Verlossing door opoffering, dat is de blijde boodschap die de Wieskirche wil uitdragen. Enerzijds vond dat idee zijn oorsprong in de wens de talrijke bedevaartgangers een hart onder de riem te steken, (reizen ging vroeger gepaard met vele ontberingen en de kerk bliefde duidelijk te maken dat die inspanningen niet voor niets waren) anderzijds had dat natuurlijk te maken met de lijdensweg die de grote Redder zelf had moeten afleggen. In bovengenoemd fresco refereert de kunstenaar aan deze kerngedachte door Jezus zowel op zijn kruis als de wonde in zijn zij te wijzen.

Verlossing door opoffering schreeuwt men niet alleen vanaf het dak, het thema wordt ook in het koor luidkeels bezongen. Het is de plek waar het beeld van de wenende Mensenzoon, vastgeketend aan een pilaar, staat opgesteld en waarover de bisschop eens zei; “Hij huilt omdat hij onze ellende kent.”

De Kerk zelf beweert dat uit de tranen van de Verlosser de kostbare parel van het rococo-juweel groeide. Rococo is de stijl van het godshuis en kenmerkt zich door speelse vormen en gracieuze sierlijkheid. De uitbundige decoratie had daarnaast tot doel de mysterieuze en intuïtieve aspecten van het geloof te versterken.

Bloed doet goed, het reinigt ons van zonde

Boven het devotiefiguur staat nog een symbool van opoffering, een pelikanenfamilie. Het vrouwtje heeft in de broedtijd een rode plek op haar borst en produceert in diezelfde periode braaksel om haar jongen te eten te geven door met haar snavel op haar lijf te slaan. De bevolking dacht echter dat zij haar kroost met haar eigen bloed voedde en vergeleek de daad met de Man der Smarten die Zijn bloed vergoot om de mensheid te redden.

Ter afsluiting plaatste de kunstenaar helemaal bovenaan het altaarstuk het ultieme zinnebeeld van zelfopoffering, het Lam Gods. Reeds in het boek Genesis, het eerste Bijbelboek, maakte God duidelijk dat verzoening met Hem (vanwege begane zonden) alleen door middel van een bloedoffer mogelijk was. De zoon van Adam en Eva was daarvan reeds op de hoogte en was de eerste die een stuk vee aan de Almachtige offerde.

Nadat het eerste schaap over de dam kling was gejaagd zouden er nog vele volgen. Het offeren van lammeren werd een zo veelvoorkomend ritueel dat verschillende profeten in een later stadium naar Jezus zouden verwijzen als het Lam van God dat als een schaap naar de slachtbank zou worden gebracht om de zonden van de wereld weg te nemen.

Fresco van Jezus op Golgotha geflankeerd door twee moordenaars die ook worden gekruisigd
Voor de poorten van de dood schenkt de Heer genade aan de moordenaar naast hem. “Heden zult gij met mij in het paradijs zijn…”

Belijd uw zonden

Toegevend als ik ben vraag ik de Heilige Herder of Hij ook mijn kudde kan vergeven voor hun begane zonde. “Ik weet dat het lastig zal zijn, temeer ik U vandaag geen schaap kan aanbieden, maar zou U desondanks zo goed willen zijn hen van het kwaad te bevrijden? Dat vrouw en kind deze werelderfgoedsite aan zich voorbij hebben laten gaan is weliswaar een donkere smet op hun toch al niet zo smetteloze blazoen, maar ik beloof u plechtig dat een dergelijk misdrijf deze vakantie niet meer voor zal komen. Uw trouwe dienaar zal daar persoonlijk op toezien.”

Na het onderonsje met de Hogepriester wip ik nog even langs bij de vier katholieke kerkvaders die tussen de vier dubbele pilaren van het ovale, schitterwitte schip staan opgesteld. Hiëronymus, Ambrosius, Augustinus en Gregorius de Grote luiden hun namen en net zoals meestal zie ik hen ook hier, om hun functie als leraar te benadrukken, met boeken in de hand afgebeeld.

Gedenk te sterven. Hiëronymus hield zich veel bezig met de eindigheid van het leven en de genade bij het Laatste Oordeel

Kerkvader Hiëronymus

De eerste die ik aandoe is de norsige betweter veelweter Hiëronymus. Zijn karakteristieke platte kardinaalshoed verwijst naar zijn functie als secretaris van de Heilige Stoel. In opdracht van de paus vertaalde Hiëronymus ook de Bijbel vanuit het Hebreeuws naar het Latijns. Zijn werk werd bekend als het zogenaamde Vulgaat (afgeleid van het vulgaire, lees alledaagse Latijn, waarin het was geschreven) en gold tot in de 20e eeuw als de enige gezaghebbende tekst. Toen Hiëronymus na het overlijden van de geestelijk leider niet tot zijn opvolger werd verkozen besloot hij ietwat verbitterd de rest van zijn leven als kluizenaar door te brengen. De schedel, een symbool van vergankelijkheid, herinnert aan dit leven van versterving.

