Leuk hoor, al die die artikelen op Unesco-queesties punt nl. Maar iedereen weet dat een reisblogger pas echt meetelt als hij ook door Traveljunks geïnterviewd is. Gelukkig kunnen we per vandaag zeggen dat we eindelijk tot de elite van de Nederlandse blogs zijn doorgedrongen. Ech Wel!
– Wie zijn jullie en waar komen jullie vandaan?
Wij zijn Willem en Luus, beter bekend als het illustere, Rotterdamse reisduo Ech Wel en Ech Nie. Samen hebben wij het tot onze levenstaak gemaakt al het werelderfgoed van Unesco te bezoeken.
En ja, we weten dat de missie behoorlijk kansloos is, (de lijst is lang, telt enkele locaties waar normale stervelingen niet mogen komen en groeit elk jaar met gemiddeld 20 nieuwe sites) maar kansloos past wel bij ons.
– Waar ging jullie eerste (verre) reis samen naartoe?
Helemaal hoteldebotel trokken wij – hoe kan het ook anders – naar de stad van de liefde; Parijs. Onze eerste gezamenlijke zomervakantie brachten wij in Kroatië door. In dat land ontdekten we trouwens ook meteen de bijzondere en universele waarde van het werelderfgoed.
– Als wat voor “type” reiziger zouden jullie jezelf omschrijven?
Vrij snel na de start van onze queeste was Ech Nie al weer klaar met alle werelderfgoedbezoeken. Zij viel terug in haar oude gewoontes en ziet vakantie vooral als een tijd van ontspanning (lees; bakken in de zon, aan het strand, met een hapje en een drankje). Naar mate de tijd vorderde werd ik echter steeds fanatieker. Pikte ik in het begin slechts de krenten uit de pap, nu bezoeken we in principe, tot ergernis van Ech Nie, alle sites die zich in de buurt van ons vakantieadres bevinden.
Uiteraard houden we wel rekening met elkaar. Alle dagen strand of alleen maar cultuur vinden we allebei niks, dat verveelt al snel. Daarom zijn onze vakanties altijd een combinatie van beide; een dagje lui, een dagje ondernemend.
Daarnaast omringen we ons graag met enig comfort. Voor ons geen hostels of campings. We willen ons eigen bed en sanitair, en goede hygiënische omstandigheden. Is dat niet in orde dan raken we al gauw chagrijnig.
– Wat betekent reizen voor jullie persoonlijk?
Ik heb onze queeste wel eens vergeleken met de aloude bedevaart in een modern jasje. Hij wordt alleen niet ondernomen uit boetedoening of vroom ideaal, maar uit bewondering voor de kunde van mens en natuur. Net als vele anderen willen ook wij op reis vooral ontdekken en ervaren en wij hebben er voor gekozen dat te doen aan de hand van ’s werelds meest exclusieve monumenten.
Overigens kunnen we best begrijpen dat niet iedereen altijd de bijzondere waarde van een werelderfgoed inziet, (sommige zijn ook behoorlijk obscuur) maar wij weten inmiddels wel dat achter elk patrimonium een interessant verhaal schuilgaat. Die geschiedenis achterhalen is vaak half de lol.
– Hoe zijn jullie op het idee van de Unesco lijst af te werken gekomen?
Onze queeste begon, zoals gezegd, in Kroatië. Een bewolkte lucht deed ons besluiten die dag eens niet aan het strand door te brengen maar lekker te gaan chillen tussen de watervallen en turquoise meren van het Nationale Park Plitvice. Met onze zonnige inborst dachten we namelijk dat het 250 kilometer verderop wél mooi weer zou zijn…
Niet alleen was het tegendeel het geval (het was er stervenskoud) maar zwemmen bleek ook nog eens ten strengste verboden. Stonden we dan in onze zwemkleding…
Lang verhaal kort. Na wat warme kleding in de plaatselijke souvernirwinkel te hebben gescoord, ging tijdens de bezichtiging van het park een wereld voor ons open. Al na een paar honderd meter waren we zó overdonderd door de ons omringende idylle dat we elkaar plechtig beloofden dit soort plaatsen voortaan vaker te gaan bezoeken.
Dat ene “wauw-moment” in Plitvice was levensveranderend. Nooit eerder hadden we naar Unesco’s werelderfgoedlijst omgekeken, maar nadat we hadden vastgesteld dat ook Plitvice daar op stond, gold het patrimonium der mensheid plotseling als de wegwijzer op ons levenspad. We wilden meer van dat soort betoverende ervaringen en konden niet wachten op onze volgende reis.
Helaas verloor Ech Nie dus al weer snel haar belangstelling. De enige sites die haar tegenwoordig nog kunnen boeien zijn diegenen waarin wijngaarden een hoofdrol spelen. (en daar zijn er verbazingwekkend veel van)
– Zijn jullie er anders door gaan reizen of bestemmingen gaan kiezen?
Dat valt op zich wel mee. Zolang Ech Nie maar haar plekje aan zee heeft en ik werelderfgoed kan bezoeken, is het al gauw goed.
Meestal kiezen we een centrale locatie aan het water en ondernemen we van daaruit dagtripjes. Het komt ook voor dat we de zomervakantie in tweeën hakken. Het eerste gedeelte wordt dan gewijd aan de queeste, het tweede aan het kweken van pigment op onze huid. Zo blijven we beide gelukkig.
