“Het patrimonium van Sevilla symboliseert niet alleen de christelijke machtsovername in deze stad, Ech Nie, maar ook de katholieke kolonisatie van de Nieuwe Wereld.”
“Wat wil je daar mee zeggen?”
“Dat moet je gezien hebben!”
“Maar kunnen we niet eerst een wijntje doen?”
“Nee, natuurlijk niet!”
“Maar het is zo warm…”
“Juist daarom. Met deze hitte kan je veel beter in de koelte van een kathedraal verblijven, dan verbranden op een terras.”
In de schaduw van de patio van de sinaasappelbomen
Normaal gesproken doen we altijd eerst een rondje om de kerk, alvorens we hem betreden, maar in dit geval oppert Ech Nie al na een klein stukje om via een van de toegangspoorten naar binnen te gaan. “Even wachten, schat, we zijn nog niet eens op de helft.”
“Maar ik heb het zo heet, Ech Wel”
“Ja rustig. Bij die hoge toren daar ligt een hof vol sinaasappelbomen, als we daar zijn kan je rusten.”
“Waarom pakken we dan niet een van deze koetsen? Die staan er toch niet voor niets?”
“Schei eens uit, we zijn werelderfgoedreizigers, geen toeristen.”
Van moskee met minaret naar kathedraal met klokkentoren
Terwijl Ech Nie even later op een bankje in de schaduw zit, begin ik mijn verhaal. “In tegenstelling tot Cordoba, waar een groot deel van de Mezquita behouden bleef, is van de voormalige moskee in Sevilla weinig meer over. Eigenlijk rest ons niets anders meer dan deze binnenplaats (de plek waar de mohammedanen vroeger hun rituele reinigingen verrichtten) en de zogenaamde Giralda (de klokkentoren die ooit te boek stond als de hoogste minaret ter wereld).”
“Nadat tijdens een aardbeving in 1356 de oorspronkelijke bekroning van de toren verloren ging, dachten de Sevillianen lang na over wie of wat nu de top moest sieren. Uiteindelijk kozen de trotse stadsbewoners voor Giraldillo, een sculptuur die de overwinning van het christelijk geloof moest uitbeelden.”
“Dat blijft hier altijd wel een dingetje hè, die eeuwige strijd tussen katholieken en Moren.”
“Ja maar hij duurde dan ook bijna achthonderd jaar Ech Nie, vind je het gek?”
Kathedraal Sevilla wordt grootste gotische gebouw ter wereld
Volgens de legende begon de Reconquista (herovering) in 722 met de Visigotische edelman Pelayo. Hij was de eerste Iberische christen die een overwinning op de moslims behaalde. Ruim vijfhonderd jaar later verdreef Ferdinand III de islamieten uit Sevilla en keerde de oude stad terug in de katholieke schoot. Als dankbetuiging aan de Heilige Maagd Maria, zonder wiens hulp vrome Ferdinand naar eigen zeggen nooit had kunnen slagen, werd de plaatselijke moskee omgedoopt tot de Catedral de Sante Maria de la Sede. Veel bouwkundige arbeid ging daar overigens niet mee gepaard. Het was pas anderhalve eeuw later dat het stadsbestuur besloot om het door bovengenoemde aardbeving beschadigde bedehuis te vervangen voor een kathedraal die zo groot moest worden dat degenen die hem zagen de bouwmeesters voor gek zouden verklaren…
Het enorme godshuis heeft op Ech Nie echter een geheel andere uitwerking. Eenmaal binnen wordt ze zo overweldigd van alle rijkdom dat ze even geen stom woord weet uit te brengen. Zelfs geen gek.