Kerkvader Ambrosius

Ambrosius was de volgende, een welbespraakt man afkomstig uit Trier (destijds het tweede Rome). Van hem werd gezegd dat zijn preken honingzoet waren en dat zijn naam daarvan afgeleid was; ambrozijn gold in de Griekse mythologie als het nectar van de goden. Vanuit een dergelijk perspectief was het ook weinig verwonderlijk dat op een gegeven moment het verhaal ging dat hij als wiegekind reeds een zwerm bijen over zich heen kreeg (een hele kolonie die zelfs in en uit zijn mond kroop) maar dat hij daarbij tot ieders verbazing ongedeerd bleef. Dat men in de oudheid vermoedde dat bijen de dichterlijke inspiratie van de goden overbrachten zal nog wel hebben bijgedragen aan deze legendarische vertelling. Het wekt dan ook geen verbazing dat de bijenkorf tot Ambrosius’ attribuut werd gekozen.

Augustinus met vlammend hart, “rusteloos was het, tot het rust vond in Hem” was de openingszin in zijn Belijdenissen

Kerkvader Augustinus

Derde in de rij is Augustinus. Hij leidde in zijn jonge jaren een losbandig leven waarin hij, naar eigen zeggen, op zoek ging naar de Waarheid. Toen hij die uiteindelijk gevonden had, werd hij christen en schreef zijn beroemdste boek Belijdenissen, (Confessiones) wat in feite een groot gebed tot God is. Aan deze lofprijzing heeft hij ook zijn attribuut het vlammend hart te danken. In een van zijn verzen schrijft hij namelijk; U hebt mijn hart doorboord met uw woord en ik heb u lief gekregen en U hebt me aangeraakt en ik kwam in vuur en vlam te staan voor uw vrede.

Kerkvader Gregorius de Grote

Gregorius de Grote maakt het kwartet compleet. De voormalige paus is geen onbekende op onze queeste. In Vézelay ontdekten we reeds dat zijn gepredik ten aanzien van Maria Magdalena bepaald niet onfeilbaar was, (hij schilderde haar ten onrechte af als een dame van lichte zeden) in Canterbury leerden we dat het Verenigd Koninkrijk op zijn instigatie werd gekerstend, (omdat hij enkele uit dat heidense land afkomstige slaven zo’n mooi engelengezicht vond hebben) en was het vanwege een door hem opgezette processie dat aartsengel Michael boven de engelenburcht in Rome verscheen en zo de pest verdreef.

Volgens de legende zou hij tijdens het opstellen van regels voor de koorzang en tijdens het pennen van zijn geschriften rechtstreeks door de Heilige Geest zijn geïnspireerd. Vandaar dat hij in de kunst vaak wordt weergegeven in het gezelschap van een duif, het zinnebeeld van de Heilige Geest.

Met zijn pastelkleurige plafondfresco’s en vederlichte elegantie laat de rococo niemand onberoerd

Zonder moeite geen beloning

De vier heren wijzen mij de uitgang net zoals ze vroeger ook christenen richting gaven in hun prille geloof. Eenmaal buiten constateer ik tevreden dat de mist inmiddels heeft plaatsgemaakt voor een stralend zonnetje. Het belooft weer een mooie dag te worden.

“Zo, was het de moeite waard?, wil Ech Nie weten.

“Ja maar ik heb wel moeten beloven dat jullie de rest van de vakantie gewoon weer met mij mee op queeste gaan..”

“Nou, dat weet ik nog zo net niet hoor. We kunnen Ech Leuk niet overal mee naar toe slepen…”

“Zal wel moeten schat. Wie zich van de toorn wil redden moet geloof houden in de missie. Oftewel, geen verlossing zonder lijden. Ech Nie!”


Ook wel eens de Wieskiche bezocht? Jezelf opgeofferd of een Kerkvader om raad gevraagd? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!

Een overweldigend licht, luchtig, bijna vrolijk rococo-interieur waarin de kleur blauw voor genade staat en rood voor Jezus’ vergoten bloed

Praktische informatie

De Wieskirche is niet het enige werelderfgoed dat aan de Romantische Strasse ligt, residentie Würzburg en Augsburg behoren daar ook toe.

De Wieskirche werd gerealiseerd door de gebroeders Zimmermann. Een van hen was de hofschilder van de Beierse keurvorst Max Emanuel Wittelsbach, een familie die de rococo-stijl bijzonder kon waarderen. De broer van Max, aartsbisschop Clemens August van Keulen, liet In Brühl ook al twee wonderschone rococo-praalpaleizen bouwen die eveneens de werelderfgoedlijst haalden, dit zijn; slot Augustusburg en Falkenlust.

Behalve bovengenoemde paleizen kunnen ook het Sanssouci in Potsdam, het slot Belvedere in Wenen en het klooster van Melk in de Wachau tot de rococo gerekend worden. Deze pronkgebouwen behoren tevens tot het patrimonium van Unesco.

Adres: Wies 12, 86989 Steingaden, Duitsland
Jaar van inschrijving: 1983
Officiële website: wieskirche.de

Lees ook:

Hoed u voor Patmos, het eiland van de apocalyps
Na veertien staties manifesteert zich de Ware op kruisweg Kalwaria Zebrzydowska