Begin 8e eeuw is de catastrofe bijna compleet. De Moren zijn het Iberische schiereiland binnengevallen en hebben de christenheid praktisch geheel weggevaagd. Gelukkig houden de dappere Asturiërs in het noorden van het land moedig stand en starten ze vanuit hun smalle leefgebied (het enige stukje grond wat de katholieken nog resteert) de tegenaanval. Erg voorspoedig gaat het niet, want als driehonderd jaar later op het kasteel van Guimarães de kleine Alfons wordt geboren, is de zogenaamde Reconquista nog steeds in volle gang.

De zoon van een Franse kruisvaarder blijkt evenwel een stuk bedrevener in het terugdringen van de islamieten dan zijn voorgangers. Hij weet het onbeduidende graafschap Portucale uit te breiden tot een territorium dat goeddeels te vergelijken valt met het huidige Portugal.

“Het had dus maar een haartje gescheeld of we hadden hier in islamitische contreien gelopen, Ech Nie.”

“Fijn dat het lot anders besliste, Ech Wel.”

“Zeker. En daarom treden we deze vakantie dus in de voetsporen van de grote Veroveraar.”

Grijze halfronde hoofdingang van Mosteiro de Santa Cruz met koninklijk en christelijk beeldhouwwerk
Het klooster van het heilige kruis

Mosteiro de Santa Cruz

We zijn bezig met een roadtrip door Portugal en na Guimarães en Porto is Coimbra de volgende stad op onze palmares. “En zie hier Ech Nie, aan je linkerhand, het klooster van het heilige kruis (Mosteiro de Santa Cruz). De abdij is door Alfons in 1131 opgericht en vormt tevens, sinds zijn dood in 1185, zijn laatste rustplaats.”

“Kan je misschien even stil zijn, Ech Wel? Je praat dwars door de muziek heen.”

Zoals te doen gebruikelijk lijkt Ech Nie ook vandaag weer niet helemaal bij de les. In plaats van zich te bekommeren om de educatieve lezingen van haar meester heeft ze haar aandacht gericht op een paar in het zwart geklede muzikanten. “Aandoenlijk toch?”, dreint ze tijdens een adempauze, “die melancholie is hartverscheurend.”

“Ja, die studenten leggen echt heel hun ziel en zaligheid in de Fado.”

“In de wat?”

“Fado.”

Grote groep in het zwart geklede studenten met muziekinstrumenten spelen Fado
Groep studenten zingt hartverscheurende Fado

De droeve Fado van Coimbra

Fado komt van het Latijnse woord Fatum en betekent lot of bestemming. Het Portugese levenslied bezingt de pijn van het leven en treurt over het tragische lot waaraan niemand kan ontsnappen. De huilmuziek is in Coimbra geïntroduceerd door gitaarspelende studenten.

“Huilmuziek? Het is diep ontroerend!”

“Dat romantische gejengel? Schei toch uit!”

“Nou, die jongens zingen tenminste met gevoel, Ech Wel. Kan jij nog wat van leren!”

“Daar heb ik allemaal geen tijd voor, Ech Nie. Wij hebben de universiteit van Coimbra op het rooster staan.”

“Dat gebouw bovenop de berg bedoel je?”

“Ja.”

“Moeten we helemaal omhoog?”

“Ja dat heb je met hoger onderwijs…”

Arco de Almedina is toegangspoort tot bovenstad Coimbra

Coimbra is een stad die bestaat uit een hoog (Alta) gedeelte, waar de elite en geestelijkheid vanaf een verheven standpunt regeert en een lager (Sofia) deel, waar van oudsher de arbeidersklasse bivakkeert. Op de top van de heuvel bevindt zich tevens het gros van de Unesco-monumenten. Voordat we daar echter naartoe klimmen, onderwijs ik Ech Nie over de sculptuur die voor de toegangspoort (Arco de Almedina) van de bovenstad staat.

“Het beeld is een ode aan de Fado en stelt een vrouw in de vorm van een Portugese gitaar voor. Over het algemeen zingen de heren namelijk over onbereikbare jongedames en laten ze zich daarbij steevast begeleiden door het weergegeven muziekinstrument. De kunstenaar heeft gemeend die twee facetten in een stuk brons te moeten verenigen.”