Kathedraal Sevilla gewijd aan Heilige Maagd
En omdat zij toch niks zegt vervolg ik: “veel van wat je nou aanschouwt herinnert aan die glorieuze tijd. Kijk maar eens naar het van goud blinkende koor, het heilige der heiligen. Omdat ze het nu aan het restaureren zijn, kan je het niet goed zien, maar geloof mij, daarachter staat het grootste altaarstuk uit het christendom. Het betreft een verguld houtsnijwerk dat vierenveertig opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van Jezus en zijn moeder vertoont. Centraal in het midden zit Maria zelf, de Virgin de la Sede, naar wie deze tempel is vernoemd…”
“Mijn God…”
“Het koor wordt in pracht en praal naar de kroon gestoten door de halfronde koninklijke kapel die de kerk afsluit. Het is de grafkamer van de heilige Ferdinand, de beschermheer van de stad. ’s Mans in een zilveren kist rustende overblijfselen staan op zijn uitdrukkelijke verzoek aan de voet van de Virgin de los Reyes (de Maagd der Koningen). Als verwoed vereerder van de Moeder Gods wilde hij namelijk na zijn dood bijgestaan worden door het Mariabeeld dat de koning van Frankrijk, zijn neef, hem na zijn zegetocht geschonken had. De Heilige Maagd werd daarmee de patrones van het aartsbisdom Sevilla.”
Kapel van de Virgin de la Antigua
De artistieke overdaad is zo groot dat het Ech Nie al snel teveel wordt. “Dat snap ik schat, en ik was ook ech nie van plan om alle kunstwerken afzonderlijk onder de loep te nemen, maar er zijn er toch een paar waar we onmogelijk omheen kunnen. De eerste is deze hier; de kapel van de Virgin de la Antigua (de Maagd van de Oudheid).
“Jeetje, hoeveel Maria’s hebben ze hier wel niet?”
“Een heleboel. Maar luister nou effe; de mythe vertelt dat koning Ferdinand tijdens de belegering van Sevilla een visioen had. Daarin nam een engel hem mee naar de toen nog bestaande grote moskee en openbaarde hem een groot geheim. Het bleek dat achter een muur, die de bode Gods voor de gelegenheid doorzichtig had gemaakt, zich een oud-Visigotische kapel bevond waarin het heilige beeld van de Koningin der Engelen stond opgesteld. Het droombeeld vormde voor de monarch hét bewijs dat de antieke Maagd reikhalzend naar hem uitkeek en dat ze hoopte dat hij de Moren spoedig zou verdrijven.”
Het tijdperk der Ontdekkingen
“En zo geschiedde?”
“Inderdaad, een paar dagen later trok hij triomferend door de stad en wijdde hij de kathedraal aan zijn grote idool.“
“Wat gooooeeeed!”
“Ja en daar bleef het niet bij. Tweehonderdvijftig jaar later zou de Maagd der Ouden ook nog het tijdperk der Ontdekkingen inluiden. Vlak voor vertrek uit Sevilla zocht Columbus bij de Moedergodin zijn heil en beloofde haar alle eer als zij hem veilig thuis zou laten komen. Na een behouden vaart hield hij woord en vernoemde het eiland Antigua naar haar.”
Ontdekking Amerika bracht Sevilla groot fortuin
De tombe van Christoffel Columbus is, niet geheel toevallig, in de buurt van de Capilla de la Antigua gesitueerd. Het is het tweede monument waar ik Ech Nie op wil wijzen en als ze er wat bevreemd naar opkijkt licht ik toe dat dit de man was die de Sevillanos in staat stelde hun kathedraal tot de schatkamer van Spanje uit te bouwen.
“Dankzij hem kon de plundering van Amerika plaatsvinden bedoel je?”
“Nou, nou, dat is wat bot gesteld, Ech Nie. Maar je hebt gelijk als je zegt dat in zijn kielzog vele veroveraars volgden en dat Sevilla daardoor uitgroeide tot het El Dorado van Europa. In 1503 verkreeg het bij koninklijk besluit het monopolie op de koloniale handel en loste het ene na het andere schatschip zijn kostbaarheden aan de kades van de Guadalquivir rivier. Het duurde dan ook niet lang of Sevilla had zich ontwikkeld tot de religieuze, kunstzinnige en economische hoofdstad van het Spaanse Rijk.”