Verder hebben we de afspraak elk jaar tenminste een land aan te doen waar we nog niet zijn geweest.
– Hebben jullie een voorkeurslijst met plekken die jullie eerst willen bezoeken?
Nee, er is niet zoiets als een bepaalde volgorde die we afwerken. Wel reizen we graag zo afwisselend mogelijk. Dus niet twee jaar achter elkaar naar hetzelfde land en ook niet naar een streek die veel gelijkenis vertoont met een plek waar we kort daarvoor zijn geweest.
– Waarom hebben jullie als bloggers voor pseudoniemen gekozen?
Behalve dat het twee typisch Rotterdamse uitspraken zijn, zeggen de pseudoniemen ook iets over de karakters van de hoofdpersonen in het blog.
De namen zeggen het al, Ech Wel en Ech Nie zijn elkaars tegenpolen. Ech Wel staat voor de man die geen gevaar ziet. Hij wil overal naar toe, raakt niet uitgepraat over werelderfgoed en zou het liefst alles en iedereen aan de queeste ondergeschikt maken. Ech Nie is zijn tegenpool. Zij ziet overal beren op de weg, heeft alleen oog voor het strand, luistert slechts met tegenzin naar zijn breedvoerige vertellingen en doet er alles aan om de queeste niet tot een goed einde te brengen. In de onvermijdelijke discussies die daaruit voortvloeien zegt zij dus altijd “Ech Nie” en is zijn antwoord steeds “Ech Wel”. (of andersom)
Alsof de queeste niet al moeilijk genoeg is, heeft Ech Nie er sinds kort een medestander bij; Ech Leuk. Hoewel ze nog maar pas op de wereld is, is ze er nu al in geslaagd diverse Unesco-reizen totaal in het honderd te laten lopen. Datbelooft dus weinig goeds voor de toekomstmaakt het bereiken van het einddoel iets uitdagender…
Buiten bovenstaande is het ook gewoon zo dat we niet echt (of ech nie) de behoefte hebben met onze namen en koppen op het wereldwijde web te staan.
– Wat was het absolute hoogtepunt van jullie reizen tot nu toe?
Dat is altijd een lastige vraag. Op werelderfgoedgebied was Plitvice natuurlijk onvergetelijk, dat zonder meer, maar ook het varen tussen de ijsschotsen van Vatnajökull in IJsland, en een jungletocht door het oerwoud van Khao Yai in Thailand, maakten veel indruk.
Op cultureel gebied zou de (discutabele) top 3 bestaan uit: Angkor Wat – Cambodja, Alhambra – Spanje en Istanboel – Turkije.
Maar met deze 2 lijstjes doe ik vele andere reizen ontzettend tekort. Bijzonder memorabel vonden wij bijvoorbeeld ook de uitbarsting van de Etna vulkaan tijdens onze honeymoon op Sicilië, de apocalyptische boottocht naar het Griekse eiland Patmos, het bezoek van de Feyenoordaanhang aan de eeuwige stad Rome (iets met een fontein), de sneeuwstorm onderweg naar Goslar en een totaal uit de hand gelopen vrijgezellenfeest in Krakau; stuk voor stuk legendarische reizen waar we (achteraf) met een grote glimlach op terugkijken.
Verder mag ook concentratiekamp Auschwitz niet onbenoemd blijven; waar werelderfgoed doorgaans het genie van de mens aantoont, deed deze site ons juist huiveren van het tegendeel. Vooral het schrille contrast tussen de vredig fluitende vogeltjes in de omliggende bomen en de bizarre gebeurtenissen die hier hebben plaatsgevonden maakten het bezoek tot een hele onwerkelijke ervaring…
– Welke bestemming hebben jullie samen hoog op jullie Unesco bucketlist?
Ech Nie heeft niet echt een wensenlijst, maar ik probeer haar nu al zo’n jaar of acht te overtuigen dat we toch echt naar Machu Picchu in Peru moeten. Tot nu toe tevergeefs.
Daarnaast zou ik graag eens naar Zuid-Afrika en Japan willen. Zuid-Afrika vanwege het trio wijn, wildlife en Nederlandse geschiedenis; Japan omdat in dit land volgens mij het beste van twee werelden (de Westerse en Oosterse) samenkomen.
– In welk land hebben jullie de meeste plekken van de werelderfgoedlijst bezocht?
Duitsland. Niet zo moeilijk want met zijn 46 sites (waarvan er 36 door ons zijn afgevinkt) is het een van de hofleveranciers van Unesco, en het is natuurlijk makkelijk te bereiken.
Traditiegetrouw trekken we elk jaar, in de adventsperiode, naar onze Oosterburen en combineren we een paar werelderfgoedsites met Glühwein en Bratwurst. Een bijzonder geslaagde combinatie kunnen we wel zeggen.
– Hebben jullie nog een tip voor beginnende werelderfgoedfanaten?
Staar je niet blind op Unesco’s iconen. Natuurlijk zijn de Taj Mahal, Chinese muur en piramides van Gizeh geweldige monumenten, maar vaak zijn de kleinere, minder bekende sites net zo goed de moeite waard. Bovendien is het er vaak een stuk rustiger. Daarnaast zou eigenlijk altijd het adagium moeten gelden; het gaat om de reis (queeste) niet om de bestemming! Ech Wel!
Zit je na dit weergaloze interview nog steeds met een prangende vraag? Stel hem gerust, we beantwoorden hem graag!