“Ach, hoe aangrijpend…”

Kathedraal Coimbra met kantelen te midden van witte stadshuizen
Burchtachtige kathedraal flankeert steil straatje

Kathedraal Sé Velha is burcht van de christenheid

De poort is nog een restant van de stadsmuren die Alfons liet herstellen toen hij besloot zijn heilige oorlog vanuit Coimbra voort te zetten. Hij vond dat de zuidelijker gelegen plaats een betere uitvalsbasis vormde dan zijn geboortestad Guimarães en nam daarom zijn intrek in de voormalige citadel van de Moren. En passant maakte hij Coimbra tot de nieuwe hoofdstad van zijn ontluikende koninkrijk.

Om de stad nog wat verder op te luisteren beval hij de bouw van een kathedraal (Sé Velha) die de glorierijke overwinning van het christendom op de islam moest benadrukken. Het burchtachtige uiterlijk van het godshuis doet echter vermoeden dat de jonge Stichter nog niet overtuigd was van zijn definitieve zege.

Vooraanzicht Universiteit van Coimbra met zuilen en trap
Paleisschool Coimbra

Universiteit van Coimbra

Eeuwenlang functioneerde de oude vesting als vorstelijk onderkomen maar vanaf 1537 ging het paleis dienen als universiteitsgebouw. Het koninklijk decreet dat daaraan vooraf ging, maakte een einde aan eeuwenlang stuivertje wisselen tussen Lissabon en Coimbra, twee steden die afwisselend de hogeschool aan onderdak hadden geholpen.

Het is op deze snikhete dag eigenlijk helemaal niet onze bedoeling terug te keren in de schoolbanken, maar omdat we enige uren moeten wachten voordat we de barokke bibliotheek kunnen zien, (een must die alleen kan worden bezichtigd in tijdframes van twintig minuten en met een beperkt aantal mensen) doen we toch maar een rondje door het leerinstituut.

Porta Ferréa en Minerva heten studenten welkom

De entree van de paleisschool bestaat uit een IJzeren Poort (Porta Ferréa) met aan weerszijden de stenen personificaties van theologie en kunsten. Boven de ingang staat koning Johan III (de man van het koninklijke decreet) en voor de boog ligt Minerva in het straatwerk geplaveid.

“Minerva?”

“Ja, de Romeinse godin die uit het hoofd van oppergod Jupiter werd geboren. Zij staat symbool voor wijsheid, verstand en vindingrijkheid en was volgens de professoren de enig passende patrones van de universiteit. Om die reden staat ze bijvoorbeeld ook op het hoofdgebouw en siert ze het logo van de UC.”

Rode zaal met beschilderd plafond en staatsieportretten aan de muren
In de voormalige, majesteitelijke troonzaal vinden tegenwoordig de belangrijkste ceremonies van de universiteit plaats

Koninklijk leslokaal Sala dos Capelos

Tot 1537 gingen de studenten school in het klooster van het heilige kruis, maar na Johans gulle gift mochten de scholieren hun lessen voortaan in een waar studiepaleis volgen. De vroegere troonzaal werd daarbij ingericht als de plaats waar de belangrijkste, academische ceremonieën konden plaatsvinden. “En dan moet je wel bedenken dat er in heel Portugal geen historischer plek dan deze denkbaar was”, doceer ik Ech Nie, “want hier werd tot twee keer toe de soevereiniteit van het land bevestigd. Eenmaal door onze vriend Alfons in 1139, en een andere keer in 1383, toen de Castiliaanse monarch dacht de Portugese kroon op te kunnen eisen.”

“Tsja, je kan er een heel verhaal omheen bouwen, Ech Wel, maar het blijft toch gewoon een klaslokaal hè…”

“Want op jouw land- en tuinbouwschool hingen zeker ook portretten van Portugese koningen aan de muur?”

“Nee, dat niet…”

“Nou dan. Tegenwoordig noemen ze dit vertrek trouwens de hoedenzaal (Sala dos Capelos) omdat gepromoveerde leerlingen hier hun doktorshoed krijgen uitgereikt.”

Zandstenen poort Capela Sao Miquel met christuskruis, koninklijk wapen en armillarum
Van links naar rechts; het christuskruis der Tempeliers, koningswapen en armillarium

Manuelstijl van bedehuisje Capela Sao Miquel

Na het paleis is de St. Michael kapel (Capela Sao Miquel) het oudste bouwwerk van het complex. Het werd kort na de christelijke herovering als privékapel voor Alfons neergezet. “Niet dat daar tegenwoordig nog veel aan herinnert”, onderricht ik Ech Nie, “want zoals je ziet is het sacrale bouwwerk een exponent van de Manuelijnse stijl.”

“En waar zou ik dat aan moeten zien?”

“Aan het beeldhouwwerk boven de deur; in het centrum is het koninklijk wapen uitgebeiteld, links het christuskruis van de Tempeliers en rechts het armillarium.”