Uitbuiting en bekering van de indianen
“Dat bedoel ik. En je weet toch dat al dat edelmetaal werd gestolen van de inheemse bevolking in de West?”
“Nou ze ruilden ook wel eens wat hoor…”
“Ja een paar glazen kraaltjes tegen een paar baren goud ja. Dat was geen ruilen, maar uitbuiting. En alsof dat niet erg genoeg was vielen er ook nog eens enorme aantallen slachtoffers bij al dat handjeklap.”
“Ach, dat er af en toe eens een indiaantje sneuvelde was toch onontkoombaar?”
“Pardon? Het was een godvergeten genocide Ech Wel, een ongekende ramp voor de oorspronkelijke bevolking! Werd je niet op gruwelijke wijze om het leven gebracht dan werd je wel tot slaaf gemaakt of in diepe ellende gestort. Het is daarom ook onvoorstelbaar dat zo’n ploert als Columbus hier nog altijd op handen wordt gedragen!”
“Ja, maar doe jij nou net of het allemaal zijn schuld was, dat hij louter door hebzucht gedreven werd, maar zo slecht was hij nou ook weer niet. Hij onderzocht toevallig ook op welke wijze de inboorlingen tot het heilige geloof bekeerd konden worden.”
Kooplui verhuizen van kathedraal naar markthal
Het vergoelijkende praatje over de Spaanse zendingsdrang dat ik daarna ter berde breng, stuit Ech Nie zozeer tegen de borst dat ze kwaad naar buiten baant en demonstratief plaatsneemt op een nabijgelegen terras. “Maar Ech Nie?”
“Nee Ech Wel, ik wil er niks meer over horen.”
“Okee, maar mag ik dan nog wel wat zeggen over het Archivo de Indias?”
“Eerst een wijntje en wat tapas!”
Als we een paar minuten later kostelijk proeven van het blijde en opgewekte Andalusische leven vervolg ik mijn vertelling. “De florerende handel met de Nieuwe Wereld bracht allerlei exotische waren met zich mee; Afrikaanse slaven, oosterse specerijen, tropische vruchten, zilveren vloten. En al dat kostbare goed werd tot ergernis van de aartsbisschop veelal verhandeld in en om zijn geliefde kathedraal. Toen de priester voor de zoveelste maal zijn beklag deed bij Filips II, de allerkatholiekste koning van dat moment, verordonneerde laatstgenoemde de bouw van een nieuwe markthal.”
Handelsbeurs bewaart archief van Nieuwe Wereld
“Ik dacht dat je het over een archief wilde hebben?”, vraagt een smikkelende Ech Nie.
“Dat is hetzelfde gebouw schat. Van 1598 tot 1785 functioneerde de beurs als het kloppende handelshart van Spaans-Amerika. Toen havenstad Cadiz die rol echter overnam, begon men alle documenten die met de hispanisering van Las Americas te maken hadden hier te verzamelen en op te slaan. Sindsdien bewaart het statige pand vele kilometers aan documenten, scheepjournaals, logboeken, manuscripten, kaarten en originele brieven van jouw vriend Christoffel Columbus.”
“Je gaat het nou toch niet weer over die bloeddorstige bruut hebben hè?”
“Nee vanaf nu gaat alle aandacht naar het koninklijk paleis.”
Alcazar vormt kers op Sevilliaanse Unescotaart
Met de weldadige lunch achter de kiezen zijn we klaar voor het toetje; het Alcazar. Altijd het beste voor het laatste bewaren, doceer ik Ech Nie, en leid haar via de leeuwenpoort (Puerta de Leon) naar de Patio de Monterio. “Kijk, hier rechts zat vroeger de Kamer van Koophandel (Casa de Contratacion) die tegelijkertijd met het handelsmonopolie werd opgericht. Men benoemde de aartsbisschop tot voorzitter van de club en schonk hem de taak om op alle “Indiase” aangelegenheden toe te zien.”
“Indiase?”
“Ja je weet toch, Columbus bleef hardnekkig volhouden dat hij in India was aanbeland en niet een nieuw continent had ontdekt. Hoewel zijn vergissing reeds rap werd opgemerkt bleven de termen Indië en Indianen beklijven.”
“Zei je nou Columbus?”
“Ja, sorry. Vergeef me. We gaan snel door naar de Mudejarstijl…”
Mudejar, de unieke bouwstijl van middeleeuws Spanje
Mudejararchitectuur is een samensmelting van christelijke, gotische elementen en het veelvuldig gebruik van typisch islamitische decoratie zoals schoonschrift, hoefijzerbogen, siertegels, geometrische patronen, kunstig bewerkte houten plafonds en gestileerde bloemen- en plantenmotieven. De naam stamt af van het Arabische woord mudayyan, wat onderworpene betekent, en verwijst naar de islamitische ambachtslieden die hun kunsten in dienst van de nieuwe katholieke machthebbers vertoonden.
Het Alqazar was de voormalige residentie van de emir, de zetel van de macht. Toen koning Ferdinand zich meester maakte van de stad leek deze burcht hem dus de meest geschikte plaats om zijn hofhouding naar toe te verhuizen. Net als bij de transformatie van moskee naar kathedraal verliep ook hier de wisseling van de wacht zonder veel bouwkundige ingrepen. Pas toen zijn zoon het stokje overnam, verschenen de eerste nieuwe (gotische) bouwwerken binnen de kasteelmuren. Daarna was het Peter de Wrede die de constructie van een geheel nieuw paleis in Moorse stijl beval.
De ontdekking van sebka en muqarnas
“Wat is dit nou?”, vraagt Ech Nie bij het zien van Peters paleis. Het pleisterwerk rondom de entree oogt zo verschillend ten opzichte van wat ze ooit eerder heeft gezien dat ze, zeer tegen haar gewoonte in, even op haar gemak de voorgevel bekijkt. “Sebka”, antwoord ik onverstoorbaar.
“Sebka?”
“Ja, dat zei ik. Maar loop nou maar door want binnen valt nog veel meer te ontdekken.”
“Oh okee.”
Maar net als ze verder wilt gaan werpt ze nog een blik naar boven. “En dat dan? Is dat ook sebka?”
“Die driedimensionale houten sierlijst bedoel je? Nee, dat zijn muqarnas.”
“Jaja…”
“Ik leg het zo wel uit, Ech Nie, aan de hand van een paar maagden.”
Patio de las Doncellas is paradijs op aarde
De patio van de maagden (Patio de las Doncellas) is een meesterwerk van de mudejar, een paradijselijk hof met een langgerekt waterbassin, sinaasappelbomen en zwierige galerijen rondom. “Wauw!” vindt ook Ech Nie, en onderstreept haar opwinding met een paar kleine vreugdesprongetjes.
“Ik zei toch dat het alleen maar beter werd?”
“Ja maar zo geweldig had ik nou ook weer niet verwacht.”
“Goed hè? En dat komt dus onder andere door die sebkamotieven boven de bogen. De doorgaans van stuc of steen vervaardigde, ruitvormige reliëfs geven deze binnenplaats van de jongedames precies die feeërieke sfeer die ook de sprookjes van duizend-en-een-nacht uitstralen. Bovendien spelen ze op een betoverende manier met licht en schaduw.”
Karel V draagt zijn steentje bij aan Alcazar
“En kan je onze Weense vriend Karel V nog herinneren, de man die de zuilen van Hercules tot zijn signatuur maakte?”
“Eh nee, niet echt.”