“Geen idee waar je het over hebt, Ech Wel.”

Sierlijke blauwe , groene en gouden plantmotieven omringen koninklijk wapen Portugal
Plafond van de kapel met Oosterse motieven en koningswapen

Manuelstijl staat symbool voor Gouden Eeuw Portugal

“Het is ook een lang verhaal, Ech Nie. Maar even in het kort; de Manuelijnese stijl dankt zijn naam aan koning Manuel, de vader van Johan. Onder zijn bewind begon Portugal aan een ongekende bloeiperiode. De ontdekkingsschepen die aan de basis stonden van deze glorietijd droegen allemaal het christuskruis van de Tempeliers op hun zeilen. Het was namelijk deze religieuze orde die met hun enorme vermogen de expedities mogelijk maakte. Het armillarium tenslotte was een navigatie-instrument die de kapiteins gebruikten om hun weg op zee te vinden. De Minerva die zo-even aan onze voeten lag, had trouwens ook zo’n apparaat in d’r handen.”

Geheel met blauw gele azulejos betegelde kapel en vergulden altaar Capela Sao Miquel
Heiligen rond vergulden altaar

Azulejos sieren interieur

Het interieur van de kapel is van een overweldigende schoonheid. Centraal staat het vergulden altaar met de heilige Sint Michael (de patroon van Alfons) en de heilige Catharina, (schutspatrones van de studenten) maar daarnaast kan je ook moeilijk om het rijk gedecoreerde, barokke orgel en de weelderige schilderingen op het plafond heen. Niettemin vindt Ech Nie de azulejos met Hollandse tafereeltjes toch het mooiste van het hele bedehuis. “Mogelijk gemaakt door Filips II, de man die op een gegeven moment zowel Portugal als Nederland tot zijn eigen (Spaanse) Rijk rekende.”

Sierlijk bleuwe pilaar naast witte Hollands aandoende huizen
“Hollandse” tegeltjes

Jezuïeten dienden de koloniën te kerstenen

Het duurt nog even voordat we de bibliotheek in kunnen dus daarom houd ik ten overstaan van Ech Nie een uitgebreid college over het turbulente verleden van de universiteit. “In de 16e eeuw, het tijdperk van de ontdekkingsreizen, beleefde de academie zijn Gouden Eeuw. Portugal maakte de wereld steeds een beetje groter en bestuurde een immer uitdijend koloniaal Rijk. Het enige probleem van al die expansie waren de heidenen die de geannexeerde, overzeese gebieden bevolkten. Hadden ze eindelijk op het Iberisch schiereiland de Reconquista voltooid, kregen ze vervolgens met een nog veel grotere groep barbaren in hun verre koloniën te maken.”

Vrome Johan zocht de oplossing in de Jezuïeten. De sociëteit van Jezus hield zich al vanaf zijn oprichting bezig met onderwijs en zending en daarom gaf hij hen de taak toekomstige missionarissen te leren hoe de ongelovigen het christendom moest worden bijgebracht. Hun voordrachten werden gegeven in een nieuw aangebouwde vleugel terwijl de rest van de stad in de eveneens nieuwe kathedraal godsdienstles kreeg.

Brede trap leidt naar Jezuïetenkathedraal
Kathedraal van de Jezuïeten

Spaanse bezetting van Portugal

Maar wat met de beste bedoelingen werd geïntroduceerd, pakte uiteindelijk helemaal verkeerd uit. De geestelijke opvoeding van de Jezuïeten beperkte zich niet alleen tot zendelingen in spe, maar betrof zo’n beetje de hele bovenlaag van de maatschappij. Inclusief kroonprinsen. Zo kon het gebeuren dat de opvolger van Johan, die onder auspiciën van de orde was grootgebracht, geen enkele beslissing durfde te nemen zonder dat hij eerst met zijn biechtvader had overlegd.

Na de dood van deze onzekere vorst effenden de Jezuïeten de weg voor hun grote beschermheer Filips II, de koning van Hispanje. De zelfverklaarde, allerkatholiekste monarch zat vanwege een geldverslindende oorlog met de opstandige Nederlanden dringend verlegen om kapitaal en dacht met de inlijving van zijn rijke buurland de schatkist weer een beetje op te kunnen vullen. Een goed idee, vonden ook de sluwe paters. En in ruil voor hun collaboratie kregen zij de vrije hand in hun evangelische ondernemingen.

“Even wachten hoor, Ech Wel. Dus als ik het goed begrijp schonken de heilige leermeesters van de Portugese aristocratie de zwaarbevochten onafhankelijkheid van het gastland doodleuk aan hun Spaanse rivaal?”