“Jawel joh, hij was in de eerste helft van de 16e eeuw keizer van het Habsburgse Rijk en regeerde in die hoedanigheid ook over het huidige Spanje. Toen de Iberische ontdekkingsreizigers met de zegen van Maria zijn imperium alsmaar uitbreidden begon hij het motto Plus Ultra (steeds verder) te hanteren. De leuze was een verwijzing naar de queeste van de Griekse held Hercules die op zeker moment de twee zuilen van Hercules aan de Middellandse Zee oprichtte en ze daarbij voorzag van het waarschuwende opschrift; Non plus ultra (niet verder).”
“Oh die…”
“Ja. Hij verbleef graag in Sevilla, een stad die volgens de mythologie door Hercules gesticht was, en bouwde de tweede verdieping in de toen hippe renaissancestijl. Natuurlijk vergat hij daarbij niet zijn bouwmeesters opdracht te geven de dubbele kolommen in het ontwerp mee te nemen.”
Ambassadeurszaal is hoogtepunt van mudejarkunst
Diverse schitterende kamers grenzen aan het Maagdenhof maar de meest verbluffende van allemaal is de Ambassadeurszaal (Salon de Embajadores), die ook wel de Sixtijnse Kapel van de mudejarkunst wordt genoemd. De schoonheid van marmeren zuilen, stenen kantwerk en ingenieuze Arabesken wordt bekroond door een uit ruim achtduizend stukjes cederhout ingelegde, halfbolvormige koepel, die is gedecoreerd met oneindig in elkaar verweven, stervormige motieven. De gebruikte ornamentiek is volgens deskundigen de meest complexe die er bestaat maar door de kunstenaar niettemin tot in de perfectie uitgevoerd.
“Ongelooflijk.”
“Ja die gasten verstonden hun vak wel. En zie je hoe fraai ze de overgang tussen het ronde plafond en de verticale muur hebben gerealiseerd. Met die vergulden stalactieten? Dat zijn dus muqarnas.”
Mudejar straalt positivisme uit
“Weergaloos. Hoe konden ze het maken?”
“Nou geloof het of niet maar bijna al die fenomenale ontwerpen kwamen voort uit drie basisvormen: cirkel, vierkant en driehoek. Zij functioneerden als de abstracte onderliggende structuur waarop de kunstwerken konden gedijen en zorgden in al hun variatie voor eenheid, orde en harmonie. Wat dat aangaat hadden ze dus veel gemeen met al die gotische kathedralen die de christenen bouwden. De kathedraal van Chartres is bijvoorbeeld met exact dezelfde (platonische) bouwstenen tot stand gekomen…”
“Ja alleen in zo’n kolossale Onze-Lieve-Vrouwe-kerk ontbreekt het positivisme. Daar hangt altijd zo’n ernstig spirituele sfeer. Hier word ik gewoon blij van.”
“Dat was ook de bedoeling Ech Nie. In tegenstelling tot de christelijke kunst, waarin de erfzonde en Jezus’ lijden centraal stonden, poogden de Moorse artiesten met hun werken vooral het paradijs te weerspiegelen.”
In islamitische wereld symboliseert de tuin het paradijs
Naast het Mudejarpaleis zie je het paradijselijke verlangen ook terug in de uitgebreide tuinen van het Alcazar. “Niet zo gek”, meld ik Ech Nie, “aangezien de wortels van Mohammed en zijn volgelingen in de woestijn lagen.”
“Hoe bedoel je?”
“Te midden van een zee van zand stel je de hof van Eden natuurlijk al gauw voor als een weldadige oase. Dat lijkt me logisch.”
“Oh ja.”
“En omdat in de Koran staat geschreven dat door het paradijs vier rivieren stromen, bestaat de traditionele Arabische tuin uit vier gedeelten. Op het snijpunt van de vlakken bevindt zich doorgaans een fontein, symbool voor het leven, en in de verdiepte percelen zijn fruitbomen en heerlijk geurende bloemen geplant. Het is ontworpen als een plaats van bezinning. Hier moesten de rechtschapenen rust onder de schaduw van het weelderige groen kunnen vinden, en de mogelijkheid hebben zich te laven aan het kabbelende, kraakheldere water.”