“Inderdaad. Maar niet om er zelf beter van te worden natuurlijk, alleen om de hemelse Vader meer gedienstig te kunnen zijn…”

Markies de Pombal schaft Sociëteit van Jezus af

Vrij van royale bemoeienis, en in samenwerking met de inquisitie, (een instelling die in opdracht van Johan diende te waken over de zuiverheid van het geloof) werd iedereen die in hun ogen geen toegewijde katholiek was (lees (bekeerde) Joden, Moren en iedereen die maar lastig deed) het vuur aan de schenen gelegd. Onder hun supervisie maakte de brandstapel overuren en werd de nalatenschap van de ongelukkigen door het machtswellustige gezelschap gretig geïncasseerd.

“Jezus! Wat een wanorde joh”, klapt Ech Nie plots agressief uit de school.

“Rustig maar, Ech Nie. Het kan altijd erger…”

Meer rijkdom vergaarden de lepe broeders door er tijdens hun missies dubieuze handeltjes op na te houden. Zo verkochten ze bijvoorbeeld indianen aan de hoogste bieder en beroofden ze andere wilden zoveel mogelijk van hun karige bezittingen. Pas toen ze in hun dwingelandij ook een eigen staat op Portugese bodem poogden te stichten, werd het de monarchie te gortig. In naam van de koning schiep markies de Pombal orde in de chaos en verklaarde hij de Jezuïeten tot vijanden van het volk. Nooit en te nimmer waren zij meer welkom in het land.

Bamboe en andere exotische planten in de botanische tuin Universiteit van Coimbra
Botanische tuin

Verlichting brengt nieuwe wetenschappen

Met hun verdrijving kwam ook de universiteit weer tot bloei. Had de hogeschool eerst aan de leiband van de geloofsfanatici gelegen, nu introduceerde de Pombal, in het kader van de Verlichting, nieuwe exacte- en natuurwetenschappen. Zo kwam er op zijn aandringen een sterrenkundig observatorium, een botanische tuin, een scheikundig lab, een fossielenverzameling en een anatomische snijzaal.

“Stop maar met je lezing Ech Wel, het is tijd voor het boekenbal.”

Voorgevel Joanina bibliotheek gehuld in doeken en steigers
De voorgevel van de bibliotheek wordt gerenoveerd. Links een standbeeld van Johan III

Leespaleis Joanina bibliotheca toonbeeld van barok

Kennis is macht, zo wist het Portugese staatshoofd, en aangezien hij als de grote mecenas van kunst, cultuur en wetenschap te boek stond, doneerde hij grote sommen geld voor de bouw van een protserige bibliotheek. In feite waren het natuurlijk de buitgemaakte, koloniale rijkdommen die de boel financierden maar dat verhinderde de vorst niet om net te doen alsof hij alleen verantwoordelijk was voor de realisatie van het leespaleis.

“Vandaar dat koninklijke wapen boven de ingang zeker?”

“Precies. Maar blijkbaar vond hij die bekroning nog niet genoeg, want achterin zijn driedelige literatuurtempel, op de plaats waar zich in kathedralen altijd het stralende koor bevindt, hangt zijn met overdadig goud omlijste portret.”

“Pfff, wat een patser…”

“Ja, barok hè. Bedoeld om je macht en weelde te etaleren.”

Engelen steken de loftrompet over de met overdadig goud omlijste koning (bron)

Vleermuizen waken over oude manuscripten

Om de kostbare collectie te beschermen tegen ongewenste klimaatschommelingen is het boekenhuis zo geconstrueerd dat temperatuur- en luchtvochtigheid continu constant zijn. Papierminnende insecten gaat men met kolonies vleermuizen te lijf.

“Pardon?”

“Ja, klinkt misschien gek, maar er is geen mot die aan de woeste roofdieren ontsnapt hoor.”

“Maar die beesten schijten toch alles onder?”

“Daarom worden de manuscripten ook elke avond afgedekt met leren doeken, Ech Nie.”

“En is dat ook waarom al die studenten hier als een soort batman rondlopen?”

“Haha. Je doelt waarschijnlijk op die zwarte capes die ze dragen? Het zou me niet eens verbazen…”

António Salazar bouwt moderne universiteit Coimbra

Na het bezoek aan de oude bibliotheek denkt Ech Nie de schoolbel al te horen rinkelen maar daarin moet ik haar toch teleurstellen. “Nee schat, er is nóg een bibliotheek die we moeten zien. Gebouwd in de jaren 40 van de vorige eeuw door de toenmalige sterke man van Portugal; António Salazar.”

“Nee toch?”

“Jawel. De monarchie was al twee decennia daarvoor ter ziele gegaan maar op de achtergelaten puinhopen wist de oud-economiedocent weer een nieuwe staat (Estado Novo) op te bouwen. Natuurlijk vergat hij daarbij ook “zijn eigen” universiteit niet.”

“Ach jee…”

“Ach jee inderdaad. Want meneer liet niet alleen voor een paar nieuwe faculteiten de halve bovenstad afbreken, hij vernietigde ook de onafhankelijkheid van de universiteit.”

Streng betonnen gebouw in blokvorm met daarvoor vier opgestelde betonnen beelden
De strenge stijl van het fascisme

Hogeschool vertoont fascistische kenmerken

“Wat een vreselijk lelijke gedrochten, Ech Wel!”, roept Ech Nie bij het zien van Salazars betonnen kolossen. “Hoezo, dit is toch juist hartstikke stoer?”, antwoord ik verongelijkt. “Nee schat, dit is gruwelijk!”

“Ja, maar ho even, je moet wel bedenken dat deze ferme, monumentale panden uit de tijd van het fascisme stammen hè. Daar paste deze stijl prima bij.”

“Oh, Salazar was een fascist. Dat verklaart een hoop…”

“Nou, wat Salazar precies was daar zijn de historici nog niet helemaal over uit, maar dat hij fascistische trekjes had daar zijn de meesten het wel over eens. Hij ving tijdens de oorlog echter ook gevluchte joden op, dus zo erg was die nou ook weer niet. Over het algemeen wordt hij beschouwd als een katholiek-autoritair persoon. Een diepgelovig man, alleenheerser, niet vies van geweld en begiftigd met een groot economisch inzicht…”

“En een bijzonder grote wansmaak!”

Patio omringd door betonnen gebouw met veel ramen
Salazars betonnen kolossen

Fado bezingt triest einde in verdrietig afscheidslied

“Salazar was niet onomstreden, laten we het daar maar op houden. Aan het eind van zijn bewind kreeg hij trouwens te maken met steeds meer kritiek en werd hij een geliefd onderwerp in de door jou zo bejubelde smartlappen.”

“De Fado?”

“De Fado inderdaad. Aanmerkingen op ’s mans functioneren leverde niet zelden een enkeltje martelkamer op en daarom verhulden tegenstanders van het regime hun grieven bij voorkeur in tranentrekkend geweeklaag.”

“Stil eens even, nou je het er over hebt; hoor ik daar niet weer zo’n prachtige ballade klinken?”

“Zou best kunnen, Ech Nie. Maar aan dat gejank hebben wij natuurlijk geen enkele boodschap!”

“Hoezo niet. We kunnen toch nog wel eventjes luisteren zeker?”

“Nee, we moeten door.”

“Nou ja zeg. Dus we hebben wel alle tijd om werelderfgoed te bekijken maar een versje van een paar minuten is teveel gevraagd?”

“Ja, schat. Dat is het lot. Bovendien heeft de Fado volgens kenners de meeste charme bij het afscheid, dus het is beter dat we gaan… Ech Wel!”

In het zwart geklede, Fado zingende studenten houden gitaren en  paarse faculteitsvlag vast
Studenten zingen het afscheidslied

Ook wel eens in Coimbra geweest, van het studentenleven geproefd of de Fado gezongen? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!


Praktische informatie

Unesco benadrukte in zijn evaluatie dat de universiteit van Coimbra de oudste leerschool van de Portugees sprekende wereld was en daardoor diende als referentie voor andere hoger onderwijsinstellingen en een grote invloed had op onderwijs en literatuur.

Op de campus heerste orde en tucht. Wie zich vroeger misdroeg moest niet naar de gang maar werd onverbiddelijk naar de gevangenis gestuurd. Voor dat doel beschikte de universiteit over een aantal cellen die zich onder de bibliotheek bevonden. Was de overtreding niet al te ernstig dan was het de student toegestaan om zijn colleges te volgen en diende die alleen daarbuiten in de kerker te verblijven.

Fotograferen in de Joanina bibliotheek is niet toegestaan dus vandaar dat ik mij gedwongen zag bovenstaande illustratie van het web te plukken.

Jaar van inschrijving: 2013
Officiële website: universidade de Coimbra

Lees ook:

“Praia of Batalha, stand of klooster, (dat is de queestie)”
Bauhaus, en hoe de droom van een Duitse natie uiteenspatte