De beschutte tuin waaronder rivieren stromen
Gelijk het paleis, waar slechts een patio en een versterkte muur bij de ingang nog van Moorse origine zijn, waren ook de tuinen in de loop der eeuwen aan vele veranderingen onderhevig. Peter de Wrede, Karel V en Filips II waren slechts enkelen van een hele rits aan heren die met alle geweld hun stempel op het hemelse verblijf wilden drukken (waardoor er nog maar weinig authentieks overbleef). Het oudste nog bestaande gedeelte dat nog enigszins herinnert aan de islamitische oorsprong is de Mercuriusvijver.
Ten tijde van de Moren werd in deze hooggelegen poel het water afkomstig uit een Romeins aquaduct opgevangen en vervolgens met behulp van kleine irrigatiekanalen gedistribueerd over de verschillende tuinen. De muur daarachter is ook typerend. Het woord paradijs is afkomstig uit het oude Perzië en wordt vertaald als beschutte tuin, vandaar dat in deze mediterrane oase een omheining niet kon ontbreken. Het beschermde niet alleen de gewassen maar gaf de bezoeker ook de ruimte zich af te sluiten van de boze buitenwereld.
Plus ultra
Hoe weldadig ook, na een tijdje gelukzalig te hebben rondgestruind vindt Ech Nie het tijd worden voor een verkoelend wijntje. Ik daarentegen, heb meer oog voor het paviljoen van Karel V. “Kijk zijn vierkanten voorkomen, centrale ligging en open zijdes eens. Echt een schoolvoorbeeld van de Mudejarstijl.”
“Ja en?”
“En natuurlijk moest Karel zijn motto Plus Ultra etaleren. Het staat op de traptreden die leiden naar het prieel.”
“Plus ultra staat voor steeds verder toch? Kunnen we zijn lijfspreuk niet eens ter harte nemen en het hier voor gezien houden?”
“Maar de tuinen beslaan zo’n 75.000 m2 meissie, daar hebben we pas een fractie van gezien!”
“Ja en het is inmiddels ook 43 graden. Ik heb wijn nodig.”
“Ik denk dat met deze hitte het anders op weinig plaatsen beter toeven is dan hier.”
“Ja dáhág, dat zei je over de kathedraal ook al, daar trap ik niet meer in.”
“Nou als jij wat beters weet…”
“Jazeker, een wijnbar met airco. Ech Wel!”
Ook weleens in Sevilla geweest? De zilvervloot gewonnen of in het paradijs verbleven? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Praktische informatie
Het werelderfgoed van Sevilla bestaat uit drie componenten: kathedraal, archief (Archivo de Indias) en koninklijk paleis (Real Alcazar). Alle drie de monumenten liggen vlak naast elkaar met het kleine Plaza del Triunfo als scharnierpunt daartussen. En dat is best praktisch, want zoals gezegd, het kan in Sevilla nog weleens heet worden. (En dan wil je niet ver lopen)
Jaar van inschrijving: 1987
Officiële website kathedraal: catedraldesevilla.org
Officiële website Alcazar: alcazarsevilla.org
Tip: Sevilla is de hoofdstad van de tapas en de geboorteplaats van de flamenco. Buiten het werelderfgoed is er dus genoeg vertier om je verblijf nog verder te veraangenamen. Architectuurliefhebbers mogen bovendien het Plaza de Espana (de Spaanse bijdrage aan de wereldtentoonstelling van 1927) niet overslaan.
Lees ook:
– Melk en wijn leiden in Wachau vallei naar de poorten van het Paradijs
– Vers van de pers: drukkerij Plantijn en de troebelen in de Lage Landen